Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over het actief opsporen van fraude door de distributienetbeheerders
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Voorzitter, minister, in mei 2015 kopte een Vlaamse krant dat u de strijd zou opvoeren tegen gesjoemel met subsidies voor zonnepanelen, isolatie- en andere energiepremies. U kondigde tevens aan dat u een werkgroep zou samenstellen met vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid, de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) en het Vlaams Energieagentschap (VEA). Zij kregen vier maanden de tijd om een actieplan energiefraude uit te werken. Dat stond al in het regeerakkoord, maar u zou het versneld uitwerken.
Aanleiding was het onderzoek naar grootschalige fraude met zonnepanelen in Limburg. Op basis van de gegevens van de twee distributienetbeheerders (DNB's) bleek dat beiden elk in 2014 ongeveer in 500.000 euro aan subsidies hadden voorzien en uitbetaald. In de commissie Leefmilieu van mei 2015 hebt u daar verdere verduidelijking over gegeven. Intussen zijn we geen vier maar negen maanden verder en ik heb dan ook wat vragen bij de stand van zaken.
Hoe ver staat u met het actieplan Energiefraude? Welke concrete acties werden reeds uitgerold sinds u in mei 2015 hebt aangekondigd dat deze problematiek een prioriteit voor de regering betekent? Hoe dikwijls is de werkgroep samengekomen om het actieplan energiefraude op te stellen?
U hebt ook aangekondigd dat u naast gesjoemel met zonnepanelensubsidies, ook fraude met isolatie- en andere energiepremies intensiever zou opsporen. Hoe ver staat u met die ambitie en hebt u er een zicht op hoe groot die problematiek is? Heeft het personeel van de distributienetbeheerders intussen de bevoegdheid gekregen om vaststellingen te doen, zoals in Wallonië, of moet dit in Vlaanderen nog steeds door de politie gedaan worden?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het wordt misschien wat verdacht als collega Beenders en ikzelf dezelfde vragen beginnen te stellen, maar we hebben nochtans niet samengezeten. Ik heb dezelfde vraag wanneer het actieplan van energiefraude is afgerond, maar ik ga nog iets verder.
Volgens artikel 5.5.3 van het Energiebesluit zijn de distributienetbeheerders bevoegd om maatregelen te treffen als een huishoudelijke afnemer fraude pleegt. Dat betekent concreet dat de afnemer stappen moet ondernemen om de installatie te laten aanpassen conform het technisch reglement. Indien die afnemer dat niet doet, dan kan de netbeheerder gemachtigd worden om over te gaan tot een onmiddellijke afsluiting van de elektriciteits- en/of gastoevoer. De distributienetbeheerder kan op zijn beurt de kosten die verband houden met het ongedaan maken van de fraude, alsook de kosten voor de onrechtmatig afgenomen elektriciteit of aardgas van de huishoudelijke afnemer terugvorderen.
De distributienetbeheerder is echter niet expliciet verantwoordelijk, noch voor het actief opsporen van energiefraude, noch voor het voorzien in een administratieve handhaving door het opleggen van een boete.
Minister, daarom heb ik nog twee vragen bij de reeds gestelde vragen van collega Beenders. De distributienetbeheerders zijn niet expliciet verantwoordelijk om energiefraude actief op te sporen. Vindt u het dan opportuun om bijvoorbeeld een openbaredienstverplichting in te voeren die de distributienetbeheerders actief verantwoordelijk maakt om energiefraude op te sporen? Wat is uw standpunt om de distributienetbeheerders eveneens verantwoordelijk te maken voor de administratieve handhaving en het opleggen van een boete in het geval van fraude?
Minister Turtelboom heeft het woord.
In 2015 heeft de Vlaamse energie-administratie verschillende malen overlegd met de verschillende betrokken actoren. Op basis van dit overleg werd een voorontwerp van decreet Energiefraude uitgewerkt. Dat voorontwerp van decreet leg ik op heel korte termijn voor aan de Vlaamse Regering. Nadien leg ik het uiteraard ook voor aan het Vlaams Parlement want het is een decreet.
Er zijn enkele pistes in het ontwerp uitgewerkt: de uitbreiding van de definitie van energiefraude; de toevoeging van de taak om energiefraude te vermijden en op te sporen aan de in het Energiedecreet voorziene ‘taken van de netbeheerders’, waar collega Beenders naar verwijst; het machtigen van de netbeheerders en de VREG om het ondernemingsnummer, het rijksregisternummer, of het vreemdelingennummer op te vragen en te gebruiken om een betere datamining toe te laten; het machtigen van de netbeheerders om aan datamining te doen om energiefraude op te sporen; het opstellen door de netbeheerders van een jaarlijks actieplan en een jaarverslag inzake energiefraude; een uitbreiding van de bevoegdheden van de netbeheerders om, indien fraude wordt vastgesteld, af te sluiten met het oog op regularisatie van de aansluiting en kosten te recupereren – het gaat dus om een aantal pistes om, als er fraude wordt geconstateerd, te kunnen overgaan tot actie –; de machtiging voor daartoe door de Vlaamse Regering aangeduide personeelsleden van de netbeheerders om een proces-verbaal met bewijskracht tot bewijs van het tegendeel op te stellen.
U zult ondertussen ook gezien hebben dat, toen er onlangs een klacht was over de zonnepanelen op de weekendhuisjes, ik onmiddellijk contact heb opgenomen met Eandis om duidelijk te maken wat de wettelijke bepalingen waren. Er zat een beetje ruis op de lijn door een interpretatie van een standpunt door de regulator, maar die heeft nadien het standpunt aangepast. Dat betekent dat we er gewoon duidelijker op moeten werken en korte communicatielijnen houden.
Ons voorontwerp van decreet is klaar. We starten het politiek overleg in de schoot van de regering. Ik hoop het heel snel aan de Vlaamse Regering te kunnen voorleggen om daarna naar het parlement te komen.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, ik ben tevreden met de aanpassingen die u zult voorstellen en die u net hebt opgesomd. Het is alleen maar positief dat er in de toekomst korter op de bal kan worden gespeeld.
Er zijn een aantal punten die vooral verwijzen naar het verleden. U had aangekondigd dat u naast het gesjoemel met subsidies voor zonnepanelen, ook werk zou maken van het opsporen van fraude met andere energie-efficiëntiepremies. Hebt u er een zicht op hoe groot die problematiek is? U hebt vooral gezegd wat u gaat veranderen en dat is allemaal heel goed, maar hebben we vandaag een zicht op de grootte van de problemen met fraude en de grootte van de problemen op het vlak van subsidies die worden uitgekeerd en eigenlijk niet zouden mogen worden uitgekeerd, en dan specifiek over de andere premies dan de subsidies voor zonnepanelen?
De minister moet nog een stuk van het antwoord op de vraag van de heer Gryffroy geven.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, u mag dat antwoord straks geven. Ik zal eerst mijn bijkomende vraag stellen. U zegt wel dat u ermee bezig bent, maar kunt u daar een timing op plaatsen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Een zicht op de omvang van de fraude hebben we op dit moment niet, maar we hebben een aanvoelen en we horen zaken. Als u me vraagt of ik een databank heb waaruit ik kan putten, zeg ik dat we vermoeden dat het kan gaan om 2 procent, 3 procent, 10 procent of 20 procent van de mensen, maar dat weten we eigenlijk niet. Het is ook de bedoeling van het actieplan. Er is niet alleen een actieplan, ik wil echt een decretale basis waarbij duidelijk is wie wat moet doen en wat de verantwoordelijkheid is zodat we hopelijk op een bepaald moment databases kunnen hebben van hoeveel fraudegevallen ontdekt zijn en wat eraan gedaan is.
Mijnheer Gryffroy, het voorontwerp van decreet voorziet ook in een decretale taak voor distributienetbeheerders om de energiefraude te vermijden en op te sporen. Het gaat er niet alleen om te kijken als er klachten binnenkomen, maar ook gewoon om zelf te kijken waar het gebeurt.
Indien ze de energiefraude vaststellen, moeten ze die ook aan de juiste instantie met goed gevolg kunnen doorgeven. Ze moeten ook vlot een onterecht verkregen voordeel kunnen terugvorderen, net zoals de daaraan verbonden administratieve en andere kosten.
Belangrijk is dat het VEA en de VREG administratieve sancties opleggen: die zijn opgenomen in het Energiedecreet. In andere gevallen kan het dat we naar de rechtbank zullen moeten gaan. Dat is de reden waarom wij bij heel complexe dossiers, bijvoorbeeld wanneer het zowel een inbreuk op het Energiedecreet, als een inbreuk op de strafwet betreft, de vervolging van energiefraude als prioriteit naar voren hebben geschoven in de Kadernota Integrale Veiligheid van de minister-president. Zo kan de afstemming tussen de VREG en de parketten-generaal versterkt worden en kunnen we meer doen bij grote dossiers, waarbij administratieve boetes onvoldoende zijn.
Ons voorontwerp van decreet is klaar. Volgende week starten we met het politiek overleg. Hoe sneller we erdoor geraken, hoe sneller het naar de Vlaamse Regering gaat. Wij zijn klaar.
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, net zoals u hebt beloofd bij andere conceptnota’s of plannen, kan dit ook volop in het parlement worden besproken als het op de ministerraad is besproken. Het lijkt me belangrijk genoeg om er een kamerbreed draagvlak voor te vinden.
Het is natuurlijk een feit dat we mensen die willen frauderen, ontmoedigen. U zegt, minister, dat we DNB’s en andere spelers ertoe moeten aanzetten om actief fraude door hun consumenten te doen vermijden. Dat is heel belangrijk, want het is veel beter om fraude te vermijden dan om achteraf in te grijpen.
Het is natuurlijk ook zo dat nieuwe regelgeving zorgt voor nieuwe vormen van fraude. Mensen zien dan opportuniteiten. Zo zouden nu heel wat mensen zonnepanelen plaatsen zonder aangifte te doen, om zo het prosumententarief te ontlopen. Dat wordt mij toch verteld, natuurlijk niet door de betrokkenen zelf, maar ik krijg er toch meldingen van. Bij dat soort flagrante inbreuken lijkt het me toch evident dat een DNB actief kan ingrijpen. Voor complexere dossiers is een rechtbank inderdaad meer aangewezen.
Ik ben in elk geval in verwachting van de besprekingen in deze commissie van het energiefraudeplan.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Mijnheer Beenders, u verwijst naar het prosumententarief. Die invoering door de VREG vorig jaar moeten we in het licht van de energiefraude zeker heel goed opvolgen. Het zal een van de prioritaire acties zijn. Het zit niet in de wettelijke verankering, maar in de feiten moet het een prioritaire actie zijn. We moeten immers weten hoeveel zonnepanelen er geplaatst zijn, dat is ook van belang voor onze doelstellingen. U weet dat ik volop inzet op zon- en windenergie omdat het de meeste marktmature technologieën zijn. Ze moeten natuurlijk geregistreerd zijn, we moeten ze kennen. Het zou helemaal vreemd zijn mochten er veel meer zonnepanelen liggen dan we weten. Meten is weten.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de antwoorden. Ik hoop dat er snel een politiek akkoord is. In mei werd aangekondigd dat het over vier maanden klaar zou zijn, binnenkort zijn we een jaar verder. Ik hoop dat het snel naar de regering zal kunnen komen om over beslist te worden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik onthoud uit het antwoord dat in het actieplan staat wie wat moet doen. Het is van groot belang dat het opsporen duidelijk bij de DNB’s zal zitten. Dat geldt bijvoorbeeld voor problemen met het prosumententarief. Het is ook van belang dat ze de fraude doorgeven aan de bevoegde instanties. Het kan gaan over een administratieve boete of over een zaak die voor de rechtbank moet komen. Cruciaal is dat de DNB’s een centrale rol op zich nemen bij fraude. Zo wordt ook duidelijk voor de mensen dat wanneer er iets gebeurt, bijvoorbeeld met vakantiehuisjes, er geen berichten komen vanuit drie, vier kanten. Er zal één instantie zijn die duidelijk zegt hoe de zaak ineen zit en zal worden aangepakt. In tweede lijn kan een zaak dan worden doorgegeven aan een rechtbank of aan de VREG.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.