Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, federaal minister Jambon kondigde in het kader van de antiterreurmaatregelen aan dat hij gebruik wil maken van nummerplaatlezers. Concreet kondigde hij aan dat er 8,5 miljoen euro zou worden vrijgemaakt om 260 camera’s langs de autosnelwegen te plaatsen. De bedoeling is duidelijk: het proactief en repressief gebruikmaken van nummerplaatherkenning bij de bestrijding van terreur of criminaliteit in het algemeen.
Daarnaast gaf uw federale collega aan dat een deel van de camera’s niet alleen zal worden ingezet voor de nationale veiligheid, maar ook voor verkeershandhaving, met name voor de trajectcontroles zoals we ze tot nu toe bij ons kennen. Meer nog, minister Jambon suggereerde ook nog dat bestaande netwerken in Vlaanderen ook zouden kunnen worden vrijgeven in de strijd tegen terreur. Een wisselwerking tussen het federale en het gewestelijke niveau zou ervoor kunnen zorgen dat er een volledig complementair ANPR-netwerk (Automatic Numberplate Recognition) zou worden uitgebouwd op onze snelwegen. In het kader van uw inspanningen naar verkeersveiligheid en van de ‘schande van de 400’ zoals u altijd aanhaalt, zou dit ook een belangrijke tool voor uw departement kunnen zijn.
Hoe wordt die samenwerking opgezet? Wat is de rol van Vlaanderen daarin? Wat is de rol van de camerahandhaving van het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid daarin? Zijn er voor Vlaanderen financiële consequenties? Ik denk bijvoorbeeld aan het aanpassen van de reeds bestaande infrastructuur om complementair te zijn met de nieuwe federale infrastructuur die zal worden uitgerold.
Minister Weyts heeft het woord.
Welke oefening zijn we vandaag bezig? Die bestaat erin ervoor te zorgen dat we vanuit de Vlaamse overheid maximaal een freerider kunnen zijn ten opzichte van het federale initiatief. Federaal heeft men op basis van de eigen invalshoek, namelijk de politie- en recherchecriteria, verschillende punten over heel Vlaanderen aangemerkt waarbij de plaatsing van ANPR-camera's op de autosnelwegen – want het gaat enkel om autosnelwegen – nuttig kan zijn in functie van de bestrijding van de criminaliteit. Vervolgens proberen wij ons schema daaroverheen te leggen, zoals twee transparanten die men op elkaar legt, op basis van helemaal andere criteria die dikwijls heel andere resultaten geven, want voor ons zijn de ongevallencijfers natuurlijk het belangrijkste, meer bepaald, het aantal ongevallen op basis van snelheidsovertredingen. Zo trachten we maximaal congruenties te detecteren, waarbij men in hoofde van de federale politie wil samenwerken, en als dat echt niet kan, gebeurt er – wat de federale politie betreft – geen trajectcontrole. Dat is een heel positief uitgangspunt.
Per definitie heb je natuurlijk wel grote verschillen inzake het aanduiden van tracés, gewoon omdat je andere criteria hanteert. Bovendien hebben wij per definitie wat men noemt ‘twee snedes’ nodig, namelijk twee meetpunten, op geen al te grote afstand van elkaar, terwijl voor de identificatie van voertuigen en de koppeling aan databanken in functie van de politie en recherche, er maar één ‘snede’ of meetpunt nodig. De vraag is hoe je maximaal kan proberen congruenties te vinden. Ik herhaal: er is het positieve uitgangspunt, en als het echt niet kan, dan geen trajectcontrole.
Deze oefening is in eerste instantie toegewezen aan de federale politie.
Anderzijds, bij de uitrol van die ANPR-camera’s is er sowieso op het vlak van verkeersveiligheid een effect, op het vlak van het aanvoelen, de subjectieve gebiedsdekking, omdat je als chauffeur natuurlijk geen onderscheid kunt maken tussen een ANPR-camera die daar staat voor criminaliteitsbestrijding dan wel voor snelheidscontrole. Het effect is er sowieso, los van het feit dat we dan nog die congruenties zoeken.
Wat de timing betreft, kan ik u meegeven dat het de bedoeling is om die federale middelen al uit te rollen in 2016. Men heeft een driejarenplanning in gedachten: 2016-2017-2018. Als ik me niet vergis, heeft het federale niveau de ambitie om al één zevende van het vooropgestelde budget dit jaar te spenderen. Ik weet niet of dat zal lukken, maar die ambitie werd uitgesproken.
Voor heel België is een bedrag van 40 miljoen euro uitgetrokken, over de drie jaar. Daarvan is bij mijn weten nog niet bepaald in hoeveel er dan voor Vlaanderen is voorzien, hoe men dat zou gaan verdelen. Vanuit de Vlaamse overheid kunnen wij dat ook gebruiken om onze focus te verleggen van de autosnelwegen naar de gewestwegen, omdat er congruenties zullen zijn, zodat we de ANPR-camera’s ook kunnen gebruiken voor trajectcontrole – absoluut niet alle camera’s, maar wel veel. Bovendien is er de subjectieve gebiedsdekking en het effect daarvan dat in het voordeel van de verkeersveiligheid zal spelen.
De heer Van Miert heeft het woord.
Ik heb geen extra vragen, maar ik denk dat alle collega’s er wel van overtuigd zijn dat we hier met een win-winsituatie te maken hebben, niet alleen door het ontradend effect, zoals u al aangaf, en dat we heel goed kennen. We kennen dat in onze politiezone heel goed. Daar staan 55 camera’s. Of die allemaal voortdurend zijn ingeschakeld, is niet belangrijk, maar we zien een duidelijke daling van het aantal ongevallen. Met de komst van die camera’s op de snelwegen zullen we daar ongetwijfeld hetzelfde zien. We kijken dan ook uit, met de extra middelen die u nu voor de gewestwegen kunt vrijmaken, laat ons zeggen begin 2017, wanneer de eerste cijfers kunnen worden vrijgegeven, naar de resultaten van 2016.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik denk dat iedereen ervan overtuigd is dat de ANPR-camera’s zeer nuttig zijn, niet alleen op het vlak van handhaving, maar zeker ook op het vlak van criminaliteit. In West-Vlaanderen zijn we al voor een tijdje bezig met het zogenaamde cameraschild, een initiatief van onze gouverneur. Wij in onze stad hebben ook al redelijk veel ANPR-camera’s. We gebruiken ze ook om niet-verzekerde voertuigen uit het verkeer te halen. Dat is ook een belangrijk item. Criminaliteit en handhaving werden hier ook al vermeld. Op het vlak van kilometerheffing worden er ANPR-camera’s ingezet en op het vlak van trajectcontroles. Nu wil minister Jambon ze inzetten voor terrorismebestrijding, wat wij alleen maar kunnen toejuichen. U ziet, ANPR-camera’s worden dus zeer multifunctioneel ingezet. Ik denk wel dat we erover moeten waken dat de verschillende functies wel op elkaar afgestemd blijven worden, dat er geen beperkingen zijn op het vlak van contractuele bepalingen. U hebt er al een stuk uitleg over gegeven in uw uitleg aan mijn collega, maar het is een beetje onze bekommernis dat de multifunctionaliteit kan worden behouden.
Ik heb in de plenaire vergadering van 25 november een vraag gesteld aan u over die camera’s. Dat was in eerste instantie toen minister Jambon daar al een allusie op maakte. Ik heb toen ook verwezen naar twee gaten in het systeem, wat het cameraschild betreft, namelijk het gat in Rekkem, in Menen dus, en het gat aan de kant van Adinkerke op de autosnelweg. Mijn vraag is of die twee plaatsen als eerste zouden kunnen worden bemand met ANPR-camera’s omdat wij nu, vanuit de lokale politie, moeten instaan met onze mobiele ANPR-camera’s om criminaliteit en terrorisme te bestrijden. U hebt dan een positief antwoord gegeven. U zei letterlijk: ik ga er wel van uit, dat, gelet op de problematiek rond terrorisme en criminaliteitsbestrijding, die twee gaten, zoals we ze noemen, in het hele verdedigingsschild als eerste twee aan bod zullen komen. U hebt ook nog wel vermeld dat u een slag om de arm houdt, omdat u dit uiteindelijk ook moet bespreken op federaal niveau. Mijn vraag aan u is: hebt u die twee plaatsen al met uw collega-minister besproken? U zegt dat de eerste camera’s er in 2016 zullen staan. Ik hoop van ganser harte, niet alleen voor mijn stad, maar zeker ook voor onze provincie en bij uitbreiding voor Vlaanderen, dat die twee grensovergangen van Frankrijk naar België, zijnde Adinkerke en Rekkem, als eerste aan bod zouden komen. Bij dezen nogmaals mijn oproep om dit met uw collega Jambon te bespreken.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat die gaten betreft, die zullen worden opgevuld. Ik heb geen zicht op de concrete lijst, maar ik ga ervan uit dat die erbij zijn. Er zijn nog geen prioriteiten vastgelegd.
We zijn nog bezig met de oefening waarin we maximaal proberen win-wins te detecteren. Ik ga ervan uit dat de twee gaten in de haag ook aan bod komen, zeker in het federale luik. Ik weet niet zeker of het ook voor mij wordt gebruikt in functie van trajectcontrole omdat het ook tracés betreft met een minder hoge snelheid. De grensovergangen worden door de federale overheid als prioritair beschouwd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.