Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Celis heeft het woord.
De professionalisering van onze leerkrachten en directieleden is een cruciaal punt in het lopende loopbaandebat. Het veranderende onderwijslandschap zorgt er namelijk voor dat het lerarenberoep veelzijdiger en complexer is geworden. Om deze reden moet een kwaliteitsvolle professionalisering een vast onderdeel blijven van een carrière in het onderwijs. Ook in het deeltijds kunstonderwijs is een goede competentieontwikkeling voor leerkrachten onlosmakelijk verbonden aan het kwaliteitsbeleid van een instelling.
Uit de laatste edities van de Onderwijsspiegel bleken er echter nog heel wat werkpunten te zijn in het nascholingsbeleid van de geïnspecteerde instellingen voor het deeltijds kunstonderwijs. In haar analyse merkte de inspectie op dat “in de meeste gevallen het goedgekeurd nascholingsplan een opsomming is van gevolgde nascholingen en dat de academies vaak te weinig vertrekken vanuit een visie op professionalisering”. Daarnaast haalt de onderwijsinspectie aan dat er “nauwelijks opvolging, evaluatie en multiplicatie van de gevolgde nascholingen is zodat het effect onbekend is”.
In uw conceptnota rond het deeltijds kunstonderwijs hebt u aangekondigd werk te zullen maken van een geactualiseerde opleidingsstructuur. Deze veranderingen zullen uiteraard een grote impact hebben op het werk van leerkrachten. Het is daarom belangrijk dat we directies de nodige tools kunnen aanreiken om hen te ondersteunen bij de uitwerking van een performant professionaliseringsbeleid.
Minister, wat is uw visie op competentieontwikkeling en deskundigheidsbevordering in het deeltijds kunstonderwijs?
Hoe analyseert u de knelpunten die door de onderwijsinspectie worden aangehaald?
Welke maatregelen zijn er sinds de opmerkingen van de onderwijsinspectie reeds genomen om instellingen binnen het dko te ondersteunen om hun nascholingsbeleid te optimaliseren? Welke maatregelen neemt u nog?
Zult u deskundigheidsbevordering specifiek voor het deeltijds kunstonderwijs meenemen naar de gesprekken over het loopbaandebat en de vernieuwingsoperatie binnen het dko? Op welke manier zult u dat doen?
Ik wil alvast een voorafgaande opmerking maken, want ook de volgende vraag van collega De Meulemeester gaat over de onderwijsinspectie, die volgende week aan bod komt. Mijn suggestie is dat het interessant zou zijn om de leidinggevende ambtenaar daar een toelichting over te laten geven.
Collega Celis, ik waardeer uw bezorgdheid over het dko. Ook voor de leerkrachten dko is het van belang dat professionalisering deel uitmaakt van de loopbaan. Voor alle onderwijsniveaus, én zeker ook voor het dko, dat per definitie creatief te werk gaat, is een cultuur van collectief leren en kritisch reflecteren met de collega’s over de eigen praktijk en ervaringen een belangrijke factor.
Professionalisering is evenwel niet enkel de verantwoordelijkheid van de leerkrachten zelf. Er zijn veel betrokkenen, die elk hun verantwoordelijkheid hebben. Onder meer de directeur en de academie zelf zijn, naast de leerkrachten, belangrijke actoren. De directeur speelt een ondersteunende rol onder meer via de functiebeschrijving en evaluatie van de leerkracht, in het creëren van een gepast schoolklimaat van samen leren als team en in het organisatorisch mogelijk maken ervan. Ook de academie wordt aangesproken op haar verantwoordelijkheid. Een academie biedt heel veel kansen om te leren.
De knelpunten die zijn aangehaald, beperken zich spijtig genoeg niet tot het dko, maar zijn ook van toepassing op de resultaten van de doorlichting van instellingen van andere onderwijsniveaus. Uit de meest recente Onderwijsspiegel blijkt dat de bevindingen van de inspectie naar deskundigheidsbevordering uit de vorige jaren bevestigd blijven. Academies blijven er nog steeds onvoldoende in slagen een doeltreffend nascholingsbeleid te voeren ondanks een nascholingsplan. De bevindingen en opmerkingen die de inspectie heeft omtrent de deskundigheidsbevordering, komen steeds in de focus van het inspectieverslag te staan.
Met de opmerkingen in het inspectieverslag gaan de academies aan de slag en ze krijgen hierbij de ondersteuning van de pedagogische begeleidingsdiensten, dus ook wat betreft de uitrol van het nascholingsplan in een nascholingsbeleid. Het is uiteraard van belang om de opmerkingen die er zijn als academie mee te nemen en duurzaam te verankeren in het verdere nascholingsbeleid.
Daarnaast zal er op het einde van het schooljaar op initiatief van het Departement Onderwijs en Vorming en de pedagogische begeleidingsdiensten een reflectiedag worden georganiseerd over hoe de resultaten van het onderzoeksrapport ‘indicatoren van effectiviteit van professionaliseringsactiviteiten’ in de eigen werking geïntegreerd kunnen worden. De praktijkbijdrage bij dit onderzoek werd op de OBPWO-website geplaatst: http://www.ond.vlaanderen.be/obpwo/rapporten/default_rapporten.htm
De verantwoordelijkheid om met de opmerkingen van inspectie aan de slag te gaan, ligt bij de academies die, zoals eerder vermeld, op ondersteuning van de pedagogische begeleidingsdiensten kunnen rekenen. Uiteraard blijf ik vanuit Vlaanderen en conform het decreet voorzien in een nascholingsbudget.
De professionalisering van leerkrachten komt inderdaad aan bod binnen het loopbaandebat.
In aanloop van de implementatie van het niveaudecreet dko zal er worden ingezet op toelichting en vorming van de leerkrachten zodat zij goed geïnformeerd verder aan de slag kunnen.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Minister, u hebt uiteraard volkomen gelijk dat dit niet mag worden verengd tot het dko. Het was zeker niet mijn bedoeling. Ik heb de vraag gesteld omdat ook het dko me bijzonder na aan het hart ligt. Wij beschikken in Geel over een schitterende academie die met enorm veel creatieve ideeën naar voren komt. Elke academie verdient het om aandacht te krijgen.
Het dko snakt naar een hervorming. Het is 26 jaar geleden dat er nog een structuurhervorming is geweest, vandaar dat ik begrijp dat de vraag zeer groot is. Er zijn 5700 leerkrachten die in het dko werken. Dat is een enorme groep. Het zijn allemaal gemotiveerde mensen die zitten te wachten op die vernieuwingsoperatie. Uit uw antwoord heb ik zeker begrepen dat de pedagogische begeleidingsdienst bereid is en dat er financiële middelen zijn om een goede ondersteuning te geven.
Is de reflectiedag op het einde van het schooljaar gepland in juni? Kent u de exacte datum al?
Minister, ik wil u vragen om de specifieke situatie van de leerkrachten uit het dko zeker niet te vergeten bij de onderhandelingen over het loopbaanpact. U hebt dat in uw antwoord zeker bevestigd, waarvoor dank.
De vraag om uitleg is afgehandeld.