Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de stopzetting van het huurcontract van het Vlaams-Marokkaans Culturenhuis Daarkom en de opstart van de nieuwe vzw Daarna
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dit is de zoveelste vraag over het Vlaams-Marokkaans Culturenhuis, maar ik vermoed dat het de laatste keer zal zijn met ‘Daarkom’ in de titel. Na een lange periode van onzekerheid werd een belangrijke knoop doorgehakt voor de vzw Daarkom. Het Vlaams-Marokkaans cultuurcentrum zal het gebouw aan de Wolvengracht verlaten en de bestaande organisatie wordt opgeheven.
Onder meer door een slecht onderhandeld huurcontract heeft Daarkom zich nooit echt volledig kunnen ontplooien tot het verbindend huis dat het ambieerde te zijn, een huis waar Brussel en heel Vlaanderen nood aan hebben. Daarkom houdt op te bestaan, maar wordt vervangen door een nieuw vzw met de naam ‘Daarna’. Deze vzw krijgt een nieuwe locatie en een andere invulling dan Daarkom.
Momenteel is men op zoek naar een nieuwe locatie in hartje Brussel. Wat de werking betreft, zou vzw Daarna als draaischijf moeten functioneren voor culturele kruisbestuiving tussen de Vlaamse en de Marokkaanse gemeenschappen. Concreet zou dit inhouden dat vzw Daarna partnerschappen en coproducties aangaat met andere organisaties. Hierdoor zou men niet langer over een eigen culturele infrastructuur moeten beschikken, wat de mogelijkheden voor de inhoudelijke werking zou moeten vergroten.
De overgang van Daarkom naar Daarna zou tegen deze zomer rond moeten zijn. De eerste stappen in die richting zouden later dit jaar gezet worden met een projectoproep voor projecten die inzetten op die culturele kruisbestuiving.
Minister, ik heb hierover zeven vragen. Ik heb er dus nog eentje aan mijn lijstje toegevoegd, maar ik denk dat u het antwoord erop sowieso voorbereid hebt.
Exact wanneer wordt vzw Daarkom opgeheven en het gebouw aan de Wolvengracht verlaten?
Kunt u concretiseren hoe vzw Daarna zal werken en wat de grootste verschillen met vzw Daarkom zullen zijn?
Hoe zal de samenstelling van de nieuwe vzw eruitzien? Worden er belangrijke wijzigingen verwacht ten opzichte van de huidige samenstelling?
Werd de mogelijkheid besproken om de werking van het Vlaams-Marokkaans cultuurcentrum uit te breiden naar een Vlaams-Maghrebijns cultuurcentrum? Zo ja, wat was het standpunt van de Marokkaanse partner? Zo neen, waarom niet?
Welke mogelijke locaties komen in aanmerking voor vzw Daarna?
Kunt u verduidelijken wat de projectoproep later dit jaar zal inhouden?
En wat is uiteindelijk het totale kostenplaatje voor het opdoeken van vzw Daarkom?
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, we moeten inderdaad vooruitkijken en zien wat de toekomst ons brengt met het nieuwe initiatief Daarna. Maar we moeten natuurlijk ook achteruitkijken om te zien welke fouten er zijn gemaakt. Dat zijn er nogal wat, en bepaalde van uw voorgangers dragen daarvoor de verantwoordelijkheid.
Vorige maand maakte u uw plannen bekend om een einde te maken aan de huurovereenkomst van het pand waar de vzw Daarkom is gehuisvest. In overleg met uw Marokkaanse collega gaf u te kennen dat u een doorstart wilt maken met een culturele Vlaams-Marokkaanse samenwerking. Deze doorstart zou gepaard gaan met een naamsverandering – we kennen intussen het voorstel Daarna – maar ook met een andere insteek. Het wordt dus een nieuw project met activiteiten die zich niet in één gebouw concentreren: het bekende, maar ook bijzonder dure La Gaîté, aan het Muntplein. Het is de bedoeling over heel Brussel en de rest van Vlaanderen te werken. De afwikkeling van het oude huurcontract en het op poten zetten van het nieuwe project stellen de Vlaamse overheid voor verschillende uitdagingen. Een financieel billijke stopzetting van het huurcontract wordt uiteraard niet eenvoudig. Bovendien is het voorlopig onduidelijk of en in welke mate Marokko zal delen in de kosten van de stopzetting. Daarnaast rijzen er vragen over de invulling, zowel inhoudelijk als structureel, van de nieuwe samenwerking.
Mijn vragen aan u, minister, sluiten aan bij de vragen van collega Poschet.
Zijn er al onderhandelingen opgestart met de verhuurder over het ‘wurgcontract’, zoals het in de pers wordt genoemd, waarvan bepaalde verbintenissen voor de ene partij wat zwaarder wegen dan voor de andere? Is er een evenwicht in de contractuele bepalingen? Hoe verlopen de onderhandelingen met de eigenaar van het pand? Zijn er knopen doorgehakt, beslissingen genomen?
Weten we al hoeveel de Vlaamse Gemeenschap dient te betalen om van de huurovereenkomst af te geraken? Zijn er juridische mogelijkheden waardoor u eventueel minder moet betalen dan wat de verhuurder eist? Zal Marokko een financiële bijdrage leveren in de afwikkeling van het wurgcontract? Hebt u, gelet op de problemen in het verleden, van uw Marokkaanse collega garanties gekregen dat hun bijdragen in de toekomst ook tijdig zullen worden gestort?
Welke inhoudelijke en structurele veranderingen wilt u aanbrengen in de werking van de nieuwe vzw Daarna? Zal er opnieuw een gebouw worden gehuurd? Welke andere mogelijkheden worden er intussen onderzocht?
Wanneer zal de bestaande vzw Daarkom worden ontbonden, zodat we met een schone lei kunnen beginnen? Wanneer zal de nieuwe vzw worden opgericht?
Minister Gatz heeft het woord.
Hartelijk dank voor de vragen. Een eerste vraag ging over het opstarten van de onderhandelingen met de verhuurder. Ik heb onze raadsman opdracht gegeven om de eigenaar van het pand te contacteren en te bekijken op welke voorwaarden we de overeenkomst kunnen stopzetten. In deze fase van de onderhandelingen is het niet aangewezen om hierover te communiceren. Dat zou onze positie kunnen verzwakken, en dat wens ik niet, en u ook niet.
In het belang van de onderhandelingen is het evenmin opportuun u het bedrag te geven waarop we afstevenen om van de huurovereenkomst af te geraken. Uiteraard wil ik, indien de commissie dat wenst – en ze zal dat wensen – na het afronden van de onderhandelingen hierop uitvoerig terugkomen. Ik wil absoluut niet de cijfers afschermen. Ik wens alleen een goede uitgangspositie voor de onderhandelingen. Dat zult u mij niet kwalijk nemen.
Dan was er een vraag over de mogelijke financiële bijdrage van Marokko in de afwikkeling van de huurovereenkomst. Formeel gezien is Marokko geen partij bij de huurovereenkomst. Ze werd afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de eigenaar van het pand. Ook de afhandeling van de huurovereenkomst zal eenzijdig verlopen tussen Vlaanderen en de eigenaar. Uiteraard informeer ik wel mijn Marokkaanse collega over het verloop van de onderhandelingen. Voor de werking in de toekomst is het wel de bedoeling de nodige afspraken vast te leggen in een tripartite beheersovereenkomst tussen beide overheden en de nieuwe organisatie.
Ik kom dan bij de vragen over de eventuele inhoudelijke en structurele veranderingen in de werking van de nieuwe vzw. Aan de filosofie van de samenwerking, namelijk het bevorderen van dialoog, uitwisseling en culturele kruisbestuiving in een brede maatschappelijke context, zal weinig veranderen. Het belang daarvan is nog steeds actueel, wellicht meer dan ooit tevoren. Samen met de Marokkaanse collega’s moesten we echter vaststellen dat het gebouw was verworden tot een last voor de werking van de organisatie. De kosten en zorgen die ermee gepaard gingen, lieten te weinig ruimte voor een dynamische en vernieuwende invulling van de samenwerking. Door de nieuwe organisatie los te koppelen van een eigen theater of culturele infrastructuur zal ze wendbaarder zijn en substantieel meer tijd en middelen kunnen besteden aan de invulling van een eigen, ‘nomadisch’ programma. Ik kom daarop straks nog terug. Daarvoor zal er nauw worden samengewerkt met uiteenlopende organisaties in Brussel, maar ook in de rest van Vlaanderen. Dat is dan wel een nieuw element. Op die manier kunnen we meteen ook de geografische actieradius van de organisatie verruimen. Dat wensen beide overheden ook. Uiteraard zal er voor het huisvesten van de vzw ook een ruimte worden gehuurd, als een soort van uitvalsbasis, maar dus niet meer met de rol of uitstraling van het huidige Gaîtégebouw.
Dan waren er de vragen over de ontbinding van de bestaande vzw en de oprichting van de nieuwe. Zoals aangegeven in het persbericht, dat werd verspreid naar aanleiding van de ontmoeting met mijn Marokkaanse collega Anis Birou, is het de bedoeling om de overgang naar de nieuwe structuur en de invulling van de samenwerking deze zomer rond te hebben. U weet allemaal wanneer de zomer begint, op zijn hoogte is en in principe eindigt. Ik pin me niet vast op een exacte datum, al heb ik die wel in mijn hoofd. Het spreekt voor zich dat we niet heel veel tijd meer hebben. De exacte datum waarop we het gebouw verlaten, is natuurlijk afhankelijk van de onderhandelingen over de beëindiging van het huurcontract. De opheffing van de vzw Daarkom wordt de komende weken, in nauw overleg met de Marokkaanse overheid en uiteraard met de organisatie zelf, voorbereid. We hebben geanalyseerd welke stappen we moeten zetten en welke bijkomende acties nodig zijn om de opheffing zo snel mogelijk te laten verlopen. Ook daar is een exacte datum nog niet bekend aangezien bepaalde procedures, zoals de vereffening van de vzw, een zekere tijd vragen.
Hoe zal de samenstelling van de nieuwe vzw eruitzien? Het is de bedoeling een relatief kleine, maar performante organisatie op te zetten. Ook de aansturing zal op die leest geschoeid zijn. Over de samenstelling van de vzw volgt er nog verder overleg met de Marokkaanse overheid, maar we zitten op dezelfde golflengte, namelijk minder mensen in de raad van bestuur. Het is de bedoeling een nieuwe en duurzame dynamiek te geven aan het project rond de Vlaams-Marokkaanse samenwerking.
Dan was er een vraag over de mogelijke uitbreiding van het Vlaams-Marokkaans cultuurcentrum naar een Vlaams-Maghrebijns cultuurcentrum. Deze piste is in het verleden al oppervlakkig verkend, maar werd niet verder uitgediept omdat beide overheden in eerste instantie de Vlaams-Marokkaanse samenwerking opnieuw op de sporen wilden zetten en prioriteit wensten te geven aan een vernieuwde, goed functionerende organisatie op een nieuwe locatie. Ik sluit niet uit dat deze mogelijkheid in de toekomst nader onderzocht wordt, maar daar zijn nu geen concrete plannen toe. Sowieso kan een dergelijke uitbreiding enkel in nauw overleg met de Marokkaanse overheid. Zij zou evengoed kunnen vragen om in de plaats van de Vlaamse samenwerking een Noord-Europese samenwerking op te zetten. Ik begrijp dat de vraag naar uitbreiding wordt gesteld, maar ik wil nu de samenwerking die we in het verleden niet goed konden laten werken, in de toekomst wel goed laten werken. Daarna kijken we wel verder welke bijkomende stappen eventueel mogelijk zijn.
Welke mogelijke locaties komen in aanmerking voor de vzw Daarna? Tussen haakjes, Daarkom betekent ‘jullie huis’ en Daarna ‘ons huis’. Onze Marokkaanse vrienden stonden erop het woord ‘huis’ centraal te laten staan in de naamgeving. Zelf vond ik het goed op zoek te gaan naar een nieuwe naam en dat is dan Daarna geworden. In samenspraak met de Marokkaanse overheid willen we de nieuwe organisatie een onderkomen geven in het centrum van Brussel, op een zichtbare en makkelijk bereikbare locatie. Aangezien we de werking van de organisatie niet langer koppelen aan een eigen culturele infrastructuur, kan een kleinere en goedkopere locatie volstaan.
In de pers werd al melding gemaakt van lokalen aan de Steenstraat, het vroegere muziekcentrum naast de concertzaal van de Ancienne Belgique (AB). Het klopt dat die locatie in overweging wordt genomen, maar een definitieve beslissing is er nog niet. Het moge duidelijk zijn dat we wel op die piste zitten. Om diverse redenen voldoet die locatie aan de criteria die ik daarnet noemde: dicht bij het centrum van Brussel en naast een van onze grote kunstinstellingen, die trouwens geïnteresseerd was om daar een samenwerking mogelijk te maken. Wanneer we met beperkte kosten die lokalen kunnen opfrissen, lijkt dit toch wel de locatie waarnaar we op zoek waren.
Het is de bedoeling om met de projectoproep de aftrap te geven van de nieuwe samenwerking. Projecten die inzetten op culturele uitwisseling en kruisbestuiving tussen de Vlaamse en Marokkaanse gemeenschappen of personen in Vlaanderen, zullen een ondersteuning kunnen vragen. Deze ondersteuning zal in de vorm van een forfaitaire ‘match funding’ toegekend worden. U kent dat als cultuurspecialisten allemaal: net zoals we eerder ook al deden voor de projectoproep in het kader van het feestjaar BesteBuren en het samenwerkingsakkoord met de Franse Gemeenschap. We leggen momenteel, samen met de Marokkaanse collega’s, de laatste hand aan een ontwerp van projectoproep.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Deze commissie zal – dat is toch de bedoeling van mijn fractie – u de tijd gunnen om die onderhandelingen zo positief mogelijk af te ronden. Het komt er nu ook niet op aan of de overgang gebeurt in augustus of in de ‘indian summer’ van september, zolang het maar niet in de Zuid-Afrikaanse zomer is, want dan is het al december. Ik ben wel blij dat u blijkbaar nog marge tot onderhandelen ziet. Anders had u waarschijnlijk besloten om de maximale afkoopsom te betalen. Dan weten we allemaal over welke bedragen het gaat.
In totaal geven beide partners veel geld aan dit project. Het is dus een project met veel potentieel, als we de overheid inderdaad zo klein mogelijk houden. Dat was nu het grote probleem. Daar is dus een grote stap vooruit te zetten. Daarnaast kunnen we efficiëntiewinsten boeken door samen te werken met andere partners. In die zin zou een nieuwe locatie, gekoppeld aan een Vlaamse instelling als de AB, daar al een goede stap toe zijn.
Ik heb twee bijkomende vragen. Is de locatie aan de Steenstraat eigendom van de Vlaamse overheid? Zal het koninkrijk Marokko opnieuw in de nieuwe raad van bestuur van de vzw Daarna vertegenwoordigers aanduiden? Ik vermoed van wel, maar voor de zekerheid vraag ik het nog eens.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat we nog geen informatie kunnen krijgen over de lopende onderhandelingen. We zullen dat zeker in de toekomst verder opvolgen. Er moet toch wel duidelijkheid gegeven worden over wat dit allemaal gekost heeft. Ik ga niet zeggen dat we daarover een parlementaire onderzoekscommissie moeten oprichten, maar het is wel onze taak om dit door middel van parlementaire vragen verder op te volgen.
Minister, het is ook goed dat het nieuwe project en de locatie kleinschaliger zullen zijn. Ik ken de ruimte niet in detail, maar ik denk dat hij geschikter zal zijn. Iedereen kan, op basis van een tripartite, zijn bijdrage leveren en verantwoordelijkheid opnemen.
Het is ook positief dat de geografische actieradius zal worden uitgebreid. Met de nomadische werking kunnen we in deze samenwerking tussen Vlaanderen en de Marokkaanse overheid of gemeenschap uiteraard op verschillende locaties in Brussel werken, maar ook op andere plaatsen in dit land waar er een Marokkaanse gemeenschap is.
Ten slotte hebt u gezegd dat er met een projectoproep een aftrap wordt gegeven en dat u ondertussen samenwerkt met de Marokkaanse overheid. Ik zou erop willen aandringen dat er een strikte opvolging gebeurt van de verschillende projectoproepen, zodat we niet in gelijkaardige toestanden terechtkomen. We moeten onze lessen trekken.
Ik hoop dat er in de toekomst een goede en efficiënte werking zal zijn en dat we niet verkeerd starten, zoals in 2006 met het project Daarkom. Ik heb altijd gezegd dat wij uiteraard ook voorstander zijn van een vorm van interculturele samenwerking. Dat moet niet gebonden zijn aan één bepaalde locatie. Maar er moet hierbij een strikte opvolging gebeuren. We zullen de financiële afhandeling van dit wurgcontract verder opvolgen.
Ik sluit mij even aan als parlementslid, namens mijn fractie.
Minister, ik sta positief tegenover de uitgetekende piste, die ik interessant vind en die wellicht meer perspectief biedt voor de Vlaams-Marokkaanse samenwerking dan het verder meeslepen van het dossier in zijn huidige situatie.
Ik heb een vraag over de afhandeling. Hebt u binnen de regering het politiek engagement gekregen dat de kostprijs, die het gevolg is van dat zware contract voor dat gebouw, via het Vlaams Fonds voor de Lastendelging wordt opgenomen? Dat zou financiële ruimte voor een nieuwe werking creëren. Ik zou dat toejuichen. Zolang het bedrag niet is onderhandeld met de eigenaar en zolang er geen akkoord is, neem ik aan dat u niet op een bedrag moet ingaan. Dat is niet mijn vraag. Mijn vraag is of er een politiek engagement is.
Er komen een nieuwe vzw en een nieuw bestuur. Is er ook een nieuwe personeelsploeg van start gegaan? Zou het niet zinvol zijn dat er in dat kader overleg komt met culturele structuren uit de Marokkaanse gemeenschap? Er zijn in die sfeer verschillende culturele federaties actief. Er is bijvoorbeeld de kunstenorganisatie van Mohamed Ikoubaân. Er zijn nog meer spelers die op de verschillende niveaus van sociaal-cultureel werk, erfgoedzorg en kunsten actief zijn. Zij zijn beter geplaatst dan politieke partijen om inhoudelijke input te geven aan de toekomstige werking. Dat is een positieve inbreng om de betrokkenheid met die gemeenschap, de netwerking in de verschillende gemeenschappen, verder te ontwikkelen. Dat was een van de pijnpunten van het huidige dossier.
Ik ga nog even in op enkele vragen en opmerkingen.
Het is goed dat we nog een bepaald tijdskader hebben om de nodige stappen te zetten. Het lijkt misschien niet zo, maar in dit dossier werken we al enige tijd onder een bepaalde tijdsdruk. Maar nu het nieuwe concept met onze Marokkaanse partner goed is voorbereid en vervolgens doorgepraat in Rabat, kunnen we tijd winnen in de afhandeling van het bestaande dossier. Mocht ik u echter de map tonen met alle juridische valkuilen die er nog zijn, dan zult u begrijpen dat er nog wel wat zaken moeten worden opgelost. Dat zijn dossiers waar advocatenbureaus van dromen. We hebben het goed voorbereid, en ik denk dat we nu alles in kaart hebben gebracht. We zullen de tijd nemen die nodig is, maar we zullen zo snel mogelijk gaan.
Er was nog een vraag met betrekking tot de eigendom van de Vlaamse overheid. Ja, het gebouw waarop we nu ons oog hebben laten vallen in de Steenstraat, is wel degelijk onrechtstreeks onze eigendom. Het wordt eigenlijk beheerd door de Ancienne Belgique, dus het is niet van derden, dat is wel duidelijk.
Op de samenstelling van de nieuwe raad van bestuur kan ik nu niet in detail ingaan. Er zullen inderdaad – zoals dat gaat in dergelijke interstatelijke samenwerking, wat het toch is – bestuurders vanuit beide hoeken worden aangesteld. Alleen denk ik dat we – zoals ik in mijn eerste antwoord al heb gezegd – naar een iets beperkter platform gaan, maar de bestuurders zullen inderdaad toch uit de twee richtingen komen.
Ik wens nogmaals te benadrukken dat er een andere verdeling moet komen van de jaarlijkse werkingskosten die beide overheden in de vzw steken en die ze daarna in de nieuwe vzw zullen stoppen. De oude vzw moest ongeveer 60 procent of meer van zijn werkingskosten aan infrastructuur besteden en hield dus minder dan 40 procent over om dingen te doen. Het is mijn streefdoel – ik heb u dat als antwoord op een actuele vraag enkele maanden geleden al gezegd – om voor de nieuwe vzw daarna naar een verhouding 20/80 te gaan, waarbij 80 procent van de werkingsmiddelen toch naar projecten op het terrein zou kunnen gaan. In dat verband, mijnheer Vanlouwe, zullen we dat zeker allemaal zeer goed opvolgen zodra de projectoproep gelanceerd is en er projecten ondersteund worden.
Het voordeel van een projectoproep is dat – wat natuurlijk vervelend is voor de indieners – er altijd meer vragen zijn dan middelen die worden toegekend, en dat de nieuwe structuur projecten kan kiezen die ze de beste acht. We hebben dus al een soort automatische filter van de sterkere projecten die tot een bepaalde uitstraling, resultaat en culturele samenwerking moeten leiden. Niettemin is het uiteraard de bedoeling om in het begin goed na te gaan of alle projecten die we ondersteunen, wel degelijk op het terrein brengen wat ze moeten brengen qua bredere uitstraling, qua Vlaams-Marokkaanse samenwerking in het algemeen.
Mijnheer Caron, ik zal niet gedetailleerd antwoorden op uw vraag met betrekking tot de techniciteit van de verdeling van middelen, omdat het behoort tot en invloed kan hebben op mijn onderhandelingsmarge. De regering heeft mij van in het begin duidelijk de opdracht gegeven om dat dossier, als ik het zo mag noemen, tot een goed einde te brengen. Maar ik verheug mij er eveneens op dat de politieke steun binnen de regering om dit te doen ook navenant is. Ik weet niet of dit een voldoende antwoord is op uw vraag.
Uw vraag over de personeelsploeg, tot slot, is een vraag over modaliteiten van het verleden en de toekomst. Op dit ogenblik is de personeelsploeg van de bestaande vzw niet bijzonder groot meer. De laatste twee maanden ongeveer was er geen directeur meer. Dit is nu het onderwerp van gesprek met de bestaande vzw, om te zien wat we met dat personeel zullen doen. We moeten puur praktisch met hen bekijken of er een sociaal passief is of niet. Ik sta open voor verschillende sporen. U hebt ook samenwerkingsverbanden aangehaald met bestaande organisaties binnen de Marokkaans-Vlaamse realiteit. Die zullen we zeker ook bekijken. Als u mijn 20/80-verhouding van daarnet bekijkt, hebt u zeker wel begrepen dat de ploeg zeker niet groter wordt dan ze vandaag is. Daarvoor is geen ruimte en er is ook geen noodzaak voor in het huidige concept van de projectoproep.
De heer Poschet heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw bijkomende antwoorden. Als we inderdaad kunnen evolueren van meer dan 60 procent overheid naar 20 procent overheid zou dat een enorme hoeveelheid middelen vrijmaken om de werking van Daarna uit te breiden, niet alleen inhoudelijk maar ook – en ik denk dat dit een goede zaak zou zijn – naar de rest van Vlaanderen, zodat ook in steden al dan niet met grote gemeenschappen met Marokkaanse roots een culturele wisselwerking zou kunnen worden opgezet. Ik denk dus dat we daar allemaal achter kunnen staan. Ik wens u veel succes bij de onderhandelingen met de eigenaar.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Bedankt, minister. Ook ik wens u veel succes in die moeilijke onderhandelingen. In uw dossier zitten heel wat briefwisseling of adviezen van advocaten. Het is meestal niet positief wanneer men met een dergelijk dossier wordt opgezadeld. De voorzitter heeft het inderdaad gezegd: het biedt meer perspectief.
We zijn uiteraard tien jaar later. We zitten al tien jaar met een bijzonder moeilijk dossier opgezadeld. Het is jammer dat dit allemaal zo gestart is. Ik hoor dus dat er een verhouding was van 60 procent middelen die gingen naar infrastructuur, namelijk 236.000 euro op jaarbasis voor het gebouw, dat op zich een prachtig gebouw is, en 40 procent voor de werking. Nu worden afspraken gemaakt met betrekking tot de verdeling 20/80, namelijk 20 procent voor middelen en 80 procent voor werking.
Het is ook goed dat nu gewerkt wordt met projectoproepen, dan kunnen inderdaad keuzes worden gemaakt. Ik blijf er wel bij dat dit goed moet worden opgevolgd. De voorzitter heeft ook verwezen naar het Fonds voor de delging van lasten uit het verleden. Misschien kunnen we dat fonds noemen naar de daarvoor verantwoordelijke minister.
Ik wil nog even wijzen op het feit dat in het debat altijd wordt vergeten dat de financiële middelen van de Vlaamse Gemeenschap in de vorige legislatuur gehalveerd zijn, waardoor het uitbouwen van een werking onmogelijk is gemaakt. Dat doet niets af aan het feit dat de kosten voor het gebouw zeer hoog zijn, maar het zorgt er wel voor dat op die manier onmogelijk nog een werking kon worden uitgebouwd.
Wie goed de artikels leest, heeft ook gelezen dat Hugo De Greef, die een nota gemaakt heeft over de toekomst, daarin toch nog gepleit heeft voor wat men een receptieve werking noemt, om toch nog iets over te houden. Voor de intellectuele eerlijkheid van het debat wil ik dit toch vermelden. Initieel was er in de beslissing van de Vlaamse Regering naast dat gebouw wel ruimte voor werking.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, gelet op uw laatste opmerking neem ik er het artikel uit De Standaard bij, dat onder meer verwijst naar het advies van de Inspectie van Financiën en tegelijkertijd ook naar de brief van de toenmalige minister van Begroting, Dirk van Mechelen, dus briefwisseling die dateert van 2006. Ik citeer: “De toenmalige minister van Begroting schrijft in een brief aan de toenmalige minister van Cultuur: u hebt (door de ondertekening van het huurcontract) een onwettige rechtshandeling gesteld. Door dit contract te sluiten hebt u zich verbonden tot de betaling van 3,2 miljoen euro in de komende jaren. U hebt een contract gesloten voor een project waarvan de financiële modaliteiten nog niet zeker zijn.” Ik denk dat het nuttig is dit op te nemen in het verslag.
Als we zo bezig zijn, wil ik er nog aan toevoegen dat het ook nuttig is te zeggen dat in het verslag van deze regeringsbeslissing van 2006 het huurcontract ook goedgekeurd is en ook de bijhorende werkingsmiddelen zijn vastgelegd. Voor alle duidelijkheid, ik wil daarover geen uitputtende discussie voeren, maar als je dan toch graag volledige informatie wilt, mag dat ook wel worden vermeld. Dat doet uiteraard niets af aan het standpunt van de Inspectie van Financiën of van de minister van Begroting.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik wil er nog een tweede element aan toevoegen voor het verslag, namelijk een citaat uit de brief van de minister van Begroting. “Vooreerst werd door u op 21 juni 2006 een huurcontract ondertekend met de nv Immoveld met als voorwerp een gedeelte in het gebouwencomplex ‘La Gaité’, gelegen Nieuwstraat 4-6-12 en Wolvengracht 18-20-22 te 1000 Brussel. Mijn begrotingsakkoord werd hiervoor niet gevraagd. Ook de Vlaamse Regering heeft hiervoor geen toestemming gegeven. Dat is dan ook manifest in strijd met artikel 10 van het delegatiebesluit van 27 juli 2004.”
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.