Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Op 1 maart 2016 publiceerde de Vlaamse Ombudsdienst zijn jaarlijkse klachtenboek. Het moet nog officieel worden voorgesteld maar het staat blijkbaar wel al op internet. In 2015 hebben de Vlaamse overheidsdiensten 57.443 klachten behandeld. Ik heb ze zelf nageteld en het klopt. Dat is 12 procent meer dan in 2014. Ruim 7 op de 10 klachten gingen over De Lijn. Dat is niet uw verantwoordelijkheid, minister, wees blij. Maar ook de openbare omroep, de VRT, ontving in 2015 fors meer klachten dan in 2014. In 2014 ontving de VRT 3805 klachten. In 2015 kreeg de VRT een recordaantal klachten: 4698 of 22 procent meer dan het jaar voordien.
Volgens de Vlaamse ombudsman is deze stijging vooral het gevolg van het maatschappelijke klimaat. Hij verwijst onder andere naar de aanslagen in Parijs en de vluchtelingenproblematiek, dingen die angst en onzekerheid veroorzaken bij de burgers. Dat heeft, aldus de heer Weekers, gevolgen voor de klachtenstroom. De mensen gaan sneller klagen over gekleurde berichtgeving en overdreven aandacht voor bepaalde thema’s.
Als we de klachtenrapporten 2014 en 2015 vergelijken, stellen we inderdaad vast dat er aanzienlijk meer klachten genoteerd werden specifiek over de VRT-Nieuwsdienst. Dan gaat het over neutraliteit en deontologie. Waar de VRT in 2014 565 klachten ontving, waren er dat 717 in 2015, of 27 procent meer.
Ook met betrekking tot een van mijn stokpaardjes, het correcte gebruik van het Nederlands, ontving de VRT in 2015 meer klachten dan in 2014: 146 tegenover 123, dat is 18,7 procent meer. Het gaat dan over taal- en tikfouten, maar ook over de omgang met dialect in programma’s en het ontbreken van ondertiteling. Klachten over het taalgebruik van deskundigen in een programma, wat hier ook al een paar keer aan bod is gekomen, worden traditioneel nog altijd als ongegrond beschouwd. Daar vindt men bij de VRT dat het belang van de expertise primeert.
Minister, welke initiatieven kunt u nemen, samen met de VRT, om nader te bekijken wat de oorzaken zijn van het hoge aantal klachten in 2015? Misschien is het nuttig om dat eens uit te benen. Is de uitleg van de ombudsman, namelijk het klimaat waarin we leven, dé uitleg, of spelen er nog andere dingen?
Klachten via de sociale media blijken aan een opmars bezig. In het klachtenrapport van 2014 werd dit al beschouwd als een hiaat binnen de dienstverlening van de VRT-klachtendienst. Blijkbaar laat de behandeling van klachten en vragen via de sociale media nog altijd te wensen over bij de VRT. Minister, acht u het wenselijk dat de openbare omroep meer inzet op de klachtenbehandeling van wat via de sociale media opborrelt?
Er zijn in 2015 meer klachten over taal. De huidige beheersovereenkomst stelt dat de VRT met helder, correct en toegankelijk Nederlands taalgebruik mee de norm ervan bepaalt. De passages over taalgebruik werden in de huidige beheersovereenkomst zelfs aangescherpt in vergelijking met de vorige, wat wij in elk geval een goede zaak vinden en vonden. De klachten illustreren dat er nog gevoelige punten zijn, en dat mensen daar ook gevoelig voor blijven, met name voor taal- en tikfouten op websites. Op welke manier zal de openbare omroep, gelet op de bepaling in de beheersovereenkomst en op de gevoeligheden bij kijkers en luisteraars, doorgedreven aandacht blijven besteden aan gevoelige aspecten met betrekking tot het taalgebruik? Welke concrete acties zal de openbare omroep daartoe ondernemen?
Minister Gatz heeft het woord.
Ik heb met betrekking tot uw vraag uiteraard contact opgenomen met de VRT en ook met de Vlaamse ombudsman zelf. Uw vraag is in die zin enigszins prematuur omdat de Vlaamse ombudsman op 23 maart eerstkomende aan dit eigenste Vlaams Parlement zijn rapport en jaarverslag zal voorstellen. Ik vernam van hem dat hij op dat moment ook verdere toelichting zal geven over de klachtenbehandeling bij de VRT.
Ik neem een aanloop alvorens ik uw concrete vragen beantwoord. De basisbepalingen over de Vlaamse Ombudsdienst zijn vastgelegd in het Ombudsdecreet van 7 juli 1998. De Ombudsdienst heeft in dat decreet zes taken gekregen: klachten onderzoeken en bemiddelen; doorverwijzen; voorstellen en aanbevelingen formuleren; meldingen van klokkenluiders onderzoeken en de klokkenluiders beschermen; toezien op de naleving van de deontologische code van de Vlaamse volksvertegenwoordigers; ten slotte klachten of meldingen over discriminatie op basis van geslacht, genderidentiteit en genderexpressie onderzoeken.
De werking van de Vlaamse Ombudsdienst wordt verder geregeld in ons Huishoudelijk Reglement, dat op 23 december 2010 werd goedgekeurd door dit parlement.
Daarnaast is er het Klachtendecreet van 1 juni 2001, dat de eerstelijns klachtenbehandeling door de Vlaamse overheidsdiensten regelt. De Vlaamse Regering heeft de uitvoering van dat Klachtendecreet geregeld met een omzendbrief.
De VRT valt als bestuursinstantie onder toepassing van zowel het Ombudsdecreet als het Klachtendecreet.
Met betrekking tot de VRT-klachtendienst in het algemeen, zal het u niet verwonderen dat niet alleen de VRT maar ook mijn kabinet, het departement en de Vlaamse infolijn af en toe vragen maar ook soms klachten krijgen over de VRT. Dat gaat over de meest uiteenlopende onderwerpen. Vooraleer ik verder inga op de concrete vragen met betrekking tot de VRT zelf, wil ik benadrukken dat ik persoonlijk vind dat de VRT-klachtendienst zeer goed georganiseerd is en uitstekend werk verricht, en wens ik ook mijn appreciatie uit te drukken voor de samenwerking die ik met de klantendienst en de klachtendienst van de VRT heb.
Dat er een stijgend aantal klachten is, en dit geldt niet enkel voor de VRT, is volgens mij ook het gevolg van het feit dat de burger steeds mondiger wordt en dat het in een gedigitaliseerde wereld, via internet, gemakkelijker wordt om klachten en vragen over het beleid te stellen. Dat is laagdrempeliger.
Naar aanleiding van de voorstelling van zijn klachtenboek interviewde De ochtend op Radio 1 Vlaams ombudsman Bart Weekers. Daarbij werd even ingegaan op de VRT. De ombudsman stelde: “De VRT heeft een uitstekende klachtendienst en jullie zijn natuurlijk heel erg aanwezig, wat ook veel klachten genereert.” Daarmee verwees de heer Weekers naar de stelling uit zijn klachtenboek dat de VRT dan weer worstelde met wat hij het “maatschappelijk klimaat” noemt, een maatschappelijk klimaat dat zou bijdragen tot de toename van het aantal klachten bij de VRT. In 2015 waren er 4661 klachten, tegenover 3805 in 2014.
In het klachtenboek van de Vlaamse Ombudsdienst laat de VRT het volgende weten: “Nooit eerder ontvingen we zoveel klachten en klantcontacten als gevolg van het maatschappelijke klimaat. Ondanks alle mogelijke inspanningen voor een correct en efficiënt klachtenbeleid, ondanks de proactieve aanpak, was de klachtenstroom onvermijdelijk.”
Diverse gebeurtenissen – men bedoelt Charlie Hebdo, de aanslagen van 13 november en ook de verhoogde terreurdreiging in Brussel – hebben gezorgd voor een “cocktail die voor veel bezorgdheid en angst zorgde en kritiek genereerde op de ‘gekleurde aanpak’ van de nieuwsdienst en de ‘overdreven aandacht’ voor de gebeurtenissen”, aldus de Vlaamse Ombudsdienst. Daarna lezen we het volgende: “Voor anderen was het net een aanzet om zich actief te engageren. Die burgers hadden dan weer hogere verwachtingen over de berichtgeving van de openbare omroep.” De klachten gaan dus werkelijk in de twee richtingen.
Ik citeer nog een passage uit het klachtenboek: “Nooit heeft de burger zoveel van zich laten horen als in 2015 en nooit heeft de VRT zoveel geluisterd naar de burger als in 2015. Op basis van de gerapporteerde klachten en reacties van de mediagebruiker, werden het aanbod en de programmering in 2015 aangepast en stuurde de directie beleidsbeslissingen bij op maat van de mediagebruikers.” Het klachtenbeheersysteem van de VRT blijft door de Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA) bovendien nog steeds als goede praktijk bestempeld.
Sta me nu even toe in te gaan op de klachten, verwijzend naar de categorieën die u aanhaalt, onder meer de nieuwsdienst. De VRT laat me weten dat 925 klachten betrekking hadden op de nieuwsdienst: 717 daarvan bleken niet gegrond. Het ging om meningen, die wel in het VRT-klachtenrapport werden opgenomen omdat ze het maatschappelijke klimaat in Vlaanderen weergeven. 208 klachten bleken wel gegrond en gingen onder andere over beroepsethische kwesties of het gebruik van beeldmateriaal.
De VRT-klantendienst stelde vast dat bij grote gebeurtenissen, zoals de aanslagen in Parijs en nieuwe evoluties in de vluchtelingencrisis, er heel wat extra klachten binnenkwamen. Men kan dus toch minstens een verband vaststellen. Verder is ook vast te stellen dat het aantal klachten over wedstrijden in 2015 toenam. Dat kwam omdat de nazorg voor wedstrijden bij enkele merken, vooral dan Radio 2 en Sporza, en externe productiehuizen soms faalde. De VRT-klantendienst zal in de toekomst zelf de nazorg nauwer begeleiden, zowel intern als bij externe productiehuizen. Voor de goede orde, we doelen op wedstrijden waarbij mensen iets kunnen winnen of dergelijke meer. Het gaat dus niet over het sportaanbod van de zender.
Daarnaast waren er in 2015 ook nogal wat klachten over het feit dat Sporza.be en Een.be nog geen gebruik maken van de elektronische programmagids. In de loop van 2016 zullen ze dat wel gaan doen, zodat programmawijzigingen sneller kunnen worden gepubliceerd. Omdat er ook bij de distributeurs soms problemen rijzen, zal de VRT hierover met hen overleggen.
Ik kom nu tot uw eerste vraag. De VRT neemt uiteraard alle klachten serieus. Ze liet daarom in 2015, zoals u weet, ook een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren naar de onpartijdigheid van haar nieuwsdienst. De resultaten waren goed, en zijn ook in deze commissie voorgesteld, maar uiteraard blijft de openbare omroep elke dag hard werken aan die onpartijdigheid. Zo stelde de VRT tien richtlijnen op met betrekking tot de onpartijdigheid. Die werden onder de aandacht gebracht van alle medewerkers van de nieuwsdienst en zijn online raadpleegbaar.
Daarnaast organiseert de dienst beroepsethiek regelmatig workshops en infosessies over beroepsethische kwesties. In het klachtenboek van de ombudsman valt specifiek te lezen: “Alle klantcontacten die de VRT bereiken via de verschillende platformen, worden individueel beantwoord. Klachten worden grondig onderzocht en besproken met de betrokken diensten en medewerkers. Dagelijks rapporteert de klachtencoördinator aan alle betrokkenen en worden processen in gang gezet om (...) snelle oplossingen aan te bieden voor occasionele klachten en anderzijds structurele problemen op langere termijn aan te pakken. (...) Mogelijke actiepunten worden opgestart om meerdere klachten te vermijden. Voor occasionele klachten wordt meteen naar een oplossing gezocht. Voor structurele klachten wordt een stappenplan uitgewerkt met tussentijdse evaluaties en rapporteringen aan de directie en/of door de directie aangestelde personen over de stand van zaken.” Met andere woorden, men gaat dus niet over één nacht ijs en men laat de zaken niet zomaar op hun beloop.
Het klachtenboek vervolgt: “De klachtencoördinator betrekt zoveel mogelijk afdelingen bij haar werking. Naast de dagelijkse sporadische contacten, is er wekelijks een vast overlegmoment met de manager beroepsethiek, samen met de voorzitter van de programmacharterraad, het hoofd van de juridische dienst en een vertrouwenspersoon. Klachtcases worden door de manager beroepsethiek meegenomen naar interne en externe workshops voor de opleiding en bewustmaking van programmamakers in de omgang met beroepsethische waarden. Er is maandelijks overleg met de collega’s van de dienst technologie die de klantendienst proactief betrekken bij nieuwe projecten. Doelstelling hiervan is om de ervaring van de klantendienst aan te wenden als de ‘klant’ die mee denkt en kijkt en suggesties aanreikt om een zo groot mogelijk klantcomfort te kunnen bieden van bij de start van een nieuw project.” De klant, dat is dus de kijker.
Verder onderneemt de VRT nog enkele specifieke acties. De VRT-klachtencoördinator geeft bij belangrijke klachten of verscheidene klachten over een bepaald onderwerp advies aan de VRT-afdelingen. De klachtencoördinator rapporteert op geregelde tijdstippen aan het directiecollege welke de belangrijkste klachten over de voorgaande periode zijn. Het directiecollege bespreekt die en beslist welke initiatieven moeten worden genomen. De klachtencoördinator sensibiliseert geregeld medewerkers van de diverse VRT-afdelingen over specifieke onderwerpen die zich aandienen in de klachten en over de klachtenbehandeling zelf. De collega’s van de klachtendienst worden proactief betrokken bij nieuwe projecten om van bij het begin klantgericht te denken bij de ontwikkeling van nieuw aanbod, bijvoorbeeld een videoplatform, de toegankelijkheid van de websites, de webshop en dergelijke meer.
Bovenstaande elementen geven aan dat de VRT al veel inspanningen deed, doet en zal doen om het aantal klachten efficiënt en grondig te beantwoorden. Of dit zal leiden tot een daling van het aantal klachten is moeilijk te voorspellen, omdat ik denk – zoals ik ook reeds in het begin van mijn antwoord heb gezegd – dat met enerzijds de groei van de mondigheid van de burger en anderzijds de digitalisering en het internet, het veel makkelijker is om klachten in te dienen en het aantal klachten dus nog kan blijven toenemen.
In het klachtenrapport van 2014 haalde de openbare omroep het volgende punt zelf aan: “Klachtenbehandeling via de sociale media dringt zich op, al zien we hier een hiaat in het wettelijk kader.” De VRT is gebonden aan het Klachtendecreet van de Vlaamse Ombudsdienst, waarin niets vermeld staat over klachtenbehandeling via sociale media. Ook in 2015 werd er geen wettelijk kader gecreëerd voor het behandelen van klachten via die sociale media. De VRT-klantendienst heeft er dan ook voor gekozen om de klachten die haar toch bereiken via dat kanaal, af te leiden naar de officiële klachtenprocedure. Dat lijkt me een goede oplossing. Zo krijgen mensen die via sociale media een klacht delen alsnog een antwoord, zij het via de officiële weg per brief of per mail.
De klantendienst van de VRT is ervan overtuigd dat een wettelijk kader rond klachtenbehandeling op sociale media noodzakelijk is om zijn dienstverlening verder uit te breiden. De klantendienst heeft vorig jaar dan ook zelf al enkele stappen gezet in het kader van klachtenbehandeling via sociale media. Zo maakte men vorig jaar alvast het twitteraccount @vrtpubliek aan. De klantendienst gaat momenteel na hoe hij dat account in 2016 meer kan inzetten voor het behandelen van klachten.
De behandeling van klachten via sociale media kan vandaag onder de bestaande procedures, maar de vraag is of dit anders dan wel beter kan. Het Klachtendecreet en de werking ervan in de praktijk wordt permanent geëvalueerd en in het kader van de evaluatie en van een eventuele herziening van dit decreet, zal ook de aanpak van klachten via sociale media onder de loep worden genomen, zo stelde de Vlaamse ombudsman. Ik vermoed dat dit ook dus een element zal zijn in de toelichting van de Vlaamse ombudsman op de voorstelling van het jaarverslag op 23 maart in dit parlement.
De beheersovereenkomst stelt inderdaad onder strategische doelstelling ‘informatie, cultuur en educatie prioritair’ en meer bepaald bij de breed-educatieve rol: “De VRT hanteert de standaardtaal. Via helder, correct en toegankelijk Nederlands taalgebruik bepaalt de VRT mee de norm ervan. Tussentaal en dialect kunnen enkel per uitzondering en in het belang van een breder concept van een programma en/of andere mediadienst. De VRT speelt een actieve rol in het stimuleren van de taalbeleving van de Vlaamse mediagebruikers en werkt mee aan en/of neemt initiatieven rond onder meer taalverwerving en taal-en spreekvaardigheid.”
De VRT heeft voor 2016 een taalactieplan gemaakt dat inzet op bewustmaking, evaluatie en begeleiding. De taaladviseur van de VRT waakt over de opvolging en uitvoering van het actieplan. Ik geef zijn concrete actiepunten. Vanaf dit jaar organiseert de taaladviseur informatiesessies voor (nieuwe) interne en externe programmamakers over de geldende afspraken in verband met taalgebruik, bijvoorbeeld het taalcharter, regels voor open en gesloten ondertiteling en uitspraaknormen. Dit is een nieuw initiatief in 2016 waarvan een eerste sessie wordt gepland voor de tweede helft van april.
Tweede actiepunt is het screenen van radio- en tv-programma’s, met bijzondere aandacht voor entertainmentprogramma’s, op het gebruik van standaardtaal, tussentaal en dialect. De VRT wil extra inzetten op de rapportering van de permanente screening aan de betrokkenen, het management en de directie. Dit zal permanent gebeuren via een maandelijkse rapportering.
Derde actiepunt is het proactief overleg met het netmanagement over het nieuwe aanbod, bijvoorbeeld nieuwe programmaformats en stemmen, met het oog op opleiding en coaching van presentatoren (logopedie, schrijf- en spreektraining) in samenwerking met Talent en Ontwikkeling. Ook dit zal in 2016 permanent gebeuren via bestaande vergaderstructuren en -momenten.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijzonder uitvoerig en gedetailleerd antwoord, waar we zeker iets mee kunnen. U hebt gelijk dat het feit dat er meer klachten komen, niet noodzakelijk een gigantisch probleem is voor een instelling.
In een vorig leven was ik communicatieverantwoordelijke voor de Vlaamse Milieumaatschappij. Elk jaar stuurden we een brief naar de mensen die een heffing moesten betalen op het afvalwater, gebaseerd op hun drinkwaterverbruik. Ze kregen elk jaar een aanslag die ze zonder veel morren betaalden. Tot ik de snode ingeving kreeg om een foldertje mee te sturen om uit te leggen waarvoor die heffing diende, namelijk voor de afvalwaterzuivering en dat er vrijstellingen konden worden gegeven in bepaalde gevallen. Het resultaat was een lawine aan vragen, klachten en reacties. De dienst Heffingen was razend op de dienst Communicatie. Daarmee wil ik aangeven dat het niet altijd een probleem is om mensen te informeren en dat zij daarop reageren. Dat kan zelfs positief zijn.
U zegt over het taalgebruik dat de VRT meer dan vandaag zal screenen en proactief te werk zal gaan. Ik vind dat prima. Er zijn ook nieuwe dingen zoals websites waar teksten op staan en waar naar de kwaliteit ervan moet worden gekeken. De kwaliteit moet ook daar primeren op de snelheid. We hebben dat ook gezegd over het beeldmateriaal in nieuwsuitzendingen.
U zegt verder dat er werk wordt gemaakt van omgaan met de sociale media en met wat daar opborrelt. U geeft enkele concrete stappen aan. Ook dat is een goede zaak. We zien dat de openbare omroep wat achterop hinkt in vergelijking met bepaalde bedrijven en overheidsinstellingen. Sommige staan al heel ver in het inspelen op de sociale media.
Hoe dan ook, kwaliteitscontrole blijft belangrijk op alle vlakken bij de openbare omroep voor een neutrale, onpartijdige berichtgeving. Dat is blijkbaar een grote oorzaak van klachten en gemor omdat de neutraliteit en de onpartijdigheid er niet altijd is. Dat is zeker een blijvend aandachtspunt. Kwaliteitscontrole blijft noodzakelijk. Deze week is er weer het voorbeeld van het item in Iedereen Beroemd dat gemor oplevert, en terecht. Het is jammer dat een huis met zoveel deskundigheid en zoveel gedreven mensen er niet in slaagt om dat soort onnozelheden te vermijden.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dank u voor uw grondig antwoord. Het is wat voorbarig. U geeft ons nu inzicht in de details van de vragen, maar het rapport moet nog worden voorgesteld.
De VRT heeft vorig jaar een heel moeilijk jaar gehad. Er waren besparingen, er zijn fouten gemaakt en er is een algemeen klimaat van onrust in de maatschappij dat zich vertaalt in klachten. De VRT wekt heel hard aan onpartijdigheid. Het onderzoek daarover dat hier is gepresenteerd, toonde ook dat de VRT heel hard inzet op onpartijdigheid en daar goed in slaagt. Als vanuit de bevolking de indruk komt dat die onpartijdigheid er niet is, dan moet daaraan worden gewerkt. We moeten ook zeggen dat het vorig jaar niet geholpen heeft dat een aantal ministers en een partijvoorzitter zich heel negatief hebben uitgelaten over de onpartijdigheid van de VRT, naar aanleiding van De Afspraak en de verschillende incidenten. Ik kan me best voorstellen dat dit burgers inspireert om ook dergelijke klachten te formuleren.
U hebt iets heel interessants gezegd met betrekking tot het omgaan met klachten via sociale media. Daar is geen decretaal kader voor. Misschien is het interessant voor ons om na te gaan of we dat in een decretaal kader kunnen krijgen. Dat zal ongelooflijk moeilijk worden. Het mag allerminst de bedoeling zijn dat we de vele internettrollen die opereren onder vele aliassen, voeden. Als we een kader maken, moeten we zeker zijn dat we daar onze energie niet in stoppen. We kunnen uiteraard wel nadenken over hoe we dat kunnen aanpakken.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik was zeer blij dat u begonnen bent met te zeggen dat dit rapport nog officieel voorgesteld moet worden, namelijk op 23 maart hier in dit parlement. De voorzitter weet dat ik verbaasd was dat deze vraag is doorgelaten.
Het staat op de website.
Het staat niet op de website van het parlement en niet op het intranet. We hebben nog geen gedrukte versie gekregen. Het staat wel op de website van de Ombudsdienst, maar je moet goed zoeken. Het eerste rapport dat je tegenkomt, is dat van vorig jaar.
Ik zal daar nu geen discussie over lanceren, maar in heel wat commissies van ons parlement is het wel de gewoonte dat het verslag van de ombudsman in zijn aanwezigheid grondig wordt besproken. Dat wordt nu een beetje onderuit gehaald. Maar goed, na veel zoeken hebben we het verslag toch gevonden en ik vond het allemaal niet zo negatief. Ik lees dat er meer klachten zijn, maar dat er veel beter wordt geluisterd en dat de klachtencoördinator zijn werk beter doet dan vroeger. Het woord beter komt geregeld voor. Ook met de sociale media is men gestart, maar dat is allemaal nog niet bekend genoeg.
Wat de minister daarover zegt, namelijk dat de decretale basis ontbreekt, is interessant. Ik vraag me inderdaad af hoe we dat gaan regelen. Hoe kan men op een goede manier omgaan met iemand die op Twitter in 140 tekens een klacht formuleert? Er is dan namelijk geen uitgebreide mail of brief met een beetje motivering om van te vertrekken. Voor De Lijn ligt dat anders. ‘Er is vertraging, wanneer komt mijn volgende bus’, op dergelijke berichten kan men heel snel repliceren. Bij de VRT gaat het over gevoelige thema’s, zoals de onafhankelijkheid van nieuwsredacties. Het wordt moeilijk om dat decretaal te kaderen, maar ik hoop dat de ombudsman zelf daarvoor misschien een suggestie kan doen. In de vorige legislatuur was ik lid van de commissie Binnenlands Bestuur en op aangeven van de ombudsman hebben we toen toch een tweetal keer het Klachtendecreet verbeterd. Misschien kan dat nu ook, maar daar moeten de collega’s van de commissie Binnenlands Bestuur zich maar over buigen, want in de klachtenbehandeling worden sociale media natuurlijk voor heel veel instellingen belangrijk.
Ik ben echter heel tevreden met uw heel uitgebreid antwoord, minister, waaruit ook blijkt dat zeer zorgvuldig wordt omgegaan met de klachtenbehandeling bij de VRT.
Voor ik de minister het woord geef, wil ik op het volgende wijzen. We hadden de ombudsman kunnen uitnodigen om zijn verslag te komen toelichten, om het dan later met de minister te bespreken. Misschien was dat hoffelijker geweest, maar ik kan niet beletten dat, als de ombudsman in de pers of op websites een rapport publiceert dat betrekking heeft op de uitvoerende macht, de minister daarover wordt ondervraagd. Misschien kan collega Vandaele volgende keer voorstellen een bespreking te organiseren met de ombudsman, maar nu kon ik zijn vraag om uitleg moeilijk weigeren. Was het document niet gepubliceerd geweest, waren er geen verklaringen in de pers geweest, dan was de situatie anders geweest.
In sommige commissies wordt zo’n vraag dan uitgesteld tot een later moment waarop ze degelijk voorbereid kan worden besproken. Misschien kunnen we het volgend jaar anders toen, tenzij we met de commissie beslissen dat we het nooit anders zullen doen natuurlijk.
Ik geef maar aan waarom ik de vraag op de agenda heb gezet.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik heb nog één bedenking bij de problematiek van klachten via de sociale media. Het is inderdaad raadzaam dit element door te praten met de ombudsman zelf. Hij is niet alleen een uitstekend ombudsman, maar ook een uitstekend jurist en een dergelijk thema past in punt drie van zijn opdracht, het formuleren van voorstellen en aanbevelingen. Deze keer zou het wel om een ‘generiek’ punt gaan, dat geen betrekking heeft op een materieel probleem in de werking van een overheidsdienst, maar op een formele procedure. Ik pleit er alleen voor op te passen voor al te veel microregulering. Soms zijn de opmerkingen op de sociale media inderdaad zeer kort en snel geformuleerd, maar we moeten klantgericht zijn. Wanneer we die klachten afleiden naar de officiële procedure, dan krijgen ze zeker een goed, inhoudelijk antwoord. Kan het nog beter, sluitend en met een beter draagvlak? De ombudsman is zeker de juiste persoon om u en ons daarin te adviseren. We kunnen over dit element zeker nog verder debatteren, al dan niet in het kader van een parlementair initiatief, zoals mevrouw Segers suggereerde.
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega Segers, u lijkt de redenering een beetje om te draaien. U zegt dat als politici kritiek hebben op de omroep, de mensen dan volgen. Ik zie dat eerder omgekeerd. Als ik hoor dat mensen problemen en bedenkingen hebben, dan ben ik als politicus de spreekbuis van die achterban, van de mensen die ons uiteindelijk hebben verkozen. Ik zie ons eerder als doorgeefluik van vragen van de bevolking dan dat we de bevolking in de een of andere richting opjutten.
Collega Brouwers, ik hoop dat u ons politici – u bent er zelf eentje – nog de kans zult geven om ons politiek werk te doen. Als ik ergens een rapport vind en verklaringen lees die betrekking hebben op het beleid, dan heb ik het recht daarover vragen te stellen. U, voorzitter, kon niet anders dan dat toestaan, want anders maakt u het parlement dood en ik weet dat dat niet uw bedoeling is. Als een rapport verschijnt en er wordt over gepraat, dan moeten we toch niet wachten op de receptie waar het officieel wordt voorgesteld om er een vraag over te stellen. Dat is echt te gek voor woorden. Als dat volgend jaar op dezelfde manier verloopt, dan zal ik opnieuw een vraag om uitleg indienen, zonder te wachten op de presentatie, en zal ik niet vragen om de ombudsman uit te nodigen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.