Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, wij zijn nooit voorstander geweest van het gratis kilowattuur omdat daarmee niet het gewenste doel werd bereikt. Wij waren eerder voor harde maatregelen op het vlak van energie-efficiëntie.
Maar er was toch één klein voordeeltje aan: de koppeling aan het Rijksregister. Via een eenvoudige vraag, via mail bijvoorbeeld, aan de twee grote operatoren, Infrax en Eandis, kon een oplijsting worden verkregen van het aantal eenpersoonsgezinnen, het aantal tweepersoonsgezinnen, het aantal driepersoonsgezinnen enzovoort, en hun gemiddelde verbruik. Zo konden we heel wat nuttige gegevens achterhalen. Zo konden we zien dat het verschil tussen een eenpersoonsgezin en een meerpersoonsgezin niet altijd lineair is. Het klopt niet, zoals soms op de website staat, dat eenpersoonsgezinnen 600 kilowattuur verbruiken; soms zitten ze ook op een verbruik van 2500 kilowattuur. Er zat met andere woorden voldoende relevante informatie in.
Uit een antwoord op een schriftelijke vraag, die ik stelde op 13 januari 2016, blijkt dat deze relevante informatie niet meer ter beschikking is sinds 1 januari 2016. De koppeling van de gegevens uit het Rijksregister aan het energieverbruik is er niet meer automatisch. Wij vinden die echter net belangrijk om een aantal denkoefeningen te kunnen doen. De koppeling kan nuttig zijn bij het bespreken van een energievisie en een energiepact. Ze kan nuttig zijn in het licht van onze toekomstige discussie over energiearmoede. De koppeling lijkt ons met andere woorden bijzonder interessant voor het kaderen van het energiebeleid.
We stellen zelfs voor om de openbaredienstverplichting van de distributienetbeheerders uit te breiden met het verzamelen van de relevante gegevens via de koppeling.
Minister, beschouwt u het als een meerwaarde om de koppeling weer in leven te roepen om zo over de relevante informatie te kunnen beschikken? Mij lijkt die niet alleen nuttig om te weten wat het verbruik is per profiel, maar ook om fraude tegen te gaan, om energiearmoede te kunnen opvolgen enzovoort.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, tijdens het doorlopen van de in de energieregelgeving vastgelegde procedures bij wanbetaling, met name een cascade van facturen, herinneringsbrieven, ingebrekestelling, plaatsing van de budgetmeter en de mogelijke opstart van een afbetalingsplan, lichten de distributienetbeheerders de OCMW’s in, waarna deze dan samen met de klant oplossingen voor energieschulden kunnen uitwerken. Daarbij kan rekening worden gehouden met de globale gezinssituatie, waaronder de gezinsgrootte. Voor klanten waarvoor de distributienetbeheerder op het einde van de procedures bij wanbetaling geen oplossing voor de schulden kan afspreken, wordt een aanvraag tot afsluiting voorgelegd aan de lokale adviescommissie (LAC). Deze commissie, waarin naast de netbeheerder ook het OCMW zetelt, kan in haar advies ook rekening houden met de gezinsgrootte. In het kader van de strijd tegen kinderarmoede is de aanwezigheid van jonge kinderen dan zeker een element.
Gegeven de bestaande procedures en de oplossing op maat voor elk gezin die nu al wordt gezocht, lijkt het me in het kader van de strijd tegen energiearmoede geen meerwaarde te zijn dat de netbeheerders systematisch over gegevens over de gezinssamenstelling zouden beschikken. Wat het verbruik betreft, is er reeds in de energieregelgeving een openbaredienstverplichting voor de distributienetbeheerders om de afnamegegevens van gezinnen en bedrijven per sector op te volgen. Elke distributienetbeheerder moet jaarlijks voor 1 mei het aantal afnamepunten en de afgenomen hoeveelheid elektriciteit en aardgas per sector tijdens het vorige kalenderjaar aan het Vlaams Energieagentschap rapporteren. Deze informatie wordt dan verwerkt in de Vlaamse energiebalans. Een verdere verfijning van de verbruiksdata zou inderdaad meer inzicht geven in verbruikstrends en de achterliggende verklaringen.
De gezinssamenstelling is echter slechts een van de bepalende factoren voor het verbruik. Vooral het woningtype, maar ook de aanwezigheid van energiebesparende maatregelen en het gedrag van de inwoners hebben een belangrijke invloed op het energieverbruik. De koppeling met het aantal gedomicilieerden in het Rijksregister volstaat niet om voldoende inzicht te verkrijgen in het verbruik van de gezinnen. In plaats van het uitbreiden van de huidige openbaredienstverplichting van de netbeheerders om globale afnamedata per sector te rapporteren, meen ik dat we beter mikken op de mogelijkheden die slimme meters hebben op het vlak van de registratie van verbruiksgegevens en de ontsluiting ervan.
Voorts volg ik met interesse de evoluties op de markt van innovatieve energiemonitoringsystemen die op basis van detailmetingen van het verbruik meteen ook tips geven om energie te besparen.
– Tinne Rombouts treedt als voorzitter op.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik dank u voor het antwoord. Het verwondert me ten zeerste, want een slimme meter geeft geen extra informatie over de gezinssamenstelling of de aard van de woning. Als u zegt dat u zoekt naar een methode om de aard van de woning te kennen – een appartement, een halfopen of een open bebouwing, een oude of jonge woning – dan zal de slimme meter u niets meer leren dan een gewone meter.
Ik stel vast dat de koppeling eigenlijk niets kost. Tot 31 december 2015 was die er. Elke koppeling die met een databank kan worden gemaakt, kan eventueel nuttige informatie opleveren, zoals het verbruik volgens gezinssamenstelling. Ik begrijp niet waarom u daar niet een meerwaarde in ziet.
Sta me toe een ander voorbeeld te geven. De groenestroomcertificaten voor zonnepanelen van minder dan 10 kilowattpiek zijn er niet meer. In een schriftelijke vraag vroeg ik u hoe u het verbruik zult meten, zodat we weten hoeveel hernieuwbare energie er wordt geproduceerd. U antwoordde dat die hoeveelheid zal worden geschat. Dat kan nu ook niet anders, want om die hoeveelheid te bepalen hebt u de slimme meter nodig. Daarmee kan men dat exact bepalen. We hebben wel al een zekere informatie, op basis van de waarde van de omvormer, zij het dat die meestal overgedimensioneerd is, als men die überhaupt al aangeeft, maar dat is dan weer de vraag rond fraude. Hoe dan ook, vandaag zeggen dat u de koppeling met de gezinssamenstelling niet nodig hebt, verrast me zeer.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, ik begrijp uw pleidooi niet goed. U zegt zelf dat “wij” voor de afschaffing van gratis kilowattuur waren omdat die maatregel niet erg efficiënt was. Ik meen me toch te herinneren dat die afschaffing ten dele steunde op het feit dat de juiste gegevens over de gezinssamenstelling niet altijd tot bij de leverancier geraakten. Dat verklaart waarom 5 tot 10 procent van de gezinnen…
7 procent.
7 procent ligt tussen 5 en 10 procent. Dat verklaart waarom 5 tot 10 procent van de gezinnen de gratis elektriciteit waar ze recht op hadden, niet kregen. Als die uitbreiding er toch zou komen, blijft men sowieso met gegevensverlies geconfronteerd.
Ik stel me ook vragen bij het voorstel om de koppeling te maken. Zal dat niet zorgen voor problemen met de privacy?
De heer Danen heeft het woord.
Ik blijf betwisten dat gratis elektriciteit geen goede maatregel was. Een grote groep gezinnen heeft daar veel aan gehad. Het ging om een sociale correctie. Er waren onbedoelde neveneffecten, maar dat is wel meer het geval met maatregelen. Ik val die maatregel dus niet af. Zeker voor grote kwetsbare gezinnen was dat een mooie opsteker. Natuurlijk moest iemand die betalen, en dat waren vaak de grote verbruikers.
Wat de koppeling tussen databanken betreft, zijn er argumenten pro. Toch wil ik waarschuwen voor de verspreiding van de gegevens. De privacy is erg belangrijk. Ook in het federaal parlement is daarover enkele weken geleden gediscussieerd. Het kan dat mensen op een bepaald moment erg weinig verbruiken omdat hun partner bijvoorbeeld langdurig in het ziekenhuis ligt. Men zou dan kunnen veronderstellen dat er fraude wordt gepleegd omdat er weinig wordt verbruikt. Daarvoor moeten we waarschuwen. Een heksenjacht is uit den boze. We mogen de onbedoelde en kwalijke neveneffecten niet uit het oog verliezen.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Ik stel voor dat we hier niet een groot debat over de privacy openen. Een van de argumenten om de gratis elektriciteit af te schaffen was de omvang van de overheadkosten. Vaak was het ook zo dat men de doelgroep niet bereikte, wegens informaticatechnische redenen. Ben ik ertegen dat men die informatie heeft? Neen. Maar ik hoed me er toch wel voor om op basis van die informatie grote conclusies te trekken. Want dat is de les die we hebben getrokken uit de gratis kilowattuur: de overheadkosten zorgen soms voor foute conclusies. Vaak gaat het om mensen die meer verhuizen dan gemiddeld. Het zorgt ervoor dat men niet steeds over de juiste informatie beschikt. Ik wil dat zeker nog eens bekijken, maar ik hoed me voor grote conclusies, want dat zou kunnen leiden tot foute beslissingen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik zal de discussie anders voeren. Wat ik zeg, heeft niets met heksenjacht en inbreuken op de privacy te maken. Men kan met een nauwkeurigheid van 93 procent meten, dankzij de koppeling met het Rijksregister en het rijksregisternummer. Er wordt veel getoeterd over een energievisie en een energiepact. Wel, in dat kader is dat toch erg belangrijk.
Ik geef een voorbeeld, zonder daar grote conclusies aan te verbinden. Kijk naar de website van de VREG. Het gezinstype ‘1 persoon’ is goed voor 600 kilowattuur. In werkelijkheid gaat het om 2200 tot 2500 kilowattuur. Wel, dan vind ik het wel een belangrijke beslissing. Ik begrijp dus niet waarom u de koppeling niet opnieuw zou aanvragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.