Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Persyn heeft het woord.
Minister, enkele weken geleden sprak ik u aan over de gebrekkige kennis van het Nederlands bij de hulpdiensten in de Vlaamse Rand en in de taalgrensgemeenten. Ik heb nu een gelijkaardige bekommernis over de Nederlandstalige zorgverlening in Brussel, namelijk over de samenwerking van de Brusselse Huisartsen Kring (BHAK) met de ‘Garde Bruxelloise - Brusselse Wachtdienst’ (GBBW).
De Brusselse Huisartsen Kring werd een aantal jaren geleden opgericht door de Nederlandstalige huisartsen in Brussel, onder andere om het tekort aan Nederlandstalige zorg in de Brusselse wachtdienst op te lossen. Dat is een van de bestaansredenen van de BHAK.
Vanaf 1 april 2016 zal de BHAK echter meestappen in het project van de GBBW, een tweetalige huisartsenwachtdienst voor heel Brussel, bemand door leden van de BHAK en zijn Franstalige tegenhanger, de Fédération des Associations des Médecins Généralistes de Bruxelles (FAMGB). Niet iedereen is gelukkig met die beslissing. Maar liefst 30 procent van de huisartsen van de BHAK stemde tegen de beslissing. De reden van hun protest zijn de onvoldoende garanties dat de Nederlandstalige patiënt in zijn eigen taal zal kunnen worden geholpen.
De Brusselse Huisartsen Kring is momenteel erkend door Vlaanderen en valt onder uw bevoegdheid als minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Naar aanleiding van de zesde staatshervorming staat Vlaanderen in voor de erkenning en financiering van huisartsenkringen, waar dus ook de BHAK onder valt. De subsidies van de huisartsenkringen bestaan uit twee componenten: een werkingssubsidie, bestaande uit een forfaitaire vergoeding per inwoner van 0,22 euro, en een forfaitaire vergoeding voor een centraal oproepnummer van nog eens ongeveer 0,2 euro per inwoner. De BHAK maakt dus aanspraak op die subsidies van de Vlaamse overheid, maar dat is dan een Vlaamse subsidie zonder duidelijke taalgaranties voor een huisartsenkring die moet instaan voor een adequate, kwaliteitsvolle en Nederlandstalige zorg in Brussel.
Ik heb dan ook de volgende vragen voor u in verband met deze evolutie. Hoeveel bedraagt de effectieve subsidie van de BHAK voor 2016? Hoeveel van die subsidies zouden door de fusie in de GBBW opgeslokt worden? Hoe zult u aan de BHAK verantwoording vragen voor die subsidie en de eraan verbonden werking?
Momenteel is er enkel een gegarandeerde Nederlandstalige zorg tijdens de officiële wachtmomenten – tijdens de weekends en op feestdagen – en op weekdagen van 20 uur tot 23.30 uur. Tijdens de werkweek zijn er ‘s nachts geen taalgaranties. Een Nederlandstalige burger heeft dus bijvoorbeeld op dinsdagnacht geen garantie dat hij in zijn eigen taal geholpen zal worden, de Franstalige taalgroep beschikt wel over die garantie. Welke bijkomende taalgaranties kunt u afdwingen ten aanzien van de BHAK, die door Vlaanderen gesubsidieerd wordt, in de samenwerking met de GBBW, gelet ook op uw antwoord op een schriftelijke vraag van collega Willy Segers?
De Brusselse Huisartsen Kring gaat een aantal bevoegdheden die een belangrijke impact hebben op de aanwezigheid van Vlaamse zorg in Brussel, delegeren. Conform het samenwerkingsakkoord tussen de BHAK en de FAMGB moeten eventuele nieuwe huisartsenwachtposten of een belangrijke verandering in de situatie van de huidige huisartsenwachtposten goedgekeurd worden door de raad van bestuur van de GBBW. De Vlaamse wachtpost Terranova kan bijvoorbeeld maar overleven als hij opgaat in de GBBW, met verlies van alle beslissingsbevoegdheden van de huidige bestuursleden, ten voordele van het door de Franstalige huisartsen gedomineerde GBBW. Hoe ziet u die evolutie? Welke toekomst ziet u weggelegd voor de Vlaamse wachtpost Terranova, die zo hard geijverd heeft voor zijn autonomie en recent nog een nieuwe stek kreeg op de campus van de VUB?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, in 2015 werd aan de BHAK een werkingssubsidie van 67.800 euro toegekend en een subsidie voor een operationeel centraal oproepnummer van 59.310 euro. Er is bepaald dat de subsidie voor het centraal oproepnummer zal dienen voor de financiering van het callcenter van de Garde Bruxelloise - Brusselse Wachtdienst. Het bedrag kan enkel daarvoor gebruikt worden en zal dan ook dienen om de wachtoproepen van alle Nederlandstalige patiënten van Brussel te beantwoorden.
Om erkend te blijven, moet een huisartsenkring jaarlijks tegen 31 mei aan het Agentschap Zorg en Gezondheid een jaarverslag bezorgen over de uitvoering van de opdrachten, met inbegrip van een financieel verslag.
In mijn antwoord op de schriftelijke vraag van collega Segers staat dat er voldoende garanties zijn op Nederlandstalige zorg tijdens de officiële wachturen. Dat is al een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Nu komen bijvoorbeeld niet noodzakelijk alle Nederlandstalige wachtoproepen terecht bij de Nederlandstalige wachtdienst van de BHAK.
Vandaag wordt de zorgcontinuïteit tijdens de week geregeld door de individuele huisarts en niet door de kring. Een grotere en groeiende pool tweetalige artsen zal het mogelijk maken de dienstverlening uit te breiden naar de zogenaamde weekwacht en zal die wacht ook draaglijker maken. Ik ben op dit ogenblik niet van plan om bijkomende taal- of andere garanties af te dwingen.
Door in de Garde Bruxelloise - Brusselse wachtdienst te stappen, kiest de BHAK ervoor om samen met de Franstalige huisartsenkring te bepalen welke wachtpost door beide kringen erkend wordt. Het gaat dan bijvoorbeeld over uniforme beschikbaarheidshonoraria, kwaliteits- en toegankelijkheidscriteria en het mee bepalen van nieuwe huisartsenwachtpostlocaties, dit om te vermijden dat eender welke post die op eender welke manier werkt zichzelf een huisartsenwachtpost zou noemen en dat er een ongelijke spreiding van wachtposten over heel het Brusselse Gewest zou ontstaan.
Terranova is geen nieuwe huisartsenwachtpost. Er is op dit ogenblik geen indicatie voor een belangrijke verandering in de situatie van de huidige huisartsenwachtposten. Momenteel hoeft de raad van bestuur van GBBW hierover geen uitspraak te doen. De toekomst van de wachtpost Terranova is de volledige bevoegdheid van de federale minister van Volksgezondheid.
De heer Persyn heeft het woord.
Minister, u zegt dat de wachtdienst tijdens de week beter zal worden gegarandeerd door een pool van tweetalige artsen, maar laat dat nu net de bezorgdheid zijn van de huisartsen die onder andere tegen die integratie hebben gestemd. Het verleden heeft aangetoond dat die tweetaligheid soms te wensen overlaat. We zien dat in Brussel net zo goed als in de Rand. Het gaat vaak om een tweetaligheid op papier waarbij de kennis van het Nederlands niet volstaat bij die zogezegd tweetalige artsen die perfect eentalig Frans spreken. Dat is de vrees van die 30 procent Vlaamse huisartsen die dertig of veertig jaar op de teller hebben staan en die zich daar ernstig zorgen over maken. Ik denk dat we daar een veel strikter toezicht op moeten organiseren. Het volstaat niet om taalattesten of attesten over het bijwonen van taalcursussen te accepteren als een garantie voor die taalkennis.
Mevrouw Van den Brandt heef het woord.
Dit is een belangrijk dossier voor Brusselaars. 30 procent van de huisartsen heeft tegengestemd. Er is echter nog draagvlak voor die studies en er is nog vertrouwen in het feit dat een tweetalige wachtpost kan werken. We moeten daar niet blind in stappen. Het is heel belangrijk dat men in de eigen taal hulpverlening en medische hulp kan krijgen. Maar een tweetalige wachtpost hoeft niet per se een ondermijning van het Nederlands te betekenen. We moeten die wachtpost oprecht een kans geven, te meer omdat dit wordt gedragen door een meerderheid van de artsen.
Het aantal Nederlandskundige huisartsen in Brussel is heel laag. Een Nederlandstalige op zoek naar een huisarts moet vaak veel moeite doen om een arts te vinden waar hij of zij als patiënt nog terechtkan. Minister, hoe zult u het aantal Nederlandskundige huisartsen in Brussel optrekken? Dat kan onder meer door de Nederlandstaligheid van huisartsen op te krikken. Het Huis van het Nederlands levert op dat vlak goed werk, ook in het kader van die fusie hebben zij zich geëngageerd om Nederlandse lessen te geven aan huisartsen die gericht zijn op hun praktijk. Daarnaast moeten ook meer huisartsen zich vestigen en een praktijk openen in Brussel.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik moet altijd heel voorzichtig zijn wanneer het over Brussel gaat, omdat ik de spitstechnologie niet altijd doorgrond en me vaak op gevoelig terrein bevind zonder het te beseffen.
Dat is een goed antwoord.
Wanneer we een aantrekkelijk beleid willen voeren, voor zover we dat kunnen, om zelfstandige huisartsen te overtuigen om zich in Brussel te vestigen, dan beschikken we daarvoor over een aantal instrumenten. De eerstelijnsgezondheidsconferentie zal een goed moment zijn om na te gaan of die instrumenten op de juiste manier worden ingezet en wat zij kunnen faciliteren. Ik ben geen huisarts, maar ik kan me wel voorstellen dat de arbeidsomstandigheden en het comfort daarin ook een belangrijke rol spelen. Wanneer ik 24 uur op 24 en 52 weken per jaar bereikbaar, inzetbaar en oproepbaar ben, dan lijkt me dat een belangrijke afweging die moet worden gemaakt. Dat is een element dat bij vrije beroepen een belangrijk kwalitatief argument is. Dat is ook de reden waarom veel specialisten naar grote ziekenhuizen trekken: ze zitten daar in een pool, er is een wachtdienst, een spoeddienst enzovoort.
We moeten dit goed opvolgen. We beschikken over een aantal mechanismen om dat te doen. Mijnheer Persyn, u zegt dat we niet moeten vertrouwen op papieren attesten maar als ik de briefwisseling goed lees, dan zegt men daarin dat erkende tweetalige artsen zullen worden ingezet. Dat zijn artsen met een Selor-certificaat of artsen die een vrijstelling hebben gekregen op basis van criteria die in beide kringen werden bepaald en goedgekeurd. Ik heb dan toch de indruk dat er een minimale garantie is dat men effectief tweetalig is wanneer men via deze procedures wordt ingeschakeld.
Er moet ons een verslag en een financiële verantwoording worden bezorgd, en dat is dan het moment om dit eens kritisch te bekijken. Het is de kring die daar een beslissing over heeft genomen. Het is niet aan de minister om in de plaats te treden van de besluitvorming in de schoot van een kring. Het tegendeel zou in deze commissie enig protest uitlokken.
Minister, dat laatste was ook niet de vraag. Er is me ter ore gekomen dat de reden waarom vele Nederlandstalige artsen hebben ingestemd met het opgaan in het breder verband, is omdat de verloning tijdens de wachtdienst in de Nederlandstalige kring op basis van prestaties was, en dus variabel en onzeker. In de andere constellatie was er een forfaitaire vergoeding, wat natuurlijk zeer aantrekkelijk was. Dat heeft gemaakt dat een groot deel van de Nederlandstalige collega’s eieren voor hun geld kozen. Daarmee nemen ze een risico, zoals in het verleden vaker is gebeurd in Brussel, als ze van de Vlaamse lijn afwijken.
We zullen moeten afwachten hoe het evolueert en daar scrupuleus op toezien. Het is toch jammer dat een mooi Vlaams initiatief dreigt op te gaan in een zee van… Zonder te rabiaat te willen zijn, er zijn een honderdtal Vlaamse huisartsen en 1100 Franstalige, dat zegt genoeg. Het is jammer dat die weg is genomen. Er is een soort van réveil in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel, er zijn ook extra Vlaamse middelen geïnvesteerd in de kinderopvang in Brussel. Ik hoop op een kentering in de eerstelijnsdienstverlening door huisartsen, vroedvrouwen en thuisverpleegkundigen in het Nederlands.
De vraag om uitleg is afgehandeld.