Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Vanbesien heeft het woord.
Naar aanleiding van een exportvergunning in het maandverslag van februari 2016 van de dienst Controle Strategische Goederen is een exportvergunning afgeleverd ter waarde van ongeveer 1,2 miljoen euro. Het betreft militair oefenmateriaal voor vuurwapens naar de strijdkrachten van Qatar.
Qatar is verwikkeld in een oorlog in Jemen. Het is daar een actieve partner en levert grondtroepen, pantserwagens, gevechtshelikopters. Het is een heel brutale oorlog. De VN heeft vastgesteld dat er 119 inbreuken op het internationaal humanitair recht zijn gepleegd. Die exportvergunning doet vragen rijzen. Ook de organisatie Vredesactie heeft hier scherp tegen gereageerd.
Het staat in spanning met wat u mij hebt geantwoord op 20 oktober. Uw betoog eindigde toen met: “Vlaanderen levert geen wapens aan partijen in een gewapend conflict, dat is een duidelijk standpunt.” Dat is inderdaad een duidelijk standpunt. Alleen komt het natuurlijk niet overeen met de praktijk op dit moment.
In de toelichting bij het maandverslag staat dat het een uitbreiding is van een eerdere gelijkaardige levering. Dat is op zich natuurlijk geen argument, omdat elke levering opnieuw zijn vergunning nodig heeft. Er staat verder dat het doelvoorstellingsapparatuur voor vaste schietstanden betreft en dat het wordt gebruikt in de opleiding voor de bescherming en veiligheid van het staatshoofd en de regeringsleiders.
Minister-president, ik neem aan dat de bescherming van regeringsleiders u persoonlijk na aan het hart ligt, maar de vraag blijft hoe het komt dat deze export vergund is.
Staat u nog achter uw eigen stelling dat Vlaanderen geen wapens levert aan partijen in een gewapend conflict?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Die export werd zoals steeds vergund na toetsing van de criteria vermeld in artikel 26 van het Wapenhandeldecreet. Geen enkele van die criteria gaven aanleiding tot een weigering.
Het vierde criterium in artikel 26 van het decreet stelt dat een vergunning geweigerd wordt als de aanvraag goederen betreft die in een gewapend conflict kunnen worden ingezet en de eindgebruiker betrokken partij is bij een regionaal gewapend conflict. In dit geval is echter geen van beide elementen aanwezig. Schietstanden zijn geen goederen die in een gewapend conflict kunnen worden ingezet. Het gaat hier om een vaste schietstand die in Qatar geïnstalleerd wordt. De eindgebruiker is de Amiri Guard. Die heeft een binnenlandse opdracht, het beschermen van het staatshoofd, de koninklijke familie en de regeringsleden.
Verder eist het vierde criterium dat een vergunning geweigerd wordt als er een duidelijk risico bestaat dat de goederen een gewapend conflict of spanningen in de regio zullen uitlokken dan wel bestaande gewapende conflicten of spanningen zullen verlengen of verergeren. Dat was bij deze uitvoer gelet op bovenstaande redenen niet het geval.
Ik heb gezegd: “Vlaanderen levert geen wapens aan partijen in een gewapend conflict.” Dat is het standpunt dat we naleven, met de referentie naar de acht criteria.
U verwijst naar de beslissing die we op de website hebben gezet. Het verslag is summier. U kunt op de website de motivering vinden. Het is een toelichting. De motivering zit niet in het feit dat het een uitbreiding is van een eerdere gelijkaardige levering. De motivering zit in wat ik u heb gezegd, namelijk dat het gaat over doelvoorstellingsapparatuur voor vaste schietstanden en dat de betrokken eindgebruiker instaat voor de bescherming en de veiligheid van het staatshoofd en de regeringsleiders. Dat het een uitbreiding is, is een verduidelijking, een informatieve mededeling zodat iedereen weet dat het voorheen al is gebeurd. Op zich is dit echter niet de motivering. De motivering is zoals steeds gebeurd op basis van de criteria bepaald in artikel 26.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik ben in uw houding meer algemeen, als het gaat over het vredesbeleid van Vlaanderen, een beetje ontgoocheld. Het is heel subtiel en moeilijk te controleren in hoeverre deze dingen bijvoorbeeld ook niet worden gebruikt voor de opleiding van strijdende partijen in dat regionaal conflict. U haalde aan dat er twee elementen waren: ze moeten betrokken zijn in een regionaal conflict en het moeten wapens zijn. U zegt dat geen van beide elementen hier van toepassing zijn. Dat is echter niet waar. Qatar is wel betrokken in een regionaal conflict. U zegt dat u toen hebt gezegd dat u geen wapens zult leveren aan strijdende partijen, maar dat dit geen wapens zijn.
Ik heb de indruk dat u altijd argumenten, ook juridische, zoekt om te zeggen dat u geen ambitie hoeft te tonen voor een vredesbeleid voor Vlaanderen. Wij hebben hetzelfde meegemaakt met die onholdlijst. Ik wil die discussie hier niet openen. Het was een bestaand instrument dat u plots juridisch onklaar hebt verklaard en dus hebt geschrapt. Ik vind dat u uw ambitie en gevoeligheid voor de wereldvrede en de – weliswaar beperkte – rol die Vlaanderen daarin kan spelen, minimaliseert. Dat ontgoochelt mij van u, Vlaams-nationalist met wortels in de vredesbeweging. We zien duidelijk dat Qatar betrokken is in een vuile oorlog in de regio en dat wij die met de levering van militair materieel ook legitimeren. Ik vind dat geen goede zaak.
De heer Kennes heeft het woord.
Ik stel vast dat dat soms een heel moeilijke afweging wordt. Dat Qatar betrokken is bij gewapende conflicten lijkt mij duidelijk. Dat het in eerste instantie bedoeld is voor de bescherming van het staatshoofd wordt in de documenten wel zo gesteld, maar je weet inderdaad niet waar de mensen die daar worden getraind, uiteindelijk terechtkomen. In die zin zou de lijn die we hebben gesteld, toch overschreden kunnen worden. Het is een heel moeilijke afweging.
Op basis van de voorliggende documenten kan ik niet zeggen dat er niet correct is gehandeld. Ik maak me er wel erg ongerust over. De kans dat je met deze export over de lijn gaat, is toch wel reëel.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Dit geval toont opnieuw aan dat er wel degelijk nood is aan een soort onholdbeleid en een soort rechtszekerheid voor bedrijven om op voorhand te weten wat al dan niet kan.
Minister-president, zijn er dit jaar voorlopige adviezen uitgereikt aan Qatar? Zitten daar geweigerde adviezen tussen? Indien u mij nu geen antwoord kunt geven, wil ik ze gerust schriftelijk stellen of kunt u mij later een schriftelijk antwoord geven.
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
Dit geval toont volgens mij juist aan dat de Vlaamse Regering het op een juiste manier aanpakt. Door dat ad-hocbeleid kunnen we elke zaak specifiek bekijken en kunnen we inderdaad beoordelen of we hier handelen volgens wat is vooropgesteld in het regeerakkoord.
Deze zaak bewijst juist dat we dat op een goede manier doen. Als ik goed heb gevolgd, hoor ik hier: 'oei, we gaan exporteren, dus moeten we opletten.' Het gaat niet over de export van gewone materialen en wapenhandel, het gaat over alle export en die moeten we van dichtbij bekijken. We moeten vertrekken vanuit een goede basis. Met dit Wapenhandeldecreet ben ik ervan overtuigd dat we vanuit een goede basis door ad-hocbepaling correct werken. Dit is een mooi voorbeeld dat dit duidt.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik heb de indruk dat de collega’s de indruk willen creëren dat ik het decreet niet naleef. Daar gaat het dus niet over. Een weigering van kledij heb ik gedaan omdat je kledij kunt aantrekken en ermee ten strijde kunt trekken in een militair conflict. Het decreet is heel duidelijk: het gaat over goederen die in een gewapend conflict kunnen worden ingezet. Met een vaste schietschijf is het onmogelijk om dit in te zetten in een oorlog in Jemen.
Wat u zegt, is dat de uitvoer van elk militair materieel, elk materieel dat is onderworpen aan de wapenexport, moet worden verboden. Dat staat niet in het decreet. Ik handhaaf het decreet zeer strikt. Zelfs van kledij heb ik gezegd dat die kan worden ingezet bij troepen die in gevechten verwikkeld raken. Een vaste schietschijf voor de guard van de regeringsleider of het staatshoofd kan niet worden ingezet in een gewapend conflict.
Ik verneem ook dat er geen voorlopige adviezen zouden zijn verleend.
De vraag om uitleg is afgehandeld.