Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, collega’s, de krant De Morgen heeft op donderdag 25 februari 2016 een artikel gepubliceerd met als kop ‘Kilometerheffing kampt nog met kinderziektes’. Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV) stelt dat het systeem voor de kilometerheffing voor vrachtwagens nog niet op punt staat en te maken heeft met wat men kinderziektes noemt: klachten over de on-boardunits (OBU) omtrent foutmeldingen en niet opstarten, ingewikkelde facturatie, problemen met het traceren van de OBU, bijvoorbeeld op naastliggende wegen wordt een vrachtwagen opgepikt door de contactpoort en lijkt het alsof deze op een weg van het geselecteerde wegennet rijdt.
Toezichthouder Viapass stelt dat de problemen niet dramatisch zijn en dat de kilometerheffing vanaf 1 april 2016 van start kan gaan. Uit de testen blijkt dat uitstel absoluut niet nodig is.
De invoering van de kilometerheffing voor vrachtwagens is een belangrijke realisatie van deze Vlaamse Regering en is met de nodige zorg voorbereid. Dat moeten we absoluut erkennen. U bent daarover meermaals ondervraagd en u hebt er altijd omstandig op geantwoord. Dat er dan kinderziektes zijn, zoals ze genoemd worden in het krantenartikel, valt te begrijpen. Evenwel, deze problemen mogen de heffing zelf niet in het gedrang brengen. Zowel de gebruiker als de overheid heeft recht op duidelijkheid.
Minister, wat is nu precies de stand van zaken met betrekking tot de aangehaalde kinderziektes? Slaagt de leverancier erin om voor elk van deze problemen een gepaste oplossing aan te bieden?
Minister, zou het, met betrekking tot de facturatie, niet logischer zijn om intergewestelijk af te spreken om automatisch voor één gezamenlijke factuur te gaan? Dit is gebruiksvriendelijker voor de gebruikers van ons wegennet.
Viapass stelt dat de startdatum van 1 april 2016 niet in het gedrang komt en daar ga ik ook van uit. Echter, welke stappen zult u ondernemen wanneer blijkt dat vanaf de start gebruikers een onterechte boete krijgen omdat de OBU die ze hebben, niet worden herkend of omdat ze te veel aangerekende kilometers gefactureerd krijgen?
Wanneer voorziet u in een eerste evaluatie van de kilometerheffing voor vrachtwagens? Welke stakeholders worden hierbij betrokken? Dat evaluatiemoment is altijd heel belangrijk. Men moet openstaan voor verbetering, en op die manier zijn verfijning en correctie altijd mogelijk.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal ingaan op deze vragen en ook op die van de heer De Potter over de facturatie. Deze vraag om uitleg was immers samengevoegd met een vraag om uitleg van de heer De Potter, maar die is nu niet aanwezig.
De systeemarchitectuur van de kilometerheffing voldoet aan de EETS-richtlijn (European Electronic Toll Service). Dit betekent dat verschillende providers van de OBU in concurrentie kunnen treden met de door de drie gewesten aangestelde dienstverlener Satellic, op voorwaarde dat zij met succes de acceptatieprocedure hebben doorlopen. Er was een hele discussie, in hoofde van concurrenten die zeer bezorgd waren over de mogelijkheid om op het vlak van de OBU een alternatief te kunnen aanbieden.
Deze voorwaarden maken het tolsysteem in Vlaanderen enigszins complex en brengen talrijke technische en operationele randvoorwaarden met zich mee. Viapass heeft eind 2015 een aantal onvolkomenheden gesignaleerd aan de firma Satellic, en daarbij gevraagd de nodige maatregelen te nemen. Satellic heeft daarop geantwoord alle vereiste maatregelen te zullen nemen tegen 13 maart 2016. Ik kan u verzekeren dat Viapass nauwgezet de contractopvolging blijft doen. We hebben vandaag bijna 300.000 geregistreerde gebruikers. Dat komt gestaag binnen.
Ik kan vaststellen dat de meeste van de vastgestelde problemen intussen een oplossing hebben gekregen. Omdat er toch nog een aantal problemen onopgelost bleven op 11 maart 2016, heeft Viapass een formele ingebrekestelling overgemaakt aan Satellic, waarbij alle tot dan vastgestelde tekortkomingen worden opgesomd, met nadruk op diegene waarvoor nog geen voldoende of afdoende maatregelen werden vastgesteld. Gezien de goede samenwerking met Satellic rond eerder aangekaarte problemen, heb ik er wel vertrouwen in dat op 1 april 2016 de laatste problemen opgelost zullen zijn.
Het is interessant om even de vragen over de facturatie te belichten. Er zijn drie participerende gewesten, en dan is er ook nog eens een verschil aan Waalse zijde. Het is een identiek kilometerheffingsysteem dat ingaat in de drie gewesten, maar elk gewest is wel afzonderlijk en autonoom als tolheffende instantie. Er is een aanpak van één factuur per voertuig. Dat staat centraal in het Europese kader.
Er wordt dus één gezamenlijke factuur opgemaakt van de totaal aangerekende heffing. In de backoffice wordt dat vervolgens uitgesplitst. Je kunt ook wel zien op je factuur welke bijdragen je moet betalen aan welk gewest. Nu, wat het Waalse Gewest betreft, is er nog een verschil: in Vlaanderen en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is dat opgevat als een belasting, in het Waalse Gewest als een retributie. Dat heeft ook als gevolg dat er wel btw moet worden betaald wat het Waalse Gewest betreft, dus niet in Vlaanderen en in Brussel. Die btw kan vervolgens ook wel worden gerecupereerd. Hoewel de tarieven gelijk zijn, zal men dus voor het Waalse Gewest dan toch nog die btw extra moeten betalen, zij het dat men die dan kan recupereren via de bekende kanalen.
Er wordt ondertussen ook werk gemaakt van een bundeling van de facturatiegegevens per vlooteigenaar en van het aanreiken van de bestanden in CSV-formaat (Comma Separated Value) voor de boekhoudkundige verwerking. Dat is een formaat waardoor men kan aansluiten op boekhoudkundige software, zodat de verwerking op bedrijfsniveau vlotter zou gaan.
Dan waren er de vragen over de facturatie. Die gebeurt op basis van gemeten afstanden, die zelfs tot op drie cijfers na de komma worden geregistreerd, dus eigenlijk tot op de meter nauwkeurig. De factuurbedragen worden afgerond tot op twee cijfers na de komma, dus tot op de eurocent. Het is niet omdat de OBU soms met enige vertraging op het schermpje het traject aangeeft, dat de geregistreerde data en dus ook de verwerkte data fout zouden zijn. Dat was immers ook een bezorgdheid. Bovendien wordt er ook altijd gecorrigeerd in het voordeel van de gebruiker. Bij de afrekening wordt een correctiefactor gebruikt van 98,5 procent om kleine foutjes bij de gps-registratie op te kunnen vangen. Er is dus wel enige marge in het voordeel van de gebruiker. Zelfs als zou blijken dat een traject of een tracé volledig fout is verwerkt, dan wordt dat gecorrigeerd door een systeem van terugbetaling waarin is voorzien door opdrachtnemer Satellic. Zo zou het hypothetisch kunnen dat er vlak naast een betolde weg een andere, lokale weg loopt, en dat men over de lokale weg rijdt, maar toch tol aangerekend krijgt door de gps-informatie op basis van een foute wegmodellering. Dat is opgevangen via een systeem van terugbetaling.
Wat het gebruik van de Vlaamse wegen en het aan boord hebben van een operationele OBU betreft, zijn de instructies duidelijk: vanaf 1 april moeten alle voertuigen die onder de voorwaarden van de kilometerheffing vallen, verplicht uitgerust zijn met een werkende OBU. Als het lichtje van de OBU rood is, wijst dat op een niet-geactiveerde of slecht werkende OBU. Dan kan de bestuurder gratis het callcenter contacteren, dat 24 op 24 en 7 op 7 ter beschikking staat.
De evaluatie is een continue taak van Viapass, zowel voor als na 1 april. Het DBFMO-contract (Design Build Finance Maintain Operate) voorziet in een aantal performantiecriteria op het vlak van nauwkeurigheid, zorgvuldigheid, klantvriendelijkheid en technisch correct functioneren van het systeem. Er is een valuatie op permanente basis zodra het systeem in werking is. Voor we zo ver zijn, moeten eerst de geplande accepatie- en performantietests met succes worden doorlopen. Die oefening loopt nu en moet worden afgerond voor het systeem formeel van start gaat. In de aanloop naar de invoering van het kilometerheffingsysteem vond overleg met de sector plaats, zowel op ambtelijk als op politiek niveau. Ik ga ervan uit dat we dit later zullen herhalen om eventueel samen na te gaan wat nog kan worden verbeterd.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat een aantal transportfederaties nog een laatste offensief hebben ingezet om de kilometerheffing tegen te houden, te vertragen en weet ik veel: de producten in de winkel zouden veel duurder worden, 15 procent van de transportbedrijven in ons land zou failliet kunnen gaan als die kost erbij komt, ... En dan is er nog de juridische analyse door de heer Maus. U hebt daarop gereageerd in de kranten. Hij beweert dat het gelijkheidsbeginsel in het gedrang komt, dat de controlebevoegdheid zou worden overgedragen aan een privéonderneming – wat niet mag –, en dat de privacywet niet wordt gerespecteerd.
Minister, u hebt gereageerd op de heer Maus door te onderstrepen waarom het belangrijk is dat die kilometerheffing er komt. Daarin wordt u kamerbreed gesteund. Heeft hij enig inhoudelijk punt volgens u? Wordt dat nog onderzocht? In het licht van de begrotingscontrole is het niet onbelangrijk dat we juridisch stevig in onze schoenen staan.
Ik heb gisteravond gereageerd zonder inzage van de argumenten. Die heb ik nu vluchtig gelezen op basis van de persverslaggeving. Daarbij zijn er grosso modo drie argumenten.
Het eerste is het gelijkheidsbeginsel. De Europese richtlijn staat vrijstellingen toe. Het is evident dat de overheid de lat op een bepaalde hoogte legt, en criteria bepaalt. Het eerste onderscheid is dat tussen wagens en vrachtwagens; vervolgens deelt men de vrachtwagens op in categorieën. Dat is conform de Europese richtlijn. Het tweede is de controlebevoegdheid van Viapass, en niet van Satellic. Wie die fout heeft gemaakt, weet ik niet: staat die in de oorspronkelijke nota, of nam de pers dat verkeerd over? Het derde is de verwijzing naar de privacy. Bij de opmaak van de regelgeving was de Privacycommissie betrokken, en toen heeft de commissie geen struikelblokken opgeworpen. Ik moet de nota nog lezen.
Wat me stoorde in de berichtgeving, was de bewering dat de concurrentiepositie ten opzichte van de buitenlandse actoren onder druk komt te staan. Ik vind dat dit echt niet gebeurt. Een van de argumenten om de invoering te realiseren, is precies buitenlandse vrachtwagens mee te laten betalen voor het onderhoud van onze infrastructuur. Zij zullen dus meer kilometers op onze tolwegen afleggen. Bovendien zijn er de flankerende maatregelen en de aftrekbaarheid van de kosten van de vennootschaps- en de personenbelasting, voor 100 procent. Een verstoring van de concurrentieverhoudingen lijkt dus uitgesloten – misschien kan men zelfs van een verbetering van de concurrentiepositie spreken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.