Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, op 9 juni 2015 stelde ik u een vraag om uitleg over het belang van de zorgboerderijen binnen het beleidsdomein Welzijn. Daarbij haalde ik aan dat de subsidies vanuit het Steunpunt Groene Zorg vooral gericht zijn op landbouwbedrijven die een bepaald bruto bedrijfsresultaat uit land- en tuinbouwactiviteiten halen, waardoor de zorgboerderijen die zich specifiek richten op personen met een beperking, vaak uit de boot vallen, omdat zij minder focussen op de winst uit land- of tuinbouwactiviteiten.
Over die laatste groep maak ik me wel wat zorgen. Dat zijn niet de klassieke zorgboerderijen die via het beleidsdomein Landbouw worden gesubsidieerd, maar eerder de groene zorginitiatieven van mensen die dit in bijberoep doen en die hun inkomen niet uit landbouw willen halen, maar echt wel zorg willen aanbieden. Het gaat om organisaties die in plaats van zorgboerderijen misschien beter ‘groene zorginitiatieven’ zouden kunnen worden genoemd.
U zei vorig jaar in uw antwoord dat het nieuwe beleid voor personen met een beperking en de hele transitie die in de sector zou worden doorgevoerd, zeker opportuniteiten zou creëren voor de vernieuwende projecten in het kader van zorg, ondersteuning en assistentie. De invoering van het persoonsvolgende financieringssysteem biedt immers in het bijzonder mogelijkheden om voor de individuele persoon, rekening houdend met zijn wensen, mogelijkheden en behoeften, een zinvol aanbod aan ondersteuning op maat te realiseren.
Binnen de transitie zal het vergunnen van initiatieven die dit soort van groene zorg kunnen aanbieden in de toekomst dus heel belangrijk zijn. Door ervoor te zorgen dat dit in een regelluw kader kan gebeuren, kan het aanbod gevoelig uitbreiden en kunnen meer mensen met een beperking van deze groene vorm van dagbesteding genieten.
Vorig jaar namen we beiden deel aan de Inspiratiedag Natuur & Welzijn. We hebben toen in sterke mate gehoord dat welzijn en natuur heel sterk aan elkaar hangen en dat dat heel belangrijk is voor het welzijn van de mensen. In dat kader is het dus heel belangrijk dat er een voldoende groot aanbod kan worden gecreëerd van initiatieven waarbij natuur en welzijn elkaar vinden.
Minister, hoe plant u dat groene zorginitiatieven zo regelluw mogelijk kunnen starten, zodat personen met een beperking optimaal gebruik zullen kunnen maken van dit vernieuwende groene aanbod?
Zal ook bij de klassieke zorgboerderijen zonder al te veel extra administratieve rompslomp zorg kunnen worden ingekocht binnen de nieuwe persoonsvolgende financiering?
Zal het aanbod niet beperkt blijven tot vzw’s, zodat ook initiatieven naast de commerciële activiteiten op die markt kunnen inspelen met de persoonsvolgende financiering?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
In het kader van de gefaseerde opstart van de persoonsvolgende financiering voor meerderjarige personen met een handicap worden momenteel de uitvoeringsbesluiten voorbereid die het vergunnen van zorgaanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke hulp en het besteden van het persoonsvolgend budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke hulp regelen. Deze uitvoeringsbesluiten zullen voor principiële goedkeuring worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering eind maart 2016.
Initiatiefnemers die een ondersteuningsaanbod voor personen met een handicap willen ontwikkelen, zullen de mogelijkheid krijgen om hiervoor een vergunning aan te vragen bij het VAPH. Deze vergunning impliceert dat zij voldoen aan alle vooropgestelde kwaliteitseisen en maakt voor gebruikers met een persoonsvolgend budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke hulp zowel inkoop met cash als met voucher mogelijk.
Om de groene zorginitiatieven maximale kansen te geven om personen met een handicap een kwaliteitsvol ondersteuningsaanbod aan te bieden, zonder hiervoor noodzakelijkerwijze een administratieve procedure tot vergunning bij het VAPH te moeten doorlopen, willen we eveneens voorzien in alternatieve mogelijkheden.
In de eerste plaats kunnen personen met een handicap die een persoonsvolgend budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke hulp ter beschikking gesteld hebben gekregen een overeenkomst afsluiten met een natuurlijke persoon of rechtspersoon waarbij wordt voorzien in ondersteuning in een één-op-één relatie en dit voor het verlenen van individuele ondersteuningsfuncties; dit zijn de functies praktische hulp, psychosociale begeleiding, globale individuele ondersteuning en oproepbare permanentie. Dergelijke individuele overeenkomst kan ook worden afgesloten met een zorgboerderij of een initiatief groene zorg.
Daarnaast willen we initiatieven groene zorg op termijn de mogelijkheid bieden om zich bij het VAPH bekend te maken in functie van het aanbieden van dagondersteuning aan personen met een handicap. Budgethouders zouden dan bij deze initiatieven zowel de individuele ondersteuningsfuncties als dagondersteuning in cash kunnen inkopen met hun persoonsvolgend budget. Op dit moment zijn de initiatieven groene zorg noch de klassieke zorgboerderijen echter juridisch erkend. Enkel de mogelijkheid tot het verkrijgen van subsidies vanuit het Agentschap Landbouw en Visserij is geregeld. Er is dus bijkomend onderzoek nodig om de inkoop van dagondersteuning bij deze initiatieven, met afdoende garanties op kwaliteit van de ondersteuning die geboden zal worden, mogelijk te maken.
Inkoop van ondersteuning bij de klassieke zorgboerderijen zal op dezelfde wijze mogelijk zijn als bij de nieuwe initiatieven groene zorg: inkoop met cash of met voucher indien de zorgboerderij zich laat vergunnen als aanbieder voor niet-rechtstreeks toegankelijke hulp; inkoop van individuele ondersteuningsfuncties in cash aan de hand van een overeenkomst, waarbij wordt voorzien in een-op-eenondersteuning. Op termijn voorzien we ook in inkoop van dagondersteuning bij zorgboerderijen die zich bij het VAPH laten registreren.
Mevrouw van der Voet heeft het woord.
Minister, ik hoor u spreken over een-op-eenrelatie, maar vaak werken zorgboerderijen met meerdere mensen samen of met personeel, naargelang de grootte. Is dat ook mogelijk in de toekomst? Hoe meer initiatieven er kunnen worden opgenomen in het regelend kader, hoe beter. Hoe groter het aanbod, hoe meer zorg er kan worden ingekocht. Omdat ze zo een positieve invloed hebben op de gezondheid, moeten we deze initiatieven ten volle steunen. Vooral voor de privé-initiatieven, die momenteel goed bezig zijn en geen steun krijgen vanuit groene zorg omdat ze niet onder het landbouwgedeelte vallen en te weinig aan landbouw doen, is het belangrijk dat ze in de toekomst ergens kunnen op terugvallen.
Ik las in antwoord op een schriftelijke vraag van collega Vanderjeugd dat er in maart overleg zou komen tussen u en de minister van Landbouw om de zorgboerderijen te herbekijken. Wanneer zal dat overleg plaatsvinden of is het al achter de rug, zo ja wat is daar precies uitgekomen?
Minister, ik zou willen ingaan op de fluïde overgang die mevrouw van der Vloet schetst. Er zijn boerderijnen waar men een beetje aan zorg doet, maar die in de eerste plaats een economische functie hebben en er zijn bijna-voorzieningen waar men ook een beetje aan landbouw doet. U geeft aan dat het juridisch nog niet zo is uitgeklaard en dat bijkomend onderzoek nodig is.
Is het de bedoeling tot één statuut te komen of is het de bedoeling verschillende verschijningsvormen naast elkaar te definiëren? Wat is de timing?
Ik heb begrepen dat het de bedoeling is persoonsvolgende financiering van start te laten gaat. Er bestaan vandaag initiatieven, andere zijn in ontwikkeling. Ik kan me moeilijk voorstellen dat ze lang in een vacuüm kunnen blijven bestaan. Ik zou graag uitklaring hebben over de aanpak die u beoogt. Onderzoek moet vrij zijn, maar men moet toch een aantal onderzoeksdoelen kunnen definiëren.
Ik kan u daar helaas geen exact antwoord op geven om de eenvoudige reden dat er voor zorgboerderijen geen erkenning bestaat. De vraag is hoe we daarmee omgaan. Ik kan natuurlijk zeggen, we gaan er een erkenningsapparaat voor opzetten, maar dat lijkt me niet de beste of verstandigste manier van aanpakken. Het is overigens niet de enige sector waarin we dit soort vragen moeten bekijken. We moeten dat onder meer ook doen voor internering. Men moet van het persoonsvolgende financieringssysteem voor een aantal situaties kijken wat de beste manier van aanknopen is.
In dit geval beseft iedereen dat het hier om een opportuniteit gaat inzake dagbesteding en het aanbieden van steun aan en ondersteuning voor personen met een handicap. We moeten het VAPH de kans geven na te gaan hoe die aansluiting het best gebeurt, zonder een tsunami aan nieuwe regelgeving. Dat onderzoek is bezig omdat het thema op de agenda is verschenen.
Continuïteit is zeker een belangrijk aandachtspunt, maar we moeten zien wat de beste oplossing is om die aansluiting mogelijk te maken. Gelet op de grote verscheidenheid aan initiatieven moeten we inderdaad zoeken naar de beste manier om dat te doen.
Het overleg met Landbouw vindt deze maand op het niveau van de twee kabinetten plaats, ik ben daar zelf niet bij.
Minister, ik ben blij te horen dat het een opportuniteit is voor de zorgboerderijen en ik hoop echt dat, zonder te veel nieuwe regelgeving, hun aanbod kan blijven bestaan of worden uitgebreid.
Hopelijk zijn nieuwe initiatieven mogelijk zonder dat de hele weg van de vergunde activiteiten moet worden doorlopen. Het zou goed zijn dat de mensen die nu al die zorg aanbieden ze ook kunnen behouden en dat er daarnaast in de toekomst nog ruimte zal zijn voor nieuwe private initiatieven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.