Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we hebben het hier al eerder gehad over een aantal belangrijke mobiliteitsdossiers in verband met de uitbreiding van het tramnet in Vlaanderen. Sommige van die dossiers dreigen vast te lopen doordat de geplande infrastructuur voor openbaar vervoer misschien niet zal kunnen worden gerealiseerd om praktische en juridische redenen. Dat is natuurlijk absoluut slecht voor de ontsluiting van de regio’s in kwestie of voor de oplossing in congestiegevoelige gebieden.
In de conceptnota over de basisbereikbaarheid schreef u het volgende: “Basisbereikbaarheid staat voor het kunnen bereiken van belangrijke maatschappelijke functies op basis van een vraaggericht systeem en met een optimale inzet van middelen.” Verder staat er: “De kostendekkingsgraad zal cruciaal zijn om het aanbod binnen het kernnet en het aanvullend net blijvend te verantwoorden. Waar de kostendekkingsgraad onder een niet langer te verantwoorden grens zakt, zal, in functie van een optimale inzet van de middelen, uit overleg binnen de vervoerregio automatisch tot een efficiënter alternatief aanbod gekomen worden in lijn met de reële vraag. Op basis van de proefprojecten zal een meer concrete grens rond kostendekkingsgraad kunnen bepaald worden.”
Over kostendekkingsgraad gesproken: CD&V pleit al lang voor het inzetten van een trambus in Vlaanderen, dat weet u. Het is een vervoersmiddel dat gemakkelijker en goedkoper inzetbaar is dan een klassieke tram.
Kortrijk heeft de eer gehad om voor, tijdens en na Busworld een trambus aan het werk te zien in het kader van een proefproject. Het ging over de ExquiCity van busbouwer Van Hool. Volgens de kranten bleek het een groot succes te zijn. Zo’n 14.000 reizigers maakten in oktober 2015 kennis met de trambus. Het was de eerste keer dat de trambus voor een langere periode op proef mocht in Vlaanderen. De trambus reed tussen het station van Kortrijk en Hoog-Kortrijk, waar de economische bedrijvigheid voortdurend toeneemt. Om dit proefproject te continueren, moeten er voor De Lijn West-Vlaanderen nog een aantal bijkomende maatregelen onderzocht worden om de doorstroming te verbeteren, want daar hangt alles echt wel mee samen, want als de trambus niet kan doorstromen, staat die net zoals alle andere bussen stil. Er zal ook een kosten-batenanalyse moeten worden opgemaakt. Op basis daarvan moet worden beslist of de trambus op termijn een vaste waarde kan worden in Kortrijk.
De trambus combineert volgens ons de flexibiliteit van een bus met de efficiëntie van een tram. Hij is tot 10 ton lichter. Net als bij trams is een eigen bedding nodig om efficiënt te kunnen rijden, maar er moet niet geïnvesteerd worden in rails of bovenleidingen. Bovendien kan de trambus zijn bedding verlaten in geval van calamiteiten of wegenwerken.
Uit buitenlandse ervaringen blijkt dat de trambus tot meer dan 50 procent goedkoper kan rijden dan de traditionele tram wanneer we de hele levensduur ervan bekijken. Soms is de trambus meer dan 50 procent goedkoper, maar er zijn ook lagere percentages, het hangt er wat van af. In de berekeningen wordt al rekening gehouden met de minder lange levensduur in vergelijking met een tram. Wij hebben dus cijfers gevonden waaruit blijkt dat de trambus effectief goedkoper is.
Volgens ons is de tijd rijp voor een globaal plan van aanpak om de trambus in Vlaanderen een definitieve plaats te geven. De trambus moet minstens als alternatief worden meegenomen in lopende en toekomstige openbaarvervoerprojecten. Dit toestel maakt dat we meer openbaar vervoer kunnen realiseren met minder geld, en kan dus minstens gedeeltelijk een antwoord geven op de noodzakelijke besparingsoefening die De Lijn nog steeds doorvoert.
Minister, is de trambus voor u een volwaardig alternatief voor het uitwerken van huidige en toekomstige tramprojecten? Indien ja, welke initiateven zult u dan nemen om het gebruik van de trambus in Vlaanderen mogelijk te maken?
Werd het project in Kortrijk al geëvalueerd en wat waren de conclusies? Zijn er specifieke knelpunten opgedoken die de introductie van de trambus in Vlaanderen zouden belemmeren?
Wordt de trambus momenteel al als alternatief systematisch meegenomen in de maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s) voor hoogwaardig openbaar vervoer, zowel voor de reeds geplande – want ik veronderstel dat u regelmatig updates doet – als voor de nieuwe projecten?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, als we het hebben over de trambus als alternatieve modus is het inderdaad zo dat de basisvereiste voor hoogwaardig en dus aantrekkelijk openbaar vervoer een hoge commerciële snelheid is en blijft, die vanzelfsprekend een goede doorstroming veronderstelt. Belangrijker dan de modus is dus de mogelijkheid om een zo goed mogelijke doorstroming te kunnen garanderen en een goede commerciële snelheid, vandaar dat een eigen bedding altijd een absoluut pluspunt is.
Het is daarnaast zeker correct om te stellen dat er ten opzichte van spoorgebonden projecten minder investeringskosten gepaard gaan met een trambus, zowel voor infrastructuur als per voertuig.
Daarnaast is er het voordeel van een potentieel versnelde realisatie en de flexibiliteit van die modus. U hebt erop gewezen: bij wegenwerken of calamiteiten is er altijd wel een uitwijkmogelijkheid. Trambussen lenen zich vanwege deze flexibiliteit uitermate goed tot testprojecten om tracés uit te testen op het vlak van capaciteit en reizigersvraag, en om de impact op het verkeer af te toetsen. Een trambus kan worden ingezet als een opstap naar een tram. De trambus wordt trouwens gemaakt in Vlaanderen.
Er zijn ook enkele nadelen: tramvoertuigen hebben nog altijd een grotere capaciteit. De grote Albatrostram bijvoorbeeld heeft een lengte van 43 meter terwijl een dubbelgelede bus 30 meter lang is, en dat is zo ongeveer de lengte van de Hermelijntram. Dat is een verschil. Trams genieten wel van de railbonus en bieden iets meer reiscomfort. Verder is de snelheid beperkter. Zeker als het om lange tracés gaat, biedt de tram voordelen.
Ik heb de Task Force Doorstroming opdracht gegeven om te onderzoeken of er tracés in aanmerking komen voor een trambus. Ik neem dit alternatief mee in de maatschappelijke kosten-batenanalyses.
Het proefproject in Kortrijk ging om een voertuigtest, eerder dan een HOV-test (hoogwaardig openbaar vervoer). HOV gaat niet alleen over het voertuig, maar ook over een eigen bedding of afzonderlijke busbanen in functie van de commerciële snelheid, en daarnaast over frequentie, goed uitgeruste en toegankelijke haltes, geen betalingen op het voertuig en relevante, accurate informatie aan de reizigers. De eerste opmerkingen van reizigers en chauffeurs met betrekking tot het voertuig waren positief, zowel op het vlak van reizigerscomfort, capaciteit, vlotheid van in- en uitstappen – met meerdere deuren – en wendbaarheid van het voertuig. De infrastructuur was hier totaal nog niet op voorzien; men heeft gewoon de bestaande infrastructuur gebruikt. De haltes waren nog niet volledig geschikt voor dit type voertuig, maar de eerste beperkte tests van het voertuig waren positief.
Uit de aanbevelingen voor de toekomst hebben we een en ander geleerd. De regelgeving moet worden aangepast. We moeten de conformiteit van zo’n dubbelgelede bus nog regelen, net als de homologatie. De infrastructuur moet worden aangepast, met de nodige ruimte in functie van de doorstroming. We moeten zorgen voor een verkeersveilige interactie met andere weggebruikers.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik ben zeer tevreden dat u de trambus als een volwaardig alternatief wilt onderzoeken en al de opdracht hebt gegeven om na te gaan welke tracés in aanmerking komen. Ik ben benieuwd naar het resultaat daarvan.
U neemt de trambus mee als alternatief in de MKBA’s. Dat is zeer positief. U hebt niet vermeld of de huidige MKBA’s daar nog eens op worden getoetst, ja dan neen.
De regelgeving moet worden aangepast. Dat hadden we al opgevangen. De trambus in Kortrijk mag daar eigenlijk nog niet rijden. Het is misschien goed om niet te wachten met die aanpassing van de regelgeving. Het parlement is bereid om indien nodig een initiatief te nemen. Dat geef ik maar mee. Dan zouden we meer precies moeten weten wat er moet veranderen om de trambus effectief juridisch mogelijk te maken zodat hij op het gebied van de verkeersveiligheid correct kan rijden.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, ik ben bereid om de optie van een trambus te bekijken. Het succes hangt voor mij grotendeels af van de doorstroming.
We hebben het systeem gezien tijdens ons bezoek aan Stockholm. Ze gebruiken daar dergelijke types. Die rijden wel allemaal in een zo goed als volledig vrije bedding. Dat is een bijzonder belangrijke voorwaarde.
Het is een eeuwige discussie, maar ik blijf erbij dat het comfort voor de reiziger groter is op de tram dan op de bus, zeker als men moet rechtstaan, dat heb ik deze week nog aan den lijve ondervonden. Er is nog altijd een comfortverschil.
Ik ben op zich niet tegen het idee, maar dan moet u zorgen voor een vrije busbaan, zodat men als men met zo’n gevaarte door de stad moet rijden, vlot kan rijden. Dat hebben we – u was erbij – gezien in Stockholm of Göteborg.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Er wordt soms over de trambus gesproken zoals over glamping wordt gesproken. Ik weet niet of u dat kent. Dat is een leuke, avontuurlijke vakantieformule: betaal de helft, ga avontuurlijk op vakantie maar geniet toch van de luxe van een hotel. Het is en blijft echter wel een tent waarin je overnacht. Dat begin je op den duur wel te merken als het een paar dagen regent daar in Zuid-Frankrijk. Gelukkig gebeurt dat niet te veel.
Hetzelfde met een trambus. Minister, ik ben blij dat u zegt dat dit een interessante optie is om op een aantal locaties snel een aanwezig potentieel van reizigers te bedienen of als opstap naar tramprojecten. Ik hoop, collega’s van CD&V, dat ik uw pleidooi voor de trambus niet moet begrijpen als een manier om de lat lager te leggen en om tramprojecten die al een aantal jaren in de steigers staan – en die wat mij betreft iets te veel vertraging oplopen –, te schrappen en over te stappen op de trambus omdat dit toch hetzelfde is. Dat is niet hetzelfde. Uit onderzoek blijkt steevast dat een comfortabele, frequente, goed doorstromende tram nog altijd het meest succesvolle vervoersmiddel is om mensen aan te trekken naar het openbaar vervoer.
Minister, is het niet zo dat de lijnen waarvan de kostendekkingsgraad het hoogste is in Vlaanderen tramlijnen zijn? Ik zou me kunnen vergissen, maar ik dacht dat tramlijn 1 in Gent en tramlijn 3 in Antwerpen de twee lijnen zijn met de hoogste kostendekkingsgraad. Dat is geen toeval. Het zou me verbazen mocht je met een trambus een even groot succes kennen als met een tram.
Dus, ja aan de trambus als opstap naar de tram of om op een aantal plaatsen snel een versterking te kunnen realiseren van het openbaar vervoer, maar neen als het in de plaats van geplande tramprojecten moet komen.
De heer Keulen heeft het woord.
Zo’n debat moet op zeker ogenblik worden geobjectiveerd. Er zijn heel veel behartenswaardige dingen gezegd. We kennen allemaal het begrip ‘trambonus’. Daar bestaan cijfers over. Het moet dus mogelijk zijn om een trambusbonus te becijferen. Over welke reizigersaantallen spreken we om het kostendekkend te maken? Er is ook de doorstromingsproblematiek. Dit is een interessant denkspoor om te onderzoeken, om op een objectieve manier de verschillende modi naast elkaar te zetten, om het debat te voeren en keuzes te maken.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik wil reageren op de collega’s die vragen hebben bij het standpunt van onze fractie. De doorstroming moet er zeker zijn. Trambussen inzetten zonder doorstromingsmaatregelen te nemen, heeft geen enkele zin. Dat is weggesmeten geld.
Wat betreft het stoppen terwijl je rechtstaat, mijnheer Rzoska, moet je de tram en trambus vergelijken op verschillende snelheden. Wij zijn een project gaan bezoeken in Metz waar we rechtstonden in een trambus. Het comfort bij het stoppen was oké. (Opmerkingen van Björn Rzoska)
Die reed inderdaad in eigen bedding. Zonder dat is er geen enkele meerwaarde aan een trambus.
De mogelijkheden moeten grondig worden bekeken. In Kopenhagen worden op de spitsuren op de bestaande tramlijnen trambussen ingezet om extra capaciteit te genereren. We moeten durven verschillende mogelijkheden grondig te onderzoeken.
Mijnheer Vandenbroucke, je slaapt dan wel in een tent in plaats van in een hotel, maar voor sommigen zou het kunnen dat als ze niet in die tent konden slapen, ze helemaal niet op vakantie konden gaan. Daarom moet de trambus grondig worden onderzocht.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik weet niet of het zo’n goed idee is om de huidige MKBA’s retroactief open te gooien. Dat zou ons extra werk opleveren. Ik ben daar niet onmiddellijk toe geneigd.
We gaan zeker niet wachten met de regelgeving. We bekijken dat. Wat betreft Kortrijk was er een heel specifieke problematiek. Het ging om een voertuig dat nieuw moest worden geleverd aan een Zuid-Amerikaans land. Daar speelden ook andere elementen.
De kostendekking van bepaalde tramlijnen is erg hoog. Ik weet niet of die het hoogste zijn, maar dat heeft ook te maken met het feit dat de traminvesteringen gedaan zijn net op die locaties waar er een grote vraag was en dus een grote capaciteit, dus op drukke verkeersassen. Eerder dan de modus zijn daar de locatie en het tracé van doorslaggevend belang.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, ik wil u ook geruststellen. Het is er ons niet om te doen om alle bestaande tramprojecten te wijzigen in trambusprojecten. Het gaat er meer om een opstap naar de tram. De trambus is daarvoor ideaal.
We denken dat we met minder geld meer kunnen doen voor het openbaar vervoer door de trambus geleidelijk aan meer in te schakelen op trajecten die daarvoor geschikt zijn en die voldoen aan alle normen van doorstroming enzovoort. Laat ons dit verder onderzoeken. De minister heeft opdracht gegeven. Zodra duidelijk is waar het kan, laat ons dan hopen dat er binnen enkele jaren echt bestellingen kunnen gebeuren van trambussen zodat deze eindelijk ook hier kunnen rondrijden en niet alleen in proefprojecten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.