Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, minister, in uw beleidsnota engageert u zich ertoe om in deze legislatuur een uitdoofbeleid in te voeren inzake pelsdierhouderij, wegens de negatieve gevolgen voor het dierenwelzijn van dit type dierhouderij. Meer concreet blijkt uit uw beleidsbrief dat u een voorontwerp van decreet zult indienen voor een uitdoofbeleid voor pelsdierhouderij. Om een goed beleid te realiseren, is er natuurlijk overleg nodig. U zegt te hebben overlegd. Ook wij hebben rustig en sereen met de sector gesproken. Daaruit is gebleken dat de sector bereid is mee te denken over een regeling waarbij aan de hand van een flankerend beleid een stopzetting op zeer korte termijn zou kunnen worden gerealiseerd. Ook dierenrechtenorganisatie GAIA staat achter dit voorstel.
Tijdens de plenaire vergadering gaf u aan dat u al enkele maanden bezig bent met deze thematiek, met het oog op het stopzetten van de nertsenkwekerijen in Vlaanderen.
Minister, hoe zult u het uitdoofbeleid voor de nertsenhouderij vormgeven? Wat vindt u van het voorstel om de nertsenhouderij onmiddellijk stop te zetten met een flankerend beleid? Kwam dit ook ter sprake tijdens uw overleg met de sector? Welk flankerend beleid zal hiertegenover staan? Hoeveel middelen zult u daarvoor uittrekken? Welke timing stelt u voorop om een voorontwerp van decreet in te dienen?
Minister Weyts heeft het woord.
In tegenstelling tot de pers schetst u terecht dat ik regelmatig, al sinds het begin van de legislatuur, gesprekken heb gehad met de sector. Dat overleg loopt nog. Zoals vooropgesteld in de beleidsbrief, wil ik ook dit jaar tot een oplossing komen. Maar er is gedurende jaren niets gebeurd en ik wil dan ook niet overhaast te werk gaan. De materie is bovendien complexer dan soms lijkt. Vandaar dat ik ook niet heel concreet kan ingaan op uw vragen in functie van de sereniteit en het welslagen van dat overleg. De doelstelling inzake het uitdoofbeleid blijft echter overeind. In de beleidsbrief stond dat we dit jaar tot een oplossing zouden komen, ik heb in elk geval de ambitie om dit de komende maanden af te ronden.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister, u hebt niet geantwoord op mijn vraag over uw visie op een flankerend beleid om tot een snelle stopzetting te komen. Dit is een principiële vraag: bent u bereid om met de regering mee te denken – wij zijn daar als coalitiepartner toe bereid – aan een eerlijke oplossing voor de kwekers? Dat zou getuigen van een consequente houding ten aanzien van dierenwelzijn.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de vraag van de heer Dochy. Minister, ik was heel benieuwd naar uw antwoord omdat het voor de zeventien bestaande bedrijven heel belangrijk is te vernemen welk flankerend en reconversiebeleid staat tegenover een uitdoofbeleid of zelfs een onmiddellijke stopzetting. U bent ons daar wat meer informatie over verschuldigd.
Toen dit onderwerp de vorige keer ter sprake kwam, naar aanleiding van een vraag van de heer Engelbosch aan minister Schauvliege, kwam er onmiddellijk een antwoord wat het financiële aspect betreft: wie vraagt om een uitdoofbeleid, zal het ook zelf moeten betalen. De nertshouderijen hebben geen belang bij dit pingpongspelletje, zij wachten op één zaak en dat is een passend flankerend en reconversiebeleid.
We hebben het altijd over de zeventien nertshouderijen, maar er zijn ook nevenactiviteiten waarbij bedrijven hun broodwinning danken aan die nertshouderijen. Ik wil u vragen om daar eveneens rekening mee te houden in het flankerend beleid dat is of wordt uitgestippeld.
Zult u ook pleiten voor een Europese aanpak van dit probleem binnen de EU?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik sluit me aan bij mevrouw De Vroe dat niemand gebaat is bij politieke spelletjes. De N-VA stelt een vraag aan de minister van CD&V, CD&V stelt een vraag aan de minister van de N-VA om te vernemen waar de financiële middelen vandaan zullen komen. Dat brengt ons geen stap dichter bij een oplossing.
Het is wel positief dat iedereen het erover eens is dat we moeten komen tot een scenario waarbij die pelshouderijen ophouden te bestaan. Of het dan gaat over een uitdoofscenario met een overgangstermijn of een onmiddellijke stopzetting met financiële compensatie, is minder belangrijk. Het dierenwelzijn moet vooropstaan. Als dat kan op korte termijn, is dat des te beter. Wanneer er echter geen financiële middelen zijn – en dat leid ik af uit het antwoord van de minister van Landbouw en uit uw eigen antwoord – dan kunnen we toch nog werk maken van een uitdoofscenario waarnaar ook wordt verwezen in uw beleidsnota en waarover dus in principe een consensus bestaat. In die zin hoop ik dan ook dat u over enkele maanden een initiatief zult nemen.
Als er toch financiële middelen zouden zijn, stel ik me de vraag of er al enige raming van het budget is gebeurd. We zouden toch een idee over de grootteorde moeten hebben. Minister, ik weet niet of u daarop kunt antwoorden. Het allerbelangrijkste is dat er een oplossing komt en dat er een einde komt aan de toestand vandaag die het dierenwelzijn niet bevordert.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Collega’s, ik vind het toch een beetje de omgekeerde wereld. Terwijl de minister bezig is met gesprekken en onderhandelingen om tot een uitdoofbeleid te komen, neemt één partij een initiatief en doet een voorstel tot een onmiddellijke stopzetting. Wat dat kost, weten we niet. Waar die centen vandaan moeten komen, weten we niet. Alles wordt in de bak van de bevoegde minister geschoven. Als dat voorstel zonder centen een echt en eerlijk voorstel was, dan had u dat anders gedaan en gezorgd voor een berekening, voor middelen. Als we vragen stellen aan de minister van uw partij, zegt die dat ze geen middelen heeft. Iedereen weet dat er in Dierenwelzijn daarvoor helemaal geen financiële middelen zijn.
Ik herhaal wat ik in de commissie Landbouw heb gezegd: als uw voorstel oprecht is, dan zorgt u dat u een oplossing hebt en dat u de financiële middelen hebt. Hebt u die niet, dan hebt u gewoon een show opgevoerd voor de publieke opinie door een bocht te nemen met te zeggen dat u ook eens een initiatief gaat nemen omdat er toch een uitdoving komt.
Het gebeurt niet vaak, maar ik ben het volledig eens met collega Robeyns. Over de doelstelling bestaat geen discussie: we moeten zo snel mogelijk een einde maken aan de nertsenkwekerijen. Dat debat is gevoerd. Positief aan het voorstel van collega Dochy is dat de bocht werd gemaakt en dat men ook tot een stopzetting van die kwekerijen wil komen. Dat is zeer positief. Maar we moeten geen politieke spelletjes spelen over waar de financiële middelen moeten worden gehaald. Iedereen zegt dat er geen middelen zijn. Laat ons dus nagaan hoe we tot een scenario kunnen komen van een uitdoving die zo weinig mogelijk geld kost. Ik heb intussen een antwoord gekregen op een schriftelijke vraag die ik aan minister Schauvliege heb gesteld. Wat is er vandaag aan het gebeuren? De nertsenkwekerijen zijn volop uitbreidingen aan het aanvragen en een hernieuwing van hun vergunning. Als er straks compensaties komen, zijn er dan plots zoveel meer bedrijven. In Nederland is dat ook gebeurd. Mijnheer Dochy, hoe ziet u dat dan? Bedrijven die vandaag een uitbreiding vragen – en ik hoop dat het snel kan gaan en die uitbreiding niet wordt goedgekeurd –, vindt u dat zij ook nog financiële compensaties moeten krijgen?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, u pleit voor sereniteit. Dit debat is allesbehalve sereen. Ik begrijp het eerlijk gezegd niet helemaal.
Dit dossier sleept al geruime tijd aan. Ere wie ere toekomt. Als de heer Dochy een voorstel doet, dan moeten we die reikende hand aanvaarden. Daarmee is het dossier toch gedeblokkeerd? Alle politieke fracties in dit parlement zijn voor een verbod op pelsdierhouderijen. Dat is toch fantastisch? Het dossier is politiek gedeblokkeerd.
Het gaat dus nog over de financiën. Er zal inderdaad een flankerend beleid moeten worden uitgevoerd. Voor de ene fractie zal dat flankerend beleid wat duurder mogen zijn dan voor de andere. Er zal sowieso ergens geld op tafel moeten worden gelegd. Collega’s, zelfs in de maximale scenario’s gaat het over een paar miljoen euro maximum. We hebben allemaal al verschillende begrotingsbesprekingen en begrotingscontroles meegemaakt. Er worden discussies gevoerd over honderden miljoenen euro’s, maar een paar miljoen euro vinden voor dit dossier, gaat blijkbaar niet. Ik aanvaard dit niet. Ik aanvaard dit echt niet. Er zal inderdaad geld op tafel moeten komen. Bereken het, en leg het op tafel. Zo eenvoudig is het. Daarmee zal de begroting niet staan of vallen.
Minister Weyts heeft het woord.
Dierenwelzijn staat inderdaad voorop. Men vraagt naar de ordegrootte van een eventuele financiële regeling. Wel, dat is natuurlijk afhankelijk van de regeling zelf en van de besluitvorming. Ik zeg u in alle sereniteit dat het mij verstandig lijkt en het meest productief om over de concrete elementen van een besluitvorming die nog niet is genomen, niet op het publieke forum uitspraken te doen. Het overleg loopt. Er zijn verschillende elementen die spelen. Over concrete elementen van die besluitvorming die er nog niet is, kan ik vanzelfsprekend niets zeggen.
Heel wat landen staan veel verder dan wij. Enige bescheidenheid zou ons sieren. Ik wil tot een gedragen oplossing komen waarbij dierenwelzijn het absolute uitgangspunt is.
De heer Dochy heeft het woord.
Collega’s, ik wil echt afstand nemen van de poging van sommigen om dit verhaal in een politiek spelletje te steken. Het is te ernstig om dit te doen. Het is absoluut niet onze bedoeling. Ons voorstel is een eerlijk voorstel, zowel voor de telers als voor het dierenwelzijn. Dat is de basis. Wij zijn absoluut bereid om op basis van deze elementen mee aan tafel te zitten, om samen met u deskundigheid te verzamelen en zo te komen tot een gedragen flankerend beleid, samen met de sector.
Minister, uw partij heeft gepleit om van dierenwelzijn een afzonderlijke bevoegdheid te maken. Het is een afzonderlijke bevoegdheid geworden, met een afzonderlijke minister, niet meer toegevoegd aan landbouw. Het is een jonge bevoegdheid die nog wat volwassen moet worden. Maar in geen enkel bevoegdheidsdomein kan beleid worden gevoerd zonder budget. Het is ook uw verantwoordelijkheid om binnen de schoot van de regering bij de opmaak van begrotingen te pleiten voor budget om uw doelstellingen te realiseren. We willen u daar ook in steunen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.