Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ongeveer een jaar geleden slaakten een aantal jeugdbewegingen een hulpkreet. Ze vroegen tentenmateriaal aan via de Uitleendienst voor Kampeermateriaal (ULDK) om op kamp te gaan maar het beschikbare tentenmateriaal van de ULDK was onvoldoende om alle aanvragen te kunnen honoreren. Minister, u als Vlaams minister bevoegd voor Jeugd, beloofde daarom om de volgende jaren verder te investeren in de aankoop van tenten.
Recent vroeg ik via een schriftelijke vraag de cijfers van het uitleenseizoen 2015-2016 op. Daaruit bleek dat voor dit uitleenseizoen er tot nu toe 964 aanvragen binnenkwamen en daarvan werden er reeds 174 geweigerd. Dit impliceert dat de ULDK momenteel 18 procent van de ontvangen aanvragen heeft moeten weigeren, althans zo blijkt uit de cijfers die aangeleverd werden door de minister. In mijn vraag heb ik een tabel bijgevoegd uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag.
Het is weliswaar zo dat er voor de geweigerde aanvragen gezocht wordt naar een alternatief. Zo werden in 2015 49 aanvragen geholpen door een alternatief via Defensie, 16 via een alternatief van de Provinciale Uitleendienst van Vlaams-Brabant en voor 47 aanvragers werd nog in een ander alternatief voorzien. Door de gezamenlijke inspanningen van de verschillende spelers konden in 2015 uiteindelijk slechts 2 aanvragen niet ingevuld worden door de ULDK, noch door een alternatief. Procentueel betekent dit dat 0,2 procent van de aanvragen niet ingevuld konden worden.
Uit mijn schriftelijke vraag blijkt evenwel dat in 2016 al 60 aanvragen meer dan in 2015 geweigerd werden door de ULDK. De vraag is dan ook of er in 2016 voorzien kan worden in voldoende alternatieven voor de door ULDK geweigerde aanvragen. Zeker omdat we weten dat een van de traditionele redders in nood, Defensie, steeds minder tenten kan aanreiken wegens besparingen. In 2015 lag het aantal slaapplaatsen met de tenten van Defensie meer dan de helft lager dan in 2011. Uiteraard is het ter beschikking stellen van tentenmateriaal geen kerntaak van Defensie, maar door dit aanbod konden in 2015 wel nog 49 dossiers worden ingevuld. Wel blijft Defensie in 2016 en in de toekomst nog tentenmateriaal ter beschikking stellen. Dat is natuurlijk wel een belangrijk signaal.
We weten allemaal dat de ULDK ernaar streeft om zijn voorraad tenten minstens op eenzelfde peil te houden. Dat betekent dat er jaarlijks nieuwe tenten moeten worden aangekocht om versleten en niet te herstellen tenten te vervangen. Zowel in 2015 als in 2016 trok u daarvoor, in budgettair moeilijke tijden, 317.000 euro uit. Uzelf blijft dus investeren in tentenmateriaal. De vraag is uiteraard tot hoever de verantwoordelijkheid van een overheid gaat. Moet zij het beschikbare contingent steeds verder trachten uit te breiden? Wij denken dat de verantwoordelijkheid vooral moet zijn om een stabiel contingent beschikbaar te hebben en daarnaast te zoeken naar een stabiele relatie met alternatieven. Bovendien mogen we niet vergeten dat ook jeugdverenigingen zelf investeren in tentenmateriaal. Mogelijk zijn er daar nog opportuniteiten om nog meer materiaal met elkaar te delen.
Minister, hoe analyseert u de cijfers tot op heden van de ULDK voor het uitleenseizoen 2015-2016, meer bepaald de verhouding tussen het aantal aanvragen en het aantal geweigerde aanvragen door uitputting van de voorraad?
In hoeverre bent u ervan overtuigd dat er ook in 2016 door een samenspel van verschillende actoren voldoende alternatieven kunnen worden geboden voor aanvragen die in eerste instantie niet kunnen worden ingevuld door de ULDK? Welke rol kunt u hierin zelf opnemen?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Van Eetvelde, de cijfers van de voorbije jaren betreffende het aantal geweigerde aanvragen zijn de definitieve aantallen op het einde van het ontleenseizoen. Om een vergelijking tussen vandaag en het ontleenseizoen 2015 te kunnen maken, moeten we dus kijken naar de oorspronkelijk geweigerde aanvragen die door uitputting van de voorraad niet door de ULDK konden worden behandeld. Voor 2015 betrof dit 202 aanvragen. Door annuleringen en verschuivingen van afhaal- en/of inleverdata bij bepaalde dossiers is dit aantal uiteindelijk teruggebracht tot 114. Voor het ontleenseizoen 2016 hebben momenteel 174 aanvraagdossiers de status ‘geweigerd’. Dat is relatief goed nieuws. De grootteordes blijven natuurlijk wel vergelijkbaar, maar het zijn wel 28 weigeringen minder dan tijdens dezelfde momentopname in 2015.
De ULDK onderzoekt nu de mogelijkheden om door aanpassingen en verschuivingen, die jaarlijks gebeuren, zoveel mogelijk van die groepen alsnog uit de nood te helpen met hun kampeermateriaal. Ik kan op dit ogenblik dus nog geen zinvolle of definitieve uitspraken doen over de evolutie van het aantal geweigerde dossiers. Zoals u weet, is dat afhankelijk van heel wat externe factoren. Er zijn bijna altijd annuleringen. Er is een bepaalde flexibiliteit van de jeugdgroepen betreffende de afhaal- en inleverdata. Ik weet wel dat we daar niet unilateraal op mogen rekenen, maar die is er wel en men mag hen daarvoor ook dankbaar zijn.
Tegen midden mei 2016 pas, als ook de aanvragen voor Defensie en de Provinciale Uitleendienst Vlaams-Brabant zijn verwerkt, kan ik u een meer concreet en betrouwbaar zicht geven op de cijfers voor dit ontleenseizoen. Vorig ontleenseizoen konden we het aantal effectief geweigerde dossiers zonder alternatief uitzonderlijk beperken tot twee. Dat gaf u zelf al aan in uw vraagstelling. Het is momenteel nog niet te voorspellen of eenzelfde resultaat ook dit jaar kan worden bereikt.
In elk geval houdt de provincie Vlaams-Brabant met haar uitleendienst het aantal tenten dat kan worden uitgeleend op peil. Defensie stelt ook dit jaar 196 tenten ter beschikking. In tenten uitgedrukt zijn dat er minder dan in 2015, toen het er 205 waren, maar wanneer men het in aantal slaapplaatsen uitdrukt, is er toch weer een stijging. Dit jaar zijn er 1430 slaapplaatsen in de tenten van Defensie ten opzichte van ‘slechts’ 1260 in 2015. Daar lijkt dan dus toch weer een positieve buffer op te zitten.
Het is dus nog wat vroeg om te kunnen voorspellen of ik voor het ontleenseizoen 2016 uiteindelijk slechtere, gelijkwaardige of betere resultaten zal kunnen voorleggen in vergelijking met de voorgaande jaren. Ik wil u wel herbevestigen dat ik ook dit jaar opnieuw 317.000 euro zal investeren in nieuwe seniortenten. Ik geef daarbij niet alleen uitvoering aan mijn eigen beleidsvoornemens, maar ook aan het masterplan Bivakplaatsen dat principieel werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 26 februari 2016. Door dit allemaal maximaal te vrijwaren, blijft het aanbod op peil.
Ik stel vast dat rond dit thema op regelmatige basis vragen worden gesteld door verschillende parlementsleden. Dat is natuurlijk geen enkel probleem. Het kan misschien interessant zijn, voorzitter, om, tussen de drukke werkzaamheden door, een werkbezoek te brengen aan de ULDK. Zo kunnen de commissieleden een nog accurater beeld krijgen van de werking van die dienst.
We hebben nu de eerste ervaring met de digitale procedure voor de tentenaanvraag. Het zal interessant zijn om, wanneer de ULDK daar wat zicht op heeft, te zien wat daar goed aan was en wat er nog aan kan worden verbeterd. Op het ogenblik dat het verteerd is, is het misschien interessant om bijkomende initiatieven te nemen. Tot mijn genoegen was ik vorige zaterdagochtend in contact met de Hamont-Achelse jeugd. Een pientere Chiroleider zei: “Ik weet wel dat jeugdbewegingen bilateraal, op basis van toevallige kennis die ze hebben onder jeugdleiders in een bepaalde gemeente of verder, tenten uitwisselen. Maar misschien kan er ook een digitaal uitleenplatform voor groepen worden bekeken, zodat de mogelijkheden ook daar worden vergroot?”
Dat wil niet zeggen dat het probleem – dat eventueel bij de overheid zou zitten – dat er te weinig tenten zijn, op de groepen moet worden afgewenteld, maar we kunnen de samenwerking op dat vlak zeker op peil brengen. Ik wil die piste dus zeker onderzoeken. Alle beetjes helpen. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat bijna alle of toch zoveel mogelijk groepen in verband met de tenten die ze nodig hebben zorgeloos op kamp kunnen vertrekken.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Minister, ik wilde met mijn vraag zeker geen paniek zaaien. Ik stelde hem enkel vanuit de bekommernis dat alle jeugdverenigingen die tenten aanvragen op kamp zouden kunnen gaan. Ik hoop dat wij dit door het samenspel van alternatieven – Defensie, Vlaams-Brabant enzovoort – tot een minimum kunnen herleiden. Twee zou ideaal zijn.
Ik ben zeker en vast ook vragende partij om dat werkbezoek eens te organiseren. Voorzitter, als u dit met de commissie zou kunnen organiseren, zal ik er zeker bij zijn.
Ik heb er al aan gedacht, en ik heb het al van jeugdverenigingen gehoord, dat zij zelf onderling, jeugdbewegingen onder elkaar, materiaal kunnen uitwisselen. Ik weet dat de scouts dat doen. Dat moeten wij zeker stimuleren. Als we dat digitaal zouden kunnen vastleggen, zou dat ideaal zijn.
Ik volg dit verder op. Ik hoop dat we echt geen problemen hebben, zodat iedereen op kamp kan gaan en de nodige tenten heeft.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Ik ben daar al vaak geweest. Ondertussen zijn ze verhuisd, het is misschien wel leuk om eens naar de nieuwe locatie te gaan.
We hebben hier vorig jaar de discussie gevoerd toen de noodkreet van veel jeugdbewegingen weerklonk dat er te weinig tenten beschikbaar waren. Mevrouw Van Eetvelde, dank u voor de cijfers. Ik had zelf een schriftelijke vraag ingediend. Ik denk dat ik daar ten laatste morgen een antwoord op mag verwachten.
Dit waren voor mij op het eerste gezicht opvallende cijfers. Hoewel het voorlopige cijfers zijn, zag ik minder aanvragen dan in 2015, maar meer geweigerde. Minister, u hebt dat vandaag wat genuanceerd. De 174 aanvragen die werden geweigerd wegens uitputting van de voorraad, zijn dat volledig of gedeeltelijk geweigerde aanvragen? Ik kan mij voorstellen dat een jeugdbeweging 15 tenten vraagt en dat de uitleendienst op dat moment maar tien tenten ter beschikking heeft.
Als ik mij niet vergis, loopt de huidige overeenkomst over de samenwerking met Defensie af op 1 september 2016. Wordt die overeenkomst vernieuwd?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Soens, ik zal het zeker nog eens dubbelchecken, maar ik ben ervan overtuigd dat recent de samenwerkingsovereenkomst met Defensie werd hernieuwd. Op dat vlak zit de samenwerking dus wel snor. Ik zal u schriftelijk laten weten of die 174 weigeringen gedeeltelijk of volledig zijn. Ik kan u dat op dit ogenblik niet zeggen.
Met betrekking tot de bijkomende initiatieven die we nog kunnen nemen om de jeugdbewegingen binnen één jeugdbeweging of binnen een regionaal kader uitwisselingen te laten doen, zullen we dit samen met de jeugdbewegingen zelf onderzoeken. Ik weet dat zij daar bepaalde platformen voor hebben. We kunnen daar zeker nog wat winst boeken.
Voorzitter, mevrouw Soens heeft er al impliciet op gewezen dat het voor de commissie in het kader van de teambuilding helend kan zijn om samen een nette tent op te plooien.
Minister, natte tenten moet je eerst laten drogen. Daarvoor bestaat er een droogloods, om dat versneld te kunnen doen. We hebben ook een beetje ervaring.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Mevrouw Soens, het aantal aanvragen is verminderd. Minister, ik neem aan dat dat komt doordat de aanvraagprocedure werd gedigitaliseerd, waardoor men de dubbele aanvragen er heeft kunnen uithalen.
Ik kan dat op dit ogenblik niet bevestigen of ontkennen omdat ik de cijfers heb gegeven zoals ik ze heb gekregen, de evaluatie van de digitale procedure moet ik nog krijgen.
Mevrouw Van Eetvelde, uw opmerking is terecht. Nu is het ‘first things first’. De dienst doet wat hij moet doen: bekijken of er voldoende tenten zijn en de mensen eventueel doorverwijzen. Maar het kan zijn dat uw opmerking juist is. We zullen het eens vragen aan de uitleendienst. Het lijkt zinvol om op een gegeven ogenblik de vooruitgang, maar misschien ook de nieuwe knelpunten, van de digitale procedure van naderbij te bekijken.
We zouden een bezoek aan Nossegem kunnen combineren met het werkbezoek aan Leuven Hulp. We zullen dat volgende week verder afspreken. Ofwel moeten we een meer gevulde dag rond Jeugd maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.