Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het is misschien raar om hierover een vraag om uitleg te stellen, maar ik doe het vooral omdat er snel nood is aan duidelijkheid en ook om mogelijke verwarring te voorkomen, zeker in het licht van het decreet dat we op 28 oktober 2015 hebben goedgekeurd, het zogenaamde spoeddecreet betreffende de financiering voor extra ondersteuning in de begeleiding van Nederlands voor scholen met een aangroei van anderstalige kleuters. Ook de programmatiemogelijkheden onthaalonderwijs in het secundair onderwijs werden door dit decreet flexibeler gesteld.
We krijgen nu vanuit het onderwijsveld verschillende signalen dat niet elk schoolbestuur even goed op de hoogte is wat het aanvragen van en de modaliteiten rond de extra toelage voor anderstalige kleuters betreft. De communicatie van Schooldirect van 3 februari 2016 is in dezen misschien ook niet helemaal duidelijk.
Ik citeer: “Anderstalige kleuters. In het kader van ‘Operatie Tarra’ voor minder planlast kiest AgODi ervoor om – in tegenstelling tot eerdere communicatie – geen papieren formulier ter beschikking te stellen, maar zo veel mogelijk gebruik te maken van digitale kanalen. Daarom vraagt AgoDi om nieuwkomers jonger dan 5 jaar die op 1 februari 2016 gelijktijdig aan onderstaande voorwaarden voldoen uitzonderlijk voor dit schooljaar ook in je softwarepakket te registreren als anderstalige nieuwkomer: op 31/12/2015 jonger dan 5 jaar; een nieuwkomer, dus met verblijf in België ten vroegste 1 juli 2015; niet het Nederlands als thuistaal of moedertaal; beheerst onvoldoende de onderwijstaal om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen; maximaal 9 maanden ingeschreven, vakantiemaanden juli en augustus niet inbegrepen, in een school met het Nederlands als onderwijstaal.
Op school houd je een verklaring op eer bij van de ouders die deze 5 voorwaarden bevestigen. Je hoeft geen andere formulieren in te vullen of door te sturen naar AgODi. De berekening van de extra toelage gebeurt op basis van de geregistreerde gegevens in DISCIMUS na nodige controle en verificatie. Daarom is het belangrijk dat je zo snel mogelijk deze leerlingen registreert in je softwarepakket.
Meer informatie vind je in de omzendbrief Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers.”
Minister, hebt u ook signalen opgevangen dat er onduidelijkheid bestaat over de extra toelage? In dezen laat de Edisonzending immers uitschijnen dat het enkel gaat over onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers, terwijl het decreet eigenlijk de aangroei anderstaligen voor ogen had en op die manier 950 euro extra gaf.
Kan er een extra communicatie worden opgesteld die duidelijkheid schept omtrent het correct aanvragen van de extra toelage voor aangroei anderstalige kleuters?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik had een beetje moeite om uw vraag precies te begrijpen. Ik zal proberen zo goed mogelijk een antwoord te geven.
AgODi (Agentschap voor Onderwijsdiensten) investeert al enkele jaren in een zo eenvoudig mogelijke digitale uitwisseling van leerlingengegevens door en met scholen. Die unieke leerlingendatabank heet DISCIMUS. Zodra een school bepaalde leerlingengegevens wijzigt, wordt deze informatie onmiddellijk aangepast in de databank van AgODi. Dit gebeurt ook in de omgekeerde richting. Zo wisselen scholen en AgODi snel én constant leerlingengegevens uit.
Door scholen te laten registeren via DISCIMUS worden de formaliteiten om de extra toelage te ontvangen, heel beperkt gehouden. Scholen registreren enkel die kleuters die aan de voorwaarden voldoen. Dit gebeurt simpelweg via het door de school vertrouwde softwarepakket. De uitwisseling van het leerlingenkenmerk ‘thuistaal’ gebeurt trouwens sinds juni 2013 uitsluitend via DISCIMUS. Het tweede luik van de leerlingengroep die deel uitmaakt van de doelgroep ‘anderstalige kleuters’, wordt dus ook via DISCIMUS uitgewisseld.
DISCIMUS-gegevens tonen aan dat reeds 467 scholen hun anderstalige kleuters, nieuwkomers jonger dan 5 jaar, registreerden. Ter illustratie: 496 scholen richtten ook in januari 2016 lestijden anderstalige nieuwkomers in het lager onderwijs in. Dit is een goede indicatie dat de registratie in het kader van de extra toelage in de lijn van de verwachtingen zit.
Is er nu nog onduidelijkheid? Schooldirect is een nieuwsbrief die wekelijks wordt gestuurd, maar is niet altijd volledig. Het betrokken artikel lichtte heel specifiek de registratie en de manier waarop die zou gebeuren in DISCIMUS toe. Het opzet van het artikel was niet de volledige regelgeving toe te lichten. Daarom werd verwezen naar de bijhorende omzendbrief. Voor de anderstalige nieuwkomers en de extra toelage voor anderstalige kleuters staat alle informatie gebundeld in de omzendbrief ‘Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers’, hoofdstuk 8, met als referentie BaO/2006/03.
Elke verificateur communiceert bovendien bij de schoolbezoeken die nog plaatsvinden op maat van de bezochte school over deze maatregel. Gelet op de uitgebreide en volledige omzendbrief met instructies, de communicatie door de verificateurs en de registraties via DISCIMUS, hebben we een heldere lijn en zijn daar geen grote problemen te verwachten. Indien u dat anders zou zien, ben ik altijd bereid om nog een extra zending te doen.
Ik geef wel toe dat het woordgebruik misschien wat verwarrend is. Wij vermoeden echter dat de volledige groep kleuters die er is bijgekomen zoals in het decreet staat, daarin is opgenomen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, de titel is ‘anderstalige kleuters’ terwijl in de toelichting staat dat het alleen over nieuwkomers gaat. In het decreet staat dat het gaat over de aangroei van anderstaligen. De omzendbrief splitst op in twee groepen: aangroei anderstalige niet-nieuwkomers en aangroei kleuter-nieuwkomers.
Volgens de scholen wordt enkel beschreven wat ze met nieuwkomers moeten doen, terwijl er ook anderstalige kleuters zijn die geen nieuwkomers zijn. Wanneer de anderstalige kleuters in het systeem worden opgenomen als anderstalige nieuwkomers, dan krijgen de scholen een probleem met verificatie. Omgekeerd vragen scholen die anderstalige nieuwkomers niet kennen – en dan kijk ik naar autonome kleuterscholen die alleen werken met een aantal anderstaligen – zich af of ze nu wel of niet iets moeten doen.
Maar het gaat toch over de aangroei.
Ja, het gaat over de aangroei. De communicatie aan de scholen gaat enkel en alleen over nieuwkomers. Er staat niets over de aangroei van anderstalige kleuters. De 950 euro uit het decreet is voor de aangroei van anderstalige kleuters die geen nieuwkomers zijn en voor de nieuwkomers. Dat zorgt voor verwarring bij scholen die zich afvragen of ze nu wel of niet iets moeten doen. Minister, zitten anderstalige kleuters per definitie al in Edison? In dat geval moeten de scholen niets doen, want dan wordt dat automatisch berekend. Als dat niet zo is, dan moeten ze wel iets doen.
Er is aan scholen gevraagd om enkel de kleuters te registeren die voldoen aan de voorwaarden anderstalige nieuwkomers. De uitwisseling van het leerlingenkenmerk thuistaal gebeurt al sinds juni 2013 via DISCIMUS. Het tweede luik van de leerlingengroep die deel uitmaakt van die doelgroep anderstalige kleuters wordt puur via DISCIMUS uitgewisseld. Enkel de nieuwe moeten worden ingevoerd, de anderen vinden we automatisch.
Over die anderen wordt er niet gesproken. In de brief die is rondgestuurd, is er geen sprake van die andere groep. Scholen vragen zich dan ook af wat er moet gebeuren met de aangroei aangezien er alleen maar sprake is over nieuwkomers.
De aangroei wordt automatisch meegenomen. Misschien had er een extra zinnetje moeten bijstaan.
Een aantal scholen hebben nu toch hun anderstalige kinderen daar nog eens in gestopt. Als de verificateur dan langskomt, kunnen ze zeggen dat het geen nieuwkomers zijn.
Die zouden dubbel betaald kunnen worden.
Dat is één zaak. Een andere zaak is dat scholen die niet gewoon zijn om met anderstalige nieuwkomers om te gaan, geen 950 euro krijgen en ook geen bijkomende lestijden als zij in hun Edison een anderstalige niet goed hebben geregistreerd.
De scholen zullen krijgen waar ze recht op hebben. Dat zien we in DISCIMUS. Het enige wat ze moesten doen, was de nieuwkomers ingeven. Zo niet, kunnen wij niet betalen. In uw vraag zegt u dat een aantal scholen verkeerdelijk de hele groep anderstaligen als nieuwkomers hebben beschouwd zonder dat dit nodig was. Misschien kunnen ze die er wel uitfilteren.
Ze zullen die er inderdaad wel kunnen uitfilteren. Er zijn scholen met anderstalige kleuters die geen nieuwkomers zijn, maar wel zijn binnengekomen na 1 februari.
Op het moment dat de beslissing is genomen, is er volgens mij een communicatie gestuurd naar de scholen.
Ik begreep uw vraag niet zo goed. Ik zal dit bekijken met mijn administratie. Indien er nog verduidelijking nodig is, vraag ik dit nog eens mee te delen in Schooldirect. Ik zou dom moeten zijn om als de regeling breder is, de budgetten minder te verdelen.
Daar verdenk ik u absoluut niet van. Ik heb wel nog een bijkomende vraag. In deze Schooldirect staat dat die vijf punten verklaringen op eer zijn. De verklaring dat iemand nieuwkomer is, op 31 december 2015 jonger is dan 5 jaar en maximaal negen maanden is ingeschreven zonder vakantiemaanden in een school voor Nederlandstalig onderwijs, hoeft toch geen verklaring op eer te zijn omdat we die zaken uit databanken kunnen halen.
De leeftijd van het kind kunnen we uit een databank halen. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
Wat ik wil zeggen, is dat het maximaal negen maanden ingeschreven zijn iets is wat we uit databanken kunnen halen. Dat is toch geen verklaring op eer. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
Ik lees gewoon dat de school een verklaring op eer bijhoudt van de ouders die deze vijf voorwaarden bevestigen. De vierde voorwaarde, ‘beheerst onvoldoende de onderwijstaal om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen’, kunnen de ouders niet op eer verklaren. Dat is een vaststelling die de school doet. De vijfde, ‘maximaal ingeschreven zijn’, komt uit de databank. ‘Nieuwkomer zijn’ is iets wat we uit onze databanken van migratie halen.
Ik wil u vragen om eens naar de vergaderingen over asiel op mijn kabinet te komen om te kijken op welke manier en hoe sukkelachtig het gaat om überhaupt aan informatie te geraken. Wij moeten dat doen via een verklaring op eer, dat gaat niet anders, of het zou maanden duren eer ze die informatie hebben. Ik weet eigenlijk niet wat u nu vraagt.
De vijfde voorwaarde kunnen we dus niet uit Edison halen.
Het gaat hier over de groep kindjes die effectief nieuwkomertjes zijn. We weten niet in welke situatie. Ze zijn hier geregistreerd en komen toe in de kleuterklas. Ik wil nog vragen dat er in databanken gezocht wordt, maar het gaat toch het snelst en het gemakkelijkst via een verklaring op eer? Dan is dat toch opgelost? Dat is gewoon omdat de scholen de middelen zouden krijgen.
Minister, ik wil het absoluut niet moeilijk maken, maar u vraagt aan een school om aan een ouder te vragen dat die verklaart dat het kind onvoldoende de onderwijstaal kent om met goed gevolg de lessen te kunnen volgen. Dat moet je toch niet vragen aan de ouders. Dat is toch iets dat de school vaststelt? Of dat kind al ingeschreven is of niet, kun je toch uit onze databank halen?
Er staat wel: in een school met het Nederlands als onderwijstaal. Je kunt bij ons nieuwkomer zijn en tien maanden in een Nederlandse school gezeten hebben in Maastricht, en dan de grens oversteken.
Het enige wat ze moeten doen, is dat laten aanvinken. Er moeten geen andere formulieren ingevuld worden. Dan krijg je de extra toelage. Ik denk dat dat heel gemakkelijk is en heel soepel. Wat ik niet graag zou hebben, is dat een hele batterij ambtenaren moeten gaan kijken in welke databanken al die gegevens zitten. Ik heb geprobeerd om aan het scholingsniveau te geraken. We hebben dinsdag gesproken met de mensen van onze commissie Asiel, omdat mij dat ook wel echt interesseert. Het blijkt dat men dat niet echt bijhoudt. Ik heb gevraagd dat de scholen de basisinformatie alstublieft kunnen krijgen. Als nieuwe kindjes toekomen, willen we weten wat er in de databanken zit over het opleidingsniveau van de ouders. Als ze uit Syrië komen, weten we al een beetje wat het is, maar bij kinderen uit Afghanistan is dat anders. Men zegt dat men het wel weet maar dat men het niet bijhoudt per regio. Dus scholen kunnen dat niet krijgen. Dan zouden onze ambtenaren in Brussel moeten vragen aan de databanken van Inburgering waarschijnlijk, of men daar informatie heeft en of men die naar hen kan doorsturen zodat zij het kunnen doorsturen naar de scholen. Dat is niet houdbaar. Het gaat gewoon over die 950 euro.
Ik probeer gewoon te zeggen dat we denken dat we dat van sommige zaken niet moeten vragen via een verklaring op eer, want we weten dat. Of ze onvoldoende de onderwijstaal kennen, kan de school bepalen; dat moet je niet aan de ouders vragen, dat is de logica zelf. Wat betreft het ingeschreven zijn: van degenen die we kennen, kunnen we dat al automatisch meepakken zodat scholen dat niet via een verklaring op eer aan die ouders moeten vragen. Dat is eigenlijk het enige wat we willen meegeven als tip om het te vereenvoudigingen, zowel voor de school als voor de ouders.
Ik maak me er zorgen over of het wel een vereenvoudiging is. We kunnen daarover van gedachten wisselen. Ik heb daarover ook totaal geen klachten van scholen gehoord. Dat zijn vijf heel eenvoudige criteria. Ik heb een van de vorige vergaderingen gezegd dat ik zeer graag zou hebben dat als de bus met ouders en kinderen naar het asielcentrum of naar het lokaal opvanginitiatief (LOI) aan het rijden is, we op voorhand weten wie die kindjes zijn, hoe ze zijn geregistreerd enzovoort. Maar we weten niets. Ze komen toe op de scholen. Ik doe mijn hoed af voor de scholen voor de wijze waarop ze ermee aan de slag gaan. Als we die 950 euro dan nog afhankelijk moeten maken van databanken die niet stabiel zijn en van gegevens die niet in de onderwijsdatabanken zitten? Ik zou niet weten in welke databank ik zou moeten gaan zoeken. Ik wil dat overmaken, hoor, misschien zie ik iets niet.
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, u sprak van 496 scholen die er gebruik van gaan maken. Hebt u enig idee over hoeveel kinderen het gaat?
Minister Crevits heeft het woord.
Neen, we hebben dat gewoon meegegeven als voorbeeld om aan te tonen dat er veel meer scholen iets zullen krijgen. De scholen die effectief iets hebben ingediend, stroken redelijk parallel met de scholen die ook onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) inrichten. Dat is natuurlijk net de groep die we moesten hebben als aanvulling ten opzichte van de gegevens die in DISCIMUS zitten. De effectieve cijfers heb ik nog niet.
Misschien iets ter geruststelling. Ik heb volgende week al een vergadering met de mensen die die uren aanstellen om de kleutertjes bij te staan en een keuze te gaan maken van welk materiaal men gaat aankopen om de taal bij de kleuters te stimuleren. Het kan dat er een aantal onduidelijkheden zijn, dat geloof ik, maar we zijn op veel plaatsen al verder dan de fase van het registreren en het uitvoeren.
De heer De Meyer heeft het woord.
De materie is natuurlijk technisch. Ik moet zeggen dat ik oorspronkelijk de vraag, zoals die schriftelijk was ingediend, niet begreep. Na de mondelinge toelichting is het me iets duidelijker geworden. Minister, ik zou er toch voor willen pleiten om niet overhaast nieuwe beslissingen te nemen. Ik vraag me af of het een vereenvoudiging is als men nu een beroep zou doen op allerlei databanken. Ook wil ik toch nog meegeven dat sommige van die kinderen hier zonder ouders zijn, en soms niet weten waar hun ouders zijn. Ik wil de suggestie doen dat men dat verder goed opvolgt en na een jaar werking eens bekijkt of er moet worden bijgestuurd. Nu overhaast te werk gaan, houdt immers ook risico’s in. Ik veronderstel anderzijds dat scholen die problemen en zorgen hebben, naar de administratie kunnen telefoneren, en dat er samen met hen telkens wordt gezocht naar een passende oplossing.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ga ermee akkoord om dat op te volgen, maar het is wel geen structureel fenomeen. Het is een eenmalige toelage. Vanaf volgend jaar krijgen ze dat recurrent verwerkt.
We kunnen echter uit alles leren. Nogmaals, ik wil alles bekijken en alles proberen te verbeteren, maar we hebben nu ook zeer snel moeten en mogen werken. Ik wil gewoon dat alle scholen maximaal datgene krijgen waarop ze recht hebben. Dus, we volgen het op.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik heb deze vraag vooral gesteld om duidelijkheid te hebben voor de scholen die dat zo interpreteren dat hun gewone aangroei anderstaligen niet wordt meegenomen, of die zich afvragen hoe dat wel wordt meegenomen. Dat is eigenlijk de basisvraag.
Wat de informatiedoorstroming betreft, moeten we er inderdaad maximaal proberen voor te zorgen dat men de info die men heeft, kan delen, dat die ter beschikking kan worden gesteld. Als die van Binnenlandse Zaken of van andere departementen komt, des te beter. Wat in onze eigen databanken zit, moeten we eruit kunnen puren. Dat was eigenlijk enigszins de bijvraag. Maar goed, ik begrijp hieruit dat u nog eens naar de communicatie zult kijken en eventueel dat stukje nog zult meegeven, waarvoor dank.
De vraag om uitleg is afgehandeld.