Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, mijn vraag om uitleg is intussen een beetje gedateerd omdat de evaluatie reeds plaatsgevonden heeft en er uitvoerig in de media over is gecommuniceerd. Ik wil u toch nog eens polsen over die evaluatie van de invoering van de strengere geluidsnormen.
Drie jaar geleden werden de strengere geluidsnormen ingevoerd in Vlaanderen. Ik herinner me goed de ophef die toen ontstond bij jeugdhuizen en concertorganisatoren. Er was heel wat commotie. Na drie jaar, dat heb ik zo begrepen naar aanleiding van de evaluatie die plaatsvond in maart, heeft die ophef bij de betrokkenen plaatsgemaakt voor overwegend positieve kritiek.
Drie punten zijn me bijgebleven uit de evaluatie.
Een, er worden heel weinig controles uitgevoerd inzake het al dan niet opvolgen van de nieuwe geluidsnormen. Meer dan de helft van de gemeenten en vier op de tien politiezones zouden nooit controles uitvoeren, dit vooral omdat die praktisch moeilijk uit te voeren zijn en omdat ze ingewikkeld zouden zijn. Bovendien blijkt dat een pak gemeenten en politiediensten geen goed meettoestel hebben om geluidsnormen te controleren.
Een ander punt van kritiek is vooral bij de jeugdhuizen te horen, namelijk dat elke gemeente op zich nog eigen beperkingen kan opleggen, naast het Vlaamse kader. Dat zou niet bevorderlijk zijn voor de duidelijkheid.
Ik heb dan ook volgende vragen, minister.
Kunt u de commissie de belangrijkste resultaten van de evaluatie bezorgen? Als dat te veel is voor deze vergadering, ben ik ook tevreden met een schriftelijk antwoord. Ik heb begrepen dat u een grootschalig evaluatiemoment hebt georganiseerd en misschien is het wel interessant ons de resultaten te bezorgen.
Bent u van plan op basis van de evaluatie aanpassingen aan te brengen?
Hoe verklaart u dat een pak steden, gemeenten en politiediensten niet over een correct meettoestel beschikken? Hoe komt het dat een pak steden en gemeenten geen geluidscontroles uitvoeren? Welke maatregelen zult u nemen om dat in de toekomst aan te pakken, zodat meer ambtenaren, hetzij van politie, hetzij van stad of gemeente, worden gesensibiliseerd om actiever op geluidscontrole te werken?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Van bij de start hebben we gezegd dat we een evaluatie zouden houden. We hebben twee zaken gedaan. Na drie jaar werking op het terrein hebben we een studiedag georganiseerd met alle stakeholders, handhavers, jeugdhuizen, Horeca Vlaanderen, muzieksector, organisatoren. Iedereen was erbij betrokken. Alle toespraken, presentaties en dergelijke meer van die studiedag staan voor iedereen ter beschikking op de website van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, www.lne.be.
Daarnaast hebben we ook een evaluatie gemaakt van de implementatie in de praktijk. Dat ging vooral over de handhaving. Uit die evaluatie blijkt vooral dat de vernieuwde regelgeving, de communicatie errond en de campagne ‘Help ze niet naar de tuut’ het onderwerp gehoorschade onder de aandacht hebben gebracht. Iedereen is zich nu bewust van de problematiek en is blij dat er een regelgeving is. Uit de bevraging blijkt dat verscheidene gemeenten nu ook zelf een actief beleid voeren ter bescherming van het gehoor en daar ook meer aandacht voor hebben. Preventie is cruciaal en speelt in dit alles een belangrijke rol.
Dat we met de normen preventief willen werken, vinden we ook in de handhaving terug. Lokale handhavers lichten organisatoren vaak vooraf in. Wanneer iets lokaal wordt georganiseerd, komen handhavers, maar ook de jeugddienst ter plaatse kijken en geven ze advies. Met die adviezen wordt wel degelijk rekening gehouden en er worden dan ook weinig processen-verbaal opgesteld. Dat is ook positief. Het was nooit de bedoeling zoveel mogelijk processen-verbaal op te stellen. De bedoeling was gehoorschade te voorkomen. Dat sluit aan bij de visie op handhaving die we op alle vlakken hanteren, namelijk de zachte handhaving, repressie vermijden door mee te denken en te zoeken.
Handhavers van hun kant vragen naar een snellere manier van handhaven. Ze willen dat de C-weging wordt toegevoegd. Dat is vooral belangrijk voor de overlast voor de omgeving. Op vraag van de jeugd- en muzieksector hebben we de C-weging weggelaten om muziekbeleving mogelijk te maken. De handhavers willen die C-weging terug in de meting en in de normen, zodat de omgeving minder last heeft van lawaai. Dat is natuurlijk een heel andere problematiek dan die van de gehoorschade, waarvoor we de normering vooral hebben gelanceerd. De muzieksector, de jeugdsector en de horeca zijn vragende partij om de huidige meetmethode, zonder de C-weging, te behouden.
Ook de meetplaats, midden in het publiek, en de dubbele normering liggen voor de handhavers een beetje moeilijk. Het is natuurlijk niet fijn om midden in het publiek te staan meten. Dat kan ik me eerlijk gezegd wel indenken.
Over het maatwerk in de verschillende gemeenten zijn de meningen verdeeld. Iedereen is het erover eens dat maatwerk nodig is. Men vraagt dat ook wel en men wil niet dat het overal precies hetzelfde is. De muzieksector, jeugdsector en horeca zeggen echter wel dat het niet altijd evident is te weten welke regels er waar gelden. Maar dat geldt natuurlijk voor heel wat politiereglementen in Vlaanderen.
Er waren ook nog vragen over de opleiding van de toezichthouders. Die werd echter al in september 2015 aangepast, omdat die vraag al langer leefde. Zo wordt er nu een stage georganiseerd en zijn communicatievaardigheden en conflictbeheersing in het lespakket opgenomen.
De studiedag heeft alle actoren een forum gegeven en over het algemeen was dat positief.
Ik heb ook de Hoge Raad voor Handhavingsbeleid om advies gevraagd. Het advies moet nog binnenkomen en op basis daarvan zullen we beslissen of bijsturingen al dan niet nodig zijn.
Er bestaat geen overzicht van het aantal controles in het Vlaamse Gewest. Uit de bevraging van de handhavers blijkt dat 70 procent van de handhavers van de gemeenten die hebben geantwoord, meer controles hebben uitgevoerd dan vóór 1 januari 2013. Voor de handhavers van de politiezones ligt dat cijfer rond 40 procent.
Er wordt een duidelijk verschil tussen grote en kleine gemeenten vastgesteld. Dat is ook niet verwonderlijk. De Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, VHRM, rapporteert jaarlijks over het aantal uitgeschreven processen-verbaal. In 2013 werden 292 processen-verbaal inzake geluidshinder opgemaakt, in 2014 waren dat er 271. Al deze dossiers vallen echter onder de grote noemer ‘leefmilieugeluidshinder’ en gaan dus over verschillende aspecten daarvan.
Ik kom dan bij de processen-verbaal voor bestuurlijke beboeting van schending van de regelgeving voor activiteiten met elektronisch versterkte muziek. Tussen begin 2013 en eind 2014 werden 170 processen-verbaal opgesteld – in verscheidene van deze gevallen is het ook effectief tot een geldboete gekomen – en 38 verslagen van vaststelling, die rechtstreeks door de verbalisant aan de administratie zijn bezorgd. Ook in die gevallen is vaak een bestuurlijke geldboete opgelegd.
Ik vind het opmerkelijk dat er in heel wat gemeenten en politiezones geen, maar één of een beperkt aantal verouderde geluidsmeters voorhanden zijn. Voor de aankoop van sonometers klasse 1 en 2 kunnen nochtans subsidies worden aangevraagd. De middelen daarvoor staan nog altijd in de begroting. Zeg het dus voort en raad de gemeenten aan daarvan gebruik te maken. De voorwaarden voor deze subsidies staan ook op de website van het departement. Sinds 2010 is er trouwens een bedrag van 287.781 euro voor uitgetrokken.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Hartelijk dank voor uw antwoord, minister. Ik zal zeker de website van LNE bezoeken om alle presentaties eens goed te bekijken.
U bent er zeer goed in geslaagd om in een tijdspanne van drie jaar het hele thema van gehoorschade goed onder de aandacht te brengen en daar ben ik zeer tevreden over. Ik ga ook akkoord met uw visie dat we repressie zoveel mogelijk moeten vermijden en op maat moeten werken. Ik hoor u bovendien graag zeggen dat de subsidies voor de aankoop van meettoestellen nog altijd ter beschikking zijn.
Misschien kan er een draaiboek worden opgemaakt met goedepraktijkvoorbeelden uit steden en gemeenten die rond evenementen werken.
Ik geef even het voorbeeld van mijn eigen gemeente. De gemeenteraad heeft een besluit genomen dat bij evenementen vanaf 500 bezoekers er verplicht een coördinatievergadering moet worden georganiseerd met de organisatoren, de politie, de milieudienst, de brandweer zodat alle punten op het vlak van organisatie kunnen worden afgevinkt. Na die vergadering wordt er een formulier ondertekend door gemeente en organisatie zodat we duidelijk weten welk afbouwscenario op het vlak van geluidsnormen wordt gebruikt. Het werkt heel goed in onze gemeente. Misschien zijn er nog wel veel inspirerende voorbeelden die kunnen worden gebundeld. Op basis daarvan kunnen politiezones en lokale besturen worden overtuigd om bijkomend in te zetten op opleiding en op de subsidies die er zijn om aan die normen mee te werken.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Taeldeman, het is zo dat er een soort draaiboek is. De handige brochure werkt en is verspreid naar alle gemeentebesturen. U bedoelt meer ‘good practices’, denk ik. Dat kan inderdaad interessant zijn. De eerste aanzet was een studiedag waarop verschillende handhavers uit gemeenten elkaar hebben gezien. We zullen nagaan via welke kanalen we dat kunnen doen. Misschien kan de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten een dag organiseren om die goede voorbeelden uit te wisselen. We zullen ook rekening moeten houden met het soort gemeente. U spreekt over 500 aanwezigen. Soms zijn er dat maar een paar of een paar duizend. Elke gemeente is anders.
De vraag om uitleg is afgehandeld.