Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, de Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) maakt het voor werkgevers aantrekkelijker om personen met een arbeidshandicap in dienst te nemen. De Vlaamse overheid wil op die manier de integratie van personen met een handicap in de arbeidsmarkt bevorderen. Wat opvalt, is dat proportioneel gezien meer grote bedrijven gebruikmaken van de ondersteuningspremie in vergelijking met kleinere ondernemingen. De VOP heeft daarom nog een groot potentieel bij de kmo’s en de kleine zelfstandigen in Vlaanderen.
Sensibiliseringsacties zoals DUOday dat op 24 maart plaatsvindt en waarbij een bedrijf voor één dag de deuren opent voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking, kunnen daarin een rol spelen. Maar er is ook nood aan een vlot toegankelijk totaalpakket van deskundige informatie en ondersteuning bij selectie, aanwerving, tewerkstelling en retentie van personen met een arbeidsbeperking. Ook de Commissie Diversiteit van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) dringt aan op de ondersteuning van disability management. Ik heb daar helaas nog geen geschikte Vlaamse term voor gevonden. Disability management moet dan een systematische en doelgerichte aanpak op de werkplek inhouden op het niveau van de organisatie en op het niveau van het individu.
Minister, erkent u de meerwaarde van disability management in een bedrijf, ook in het kader van de integratie van personen met een arbeidshandicap in een onderneming?
Hoe zult u bedrijven en organisaties nog meer aansturen om een beleid inzake disability management te ontwikkelen? Ziet u daar eventueel een rol weggelegd voor de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB)?
Hoe denkt u over een centraal aanspreekpunt voor bedrijven inzake disability management? Voor wie ziet u hier een rol weggelegd? Welke diensten zouden onder dit aanspreekpunt kunnen ressorteren?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik verkies de term ability management in plaats van disability management, ik ga liever uit van wat iemand kent en kan en niet van wat die persoon niet kan. Ik vind dat een beetje een verkeerde cultuur. Ik zal in mijn antwoord dan ook de term ability management gebruiken.
Ability management is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de werkgever. Er zijn twee pijlers: het niveau van de onderneming en het niveau van het individu. Wat mij betreft, kan de VDAB op het niveau van het individu een rol spelen. De VDAB kan het individu extra opleiden en extra coachen.
Ability management heeft zeker en vast een meerwaarde voor een bedrijf. Het kan een onderneming of organisatie versterken in het vinden van een goede aanpak bij het omgaan met medewerkers met een arbeidshandicap. Dit valt dan ook onder mijn beleid inzake evenredige arbeidsdeelname en diversiteit (EAD) waarbij de focus ligt op talent en competentie.
Ik ga uit van de talentbenadering. We moeten nagaan waar iemand goed in is en het niet in eerste instantie hebben over de beperkingen van die persoon. Ik wil talenten activeren.
Ondernemingen die een nieuw of aangepast HR-beleid willen voeren en die met zo’n ability management zouden willen starten, kunnen een beroep op de kmo-portefeuille. We hebben daar heel uitdrukkelijk in voorzien.
Voor lokale besturen en de sector van de social profit wordt in samenwerking met de sector een alternatief instrument uitgewerkt via de sectorconvenants. Op die manier kunnen we ondernemingen aanzetten om via consultants die ze goedkoop kunnen inkopen, te kiezen voor die talentbenadering. Daar kan zo’n ability management bij zitten.
Het is belangrijk dat we bedrijven informeren en sensibiliseren over die steun. Daarnaast is er een tweede luik, met name de mobiliserende strategie. Dat is een strategie die de talentbenadering moet versterken, die moet inwerken op het doorbreken van vooroordelen en die structurele drempels moet kunnen aanpakken. Ik heb voorgesteld, en dat is ook goedgekeurd, om hier van onderuit te werken en aan sociale partners te vragen hoe we zo’n brede mobiliserende strategie best aanpakken. Die gesprekken zijn nu bezig. Het is aan de sociale partners om voorstellen te formuleren.
Wat mij betreft, zijn de grote lijnen van de talentbenadering uitgetekend. De sociale partners en de stakeholders zijn nu bezig met het uitwerken van voorstellen over die mobiliserende strategie. Het is echter nog te vroeg om concreet aan te geven of en hoe we een mogelijke sensibilisering op het vlak van ability management vanuit een mobiliserende strategie zullen aanpakken. Ik wacht daarvoor de voorstellen van de sociale partners af.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik ben het met u eens dat we beter spreken over ability management. Dat is misschien ook de reden waarom we meer promotie moeten voeren bij de ondernemers. We moeten inderdaad meer oog hebben voor de mogelijkheden dan voor de beperkingen van de werknemers.
Het doet me plezier dat u zegt dat de kmo-portefeuille daar ook voor in aanmerking komt. Het komt vooral de kmo’s ten goede die geen HR-dienst of interne preventiedienst hebben die dit kan uitwerken. Zij kunnen daarvoor nu een beroep doen op consulting, en dat is een heel goede zaak.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik stel voor dat we een nieuwe term kiezen. Ability management en disability management zijn allebei termen die ver van ons staan.
We hadden natuurlijk wel een organisatie die in het EAD-beleid specifiek promotie voerde voor personen met een handicap, namelijk het Steunpunt handicap en arbeid. Zij maken wellicht deel uit van het voorstel waarbij wordt gezocht naar een draagvlak bij de sociale partners om dat grotere promotiebeleid te voeren.
We moeten zeker aandacht hebben voor deze doelgroep. Het maakt niet uit hoe het heet, maar het moet zeker een aandachtspunt zijn.
Ik ben het natuurlijk eens met het feit dat dat geen goede naam is. Als de bedrijven zouden vertrekken vanuit de filosofie van de talenten en de kennis en de mogelijkheid om kennis te verwerven, dan zit je in een ander stramien. Het is mijn bedoeling dat de sensibiliseringsactie van daaruit vertrekt. Ik ben het ermee eens dat we beter niet spreken over iemand met een arbeidshandicap, want die persoon heeft ook veel talenten en competenties die kunnen worden ingezet in een bedrijf. Dat is een positieve benadering.
Ik wacht op de voorstellen en ik zal ervoor zorgen dat elke groep waarrond moet worden gewerkt, ook wordt meegenomen.
Minister, ik kan u zeker volgen als u zegt dat het van de ondernemers zelf moet komen. Ze moeten beseffen dat alle werknemers even belangrijk zijn. Het is het uitgangspunt om dat management – zonder het disability of ability te noemen – te kunnen opstarten.
Inzake de integratie van personen met een arbeidshandicap is nog heel wat winst te boeken in de ondernemingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.