Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik verwijs naar het artikel in het weekblad Knack van 9 februari 2016 over de arbeidsmigratie, een stand van zaken eigenlijk. Hoe zit het met die arbeidsmigratiestop? Er werd een heel kluwen aan uitzonderingen gecreëerd. Het kader is uiteraard aan modernisering toe.
Sinds de zesde staatshervorming is Vlaanderen grotendeels bevoegd om een beleid inzake economische migratie uit te werken. Ook in het Vlaams regeerakkoord wordt er gesteld dat er werk zal worden gemaakt van een actief arbeidsmigratiebeleid voor werknemers maar ook voor zelfstandigen, afgestemd op de specifieke noden van de Vlaamse arbeidsmarkt. Hierbij wordt voorzien in een flexibele instroom van hooggeschoolde werknemers, alsook van middengeschoolde werknemers via een dynamische knelpuntberoepenlijst.
Minister, ook in uw beleidsbrief deelde u mee dat er gestart wordt met de voorbereiding van het uitwerken van een Vlaams arbeidsmigratiebeleid. Onlangs nog werd in deze commissie een vraag gesteld over die knelpuntberoepenlijst. Toen zei u dat u de stand van zaken op een later moment zou meedelen. Daarom koppel ik nog even terug voor een stand van zaken.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik denk dat iedereen al weet welke visie ik heb op arbeidsmigratie. Ik heb het dan over concentrische cirkels: je gaat eerst zoeken binnen Vlaanderen, dan bij de andere regio’s, dan binnen Europa, en dan buiten Europa.
Zoals u terecht opmerkt, wil ik nu de nodige hervormingen doen in verband met de actieve arbeidsmarkt en het migratiebeleid voor werknemers, maar ik wil dat doen in overeenstemming met de noden van de arbeidsmarkt. Zo’n hertekening is niet eenvoudig. Ik heb al een aantal aanpassingen doorgevoerd. Ik denk aan de aanpassing van de berekening van het loonplafond voor hoogopgeleide werknemers, de vrijstelling van arbeidskaart voor onderdanen van Kroatië bij het aflopen van de overgangsperiode op 1 juli 2015, en de versoepeling van de toegang tot de arbeidsmarkt voor langdurig ingezeten derdelanders.
Vandaag zijn we volop bezig met de uitvoering van de ‘Single Permit’-richtlijn. Dat is heel belangrijk. Die had al lang op federaal niveau moeten zijn omgevormd. Dat is daar niet gebeurd. Daardoor zijn wij nu in overtreding. Het is zeer dringend dat wij dat doen. Het ontwerpbesluit daaromtrent ligt, als het enigszins juist en goed loopt, in elk geval morgen voor op de ministerraad. Ik hoop dat die daar een eerste principiële goedkeuring krijgt.
Die grondige hertekening plan ik daardoor vanaf de tweede helft van deze legislatuur. Er is nog een tweede reden: er zijn nu nog verschillende Europese initiatieven. Aangezien er Europese herzieningen gebeuren en ook nog gepland zijn, lijkt het mij wijzer om te wachten tot de tweede helft van deze legislatuur, zodat we er rekening mee kunnen houden.
In de Europese Unie staat het migratiebeleid hoog op de agenda. Daar zijn vandaag al een aantal zaken goedgekeurd, of ze staan op goedkeuring: de richtlijnen ‘Inter Corporate Transferees’, de seizoenarbeiders, en later komen wellicht ook de studenten, de onderzoekers, de vrijwilligers, de stagiairs en de au pairs aan bod. De Europese Unie heeft voor dit jaar ook een herziening van de ‘Blue Card’-richtlijn gepland.
Het lijkt me beter dat we een hervorming in Vlaanderen implementeren met die Europese initiatieven erbij, zodat we in één geheel en in één trek het economisch migratiebeleid kunnen vereenvoudigen en verbeteren.
De knelpuntberoepenlijst, dat is altijd een moeilijke kwestie. De knelpuntberoepenlijst van de VDAB is vooral op interne werking gericht en op de inzet op de opleidingen. Die van de RVA is er om vrijstellingen te voorkomen. U verwijst hier naar de knelpuntberoepenlijst rond economische migratie. Normaal is dat ook van toepassing bij de overgangsbepalingen, zoals destijds bij Kroatië. Op dit moment is geen enkel land in een overgang. Die knelpuntberoepenlijst is daardoor enkel van toepassing op de langdurig ingezeten derdelanders uit een andere EU-lidstaat, tijdens de eerste twaalf maanden van hun verblijf in België. Deze lijst vormt dus niet de basis van het huidige economisch migratiebeleid. Een actualisering van de bestaande knelpuntberoepenlijst zal gepaard moeten gaan met het op heden beperkte toepassingsgebied ervan. Dat is voor mij op dit moment geen grote prioriteit. We hebben wel gezegd dat we de knelpuntberoepenlijst van de VDAB dynamischer gaan maken op basis van een studie van het Rekenhof of het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA), ik weet het niet meer.
Het vormgeven aan dit alles in een efficiënte en transparante regelgeving, waarin we de nieuwe elementen die we met de zesde staatshervorming hebben gekregen samen zullen aanpakken met wat er op Europees niveau gebeurt, plan ik dus in de tweede helft van deze legislatuur.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dank u voor uw duidelijke antwoord. Ik begrijp dat de hertekeningen geen sinecure zijn. We moeten verschillende elementen op elkaar afstemmen. We hebben ook de verschillende niveaus. Het is goed om te horen dat er morgen een belangrijke stap wordt gezet in verband met de single permitrichtlijn. We wachten daarop, zoals u het zelf zegt, om dan verder te kunnen schakelen. Op dat vlak ben ik alvast blij.
Een van de redenen om deze vraag te stellen, is de vaststelling dat er in een aantal regio’s in Vlaanderen meer krapte is op de arbeidsmarkt. Er waren recent berichten uit West-Vlaanderen en Leuven, waar er drie mensen staan per vacature, terwijl het er in andere regio’s soms zestien zijn. Dat zijn toch wel duidelijke tekenen dat er daar problemen zijn.
We hebben er vorige week over gesproken. In de regio West-Vlaanderen speelt de braindrain mee. Deze volgens mij belangrijke elementen tonen aan dat we moeten kijken naar onze eigen arbeidsreserve, maar dan ook een stap verder gaan naar heel België en dan ook nog eens daarbuiten. We hebben een modern en flexibel kader nodig rond economische migratie. Wij zullen erop toezien dat hier werk van gemaakt wordt. Ik begrijp dat dit pas in de tweede helft van de legislatuur van start zal gaan. Wij zullen dit zeker van nabij opvolgen. Wij kijken uit naar de realisatie ervan.
Het beleid dat we binnen Europa doen, blijft natuurlijk. Zoals die beurzen in het buitenland voor knelpuntberoepen, dat kan allemaal. Daarover gaat het hier niet. Het gaat hier enkel over derde landen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.