Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dit is eigenlijk een opvolgingsvraag en het was vrij verwarrend om in te schatten waar die zou terechtkomen. Vorige legislatuur viel deze kwestie onder Innovatie. Ik dacht dat ze nu bij Algemeen Beleid zou horen, maar ze is hier terechtgekomen. (Rumoer)
Ik heb het niet alleen over de proeftuinen, maar ook over alles met betrekking tot de laadpalen en dergelijke. Maar het is geen probleem, ik voel me hier heel welkom.
Sinds begin dit jaar kan de Vlaming een premie krijgen tussen 2500 en 5000 euro bij de aanschaf van een zero-emissiewagen. De premie werd gedifferentieerd op basis van de catalogusprijs. Die is omgekeerd evenredig en dat lijkt me perfect verdedigbaar. Het is heel logisch: wagens met een cataloguswaarde van minder dan 31.000 euro krijgen de hoogste premie en wagens boven de 61.000 euro de laagste. De idee is natuurlijk om zo veel mogelijk mensen ertoe aan te zetten een zero-emissiewagen te kopen.
Onze partij en ik hebben altijd heel hard gestreefd naar technologieneutraliteit. Met de maatregelen die we nemen, moeten we ervoor zorgen, ook als we bepaalde technologieën stimuleren, dat andere technologieën daardoor niet vertraagd worden.
De premie bestaat voor alle zero-emissiewagens, maar is de facto voornamelijk bestemd voor elektrische voertuigen. Er zijn ook waterstofvoertuigen. In Vlaanderen zijn momenteel twee van dergelijke voertuigen beschikbaar. Ik ben op het Autosalon geweest, en die twee wagens werden daar met veel bravoure voorgesteld en gepromoot.
Waterstofwagens hebben een aantal duidelijke voordelen ten opzichte van elektrische exemplaren: het rijbereik en het tankcomfort. De grootste nadelen zijn dat er nog totaal geen tankinfrastructuur bestaat en de hoge aanschafprijs. De technologie van de elektrische wagen staat iets verder en is maatschappelijk al meer geaccepteerd.
De huidige aanschafprijs voor een waterstofwagen ligt rond 65.000 euro, en dat is een bescheiden wagen aangedreven met waterstof. Een premie van 2500 euro is van toepassing. Het is echter verdedigbaar om in de premietoekenning ook een differentiatie op basis van brandstof toe te passen. In uw plan inzake 'Clean Power for Transport' staat dat u technologieneutraal wilt zijn. Dat is een mooie betrachting. Wij staan daar volledig achter.
Door de differentiatie van de premie kan men voor een waterstofwagen alleen de laagste premie krijgen. De wagen is gewoon nog niet beschikbaar voor lagere bedragen. Daardoor gaan we de elektrische wagen bevoordelen op de waterstofwagen, en dat wou ik ter sprake brengen.
De tankstations zijn nog bijna onbestaande. Toyota werkt aan het eerste in Zaventem. Colruyt is ermee bezig, maar dan voor de heftrucks die men daar gebruikt. In Antwerpen is er een. Stelselmatig wordt het wel uitgebouwd, maar het is nog zeer bescheiden. Er zal slechts één station publiek toegankelijk zijn, en dat is dat in Zaventem.
Wat is het bereik van de premie? Kunt u een overzicht geven van de cijfers? Hoeveel zijn er al aangevraagd? Hoeveel heeft dat al gekost? Gaan we er komen met het voorziene bedrag? Welke prijscategorieën zijn het best vertegenwoordigd? Zijn er al premies aangevraagd voor waterstofvoertuigen? Ik vermoed van niet.
Welke concurrentie ziet u voor het uitsluiten van die waterstoftechnologie?
De aardgasfederatie heeft op eigen initiatief ook voor compressed natural gas (cng) een premiestelsel uitgebouwd. Ze hebben daar 330.000 euro voor beschikbaar, tot eind februari of “tot het potje leeg was”. Dat bleek al eind januari het geval te zijn. Dat is natuurlijk een louter commercieel initiatief. Het gaat erom de cng-wagens ingang te doen vinden. Dat zal natuurlijk terugverdiend worden met het gebruik en de verkoop van cng zelf. Toch is het een goede aanmoediging geweest om mensen een cng-wagen te doen kopen. Er is ook reclame op de radio van DATS 24, een onderneming van Colruyt.
In Duitsland geeft men een premie van 5000 euro voor een elektrische wagen. Daarvan wordt 40 procent betaald door de sector. Dat idee moeten we eens van dichtbij bekijken.
Ik las een artikel van Vic Heylen in Het Laatste Nieuws eind januari. U kent de man. Hij was hier uitgenodigd naar aanleiding van de sluiting van Opel als absolute expert in de automobielsector. Hij zegt vlakaf dat de elektrische wagen voorbijgestreefd is en dat we dringend moeten gaan inzetten op de waterstofwagen. Ik blijf liever nog wat op de vlakte, we moeten daar voorzichtig in zijn, maar er is zeker iets voor te zeggen want de waterstofwagen heeft ontegensprekelijk voordelen ten opzichte van de elektrische wagen. We moeten daarop inspelen.
Als je het mij vraagt, hebben we met de elektrische wagen al heel wat kansen gemist, niet uw verantwoordelijkheid, minister, maar door allerlei omstandigheden. We mogen dat absoluut niet doen met de waterstofwagen. De technologie is hier. We hebben zeer vooruitstrevende bedrijven. Van Hool heeft de kennis in huis voor bussen op waterstof. We moeten dat valoriseren. Ik roep sterk op om daar verder op in te zetten.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, omtrent onze nieuwe maatregelen proberen we transparant te communiceren via onze website. Ik heb www.energiesparen.be even geopend voor uw vraag over de premies. Mijn informatie was al achterhaald. Intussen is van de 5 miljoen euro die we hadden uitgetrokken voor 2016, nog 3,518 miljoen euro beschikbaar. Het totaal aantal aangevraagde premies bedraagt 323, waarvan er 110 in de categorie onder de 31.000 euro zitten, 207 in de categorie tussen 31.000 euro en 41.000 euro, 6 in de categorie boven de 61.000 euro en nul waterstofwagens.
We merken dat onze premie vooral werkt in de categorie waar ik het meest belang aan hechtte. Dat is de reden waarom we voor de eerste categorie een premie hadden van 5000 euro en voor de duurste een premie van 2500 euro. We willen net inzetten op de kleine wagens, voor mensen die een wagen willen voor beperkt bereik of als tweede wagen.
We merken dat het werkt. Er zijn er maar zes in de duurste categorie. Het merendeel van de premies zit dus in de lage categorie of de middencategorie.
We hebben nu nog 3.518.000 euro. We monitoren dat in functie van de verkoop die er normaal gezien is in een bepaald jaar. We weten dat er in een jaar met een Autosalon tijdens de periode van het Autosalon altijd proportioneel meer wagens worden verkocht, en dat dat nadien wat daalt. Er zit een bepaalde curve in. We zullen een eerste monitoring doen tegen het eind van deze maand.
We willen een kickstart voor de markt. Het is niet de bedoeling om een oneindige subsidiëring te geven. We willen gewoon genoeg wagens op de markt hebben, zodat de laadinfrastructuur op een natuurlijke manier volgt. We zullen tegen april een eerste monitoring doen, om te weten of we de premies sneller zullen moeten afbouwen. We hebben normaal gezien al het plan dat die 5000 euro volgend jaar 4000 euro moet worden. Maar als we de markt sneller op gang krijgen, is dat een heel goede zaak. Dan zullen we de premie misschien sneller kunnen afbouwen.
Op dit ogenblik denken we dat we met die 3,5 miljoen euro nog vrij ver in het jaar zullen komen. Misschien kunnen we het jaar helemaal uitdoen. Als het nodig is, bouwen we eventueel sneller af. Het is de bedoeling dat we binnen die enveloppe blijven. Ik vind dat heel belangrijk. Het is een investeringssteun. Het is een steun bij aankoop, die heel sterk gemonitord wordt zodat we niet snel tot een oversubsidiëring komen.
We monitoren ook de evolutie van de prijs van de wagens. Dat is ook van belang. Als er op een bepaald moment een grote prijsdaling zou zijn van elektrische wagens, dan vind ik ook dat we onze premies daaraan moeten aanpassen. Er zijn nu in totaal voor 1,4 miljoen euro premies aangevraagd.
Ik ben het helemaal met u eens als u zegt dat de overheid technologieneutraal moet zijn. En ook als u zegt dat ook waterstof een grote toekomst heeft. Daarom hebben we in ons plan ‘Clean power for transport’ ingezet op zowel elektrische wagens als op waterstofwagens. Maar we zitten vandaag in Vlaanderen nog met een structureel probleem. Het eerste tankstation, in Zaventem, gaat pas in mei of juni of juli open. Er zijn plannen voor een tweede tankstation in Wilrijk. Er is echter een grote groep die heel sterk wil inzetten op waterstofwagens. Ik heb met die groep vorige week nog een gesprek gehad. Ik geloof ook echt in waterstof. Dat heeft een aantal duidelijke voordelen. Het bereik is groter en de tankbeurten zijn korter. Bekeken vanuit een consumentenperspectief zijn dat twee objectieve voordelen.
Op dit ogenblik is er wel wat evolutie op de markt. U zegt dat de modellen 65.000 euro kosten. Die prijs daalt op dit moment sterk. De laatste informatie die ik heb, is dat ze gemiddeld naar 55.000 euro zijn gezakt op een paar maanden tijd. De markt komt op gang in Duitsland, en heel voorzichtig in Nederland. En wij voeren een beleid. Daarom zeg ik aan de constructeurs dat, als we die technologieneutraliteit willen, de prijs moet gedrukt worden. Als een waterstofwagen tot 30.000 euro meer kost dan hetzelfde model elektriciteitswagen, dan is dat een te grote kloof.
Ik ben ook bereid om te evalueren of we een aparte premie moeten maken voor waterstofwagens. Op dit moment ben ik daar niet mee bezig omdat we zonder tankstations bijna een virtueel gesprek hebben. Er moeten meer tankstations komen. Daarom staat in ons plan Clean Power for Transport dat we twintig waterstoftankstations willen hebben tegen 2020. Zo zullen we overal in Vlaanderen in een straal van 25 kilometer een waterstoftankstation hebben. We hebben samen met de sector een kaart gemaakt. WaterstofNet is een organisatie waarin zowel de Europese Commissie, die daar subsidiesystemen voor heeft, als de sector en de autoconstructeurs vertegenwoordigd zijn, maar ook de bedrijven die in de waterstof voorzien. Op die kaart kunnen we zien hoe de twintig waterstoftankstations moeten worden geplaatst om een vrij goede dekking te hebben over heel Vlaanderen. We hebben ook een overleg op Beneluxniveau om er aan de grensgebieden voor te zorgen dat die stations niet vlak naast elkaar liggen.
Ik volg die evolutie van nabij. Ik ben het met u eens dat de overheid technologieneutraal moet zijn. Als je de tankstations voor benzine of diesel die er nu zijn, vervangt door een oplaadpunt voor elektriciteit en een waterstoftankstation, dan kan de consument opnieuw kiezen.
Heeft de premie voor compressed natural gas goed gewerkt? De sector heeft die premie gegeven: 2000 euro voor de aankoop van een wagen. Ze dachten dat twee maanden te kunnen doen. Ze hadden daarvoor in een vast bedrag voorzien. Het was na één maand uitgeput. Ze hadden ook een aparte stand op het Autosalon. De sector heeft ook een heel uitgebreide communicatie gevoerd op de radio. We zien in het begin van 2016, in combinatie met de vergroening van de verkeersfiscaliteit, een duidelijke shift naar veel minder dieselwagens, van meer dan 60 procent naar halfweg de 40 procent. Er zijn veel meer benzinewagens, cng-wagens en elektrische wagens. Dat is uiteindelijk het finale doel.
We willen dat de markt op gang komt. Als dat eenmaal gebeurt, volgt de laadinfrastructuur van nature. Dat is heel duidelijk in Nederland. Dat is de grootste vraag vanuit de sector. Daarom vergaderen we ook met WaterstofNet. Er zijn investeerders die willen investeren in tankstations, maar dan moeten de constructeurs ook volgen met de import van wagens volgens de quota die ze aan Vlaanderen geven binnen hun grote merkengroep. Maar ze moeten ook aandacht hebben voor de prijszetting van hun product. Als de wagens te duur blijven in aankoop, blijft de kloof veel te groot en heeft het geen zin om de tankstations een push te geven.
De premie werkt. We monitoren hem heel sterk. De technologieneutraliteit is er. Als we merken dat de tankstations er zijn, moeten we een aparte categorie maken voor de waterstofwagens. Zij zitten nu in de hoogste categorie en hebben dus een premie van 2500 euro, terwijl de kloof tussen de aankoopprijs en de reële prijs het grootst is. Op dit moment focus ik me vooral op de noodzaak om voor de waterstofwagens voldoende tankstations te hebben. Als ik een premie geef, maar er is geen comfort qua laadinfrastructuur, dan ben ik een premie aan het geven die de markt niet op gang brengt.
Ik besluit. We werken elke keer met een premie van 5000 euro voor elektrische wagens. Er moeten voldoende openbare laadpunten zijn tegen 2020. Er moeten twintig waterstoftankstations zijn tegen 2020, met een bereik van 25 kilometer voor elke Vlaming. Voor cng moeten er incentives zijn in de verkeersfiscaliteit. Het doel is om tegen 2020 in elke Vlaamse gemeente een cng-tankstation te hebben. Er moeten er dus driehonderd zijn. We volgen elke keer het parallelle circuit.
Ik sta zeker open voor elke suggestie daarover. We mogen zeker ook niet de bedrijfswagens uit het oog verliezen. Er zijn relatief weinig premies in de hoogste categorieën omdat heel wat van die wagens als bedrijfswagen in de vennootschapsbelasting zitten en dus van het hogere fiscale aftrekregime genieten dat de overheid daarvoor voorziet.
Wat waterstof betreft, wil ik er zeer streng op toezien dat het geen grijze waterstof is. Het moet zuivere waterstof zijn. Dat is altijd mijn signaal aan de sector: ik geef de premies alleen maar als het echt gaat om zero emissie. Waterstof kan op een heel propere manier worden gemaakt, maar er is ook een grijze tussenvorm. Daar wil ik geen premies aan geven.
De heer Diependaele heeft het woord.
Met dat laatste punt moeten we wel voorzichtig zijn. Ook in de productie van elektriciteit is er zeer vuile elektriciteit. Elektriciteit kan heel proper worden gemaakt via windmolens, zonnepanelen enzovoort. Andere elektriciteit is dat helemaal niet. Als u het onderscheid dat u wilt maken bij waterstof, doortrekt naar elektriciteit, dan vrees ik dat u in een heel moeilijke situatie terecht kunt komen. De technologie is nog in volle ontwikkeling. Er zijn zeker mogelijkheden om bij te sturen.
Wat betreft de premies heb ik proberen te volgen. Er zijn 323 aanvragen. Er zijn er 110 voor de premie van 5000 euro. Dat is een bedrag van 550.000 euro. Er zijn 207 aanvragen voor de premie van 4500 euro. Dat maakt 931.500 euro. Er zijn er 6 premies voor wagens van meer dan 61.000 euro. Dat is 366.000 euro. Ik weet niet of het helemaal klopt, maar dat kan ik nalezen in het verslag. Dat komt in totaal op 1.847.000 euro dat al is uitgegeven.
Aangevraagd, nog niet uitgegeven.
Ik had het moeten nakijken, want het staat op de website. Het gaat volgens mij om 920.000 euro per maand. Als we dat doortrekken naar de rest van het jaar, dan hebben we 11 miljoen euro nodig. De vraag is of het nog zal stilvallen, en dat kunnen we niet weten. Als dat niet het geval is, moeten we gaan naar de afbouw van de premie. Als een technologie uit zichzelf voldoende verkoopt en aantrekkelijk is, dan moet de subsidie inderdaad worden teruggebracht. Dat onderschrijf ik ten volle.
De vraag is of er nu meer elektrische wagens worden verkocht. Ik ken niet het volledige cijfer, maar enkel dat van mensen die een premie hebben aangevraagd. Dat komt op 160 wagens per maand. Op jaarbasis betekent dit 1900 wagens. Het kan ook zijn dat mensen nu snel een wagen hebben gekocht omdat ze van de premie wisten, maar dat de verkoop in de tweede helft van het jaar stilvalt. We zullen pas begin volgend jaar weten wat het volledige effect is van de premie. Volgens mijn berekeningen zou het gaan om 1900 wagens dit jaar. In 2014 waren het er maar 1300. Het zou dus een succes zijn, maar het is gevaarlijk om nu al die weg op te gaan. Ik sta achter de premie, maar we moeten goed in de gaten houden hoe het verloopt.
Wat betreft de waterstof hebt u een aantal voordelen opgesomd. Het bereik gaat tot 800 kilometer en de tankbeurt bedraagt 3 tot 4 minuten, wat ongeveer hetzelfde is voor een gewone wagen. Ook het parkeren levert voordelen op. Laadpalen zijn goed en wel, maar ze staan niet op elke parkeerplaats. Met een waterstofwagen kun je parkeren waar je wilt. Om de elektrische wagen op te laden, moet je wachten tot er een laadpaal vrij is. Ook de grondstoffen voor batterijen zijn anders dan die voor een waterstofwagen. Het is belangrijk om de totale voetafdruk in ogenschouw te nemen.
U praat over misschien een nieuwe premie voor waterstof. Mij niet gelaten, maar ik zou dat niet doen. Ik zou eerder nadenken of dit niet beter wordt ingeschaald in de hoogste categorie. (Opmerkingen van minister Annemie Turtelboom)
Dat lijkt me een mogelijkheid.
Ik herhaal nogmaals dat ik achter het principe sta om een subsidie te laten dalen als de technologie aantrekt.
Wat betreft het waterstofnet, hebben we ongeveer driemaandelijks contact met die mensen. Ze leveren heel goed werk. Ze krijgen geld voor de euregio. De Europese Commissie ondersteunt dat met internationale samenwerking.
We geven op dit moment zeer veel geld uit aan laadpalen. Niemand zegt dat u dit onmiddellijk moet stopzetten, maar we moeten er wel goed over nadenken. Is het niet beter om een deel van de centen die we daarin stoppen, naar waterstoftechnologie te laten gaan? (Opmerkingen van minister Annemie Turtelboom)
Het zijn dezelfde sectoren die mee zullen moeten investeren in waterstof. Misschien moeten we met hen rond de tafel gaan zitten om na te gaan welke keuzes we best maken. Ik denk wel dat we grotendeels op dezelfde lijn zitten.
De heer Schiltz heeft het woord.
Ik onderschrijf volledig de filosofie die achter de premie schuilgaat. Als je een korting van 5000 euro toepast op een wagen die 31.000 kost, dan komt die al meer in het bereik van wat meer mensen kunnen betalen voor een wagen. Het is iets anders om een premie van 5000 euro te geven voor een wagen van 61.000 euro. De categorie mensen die meer dan 50.000 euro voor een wagen kan betalen, is zeer klein. In die zin maakt het niet veel verschil als je op die 60.000 euro nu 2500 of 5000 euro korting geeft. Daarom vind ik het verstandig om de hoogste premie aan het lagere segment te geven omdat daarmee het grootste effect wordt teweeggebracht, de meeste auto’s worden vergroend en mensen worden aangespoord tot een gedragsverandering. Bovendien doorbreek je daarmee het mattheuseffect waarbij je toch moet opletten dat bij het geven van subsidies je niet alleen mensen ondersteunt die het eigenlijk toch al kunnen betalen. In die zin pleit ik ervoor om het huidige systeem te behouden.
Mijnheer Diependaele, technologieneutraliteit is altijd een moeilijk evenwicht vinden in welke technologie je extra ondersteunt. In het huidige premiestelsel is het neutraal. Het marktrijp maken van waterstoftechnologie brengt eerder andere ondersteuning met zich mee, vooral inzake tankinfrastructuur. Dat is de grootste hinderpaal. Nadien kunnen die wagens meer in een soort marktconforme prijszetting komen en ook in het reguliere ondersteuningssysteem terechtkomen.
Minister, ik pleit ervoor om nu niet ineens alles overhoop te gooien en vooral de filosofie die aan de basis ligt van het huidige premiestelsel te bewaken.
De heer Danen heeft het woord.
Eergisteren nog heeft Bloomberg laten weten dat zij er heel sterk van overtuigd zijn dat elektrische wagens echt een ‘gamechanger’ zullen worden en dat er een exponentiële curve te zien zal zijn in de verkoop tijdens de volgende jaren. Het is nu nog een stille aanloop, maar daarna in 2022 zou de prijs ongeveer kunnen concurreren met de traditionele wagen. Ik ben dan ook hoopvol.
Op dit moment hebben we nog steeds ambassadeurs nodig voor zero-emissievoertuigen. We moeten zoeken hoe we die wagens nu al – naast de subsidies – nog meer een duwtje kunnen geven. De Vlaamse overheid kan daarin het goede voorbeeld geven. Er zijn heel veel goede intenties, maar de praktische uitwerking of de implementatie blijft nog wat achter. Ik doe nogmaals een oproep dat de Vlaamse overheid in de aankoop of de leasing van nieuwe wagens een tandje bij steekt in het aankopen van zero-emissievoertuigen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Aan dat laatste punt wordt gewerkt in de commissie Economie met innovatieve aanbestedingen. Het is goed dat we allemaal op dezelfde lijn zitten, maar vroeg of laat zullen we moeten springen. Dat moment nadert.
Minister Turtelboom heeft het woord.
In de grafiek van de aankoop van wagens zit 75 procent tussen januari en juli. Nadien valt de verkoop van wagens stil. Vandaar dat we in april een eerste evaluatie zullen doen van de premie. Er was ook het Autosalon. We zullen nagaan hoeveel van de 100 procent in de eerste drie maanden is gevallen, om dan een prognose te maken van hoever we nog komen met de 3,5 miljoen euro. Dan kunnen we zien wanneer we moeten afbouwen. Als eenmaal de markt in gang is, moet de overheid zich terugtrekken. Die les hebben we geleerd uit het verleden.
In verband met de suggestie: ik zou inderdaad geen nieuwe premiecategorie maken. Het is een goede suggestie om te zeggen dat we waterstof toevoegen aan de categorie van minder dan 31.000 euro. Dan blijven we in een vrij eenvoudig systeem.
Voor alle duidelijkheid: de overheid geeft geen geld aan laadpalen. Ik vind dit van cruciaal belang. Wij voeren een beleid om elektrische wagens en waterstofwagens te stimuleren, maar het laden is voor mij niet gratis. Elektriciteit is niet gratis. In Nederland is dat een evidentie. Wij hebben een openbare aanbesteding gedaan voor de distributienetbeheerders met de duidelijke opdracht dat alle prijzen en alle investeringen die door de distributienetbeheerders maar ook door de private sector worden gedaan, gewoon worden doorgerekend aan de klant die oplaadt. In Nederland is dat de gewoonste zaak van de wereld. Ik ga in Vlaanderen nooit het idee geven dat je gratis elektriciteit kunt bijladen voor een elektrische wagen.
In verband met elektrische voertuigen als gamechanger, ben ik het helemaal met u eens. Je voelt steeds meer dat modellen op die manier op de markt worden gebracht.
De rol van de Vlaamse overheid zit ook in onze conceptnota Clean Power for Transport. We moeten dit nog goed bekijken. Minister Homans is er ook van overtuigd dat we zeker voor het eigen wagenpark van de Vlaamse overheid daar heel veel aandacht aan moeten besteden. Het is immers van belang dat we het goede voorbeeld geven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.