Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
In mei 2015 werd het nieuwe Vlaamse magazine Boeken Magazine gelanceerd. Het betreft een blad voor en door boekenliefhebbers boordevol interviews, reportages en leestips. Alle genres komen aan bod: non-fictie, thrillers, kookboeken, jeugdboeken, literatuur … Van het eerste nummer waren er onmiddellijk meer dan 10.000 exemplaren.
Het magazine kan blijkbaar moeilijk adverteerders of sponsors vinden. Dat geldt trouwens niet enkel voor hen. De redactie besloot daarom een crowdfunding te organiseren. Men hoopt met die actie de continuïteit van het magazine te garanderen. Sinds de start van de crowdfunding werd 80 procent van het gezochte bedrag verzameld. Hierdoor kan de heer Van Wichelen de toekomst van het boekenmagazine garanderen. Hij verzekert ook dat er geen nieuwe crowdfunding komt.
In Het Nieuwsblad van 2 maart 2016 lees ik dan: “We zijn gesprekken aangegaan met Vlaams minister Sven Gatz en verschillende uitgeverijen. Die spraken hun steun uit en drukten ons op het hart dat zij ons financieel zouden ondersteunen.”
Iedereen is uiteraard vrij en blij dat er een nieuw tijdschrift of magazine wordt gestart. Boeken Magazine brengt voornamelijk Vlaamse auteurs en het Vlaamse boek onder de aandacht en kan dus in dat veld als uniek worden beschouwd voor Vlaanderen. In het rapport ‘Toekomstpaden voor de Vlaamse culturele, literaire en erfgoed-tijdschriften’ werd echter wel gewezen op het feit dat Vlaanderen met 68 verschillende culturele, literaire en erfgoedtijdschriften over redelijk veel titels beschikt, zeker voor een niet zo grote, zelfs kleine regio. Ik zeg dat niet graag, maar op wereldschaal is dat natuurlijk wel zo. Heel wat van die titels zijn gericht op gelijkaardige, erg generieke groepen. Dat versterkt de concurrentie tussen die titels. De leefbaarheid per tijdschrift wordt daardoor bemoeilijkt.
De vraag naar eventuele ondersteuning voor een nieuw tijdschrift brengt me bij het voornemen van de minister om werk te maken van een geïntegreerd tijdschriftenbeleid en de stand van zaken hieromtrent. Vraag is of het tijdschrift niet binnen de scope komt te liggen van dit beleid en hoe een eventuele ondersteuning past binnen dit beleidsvoornemen.
Door uw beleidsnota Cultuur en eerdere parlementaire vragen weten we dat u werk wilt maken van een geïntegreerd letterenbeleid om deze kwetsbare niche te versterken. U wilt de Vlaamse tijdschriften optimaal ondersteunen door onder meer de versnippering aan ondersteuningsmiddelen aan te pakken en een heldere visie voor de Vlaamse tijdschriften te ontwikkelen. Daarnaast wilt u Folio als ondersteunend platform voor tijdschriften het mandaat geven om synergievoordelen te begeleiden. Het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) creëerde afgelopen zomer ook een tussentijds reglement voor de subsidies aan tijdschriften op basis van functies. Vanuit de recent goedgekeurde beheersovereenkomst volgt dan ook een nieuw tijdschriftenbeleid.
Minister, met deze en toekomstige maatregelen in het kader van een geïntegreerde aanpak hoopt u de pijnpunten van de Vlaamse tijdschriften weg te werken en de zichtbaarheid en impact te verhogen. Daarom volgende vragen.
Volgens de berichtgeving zouden er gesprekken hebben plaatsgevonden tussen uzelf en de heer Van Wichelen en zouden deze gesprekken ertoe hebben geleid dat Boeken Magazine financieel ondersteund zou worden. Is deze berichtgeving correct? Op welke basis – decretaal, via het VFL … – zult u in deze ondersteuning voorzien? Betreft het een eenmalige of structurele ondersteuning? Wat is uw motivatie om daar uw schouders onder te zetten?
Hoe past de subsidiëring van Boeken Magazine vanuit Vlaanderen in uw beleidsvoornemen om werk te maken van een geïntegreerd tijdschriftenbeleid? Wordt dit tijdschrift meegenomen in dat geïntegreerde tijdschriftenbeleid of bekijkt u de ondersteuning van dit magazine los van de andere culturele, literaire en erfgoedtijdschriften?
Naar aanleiding van mijn vorige vraag om uitleg van 2 juli 2015 over een geïntegreerd tijdschriftenbeleid gaf u aan dat de gesprekken in de komende maanden aanleiding zouden geven tot een concreet actieplan. Hebt u al een actieplan? Kunt u toelichten in hoeverre dit actieplan al geïmplementeerd werd en welke maatregelen nog omgezet moeten worden? Hoever staat u met de aanpak van de versnippering aan subsidiekanalen voor culturele tijdschriften en de gemeenschappelijke aanpak van de organisatorische uitdagingen?
Het Rapport ‘Toekomstpaden voor de Vlaamse culturele, literaire en erfgoed-tijdschriften’ gaf aan dat, willen we tot een geïntegreerd beleid komen, er eerst een keuze zou moeten worden gemaakt over de instantie die het tijdschriftenbeleid zou ontvangen. Hebt u hierover al beslissingen genomen? Zo ja, welke instantie geniet de voorkeur en op basis van welke factoren bent u tot die beslissing gekomen? Zo nee, is er dan een termijn waarbinnen een beslissing zal worden genomen?
Welke benadering zal er gevolgd worden in het geïntegreerde tijdschriftenbeleid: een directe subsidie aan individuele organisaties op basis van kwaliteit, een thematische benadering of een functionele benadering zoals het VFL hanteert? Hebt u hierover al een visie ontwikkeld?
Kunt u, naar aanleiding van de gesprekken die u hebt met de betrokken actoren, duiden welke rol Folio voor zichzelf weggelegd ziet naar aanleiding van het geïntegreerde letterenbeleid? Wensen zij een platform en peernetwerk te blijven en/of zijn ze bereid eventueel een geïntegreerd huis of zelfs een ‘network administrative organisation’ te worden?
Minister Gatz heeft het woord.
Er zijn inderdaad contacten geweest tussen mijn kabinet en de heer Van Wichelen omtrent de vraag of het mogelijk zou zijn om Boeken Magazine te ondersteunen. Er zijn evenwel geen formele afspraken gemaakt. Daarin was de berichtgeving wat voorbarig.
Zoals u weet, bestaan er vandaag voor literaire, culturele en erfgoedtijdschriften verschillende mogelijkheden om een subsidieaanvraag in te dienen. Dit kan op basis van het Kunstendecreet, het Erfgoeddecreet of via het tijdschriftenreglement van het VFL. Het VFL werkt momenteel nog aan een nieuw tijdschriftenreglement voor de periode 2017-2020.
Het is in dit kader dat ook aan de heer Van Wichelen de suggestie werd gedaan om via de geëigende kanalen een subsidieaanvraag in te dienen.
Het VFL werkt momenteel aan een nieuw meerjarig subsidiereglement voor literaire tijdschriften voor de periode 2017-2020. Dat reglement zal voor de zomer nog worden gelanceerd. Net zoals in het tussentijdse reglement voor 2016 zal er afstemming gebeuren met het departement. Op die manier kan de functionele benadering van het Kunstendecreet mee worden geïntegreerd in een meer sectorspecifieke aanpak.
Indien de doelstellingen, werking en inhoud van Boeken Magazine aansluiten bij de uitgangspunten en criteria van dit reglement, kan het een aanvraag indienen bij het VFL. Deze aanvraag wordt dan, net als andere aanvragen, ter beoordeling voorgelegd aan de adviescommissie Literaire Tijdschriften. Belangrijk blijft echter ook steeds dat de globale werking en subsidiëring van het VFL gebeurt vanuit een marktaanvullende aanpak en dat eerder commerciële initiatieven zich vooral tot de markt zelf moeten blijven richten.
Folio maakte intussen een plan op waarin ze aangaven welke acties de volgende jaren nodig zijn om de slagkracht van de tijdschriften te verhogen. Deze acties focussen op de gemeenschappelijke pijnpunten van de brede groep tijdschriften die Folio vertegenwoordigt. Op basis van het geleverde werk door Folio en de studie ‘Toekomstpaden voor de culturele, literaire en erfgoedtijdschriften’ werd een nieuwe opdracht gegeven om concrete cases uit te werken, waarbij zoveel mogelijk synergie gerealiseerd wordt op het vlak van de zakelijke werking en publiekswerking. Nog voor de zomer moet dit kunnen worden vertaald in een concrete opdracht voor Folio en/of de betrokken tijdschriften.
Zoals u zelf aangeeft, is het tijdschriftenlandschap rijk en divers. Elk van deze tijdschriften heeft zijn eigen inhoudelijke invalshoek die aansluit bij een specifiek deel van het culturele of erfgoedlandschap: podiumkunsten, literatuur, theater, muziek, erfgoed enzovoort.
Aangezien de werking van de tijdschriften vaak is ingebed in of sterke links heeft met het veld waar zij thematisch mee verbonden zijn, is er bewust niet voor gekozen om een globale, overkoepelende regeling uit te werken voor alle literaire, culturele en erfgoedtijdschriften, maar wel om ervoor te zorgen dat er permanente afstemming is tussen de verschillende instanties waar de tijdschriften vandaag ondersteuning kunnen krijgen. Vanuit diezelfde optiek is ervoor gekozen om de tijdschriftenreglementen waar zinvol en noodzakelijk meer en beter op elkaar af te stemmen.
De thematische invalshoek van de tijdschriften bepaalt waar ze kunnen indienen. De beoordeling en toekenning van subsidies gebeurt aan de hand van kwalitatieve en functiegerichte criteria. De tijdschriften worden daarnaast ook beoordeeld op hun zakelijke en publiekswerking.
Momenteel wordt – zoals al aangegeven – bekeken of en hoe een aantal taken op een overkoepelend niveau door Folio kunnen worden opgenomen. De samenwerking van de tijdschriften binnen Folio kan bovendien ook zorgen voor een sterkere integratie en uitwisseling, niet enkel op zakelijk maar ook op inhoudelijk en organisatorisch vlak, zoals gezamenlijke afspraken rond druk, distributie en dergelijke, die dan weer voor synergievoordelen kunnen zorgen.
Folio is een initiatief dat bottom-up ontstaan is vanuit de nood aan uitwisseling en krachtenbundeling binnen het tijdschriftenlandschap. Ondanks de grote diversiteit op het vlak van inhoud, werking, business modellen, enzovoort, zijn er ook gemeenschappelijke punten en uitdagingen die de tijdschriften verbinden. Op die raaklijnen is de werking van Folio de voorbije twee jaar uitgebouwd.
Aangezien de kracht van Folio zit in de gedragenheid en betrokkenheid van een groot aantal tijdschriften, is er gekozen voor een model waarbij Folio zich in de eerste plaats verder als netwerk kan ontwikkelen, zodat deze flexibiliteit en gedragenheid niet verloren gaan. In het plan dat door Folio is ingediend, vertaalt zich dit in een vraag naar middelen om een aantal opdrachten projectmatig te kunnen opnemen, die de tijdschriften zelf als noodzakelijk ervaren, eerder dan te gaan voor een klassieke koepelorganisatie.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, als ik het goed begrijp, hebt u Boeken Magazine de weg getoond naar eventuele ondersteuning. Zoals u zegt, gaat het niet om een globaal overkoepelende regeling, maar eerder om afstemming en synergie. Het blijft echter een pijnpunt, maar ik ben blij met Boeken Magazine, want hoe meer dit in de media komt, hoe beter.
Er zijn heel veel tijdschriften. De vraag is dan ook of ze allemaal levensvatbaar zijn en bepaalde zaken niet beter kunnen worden geclusterd. U spreekt over beter op elkaar afstemmen en een sterkere integratie, maar misschien moeten we een stap verder durven te gaan en ons afvragen of niet meer moet worden gebundeld.
Iedere sector of ieder type, over welke kunst het ook gaat, is moeilijk te verzoenen met andere. Elk genre, ook het literaire, heeft zijn specificiteit, maar ze moeten toch een soort impact hebben op de maatschappij. Als er wordt geclusterd, wordt het volgens mij beter opgepikt en speelt het een grotere rol in de maatschappij.
Desalniettemin ben ik blij met de genomen maatregelen inzake gezamenlijke afspraken. Het stemt me ook tevreden dat Folio zijn opdracht verder zal vervullen. Ik kijk alleszins uit naar het vervolg. Ongetwijfeld zal binnen een aantal maanden opnieuw een vraag over het tijdschriftenbeleid worden gesteld.
Minister Gatz heeft het woord.
Sta me toe nog even bondig in te gaan op deze bedenkingen van de heer Meremans. Er zijn inderdaad heel veel tijdschriften. Als er een nieuwe speler op het veld komt, moet worden onderzocht of hij, middels het Kunstendecreet, Erfgoed of het VFL, ruimte kan krijgen, lees ondersteuning. Ik verwijs in dit verband naar de vraag van Oogst, een heel ander type magazine.
Er zullen met andere woorden altijd nieuwe initiatieven en vragen blijven komen, en dat is goed. Het wijst op de vitaliteit van de sector. Jonge en goede initiatieven kan ik dan ook alleen maar toejuichen, maar ik kom mezelf daarin uiteraard tegen. Wanneer Boeken Magazine, dat een vrij grote ambitie heeft, mij vraagt om met een van hun covers een foto te maken, dan doe ik dat op zich wel graag, maar dat heeft geen enkele invloed op subsidies en dergelijk meer. Dat wil ik wel duidelijk zeggen.
Uw kernvraag blijft overeind, mijnheer Meremans, zelfs na mijn antwoord. Nu we twee studies en een traject van iets meer dan een jaar achter de rug hebben en nu de acties van Folio bekend zijn, lijkt het me goed na de zomer hier diepgaander te discussiëren over waar we nu echt staan. Het traject is natuurlijk nooit ten einde, maar op een gegeven moment moeten we binnen dat traject wel bepalen welke concrete zaken de sector zelf zal doen op het vlak van synergie en wat ik binnen mijn beleidsverantwoordelijkheid kan doen. Enerzijds willen we allemaal dat er duizend bloemen bloeien, en die zullen ook blijven bloeien, maar anderzijds begrijp ik ook uw vraag naar de impact ervan. Naast nieuwe dingen die ontstaan, zijn er soms ook oude die tot een einde komen. Ik stel voor het Folio-verhaal, gelinkt aan de naburige sectoren – kunst en erfgoed, Vlaams Fonds der Letteren – in de zomer globaler te bekijken. Dat wordt in de commissie een boeiende beleidsdiscussie.
De heer Meremans heeft het woord.
We geven zeker afspraak in het najaar, als we goed uitgerust en bruinverbrand vanuit onze vakantiebestemmingen terugkomen.
En na veel gelezen te hebben …
De vraag om uitleg is afgehandeld.