Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, leesbevordering is een prioriteit in het cultuurbeleid. Het is immers erg belangrijk dat kinderen en jongeren al op erg jonge leeftijd ‘goesting’ krijgen om te lezen. Iedereen Leest (voorheen de Stichting Lezen) speelt een cruciale rol in het uitbouwen van een coherent leesbevorderingsbeleid. Meer leesplezier, meer lezers, dat is dan ook hun motto.
In hun missie lezen we: “Iedereen Leest streeft ernaar om de toegang tot lezen voor iedereen mogelijk te maken. Vaardig kunnen lezen is immers van groot belang voor de persoonlijke ontwikkeling en de maatschappelijke participatie. Iedereen Leest wil de cruciale rol van leesplezier in het geletterdheidsdiscours beklemtonen. Het is de sleutel tot een inspirerend leesklimaat en een brede leescultuur. Iedereen Leest wil iedereen, van jong tot oud, aan het lezen krijgen en houden. Zo vroeg mogelijk en zo lang mogelijk. Want wie graag leest, leest meer. En wie meer leest, leest beter.”
Iedereen Leest heeft verschillende initiatieven op poten gezet, initieert en coördineert leesbevorderingsprogramma’s voor jong en oud, zoals Boekbaby’s, dat ouders met hun kleine kinderen wil laten genieten van boeken door hen op verschillende momenten tijdens de voorschoolse leeftijd een boekenpakket en informatie over voorlezen en de bibliotheek cadeau te doen. Zo kan Boekbaby’s ouders aanmoedigen om hun kinderen zo vroeg mogelijk boekjes en de bibliotheek te laten ontdekken.
Daarnaast ontwikkelden ze boekenzoeker.org, een website die iedereen tussen 0 en 18 jaar helpt bij het kiezen van een boek. Zo kunnen aarzelende lezers een nieuw of minder voor de hand liggend boek ontdekken dat bij hen past.
Een derde initiatief is de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen (KJV), een jury van kinderen en jongeren tussen 4 en 16 jaar. Juryleden krijgen een lijst met acht boeken om te beoordelen. Soms komen ze samen in leesgroepen om te praten over de boeken. Er worden ook ontmoetingen georganiseerd met de genomineerde auteurs. Vanuit de filosofie dat boeken lezen en boeken beoordelen met punten niet voldoende kan zijn, beschouwt de KJV het als haar handelsmerk dat over de boeken wordt gepraat in leesgroepen of online.
Ook de Jeugdboekenweek is een jaarlijkse campagne van Iedereen Leest voor kinderen tussen 3 en 12 jaar. Dit jaar liep de Jeugdboekenweek van 4 tot 20 maart met als thema Weg van de Stad en met de bedoeling een echt feest te organiseren. De Jeugdboekenweek is een samenwerking met Cultuurconnect, de scholen, Boek.be en wisselende partners.
De Jeugdboekenweek moet dus een feest zijn, en meestal is dat zo, maar tijdens de afgelopen Jeugdboekenweek kwam het bericht – dat achteraf gelukkig is ingetrokken – dat dit jaar de Boekenleeuw en Boekenpauw niet zouden worden uitgereikt. De Boekenleeuw en de Boekenpauw zijn een project van Boekenbeesten, een initiatief van Boek.be in samenwerking met lokale bibliotheken, boekhandels, uitgeverijen, Canon en Fintro.
We hebben nu het bericht gekregen dat de Boekenleeuw en de Boekenpauw dit jaar dus wel worden uitgereikt. Toch wilde ik mijn vraag om uitleg aanhouden, minister, om te horen hoe u aankijkt tegen die prijzen en hun toekomst binnen het brede beleid. Hoe kwam dat bericht eigenlijk eerst tot stand? Aangezien het een samenwerking is van verschillende partners, was u op de hoogte van de eerste beslissing? Waren andere partners zoals Iedereen Leest betrokken bij de beslissing om dit jaar geen Boekenleeuw en Boekenpauw uit te reiken, net zoals de VRT en Radio 2, die mediapartner zijn van de beide prijzen?
Bent u ervan overtuigd dat het uitreiken van literaire prijzen een belangrijke meerwaarde kan zijn in het promotiebeleid rond kwalitatieve kinder- en jeugdboeken? Indien ja, hoe kunnen we ervoor zorgen dat die prijzen een duurzaam karakter krijgen, al dan niet in samenwerking met private partners?
Minister Gatz heeft het woord.
Het uitreiken van de Boekenleeuw en de Boekenpauw, twee prijzen die respectievelijk het beste en het mooist geïllustreerde Vlaamse kinder- en jeugdboek bekronen, is een commercieel initiatief van de uitgevers, importeurs en boekhandelaars die zijn verenigd in de koepelorganisatie Boek.be. Ondanks alarmerende berichten in de media na het afhaken van de hoofdsponsor maakt Boek.be zich sterk dat ook in 2016 beide prijzen zullen worden uitgereikt. Daarvoor onderhandelen zij momenteel met nieuwe potentiële sponsors. Ik kan wel stellen dat, aangezien de uitreiking en toekenning van beide prijzen volledig in handen is van Boek.be, de organisatie Iedereen Leest – die sinds enkele jaren onder de vleugels van het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) ressorteert – niet betrokken was bij de zogenaamde beslissing om de Boekenleeuw en Boekenpauw niet uit te reiken.
De VRT was evenmin betrokken bij die beslissing. De organisator van beide prijzen, Boek.be, heeft noch Iedereen Leest noch de VRT of andere partners voorafgaandelijk op de hoogte gebracht van de problemen die konden ontstaan na het wegvallen van de hoofdsponsor. Maar aangezien Boek.be zich sterk maakt dat een nieuwe hoofdsponsor zich zal aandienen – ik heb daarover met de directeur van Boek.be enkele dagen geleden nog contact gehad – en beide prijzen ook dit jaar worden uitgereikt, lijkt mij dat ook niet zo’n groot probleem.
Literaire prijzen zijn een belangrijke stimulans voor de promotie van kwalitatief hoogstaande kinder- en jeugdliteratuur. Daarover zijn we het eens. De uitreiking van literatuurprijzen is belangrijk omdat het de aandacht vestigt op de boeken en hun auteurs en die ook, onder andere via de media, onder de aandacht brengt. Het is ook een instrument om verdienstelijke auteurs een vorm van erkenning te geven. De prijzen zijn echter maar het topje van de ijsberg. Het algemene ondersteuningsbeleid dat auteurs in staat stelt om te werken aan kwalitatieve publicaties en de promotie van hun werk via verschillende kanalen zowel in binnen- als buitenland – door het VFL via werkbeurzen, stimuleringsbeurzen, auteurslezingen en vertalingen in het buitenland, de bibliotheken… – ligt aan de basis van een gezond en vruchtbaar literair landschap. Ook de aanwezigheid in de boekhandel en de algemene aandacht voor jeugd- en kinderboeken in de media zijn cruciaal.
Specifiek vanuit het leesbevorderingsbeleid zijn dergelijke prijzen minder een prioriteit omdat het belangrijker is de nadruk te leggen op een breed kwalitatief aanbod en vooral op de betrokkenheid van lezers. Meer nog: het is niet per se noodzakelijk of zelfs wenselijk om in deze context bepaalde waardeoordelen naar voren te schuiven of competitie te stimuleren. Getuige hiervan is de breed uitgebouwde werking van de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen (KJV) onder de coördinatie van Iedereen Leest. De prijzen die door de KJV worden uitgereikt, zijn niet financieel van aard, maar vormen het orgelpunt van een traject waarbij honderden leesgroepen in heel Vlaanderen betrokken zijn. Door deze brede gedragenheid bij de lezers zelf is dit een veel meer participatieve wijze om kwalitatieve kinder- en jeugdliteratuur onder de aandacht te brengen. Vanuit de ambitie om leesplezier een nog centralere plaats te geven en meer diversiteit te stimuleren bij de lezers die deelnemen, evalueert Iedereen Leest momenteel de werking van de KJV. Dit spoor wordt dus zeker voortgezet en verstevigd.
Daarnaast komen kinder- en jeugdauteurs uiteraard ook nog steeds in aanmerking voor de Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap voor literatuur. In tegenstelling tot vroeger, toen er een aparte prijs voor kinder- en jeugdauteurs werd uitgereikt, is deze prijs nu samengebracht met andere genres in de jaarlijkse literatuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap.
Zoals gezegd, werkt Boek.be samen met andere partners om de Boekenleeuw en Boekenpauw te laten overleven en uit te reiken op de Boekenbeurs. Boek.be liet in een persbericht weten het uitermate belangrijk te vinden dat kinder- en jeugdboeken de aandacht krijgen die ze verdienen: “Ondanks recente onheilstijdingen worden deze belangrijke ‘prijsbeesten’ ter ondersteuning van onze kinder- en jeugdauteurs en illustratoren ook dit jaar opnieuw uitgereikt! Boek.be onderhandelt momenteel met nieuwe, enthousiaste ondersteunende partners die het mogelijk maken om deze gegeerde prijzen komend najaar, tijdens de Boekenbeurs, uit te reiken.” De kans lijkt vrij groot dat dit ook zal lukken. Er is dus momenteel geen reden om hierop van overheidswege in te grijpen.
Ik heb ook geprobeerd een onderscheid te maken tussen waar ik vind dat de overheid wel een actieve, centrale, sturende rol moet spelen inzake leesbevordering, en een aantal prijzen die wij uitreiken, maar waar we het ook goed vinden dat private spelers die uitreiken, of het nu in Vlaanderen is of in andere delen van de wereld. Als we daar een goed samenspel kunnen hebben, zonder dat wij daar het eerste of het laatste woord over moeten hebben, is het voor mij al zeer goed.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik ben het in ieder geval absoluut met u eens dat de KJV een veel meer gedragen en participatief instrument is om te werken aan leesbevordering. Dat verhaal bestaat al heel lang. Het werkt tot ieders tevredenheid. Het is belangrijk dat u samen met Iedereen Leest initiatieven neemt om dat te evalueren en verder uit te bouwen. Dat is op zich een goede zaak.
Als ik u goed begrepen heb, zou het de bedoeling zijn om de Boekenleeuw en de Boekenpauw uit te reiken tijdens de Boekenbeurs.
Ik blijf het wel een beetje een ongelukkige communicatie vinden. Net tijdens een feestweek komen er van die onheilsberichten. Laat ons hopen dat het een eenmalig gegeven is. Daarmee verwijs ik naar wat u zelf zei over het zoeken naar duurzame relaties en duurzame partnerships tussen Boek.be en een private partner.
Ik vind het ongelooflijk belangrijk dat we nadenken over de manier waarop wij in het ruime cultuurverhaal kunnen samenwerken met externe partners, met privépartners. Daarbij moeten we duurzame relaties nastreven en zou het niet mogen gaan om eenmalige bijdragen, hoe belangrijk die ook zijn. We moeten dus manieren vinden om op lange termijn te werken en na te gaan hoe de bijdrage van privépartners een inbreng kan hebben in onze doelstellingen.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik denk dat we het allemaal eens zijn over promotie van kinder- en jeugdboeken, zeker wat het tekenen van jeugdboeken betreft. Daar zijn wij in Vlaanderen vrij sterk in. Getuige hiervan de Frankfurter Buchmesse van twee jaar geleden.
Sponsoring en prijzen van de privésector moet ons blij maken, maar die heeft het recht om dat om welke reden dan ook niet meer te doen. Onze collega spreekt over het opbouwen van een duurzame relatie en daar ben ik het mee eens, maar wij zitten niet in de raad van bestuur van het bedrijf. Als dat wil sponsoren, heel goed. Wat de privésector doet, hoeven wij niet te doen. De overheid komt niet tussen bij allerlei organisaties waaraan een merknaam verbonden is, maar een privésponsor biedt zich wel alleen maar aan als hij daarmee voldoende exposure bereikt of indien hij een besparing wil realiseren.
Ik ben blij te vernemen dat sponsors op komst zijn, maar dit moeten we kaderen in de algemene promotie van het boek, willen we de privémarkt blijven stimuleren om een prijs toe te kennen.
Minister, u hebt enige tijd geleden een promotiecampagne van het boek aangekondigd. Door deze incentive bestaat de kans dat privépartners bereid zijn een bijdrage te leveren. Ik zou dan ook willen weten hoever het met deze campagne staat. Kan ze bijdragen tot een grotere interesse vanuit de privésector?
De heer Caron heeft het woord.
De vraag is zinvol, al gaat het over privémiddelen.
Ik zie hieraan twee facetten verbonden. Ten eerste, collega Bastiaens sprak over een op zijn zachtst gezegd onhandige communicatie vanuit Boek.be. Dit toont de kwetsbaarheid aan als men slechts met een enkele grote partner samenwerkt. De Standaard Boekhandel heeft dit met de Gouden Uil ook al gelapt, en ik wik mijn woorden. Het staat de privésector natuurlijk wel vrij initiatieven te nemen en de overheid moet niet noodzakelijk onmiddellijk in het gat springen.
Ten tweede, de Vlaamse Auteursvereniging heeft naar aanleiding van dit incident opgeroepen nog eens stil te staan bij de literaire prijzen van de overheid in ons taalgebied. Ze is van oordeel dat het aantal prijzen dusdanig is ingekrompen dat er nog weinig waardering van overheidswege bestaat voor schrijvers. Het gaat hier niet over geld, maar vooral over morele steun.
Ik beweer niet dat dit juist is of niet juist. Ik wil alleen mijn bekommernis uitspreken en vraag me af of het ogenblik niet is aangebroken om, bijvoorbeeld met als kader een ruime boekencampagne, met de literaire sector na te gaan of bijstelling nodig is in verband met de toekenning van prijzen, ook van de overheid, aan auteurs, vertalers, illustratoren en anderen.
Dit is slechts een bedenking, want dat in dit verband vragen worden gesteld, verantwoordt dat hierbij toch even wordt stilgestaan.
Minister Gatz heeft het woord.
We zijn het er blijkbaar allemaal over eens dat de communicatie niet de meest gelukkige was. We zijn echter niet verantwoordelijk voor de communicatie van derden. Belangrijk is dat een oplossing in het verschiet ligt bij de communicator, zijnde Boek.be. Uiteraard kan ik niet voor die organisatie spreken, maar uit contacten weet ik dat een oplossing heel nabij is.
Wat een duurzame ondersteuning aan de privésector, zijnde een boekenprijs, betreft, is de vraag wat duurzaam precies inhoudt. De vorige sponsor heeft vier jaar, als het ware een beleidsperiode, een bijdrage geleverd. Er was dus een bepaalde vorm van duurzaamheid. Ik weet niet of dat overeengekomen was of jaarlijks werd vastgelegd, maar het ging alleszins niet over een ‘one shot’-initiatief, maar een partnerschap dat enkele jaren stand heeft gehouden en wat eerder de norm is dan de uitzondering.
Ik vrees dat het heel moeilijk zal zijn om aanvullende financiering te vinden van privépartners. Als dit jaar per jaar gebeurt, zal het inderdaad bijzonder moeilijk worden. Ik ben me er echter van bewust dat we niet meteen een partner bereid zullen vinden om zich ineens gedurende tien jaar te verbinden. Ik denk dat een termijn van drie tot vijf jaar eerder een werkbare periode is.
Waar staan we met de promotiecampagne van boek.be? Dat zal ik even schriftelijk navragen, mijnheer Meremans, want ook daar komen initiatief, inhoud van de campagne en hoofdfinanciering vanuit de sector zelf. Ik wil daar als overheid een laag bovenop leggen. Dat is al een jaar geleden gecommuniceerd. Ik zal u laten weten wat de precieze stand van zaken is.
Dan kom ik bij de inkrimping van de prijzen. We hebben een tijdje geleden een decreet goedgekeurd, dat gebaseerd is op wikken en wegen van mijn kant. Bekijken we dat decreet kritisch, dan kunnen we inderdaad zeggen dat er vanuit de literatuur gezien, minder prijzen zijn en vanuit maatschappelijk standpunt, evenveel of misschien zelfs meer. Het is een prijs minder voor de boeken en een prijs meer voor het circus, om het heel plat uit te drukken. Daar is het mij nooit om te doen geweest, maar het is wel zo. Ik begrijp dat het hoofdzakelijk over erkenning, respect en zichtbaarheid gaat en niet zozeer over geld. Daarom wil ik zeker met de sectoren samenzitten om dat verder te bekijken. Mijn deur staat daarvoor zeker open. Aan wie we prijzen zullen uitreiken en hoeveel prijzen per jaar, daar hebben we lang en goed over nagedacht, en daarvan hebben we u ook op de hoogte gebracht. Ik ben zeker bereid om het gegeven van erkenning en zichtbaarheid, of het nu voor deze sector is of voor een andere, verder te bekijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.