Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, staan we aan de vooravond van een nieuw Dieselgate, ditmaal niet veroorzaakt door de automobielindustrie, maar door de pesticidefabrikanten? Deze eerste vraag in mijn vraag om uitleg klinkt wellicht wat dramatisch, en misschien is die ook wat voorbarig.
De aanleiding van deze vraag is een rapport van Greenpeace Nederland, want dat deed me toch de wenkbrauwen fronsen. Uit de cijfers die de milieuorganisatie publiceerde onder de titel ‘pesticidesleak’ die afkomstig zijn van de koepel van pesticidefabrikanten Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie (Neft), blijkt dat er een forse kloof is tussen de gebruikscijfers die het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteert en de verkoopcijfers van de industrie zelf. Ik durf te stellen dat als het regent in Amsterdam, het goed mogelijk is dat het ook druppelt in Brussel.
In Nederland is de situatie wel heel erg scheefgetrokken. Voor drie controversiële pesticiden blijkt het verschil vijf keer zo groot te zijn: er werd vijf keer zo veel van verkocht als er gebruikt zou zijn. Dat is een problematische vaststelling.
Glyfosaat is dezer dagen het voorwerp van intense Europese discussies. Dat weet u: ze kwamen hier al vaker ter sprake in de commissie. Nu gaat het over problemen met de drinkwaterwinning en over de vraag of het product al dan niet "waarschijnlijk kankerverwekkend" is.
Minister, ik wil dit natuurlijk betrekken op de situatie in Vlaanderen. Ik wil er graag van u wat meer over vernemen. Dat brengt me bij de volgende vragen.
Hebt u kennisgenomen van het rapport van Greenpeace Nederland? Hoe reageert u erop?
Wie doet in Vlaanderen aan dataverzameling wat betreft het gebruik van pesticides?
Meent u dat u over meer betrouwbare cijfers van het gebruik van pesticides kunt beschikken dan uw Nederlandse collega’s, voor het uittekenen van uw beleid?
Hoe gedetailleerd zijn de cijfers waarover u kunt beschikken? Hebt u zicht op de import en export? Hebt u zicht op de onderverdeling tussen particulier gebruik, gebruik voor landbouwdoelen en andere? Kunt u van alle soorten, producten en merken schatten hoeveel er wordt gebruikt?
Ik vraag dus eigenlijk of de kennis er bij ons is, hoe die geregistreerd en bijgehouden wordt en op welk niveau.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Caron, over de Nederlandse verkoops- en gebruikscijfers zal ik geen appreciatie geven.
Ik kan evenmin de Nederlandse situatie overzetten naar Vlaanderen. U weet dat alles wat de erkenning betreft, het op de markt brengen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, een zuiver federale bevoegdheid is. Het is de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu die verantwoordelijk is. Ook de controlebevoegdheid is federaal, die zit bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.
In Vlaanderen hebben we wel de gegevens van de afdeling Monitoring en Studie van het Departement Landbouw en Visserij. Die doet regelmatig analyses van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, maar alleen in de land- en tuinbouw. Dat staat ook in het Landbouwrapport. Langs deze weg worden belanghebbenden in Vlaanderen op de hoogte gebracht.
Daarnaast is er de rapportering door de openbare besturen van het resterende gebruik van pesticiden in het licht van het afbouwbeleid. Dat wordt jaarlijks gerapporteerd en gepubliceerd. Het meest recente rapport is dat van 2013-20114. Het kwam uit in september 2015 en het staat op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en op de campagnewebsite van Zonder is Gezonder.
De federale cijfers worden uiteraard federaal verzameld. Ik kan op dat vlak onmogelijk een vergelijking maken tussen de Belgische en de Nederlandse situatie.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Het is natuurlijk de complexiteit van ons land die het zo moeilijk maakt. Ik zal mijn federale collega’s aanspreken, misschien zullen we op die manier verder geraken. Voor de rest zal ik me tot de Vlaamse bronnen richten. We zien later dan wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.