Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Pira heeft het woord.
Mijn vraag gaat over de maatschappelijke kosten van lintbebouwing en het feit dat ook de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening (SARO) het aangewezen vindt daar wetenschappelijk onderzoek over te voeren.
In het advies van 25 november 2015 aan het departement Ruimte Vlaanderen staat onder het hoofdstuk ‘dataverzameling en monitoring’ het volgende: “SARO benadrukt dat er nood is aan verdere dataverzameling en monitoring. Zo verwijst de raad onder meer naar de beleidsdoelstellingen inzake het verhogen van het ruimtelijk rendement. Om het ruimtelijk rendement te verhogen, moet evenwel eerst geweten zijn wat de maatschappelijke kosten en baten zijn van de bestaande ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Daar bestaat nu weinig tot geen informatie over. De bestaande ruimtelijke structuur (veel lintbebouwing en verspreide, afgelegen bebouwing) in Vlaanderen zorgt voor diverse maatschappelijke meerkosten: kosten voor afvalwaterzuivering en riolering, kosten voor onderhoud van het wegennet, kosten voor postbedeling, kosten inzake leidingen voor water, gas en elektriciteit. Hoe groot die maatschappelijke meerkosten zijn, is echter niet geweten.”
Ik stelde over de maatschappelijke kosten van lintbebouwing op 29 oktober 2015 drie vragen aan drie verschillende ministers: over lintbebouwing en de kosten voor het waterleidingnetwerk aan u, over lintbebouwing en de kosten voor nutsleidingen aan minister Turtelboom en over lintbebouwing, wegenonderhoud en verlichting aan minister Weyts.
In mijn laatste vraag aan de drie ministers vroeg ik telkens naar studies ter zake, en telkens kreeg ik het antwoord dat er geen studies beschikbaar of bekend waren. Ik kreeg ook altijd te horen dat men eigenlijk niet het onderscheid kent in kosten van de zaken waar ik naar vroeg voor wat compacte bebouwing betreft in vergelijking met verspreide bebouwing.
Minister, bent u het eens met de zienswijze van SARO dat om het ruimtelijk rendement te verhogen, er eerst geweten moet zijn wat de maatschappelijke kosten en baten van de bestaande ruimtelijke ordening, onder andere lintbebouwing en verspreide bebouwing, zijn?
Bent u van plan om tegemoet te komen aan het advies van SARO en te investeren in studies over de maatschappelijke meerkosten van lintbebouwing in Vlaanderen?
Hebt u een idee van de timing ter zake?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Pira, uiteraard hecht ik altijd belang aan de adviezen van onze adviesraden. Dit sluit aan bij een advies op basis van de werktekst van het witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Ik heb vorige week naar aanleiding van een aantal vragen gezegd dat ik niet zal vooruitlopen op onze reactie op die adviezen. We zullen die adviezen eerst binnen de Vlaamse Regering bespreken. Pas dan zal ik daar meer duidelijkheid over kunnen geven.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Ik zat met mijn pen in de aanslag om uw antwoord te noteren, maar u geeft dus geen antwoord. Dat kan ik alleen betreuren. U zegt dat u belang hecht aan de adviezen van SARO, maar ik weet niet of u belang hecht aan de vraag van SARO om te investeren in wetenschappelijk werk. Ik hoop in elk geval dat u dat doet. Ik heb het gevoel dat wanneer het gaat over tastbare doelstellingen en normen, u eerder de boot afhoudt. Ik hoop dat u dat op dit vlak niet zult doen. Er zijn cijfers over de maatschappelijke kosten van lintbebouwing en van verspreide bebouwing, maar wanneer u niet exact weet wat het verschil is, kan een beleid daar moeilijk op afgestemd worden. Wanneer u zich samen met de Vlaamse Regering over die adviezen buigt, hoop ik dat u daarin zult investeren.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Pira, u hebt 100 procent gelijk dat we zo veel mogelijk in kaart moeten brengen en kijken wat de maatschappelijke kosten en baten zijn. Ik pas echter wanneer in tal van adviezen wordt gevraagd om meerjarige wetenschappelijke onderzoeken te doen en daarop te wachten voor actie wordt ondernomen. Ik veronderstel dat dit ook niet uw vraag is.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, mijn vraag was niet om zaken op de lange baan te schuiven. Ik stel alleen vast dat wanneer ik de vraag stel over die kosten en het verschil in kosten tussen compacte en verspreide bebouwing, het antwoord neen is. SARO hoopt dat daar wel in geïnvesteerd wordt omdat dat dringend nodig is. U probeert nu op een nogal doorzichtige manier de zaak om te draaien. Ik heb een flauw vermoeden dat u niet zult ingaan op de vraag van SARO. Als u al uitdrukkingen gebruik als ‘ik pas voor’, dan durf ik niet te veel hopen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.