Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mijn vraag betreft het zoeken naar een oplossing voor het drinkwater dat verloren gaat. Wereldwijd gaat het om bijna 30 procent en ongeveer 12 miljard dollar per jaar.
Ook in Vlaanderen gaan er duizenden liters drinkwater verloren. De Antwerpse watermaatschappij water-link heeft daarom een proefproject, waarbij men honderd klanten heeft uitgerust met een slimme watermeter. Die registreert draadloos het verbruik en signaleert eventuele lekken aan de watermaatschappij. Indien er een abnormaal hoog waterverbruik vastgesteld wordt, dan wordt de klant verwittigd per sms. Het water kan bij problemen en waterlekken ook vanop afstand worden afgesloten. Er is ook een buitenlands voorbeeld, uit de VS, waar men het waterverlies met 6,6 procent heeft kunnen doen afnemen.
Het zou dus wel een interessante oefening zijn om zo’n slimme watermeter in te voeren in ons waterleidingsysteem, minister. Water-link is niet het enige proefproject. Er zijn er ook in Veurne en Knokke-Heist. Bij welke andere watermaatschappijen wordt of is de slimme watermeter uitgetest? Is de Vlaamse overheid daarbij betrokken? Hoe volgt ze die studies op?
Moet er voor u een standaard komen voor een slimme watermeter? Vandaag hebben we bijna allemaal een klassieke watermeter. Vindt u dat we overal zouden moeten investeren in slimme watermeters? Wilt u dat uitrollen over heel Vlaanderen? Welke rol zou Vlaanderen daarin kunnen spelen?
Lopen er naast de slimme watermeter nog andere projecten om lekkages sneller op te sporen en op te lossen? We registreren hiermee immers het verbruik na de waterteller, maar tussen de waterteller en het oppompen van drinkwater is er nog een ander traject, waar zich ook veel lekkages kunnen voordoen, die niet altijd gemakkelijk te detecteren zijn. Hoe kunnen we slimme watermeters maximaal inzetten om waterverspilling ook binnenshuis beter op te volgen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Nevens, net als in de energiemarkt staat de technologie ook op het vlak van water niet stil en gebeurt er inderdaad onderzoek naar die slimme meters. Water-link speelt daar een trekkersrol in. Zij testen technologie uit in het Antwerpse. Dat gebeurt ook in het waterbedrijf van Knokke-Heist en bij de Intercommunale Waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht (IWVA). Onze diensten, de Vlaamse Milieumaatschappij, zijn daar ook bij betrokken. Er zijn vijf proefprojecten in De Watergroep. Dat zijn projecten inzake afstandsaflezing van watermeters. Er lopen er twee met Eandis, een met Infrax, een met Proximus en een met Engie.
Een slimme watermeter heeft vele voordelen, zowel vanuit het oogpunt van de drinkwaterleveranciers als van de klant. Wat databeheer betreft, laten de slimme meters de drinkwatermaatschappijen toe om op een kostenefficiënte manier een precies beeld te krijgen van het waterverbruik op een bepaalde plaats en een bepaald ogenblik. Het distributienetwerk kan ook beter in kaart worden gebracht en lekverliezen kunnen sneller gedetecteerd worden. Je kunt het ook vanop afstand sturen. Dat biedt mogelijkheden bij indienststellingen, uitdienststellingen, gebiedsbeperking en afsluiting.
De slimme watermeter maakt het ook mogelijk om de watermeter te gebruiken als budgetmeter, naar analogie met de budgetmeter voor energie. Voor de klant laat een slimme watermeter ook toe om op een vlotte wijze zijn waterverbruik op te volgen en een aantal administratieve procedures sneller te kunnen opvolgen: facturatie, doorgeven meterstanden en dergelijke meer.
Wat de sensibilisering betreft, is het idee dat een slimme meter een vlottere opvolging van het waterverbruik mogelijk maakt, wat inderdaad ook zou kunnen aanzetten tot duurzaam watergebruik. De klant kan ook verwittigd worden als er abnormaal waterverbruik is. Een bevriezing van de meter kan ook gesignaleerd worden, terugstuwing en dergelijke meer. Er zijn dus heel wat voordelen.
Maar er zijn ook een aantal kanttekeningen te maken. Het is van belang dat de kostprijs die de abonnee voor een dergelijke slimme meter betaalt, billijk blijft. Voor een dergelijk project moeten we het financiële plaatje – de terugverdientermijn, de financiering, de impact op de factuur – ook goed in kaart brengen als we dat algemeen zouden willen uitrollen in Vlaanderen. Die analyse verschilt ook van drinkwatermaatschappij tot drinkwatermaatschappij. Elke maatschappij zal, als het zo zou zijn, over die ontplooiing beslissen en kijken wat de financiële consequenties zijn.
Ook het aspect privacy schijnt aan bod te komen bij de proefprojecten. De rechten en plichten van de drinkwatermaatschappijen en de abonnees worden sinds 2011 sterk aangestuurd, vanuit het algemeen waterverkoopreglement. Het reglement bepaalt al dat de watermaatschappij een systeem van afstandslezing kan installeren, maar ik ben wel van mening dat we de modaliteiten en de opportuniteiten van de slimme watermeter ook eerst grondig beleidsmatig moeten evalueren, vanuit wat operationeeltechnisch kan, maar ook inzake efficiëntie.
We moeten ook rekening houden met het armoedebeleid. Ik denk in het bijzonder aan de doelgroep van de kansarmen en de groep klanten die nu reeds in waterarmoede zitten of dreigen te komen. Het uitgangspunt is dat een slimme watermeter pas slim is als hij door alle partijen als slim wordt ervaren. Ik heb dan ook gevraagd dat de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) die proefprojecten goed opvolgt en er ook een beleidsevaluatie aan koppelt, en dat we op basis daarvan samen met de drinkwatersector tot conclusies kunnen komen. De resultaten zullen daar dus belangrijk zijn.
Voor uw laatste twee vragen verwijs ik ook naar de procesbenchmarks die binnen de watersector lopen en die worden opgevolgd door de waterregulator. Voor het aspect ‘non revenue water control’, waarvan de controle op lekverlies deel uitmaakt, loopt er een dergelijke procesbenchmark, die net als opzet heeft om de verschillende aanpakken binnen de sector in kaart te brengen en te kijken of er verbetertrajecten zijn om lekverliezen te reduceren.
Wat betreft het voorkomen en beperken van lekken na de watermeter, is er communicatie en sensibilisering geweest vanuit de VMM en de drinkwatermaatschappijen, om ervoor te zorgen dat er bijvoorbeeld na een vorstperiode een lektest kan worden uitgevoerd.
De heer Nevens heeft het woord.
Bedankt, minister. Dit is inderdaad innovatief. Het is een win-wingegeven. Er zijn efficiëntiewinsten, want men moet inderdaad niet langsgaan bij mensen. Mensen hoeven niet aanwezig te zijn, want het kan vanop afstand. Ik denk ook aan openbare besturen, waar soms iemand met een sleutelbos moet meegaan om overal de deuren te gaan openmaken, vooraleer men aan de waterteller kan. In dergelijke zaken kan zo’n slimme watermeter wel van toepassing zijn.
Het kan ook dienen om de waterconsumptie in kaart te brengen. Vandaag beseffen wij nog te weinig hoeveel water wij soms verbruiken. Zeker als het over verliezen gaat, kan dat aardig oplopen. Vandaag doen we maar een meting tussen twee wateropnames door. Dat beslaat een werkjaar. Als er een waterverlies is, gaat pas na het opnemen van de waterteller een belletje rinkelen, maar dan is het kwaad al geschied. Zeker voor mensen die in armoede leven, is dat heel belangrijk, want ze krijgen dat water natuurlijk ook niet gratis. Al gaat het verloren, toch krijgen ze die factuur van de watermaatschappij.
Ik geloof in het systeem en ik wacht af wat de conclusies zijn, maar ik denk dat dit verhaal zeker potentie heeft. We zien het ook in de energiemarkt. De slimme elektriciteitsmeter is in opmars om ons verbruik beter in kaart te brengen en sturend te werken, naargelang de manier waarop we omgaan met energie, en in dit geval met water.
De vraag om uitleg is afgehandeld.