Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Celis heeft het woord.
Minister, sexting is een fenomeen dat de laatste jaren alsmaar meer voorkomt en steeds gemakkelijker wordt dankzij de sociale media. Bij sexting worden seksueel getinte foto’s of filmpjes doorgestuurd onder partners via digitale media. Opvallend en bijzonder alarmerend is dat sexting steeds meer voorkomt bij tieners. Het valt hierbij op dat tieners vaak onvoldoende de risico’s kunnen inschatten wanneer ze dergelijke beelden doorsturen. Beelden die vaak experimenteel in een intieme sfeer en in vertrouwen worden doorgestuurd onder partners, kunnen achteraf onrechtmatig worden rondgestuurd op het internet. Vaak gebeurt dit na onzorgvuldigheid, na een relatiebreuk of tijdens een conflict tussen de tieners. Helaas gebeurt het ook maar al te vaak dat deze beelden niet vrijwillig tot stand komen. Veel van deze foto’s en filmpjes worden namelijk onrechtmatig vastgelegd na misleiding of dwang.
Wat vaststaat, is dat de afgebeelde tiener nog maar weinig vat heeft op de bestemming van deze beelden als ze eenmaal op het internet belanden. De emotionele gevolgen zijn bijzonder groot. Dat het een fenomeen is dat extra aandacht verdient, blijkt uit de maatregel die het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) in de buurt van Gent nu heeft genomen. Duizenden ouders hebben er onlangs een brief gekregen waarin ze werden gewaarschuwd voor de problematiek van sexting en het gevaar dat beelden van hun tieners onrechtmatig kunnen worden verspreid.
Het opkomende fenomeen toont het belang aan van voldoende aandacht rond mediawijsheid en het veilig gebruik van sociale media in het curriculum van de leerlingen. De problematiek wordt ook van nabij opgevolgd door de Gezinsbond en Child Focus, die regelmatig studiedagen organiseren en ook vormingen aanbieden in scholen over het veilig gebruik van sociale media. Child Focus geeft aan dat leerkrachten een belangrijke rol kunnen spelen wanneer het probleem wordt gesignaleerd door het slachtoffer of door een klasgenoot. De leerkracht, die vaak als vertrouwenspersoon wordt aanschouwd, kan zowel bij het slachtoffer als de dader een informatieve, sensibiliserende als doorverwijzende rol opnemen. Overigens geeft Child Focus aan dat scholen ook zelf gepaste maatregelen kunnen nemen om dit thema extra aan bod te brengen binnen de bestaande lessenpakketten, zoals de lessen ICT en seksuele voorlichting.
Het is uiteraard zeer belangrijk dat we tieners wijzen op de gevaren van sexting. Dit is een collectieve verantwoordelijkheid van zowel ouders, familieleden, vrienden, verenigingen, maar ook van het CLB en de scholen.
Minister, wat is uw visie op de rol die scholen en leerkrachten kunnen spelen in deze problematiek? In uw beleidsbrief 2015-2016 kondigt u verschillende acties aan met betrekking tot mediawijsheid. Hoe wilt u een ondersteunende rol spelen in deze problematiek? Zult u deze ook aan bod laten komen in de maatregelen die u neemt inzake mediawijsheid en het veilig gebruik van sociale media door leerlingen? Zo ja, op welke manier? Plant u ook maatregelen naar de ouders? Hebt u over deze problematiek overleg gepleegd met uw collega-ministers van Welzijn, Jeugd en Sport? Zo ja, wat was het resultaat?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Celis, de rol die onderwijs hier kan spelen, is tweeledig. Onderwijs speelt binnen zijn algemeen vormende opdracht een rol bij het mediageletterd en ICT-vaardig maken van jongeren. Tegelijk vraagt dit ook aandacht binnen het beleid van een school. De schoolbrede aanpak geldt ook hier.
Ter ondersteuning van scholen zetten we ook op beide aspecten in. Tijdens de Ronde van Vlaanderen vorig jaar hebben we samen met de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer gewerkt rond het thema ‘organisatie van informatieveiligheid op school’ met de website ikbeslis.be van de Privacycommissie als belangrijk item. Deze website is bedoeld als online-informatiepunt voor kinderen, jongeren, hun ouders en de onderwijswereld en behandelt thema’s als camera’s, sociale netwerken en gsm’s. Ze biedt ook tal van lespakketten aan waaronder bijvoorbeeld het recht op afbeelding en wat te doen bij problemen.
We werken ook actief samen met het Kenniscentrum Mediawijsheid. Zo ondersteunen we hen mee financieel rond de thema’s cyberpesten, gaming, beeldgeletterdheid, radicalisering en media, en de mediacoachopleiding. Daarnaast onderneemt het Kenniscentrum Mediawijsheid initiatieven omtrent het veilig gebruik van sociale media en vertaalt die ook in tools en vorming voor leerkrachten. Ook aspecten van veilig gebruik van sociale media in relatie tot liefde en seksualiteit komen daarbij aan bod, bijvoorbeeld de ‘Wegwijzer sociale media op school’, het lessenpakket ‘Shut Your Facebook’ bij de schoolvoorstelling van Bert Gabriëls, tools van derden zoals Child Focus in de tooldatabank op mediawijs.be enzovoort.
Met de collega’s van Welzijn, Jeugd en Sport schreven we een opdracht uit voor een Kennisplatform Integriteit Minderjarigen voor professionals en vrijwilligers werkzaam in de kinderopvang, de jeugdhulp, het onderwijs, de jeugd- en sportsector. Dat platform heeft tot doel de bestaande strategieën, methodes, instrumenten en interventies die kunnen bijdragen tot het verhogen van het welbevinden in het algemeen en tot het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag en misbruik in het bijzonder, te inventariseren en te ontsluiten. Het platform is bedoeld om kennis te delen. Regie, kwaliteitsbewaking en de wijze van inzetbaarheid zijn hier cruciaal.
Wat de ouders betreft, financieren we elk jaar een project met Child Focus en de Gezinsbond voor de organisatie van vormingsavonden voor ouders en/of om een nascholing te organiseren voor de pedagogische ploeg over veilig online. Dat is te vinden op de website veiligonline.be. In 2016 is dat thema opnieuw uitgebreid.
Het aanbod is inmiddels beschikbaar in drie thematische delen. Het eerste is ‘kinderen veilig online’. Hierbij leren ouders hoe kinderen en jongeren tussen 6 en 15 jaar omgaan met internet, hoe ze hun kinderen kunnen begeleiden en ondersteunen in hun internetgebruik. Het tweede deel gaat over cyberpesten, het pesten in een modern jasje. Het derde is ‘Let the games begin’: ouders, kinderen en gamen. Dit is nieuw vanaf maart 2016. Zeker in de twee eerste vormingen komt ook de problematiek van sexting op een genuanceerde manier aan bod.
Wat de laatste vraag betreft: er is net een opdracht uitgeschreven om een gezamenlijk platform op te richten.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. Het doet mij bijzonder deugd dat er beleidsdomeinoverschrijdend zoveel initiatief wordt genomen. Het verhaal van sexting kan 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 doorlopen. Alle actoren die een verantwoordelijkheid nemen, kunnen daar samen op inzetten.
Ook voor ouders worden er initiatieven genomen waardoor ze informatie kunnen krijgen over hoe ze hiermee moeten omgaan. Dat pleziert me.
Het is en blijft een moeilijk gegeven. Het gaat over tieners die een deel van hun tijd in hun eigen privéomgeving doorbrengen. Tieners trekken zich heel graag terug op hun kamer met hun laptop en andere apparatuur. De school of de ouders zitten er dan ook niet meer naast.
Minister, ik ben heel tevreden met uw antwoord over de verschillende initiatieven. Op die manier worden alle mogelijke kansen aan leerlingen geboden om dit ongewenst fenomeen te vermijden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.