Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de Spartacus sneltramlijn 1 Hasselt-Maastricht en de vernietiging van het bestemmingsplan van de gemeente Maastricht
Vraag om uitleg over de uitspraak van de Nederlandse Raad van State en de gevolgen voor tramlijn 1 uit het Spartacusplan
Vraag om uitleg over de vernietiging door de Raad van State in Nederland van het bestemmingsplan voor tramlijn 1 in het kader van Spartacus
Vraag om uitleg over de uitspraak van de Nederlandse Raad van State over het bestemmingsplan van Spartacuslijn 1 Hasselt-Maastricht
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Ik denk dat ik het dossier Spartacus inhoudelijk niet meer in detail moet uitleggen. Het gaat over de drie tramlijnen in Limburg, de snelbussen om de verbinding met het openbaar vervoer in Limburg te versterken en Limburg het openbaar vervoer te geven waarop het recht heeft.
Dat dossier is zowat een processie van Echternach aan het worden. We zijn er nu al zeer veel jaren mee bezig en vandaag is nog geen enkel project zichtbaar, buiten een aantal tramlijnen aan het station in Hasselt. Het is dus hoog tijd om duidelijkheid te krijgen over de timing van deze drie tramlijnen.
Nu is er eindelijk vanuit Maastricht duidelijkheid gekomen rond de procedure bij de Nederlandse Raad van State. Daaruit kunnen we duidelijk concluderen dat, ongeacht wat de verdere stappen van Maastricht zijn, het nog een aantal jaren zal duren vooraleer tramlijn 1 realiteit zal worden, dan wel of die tramlijn wel realiteit zal worden.
Op dat vlak is er dus duidelijkheid, ik denk dus dat het de hoogste tijd is om het geweer van schouder te veranderen. We zitten vandaag in een andere realiteit dan voor de uitspraak van de Raad van State. U hebt ook onmiddellijk aangekondigd dat de middelen die uitgetrokken zijn voor het openbaar vervoer in Limburg ook in Limburg moeten blijven. Het heeft geen zin om die middelen op de begroting te laten staan, we moeten ze zo snel mogelijk uitgeven. Aangezien u zelf bevoegd bent, vooral voor lijn 2 en 3, denk ik dat we die naar voren moeten schuiven en dat we tegelijkertijd in overleg met Maastricht al het mogelijke moeten doen om ook tramlijn 1 te realiseren. We moeten echter niet wachten met de realisatie van lijn 2 en 3 tot tramlijn 1 er ligt.
Wat is uw reactie op de uitspraak van de Raad van State rond tramlijn 1?
U hebt daarnet al gezegd dat u een afspraak gepland hebt in Maastricht, dus ga ik ervan uit dat er nog geen overleg gepleegd is met de beleidsvoerders van Maastricht. Mocht dat wel het geval zijn, kunt u dan meedelen welke afspraken u gemaakt hebt? Indien dat niet het geval is, wanneer denkt u overleg te plegen?
Mijn derde vraag gaat over een nieuwe realiteit vandaag. We weten met zekerheid dat het nog heel wat jaren zal duren voor tramlijn 1 er eventueel gaat komen. Bent u daarom bereid om tramlijn 2 en 3 als prioriteit naar voren te schuiven zodat de standstill rond openbaar vervoer in Limburg kan worden omgebogen tot effectieve realisaties?
De heer Keulen heeft het woord.
Op woensdag 10 februari kregen we het arrest van de Nederlandse Raad van State met de vernietiging van dat bestemmingsplan, op twee gronden: het is niet te realiseren binnen de geplande tijdspanne van tien jaar, en ook niet binnen het budget.
Minister, op 3 december hebben we hier nog over Spartacus van gedachten gewisseld bij de bespreking van de beleidsbrief en de begroting. U hebt toen gezegd dat wat dit project betreft, u drie criteria hanteert. Het eerste criterium is de revisie van studiebureau TML over het verlies van vervoerswaarden als men de tijdelijke eindhalte legt voor de Wilhelminabrug, het zogenaamde Mosae Forum. In opdracht van Maastricht en de Nederlandse provincie Limburg berekende Goudappel Coffeng dat er een uitval was van 4 procent. U wilde dat laten narekenen. Een tweede criterium is de garantie van Maastricht dat Mosae Forum een tijdelijke halte was en dat er binnen een redelijk tijdsbestek een definitieve verbinding kwam, een doortrekking van die sneltramverbinding tot aan het treinstation van de gemeente Maastricht, zoals in de overeenkomst van 2014 contractueel is vastgelegd. Een laatste criterium was de uitspraak van de Raad van State van Nederland met betrekking tot het bestemmingsplan. Wat dat laatste betreft, is het allemaal duidelijk.
Collega’s, we moeten altijd oppassen met al te snel het een en het ander op te geven. Ook Nederland, Maastricht en de Nederlandse provincie Limburg, moeten we bij de les houden en hen wat dit betreft niet te snel vrij spel geven en het opgeven. Dat zou hun als muziek in de oren klinken.
Minister, hebt u sinds de uitspraak van de Nederlandse Raad van State contact gehad met de Nederlandse partners? Ik heb begrepen dat u een afspraak hebt. Wanneer vindt die plaats? Het revisierapport van TML zou ondertussen klaar moeten zijn. Dat is heel actualiteitsgevoelig. Wat zijn de bevindingen van dit rapport over het verlies in vervoerswaarden? Welke conclusie verbindt u hier politiek aan? Welke garanties hebt u al dan niet verkregen van de Nederlandse partners over de tijdelijkheid van de eindhalte aan Mosae Forum? Op welke manier onderhandelt u hierover met de Nederlandse partners? Wordt het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Milieu van minister Melanie Schultz van Haegen hierbij betrokken?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, de voorgeschiedenis van het dossier is voor u en de collega’s uit deze commissie uiteraard bekend en is voor zover nodig ook nog eens beknopt weergegeven door de twee voorgaande sprekers. Ik zal dat niet herhalen maar me beperken tot een aantal elementen en de vragen die ik u wil stellen.
Mijn uitgangspunt is anders dan dat van de twee voorgaande collega’s en allicht ook anders dan dat van de collega’s die nog na mij zullen komen. Ik wil immers niet tegen beter weten in halsstarrig vasthouden aan een tramlijn die volgens mij en volgens vele anderen op een dood spoor zit. Begin vorig jaar had men in principe al moeten beginnen met de aanleg van die eerste sneltramlijn tussen Hasselt en Maastricht. Er zijn dan problemen opgedoken in Maastricht, problemen die nu worden uitvergroot en vastgelegd door die uitspraak van de Raad van State. Die uitspraak is zeer duidelijk: Maastricht heeft volgens de Raad van State een aantal waarschuwingen uit het verleden genegeerd, en voortgaan met dit bestemmingsplan, met dit ruimtelijk uitvoeringsplan dat door de gemeenteraad van Maastricht gestemd is, is geen optie. Het is nog niet gezegd door de collega’s dat er geen beroep mogelijk is tegen deze uitspraak van de Raad van State. Die is definitief. Maastricht moet een keuze maken: ofwel stopt het met heel het project ofwel maakt het een nieuw bestemmingsplan. Het is voor ons, en ik denk ook voor heel veel mensen in Maastricht, nog onduidelijk welke richting ze zelf willen uitgaan omdat ook de politieke partijen in Maastricht en in Nederlands Limburg verdeeld zijn over hoe het nu verder moet met dit dossier.
U hebt in elk geval bij voorgaande debatten in deze commissie gezegd dat u wacht op een beslissing van de Raad van State in Nederland. Die is er nu. Die beslissing is duidelijk. Ik hoop dat uw reactie nu even duidelijk zal zijn. Als zelfs sp.a-woordvoerders in Limburg, zoals de provinciegouverneur en zoals collega Beenders, die de N-VA in de vorige legislatuur gedwongen hebben om dit project in het regeerakkoord op te nemen, als zelfs die sp.a-woordvoerders, de oorspronkelijke architecten van heel dit Spartacusplan, zeggen dat lijn 1 nu niet meer prioritair is, waarop zou u dan als koele minnaar van dit project, en samen met u heel wat anderen in uw partij, nog wachten om een definitieve finale beslissing te nemen en dit project af te voeren? Waarom zou u nog volharden in de boosheid? Ik denk dat u met deze beslissing van de Raad van State een goede aanleiding hebt om dit project voor eens en voor altijd af te voeren. Want, minister, bijkomend zijn er intussen vele miljoenen euro’s besteed aan studiekosten, investeringen en dies meer. Die hebben allemaal nog tot geen enkel concreet resultaat geleid. Dat kun je ook niet meer verantwoorden tegenover de mensen in Limburg.
Minister, uiteraard peil ik graag naar uw reactie op de uitspraak van de Raad van State van 10 februari. Wat zijn de politieke en juridische gevolgen van de uitspraak van de Raad van State met betrekking tot de onderhandelingen tussen de Vlaamse Regering enerzijds en de gemeente Maastricht en de Nederlandse provincie Limburg anderzijds en de op 11 maart 2014 ondertekende kaderovereenkomst? Loopt volgens u de realisatie van tramlijn 1 van het Spartacusplan door deze uitspraak eens te meer vertraging op, of bent u van mening, samen met mij en mijn partij, dat het tracé Hasselt-Maastricht na jarenlange rompslomp nu het best definitief afgevoerd wordt zodat er tijd en middelen geïnvesteerd kunnen worden in andere mobiliteitsdossiers met het oog op de noodzakelijke ontsluiting van Limburg?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik ga ook de voorgeschiedenis overslaan. Die is hier al aangehaald. We hebben er allemaal al uitgebreid kennis van genomen. Alleszins was het vorige week een slechte dag in Limburg. Dat is niet zonder gevolg gebleven. Mevrouw Lieten stapt op, de heer Keulen is er ziek van en zo kan ik nog wel even doorgaan. (Gelach)
We kunnen er een grapje over maken, maar ik denk dat we wel kunnen zeggen dat in dit dossier Vlaanderen niets te verwijten valt. Ik denk dat we het over de partijgrenzen heen daarover eens kunnen zijn. Vlaanderen heeft zich altijd constructief en duidelijk opgesteld. De bal ligt nu in het kamp van de Maastrichtenaren. Het wordt tijd dat zij beslissen hoe ze deze knoop gaan deblokkeren.
We moeten daar niet flauw over doen. Dat betekent een serieuze vertraging in dit dossier. Minister, ik wil er dan ook op aandringen dat u zo snel mogelijk rond de tafel gaat zitten met de Nederlanders om hieromtrent tot duidelijke afspraken te komen. Limburg rekent op u om snel tot een oplossing te komen. Meer dan ooit is er in Limburg nood aan investeringen op het vlak van mobiliteit. Minister, ik verwacht van u dat u er alles aan zult doen om een inhaalbeweging in te zetten voor wat betreft de mobiliteitsdossiers in Limburg, met name het volledige Spartacusplan en zeker ook de Noord-Zuidverbinding in Houthalen-Helchteren.
Minister, plant u een overleg met Maastricht over deze vernietiging? Daar hebt u al op geantwoord daarstraks. Blijft u achter de beslissing staan om het Spartacusplan – dan bedoel ik de drie lijnen – onverkort uit te voeren? Is het een optie om een nieuw bestemmingsplan op te maken voor de verkorte route tot vlak voor de Wilhelminabrug? Wat wijzen de resultaten van het onderzoek van TML uit? In een eerste reactie sprak u over bijkomende investeringen voor Limburg. Voor welke projecten zijn die bestemd? Hebt u voldoende financiële ruimte om bijkomende middelen vrij te maken?
Mevrouw Jans heeft het woord.
De heer Janssens heeft het daarnet gezegd: er zijn hevige verdedigers en er zijn koele minnaars in dit dossier. Ik denk dat vandaag het belangrijkste is dat we zien dat een overeenkomst die tussen Vlaanderen en Nederland afgesloten is, niet gehonoreerd wordt.
Zoals collega Ceyssens zegt, hebben we langs Vlaamse kant alles gedaan, en u, minister, hebt ook alles gedaan om die overeenkomst correct uit te voeren. Maar vorige week hebben we de uitspraak van de Raad van State in Nederland gehad, en die was zeer opmerkelijk. Het is niet zomaar een uitspraak van de Raad van State zoals we hier vele dossiers hebben waar op basis van een of andere procedurefout een beslissing wordt vernietigd. Neen, dit was een uitspraak waarin de Raad van State eigenlijk zijn eerdere oordeel herziet. Dat is zeer uitzonderlijk in Nederland.
Ik heb dat arrest eens grondig nagekeken. Ik stel vast dat er langs Nederlandse zijde merkwaardige dingen zijn gebeurd. Ik citeer uit het arrest van de Raad van State: “Het tracé is volgens de Review niet te realiseren binnen het beschikbare budget, er is nog geen zicht op de wijze waarop de technische problemen bij de Wilhelminabrug kunnen worden opgelost en de planning is niet haalbaar. De voorlopige resultaten in de conceptversie zijn niet naar buiten gebracht. (...) Wel zijn de voorlopige reviewresultaten op 18 november 2014 vertrouwelijk gerapporteerd aan het college van gedeputeerde staten en het college van burgemeester en wethouders.”
Deze resultaten werden dus niet aan de gemeenteraad meegedeeld. Dat heeft er dus toe geleid dat de gemeenteraad eigenlijk onvoldoende zorgvuldigheid aan de dag heeft gelegd bij het nemen van een beslissing over dat bestemmingsplan. Als ik dat lees, dan gaan mijn haren recht staan. Dan blijkt dat er in heel het dossier, op voorhand al in 2014, duidelijke tekenen waren dat er problemen waren rond de Wilhelminabrug, en dat er nog andere zaken niet grondig onderzocht zijn, dat de Gedeputeerde Staten dat wisten en dat het college van burgemeester en wethouders van de stad Maastricht dit wisten. Dan denk ik dat het heel belangrijk is, minister, dat u volgende week, want dan schijnt u een afspraak te hebben met Maastricht, hen wijst op hun plichten. Ik ben zeer benieuwd hoe zij dergelijke uitspraken kunnen verantwoorden en hoe ze dergelijke fouten kunnen rechtzetten. Er wordt gezegd dat er een nieuw bestemmingsplan moet worden opgemaakt. Gaat Maastricht dat doen, ja of neen? Maar als ik zie hoe heel het dossier aan Nederlandse zijde verlopen is, dan stel ik me toch zeer grote vragen.
Minister, ik ga nog niet naar de toekomst kijken. Ik weet dat u altijd hebt gezegd dat u loyaal bent aan het regeerakkoord en dat u gaat uitvoeren wat er beslist is. Ik denk dat u dat inderdaad moet doen. Maar als u dat arrest van de Raad van State meeneemt naar Maastricht, dan hebt u wel de nodige argumenten in handen om eens hard op tafel te slaan en ervoor te zorgen dat dit dossier op een goede manier wordt afgerond.
Mijn concrete vragen lopen gelijk met die van de andere collega’s. Ik zou graag weten wat de impact is van het arrest van de Raad van State op het verdere verloop van lijn 1. Welke stappen gaat u nemen? U hebt al gezegd dat u gaat praten. Wat gaat dat concreet zijn? U weet dat lijn 2 en lijn 3 belangrijk zijn, ook voor N-VA Limburg. Lijn 3 is een dossier dat door de NMBS wordt aangepakt, maar lijn 2 is uw verantwoordelijkheid. Daar loopt heel wat gelijk aan lijn 1, zeker wat het tracé betreft. Welke gevolgen heeft het arrest van de Raad van State voor de verdere evolutie in het dossier rond lijn 2 van Spartacus?
Minister Weyts heeft het woord.
In eerste instantie geef ik mijn aanvankelijke reactie op het arrest van de Raad van State. Ik vreesde al voor dit arrest. Dat had ik ook al bij voorbaat aangegeven. De Nederlandse partner heeft het tracé aanzienlijk ingekort waarbij de aanvankelijke eindhalte, het station van Maastricht, werd teruggebracht tot een halte aan het Mosae Forum.
Niettegenstaande de inkorting van dat tracé, is men gewoon blijven doorgaan alsof er niets aan de hand was, hoewel alle vergunningen en procedures betrekking hebben op een tracé met als eindhalte het station van Maastricht. Bovendien is het in Nederland noodzakelijk te kunnen aantonen dat het plan gerealiseerd kan worden binnen de tien jaar. Gelet op de opgedoken technische en budgettaire problemen aangaande het overschrijden van de Wilhelminabrug, was dit tijdskader hoogst onzeker geworden.
Het is inderdaad duidelijk dat Vlaanderen absoluut geen schuld treft.
Betreffende het toekomstige overleg met Nederland kan ik u meedelen dat ik heb laten weten dat ik volgende week ter beschikking ben. Ik heb enkele data bezorgd maar nog geen repliek ontvangen.
Mijn Nederlandse collega’s hebben mij nog niet formeel proberen te bereiken voor een verder overleg. Wel werd mij via de gemeente Maastricht een kopie bezorgd van het door hen opgestelde persbericht na de uitspraak van de Raad van State, met de mededeling dat dit persbericht voor zich spreekt.
Ik onthoud vooral de laatste passage uit dit persbericht: “Wij waren ervan uitgegaan dat het bestemmingsplan de eindstreep zou halen en zijn teleurgesteld dat nu ook de tijdelijke eindhalte Mosae Forum niet kan worden gerealiseerd. Wij zullen over deze uitspraak in overleg treden met de partners van het tramproject. Indien vanuit dit overleg door de partners daarom wordt gevraagd, zullen wij een nieuw bestemmingsplan in procedure brengen.”
Ik heb daarop dan maar zelf contact laten opnemen en aangedrongen op een snel overlegmoment.
Ik zal aan de Nederlanders vragen wederom en eindelijk een duidelijk engagement te tonen om de initiële kaderovereenkomst na te leven en dus een realisatie van de spoorverbinding van station tot station te kunnen verwezenlijken. Als dat engagement het opmaken van een nieuw bestemmingsplan behelst, zullen onze noorderburen duidelijk moeten maken of ze dit plan effectief willen opstellen.
Ik zal laten bekijken wat de mogelijke juridische stappen zijn bij het niet nakomen van de initiële kaderovereenkomst, maar gelet op de gevoelige juridisch-technische complexiteit van dit gegeven, begrijpt u dat ik hier vandaag niet veel dieper op kan ingaan. Ik ga bovendien in eerste instantie uit van een constructieve houding van onze partners.
Bij een herneming van het bestemmingsplan zal het project Spartacus Lijn 1 wat vertraging oplopen. Uiteraard zullen de Nederlanders nu moeten beslissen of ze een nieuw bestemmingsplan wensen op te maken. Indien dat zo is, moeten ze enkele aanpassingen doen aan het huidige. Zodra het nieuwe plan wordt neergelegd, neemt de beoordelingsprocedure al gauw zes maanden in beslag. We lopen minstens een jaar vertraging op.
We hebben een second opinion gevraagd. Er was een studie van het Nederlandse bureau Goudappel Coffeng naar de afname van de vervoerswaarde als de halte niet aan het station van Maastricht zou liggen maar aan het shoppingcenter Mosae Forum. Er werd gewag gemaakt van een vermindering van 4 procent van de reizigers. We hebben aan Transport & Mobility Leuven (TML) dan een tweede studie gevraagd. Ik heb nu de resultaten ontvangen. Zij gaan uit van een vervoerswaardeverlies van 8 procent.
Betreffende de andere lijnen van Spartacus kan ik zeggen dat er geen rechtstreekse impact is op de snelverbinding Hasselt-Maastricht. Zoals haar is opgedragen in het huidige regeerakkoord werkt De Lijn momenteel de studie rond dit project verder uit.
Wat de snelle spoorverbinding vanuit Hasselt naar Noord-Limburg betreft, is het wachten op het meerjareninvesteringsprogramma van de NMBS en Infrabel. Die discussie zijn we hier al eens aangegaan. Ik deel alleszins de bekommernis met betrekking tot de absolute nood aan extra mobiliteitsinvesteringen in Limburg.
Minister, laat één ding duidelijk zijn: ik begraaf lijn 1 helemaal niet, ik ben alleen heel realistisch. Ik treed collega Jans bij. Met zo’n arrest moeten we wel realistisch zijn. We moeten vaststellen dat de realiteit rond tramlijn 1 heel anders is na het arrest van de Raad van State dan ervoor.
We mogen niet blind zijn voor de feiten: in Limburg stellen we vast dat de verbinding met het Maasland, met het noorden van Limburg problematisch is. Minister, wat gaat u doen om de realisatie van lijn 2 en 3 nu te versnellen? Gaat u daarvoor actie ondernemen of laat u de timing lopen zoals die voorzien was?
De heer Keulen heeft het woord.
Het is belangrijk dat we blijven benadrukken dat Spartacus een en-enverhaal is. We mogen ons nooit laten verleiden om daar een of-ofverhaal van te maken. Dan zouden we onze tegenstrevers alle kaarten in handen spelen. Ik zou die bal in Maastricht laten liggen en daar niet te snel weghalen.
Die lijn 1 hebben we drie keer in een regeerakkoord goedgekeurd: in 2004, in 2009 en in 2014. We hebben dat ook nog eens prominent ingeschreven in het reconversieprogramma dat Limburg weer op de been moet brengen naar aanleiding van de sluiting van de Fordvestiging. Ook ten opzichte van de gemeentebesturen kunnen we dat niet zomaar laten varen. Mijn gemeentebestuur is een van de vier betrokken gemeentebesturen aan Vlaamse kant. Men heeft aan Lanaken nooit gevraagd of we een sneltramverbinding wilden. Plotseling zou er daar dan toch eentje voorbijkomen. Men is daar elf jaar mee bezig geweest en nu zouden we zeggen dat het allemaal maar om te lachen was. Willen we de geloofwaardigheid van ons, als politieke klasse, en van de rechtsstaat vrijwaren, dan moeten we daar zeer beducht voor zijn. Het moet duidelijk zijn dat lijnen 2 en 3 absoluut hun waarde hebben, en als verdediger van lijn 1 heb ik geen moeite om dat te zeggen. Dat zal evenwel ook jaren in beslag nemen. We zullen daar allerhande procedureslagen in meemaken. Lijn 3 is een dossier van de NMBS. Ik wil eens zien, zonder cofinanciering, hoever we daarmee zullen raken. Lijn 2 moet dan inderdaad van Diepenbeek, richting Maasland via Genk lopen. Ook daar ga je door gevoelig natuurgebied, ook daar is er een beschadigde ondergrond door vroegere mijnactiviteiten. Het wordt dus duimen geblazen.
De Raad van State is in Nederland ook een stukje Rekenhof. Het gaat dus niet alleen om een wettigheidstoets maar ook om een opportuniteitstoets. Er wordt gezegd dat het traject gevoelig wordt ingekort. Welnu, het wordt heel precies met 900 meter ingekort. We moeten de zaken door de juiste bril bekijken en voor een stuk relativeren.
Ten slotte ben ik blij met de resultaten van het studiebureau TML. Het verlies aan vervoerswaarde zou niet 4 procent zijn, maar 8 procent. Als dat er in de plaats van de voorziene 100 passagiers, uiteindelijk 92 zouden zijn, vind ik dat dit al met al goed meevalt. Als we het project daarop moeten afschieten, vind ik persoonlijk een uitval van 8 procent in de plaats van 4 procent zeer relatief en eerder klein. Dat kan zeker geen grond zijn om de sneltramverbinding van Hasselt naar Maastricht te begraven. Nogmaals, ik wil er vooral bij iedereen op aandringen om die bal niet te snel uit het kamp van Maastricht te halen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, u zei in oktober in de commissie dat u de beslissing van de Raad van State afwachtte. Nu, vier maanden later is die beslissing er en zegt u dat u de mening van de gemeente Maastricht afwacht. Ik denk dat u het momentum mist om een aantal minuten politieke moed te tonen om uw politieke overtuiging in de praktijk om te zetten. Mijns inziens heeft Spartacus deze eerste veldslag verloren en denk ik dat we nu beter kans geven aan andere, levensvatbare alternatieven om de ontsluiting van Limburg en dan vooral van het Maasland en het noordoosten van Limburg te verbeteren.
We kunnen alleen maar vaststellen dat zowat alle grote infrastructuurwerken en mobiliteitsdossiers zijn geblokkeerd. We kunnen ook alleen maar vaststellen dat het openbaar vervoer, vooral dan de trein, in onze provincie nog altijd onvoldoende uitgebouwd blijft. Limburg blijft inzake mobiliteit al vele regeringen lang, met diverse samenstellingen, in de kou staan. Minister, ik hoop dus dat u, als u naar Maastricht bent geweest, tot inkeer zult komen. Het is duidelijk dat Maastricht niet over de brug wil komen, dus denk ik dat deze tramlijn 1 zijn eindbestemming heeft bereikt alvorens goed en wel vertrokken te zijn. Ik hoop dat u dat ook, eerder vroeg dan laat, zult beseffen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord. In eerste instantie moet het mij toch van het hart dat ik het ongehoord vind dat u als minister vanuit de stad Maastricht door middel van een persbericht wordt geïnformeerd. U mag dat alleszins met de groeten van mijn partij meenemen naar uw overleg naar Maastricht. Ik vind dat absoluut not done. Dat kan absoluut niet.
Ik dank u ook voor de cijfers van de TML-studie. Maar daarmee is mijn nieuwsgierigheid natuurlijk gewekt: vanwaar dat verschil van 4 naar 8 procent? Is dat het gevolg van een andere berekeningsmethode, of zijn er actoren waarmee geen rekening werd gehouden? Daarover had ik graag iets meer verduidelijking gehad.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, mobiliteit is in Limburg een probleem. Ik ben blij met uw laatste zin: “Ik vind het absoluut noodzakelijk dat er extra mobiliteitsinvesteringen in Limburg komen.” Daar zit inderdaad de knoop. Het Spartacusplan was een goed plan. Het bevatte een visie om het probleem van het openbaar vervoer in Limburg op te lossen, en om ervoor te zorgen dat er knooppunten kwamen waarbij je van de trein op een bus, een tram of een snelbus zou kunnen overstappen. Dat moet zeker verder worden uitgevoerd.
Iedereen weet dat ik een koele minnaar ben van lijn 1. Dat is geen geheim. U hebt dat als minister altijd verdedigd omdat het in het regeerakkoord staat. Maar we zijn nu wel op het punt gekomen dat wij vaststellen dat u uw engagementen nakomt, maar dat Nederland dat absoluut niet doet. Ik heb een passage uit het arrest van de Raad van State voorgelezen. Dan blijkt dat bepaalde elementen die de gemeenteraad van Maastricht wilde kennen om een degelijke beslissing te kunnen nemen, op dat moment zelfs werden achtergehouden. Dat vind ik nog veel erger dan een persbericht. Het is belangrijk dat u naar Nederland gaat om de gevolgen van de beslissing van de Raad van State te bespreken.
Mijnheer Keulen, u zegt dat het bij de inkorting van het traject slechts om 900 meter gaat. Maar die 900 meter was natuurlijk cruciaal in de hele discussie. Het opzet was om het station van Hasselt met het station van Maastricht te verbinden.
Tijdelijk.
Het tijdelijke is blijkbaar niet meer tijdelijk, als we horen wat er aan Nederlandse zijde allemaal bezig is.
Minister, het is belangrijk dat u naar Nederland gaat, om ervoor te zorgen dat Nederland zijn engagementen nakomt. Als dat niet zo is, zullen we hier binnen een paar weken in deze commissie opnieuw de discussie kunnen voeren over wat er verder moet gebeuren.
Ik ben ook benieuwd naar hoe de berekeningen van de TML-studie juist gebeurd zijn. Ik steun daar zeker de vraag van de heer Ceyssens, om die studie grondig te kunnen bestuderen en om ze dus aan ons te laten bezorgen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik had naar aanleiding van de uitspraak van de Nederlandse Raad van State ook een vraag ingediend, maar die ging natuurlijk ruimer dan alleen het Spartacusproject. De vraag ging over de trambus als mogelijk alternatief. Voorzitter, ik neem aan dat u die vraag niet hebt toegelaten omdat het een veel ruimere vraag is, maar ik hoop wel dat we daar volgende week of de week daarna op kunnen terugkomen. CD&V is er nog altijd van overtuigd dat de trambus op bepaalde trajecten een waardig alternatief zou kunnen zijn. Ik wou dat hier toch even zeggen, zodat het ook in het verslag van deze vraag wordt opgenomen. Minister, u hoeft daar nu niet op te antwoorden. Dat zal de komende weken wel kunnen.
De heer Danen heeft het woord.
We mogen het risico niet lopen om al te veel als konijnen naar een lichtbak naar die lijn 1 Hasselt-Maastricht te kijken, hoewel het een heel belangrijke is. Het is een veel ruimer verhaal. Minister, het is zoals u het op het einde zei: het openbaar vervoer in Limburg heeft veel meer nodig dan lijn 1 alleen. Maar natuurlijk verwachten we van u dat u hierin stappen neemt. Er is blijkbaar, in de verschillende beslissingsmomenten sinds 2004, 300 miljoen euro beschikbaar gehouden voor de verwezenlijking van deze lijn. Ik hoop alleszins, of ik sta erop, dat dat geld in Limburg wordt gehouden om sowieso ook een hoogkwalitatieve verbinding te maken tussen Hasselt en Maastricht.
We hebben hier al een paar keer over die lijn 1 gediscussieerd. Minister, hebt u een plan B? U zegt dat u niet wil vooruitlopen op juridische gevolgen, maar stelt u zich voor dat het antwoord van Maastricht u niet bevalt of dat zij helemaal niet over de brug komen, hebt u dan een plan B? Of is het plan B nog eens tien of twintig jaar wachten?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb de Nederlanders uitgenodigd. Desnoods ga ik wel zelf naar Maastricht. Als de berg naar Mozes… Whatever, wie de berg of Mozes moge wezen… Desnoods kan ik nog wel naar daar gaan, maar ik heb hen natuurlijk uitgenodigd om naar Brussel te komen, wat zij in het verleden altijd hebben gedaan.
Ik moet hier optreden als een goede huisvader. Ik mag niet al te zeer vooruitlopen en voorbarige grote uitspraken doen, om de Vlaamse belangen in hun totaliteit maximaal te kunnen vrijwaren. Mijnheer Janssens, zelfs vanuit uw oogpunt lijkt het nemen of aankondigen van eenzijdige beslissingen, in welke situatie ook, mij niet alleen op politiek maar ook op juridisch vlak zeer onverstandig. In dezen brengt wat u politieke moed noemt alleszins geen voorspoed. Met de brede steun van deze commissie hebben wij altijd de lijn bewandeld om maximaal onze belangen te vrijwaren. Ik zal dat blijven doen. Ik zal blijven uitgaan van het regeerakkoord, dat ik loyaal wil uitvoeren.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik heb u al informeel gezegd dat ik vind dat u, zolang u ministeriële verantwoordelijkheid draagt, altijd zeer correct hebt gehandeld. Ik heb geen moeite om dat ook publiek te zeggen. We blijven rekenen op uw engagement.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, wij wensen u ook heel veel succes bij het bereiken van een akkoord over lijn 1. Wij hopen dat die lijn zo snel mogelijk gerealiseerd kan worden. Maar bekijk zeker alle investeringsprojecten die vandaag on hold staan in Limburg vanwege die lijn 1 die maar geen witte rook geeft. Er zijn een aantal kruispunten die verhoogd zouden worden en die vandaag niet verhoogd zullen worden omdat ze gelinkt zijn aan Spartacus. Maar u zou eens moeten bekijken of die projecten niet kunnen worden gerealiseerd, zelfs zonder een akkoord voor Spartacus. Want stelt u zich voor dat er op langere termijn misschien toch geen tram komt, dan kan er nog altijd een snelbus onderdoor rijden. Dat is niet alleen voordelig voor het openbaar vervoer, maar ook voor de wagens en de zwakke weggebruikers. Ik roep u op om de investeringen die u al kunt uitvoeren in Limburg, met een positieve bril te bekijken en om ze vooral versneld uit te voeren. We moeten nu nergens meer op wachten. We moeten ervoor zorgen dat er resultaat komt, zodat we in Limburg het signaal kunnen geven dat u de beloofde middelen, die u alsmaar bevestigt, effectief zult besteden. Binnenkort is deze legislatuur voorbij en dan zijn ze misschien in de volgende legislatuur verdwenen. Dan heeft Limburg niets gekregen behalve een paar beloftes.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik ben vooral van mening dat u in dit dossier uw ei moet leggen. U moet een beslissing nemen. Gaan we dit project van lijn 1 eindeloos rekken zonder garantie op resultaat, of gaan we uiteindelijk eens een finale beslissing nemen? Al de rest is oeverloos tijdverlies voor andere noodzakelijke mobiliteitsdossiers in Limburg. Dat was waartoe ik u vooral wilde oproepen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, als volgende week Mozes naar de berg gaat of de berg naar Mozes komt, denk dan goed aan de uitspraken die u deed toen we u de eerste keer hebben ondervraagd over de problemen met de Wilhelminabrug. U zei toen heel verstandig: “Ik ben hier gerust over want ik heb hier een sluitend contract op zak.” Houd dat goed in uw achterhoofd als u naar Maastricht gaat.
En dan dit nog, ten behoeve van alle collega’s: hou nu eens op met de illusie te kweken dat het feit dat wij verder inzetten op lijn 1 vertraging gaat veroorzaken voor lijn 2 of lijn 3. Niets daarvan! Dat ontslaat ons op geen enkel moment van de plicht om ook aan lijn 2 en lijn 3 zo snel mogelijk voort te werken.
Minister, u hebt daarnet in uw antwoord gezegd dat treinen gemakkelijk over de grens rijden. Ik zal mijn avond eens vullen met het tellen van de overgangen. Ik denk dat het een korte avond zal worden. Ik zal u meer zeggen. In Limburg rijden ze zelfs niet tot aan de grens. In het oostelijk gedeelte van Limburg is niet één trein te vinden. Men kan er diep verscholen in het groen misschien nog een oud spoor vinden, maar een trein rijdt er niet meer. De conceptnota basisbereikbaarheid is goed. We vinden er onze ideeën in terug. Maar om die in Limburg in de praktijk te brengen, hebben we projecten zoals Spartacus nodig.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, voor mij moet u vandaag uw ei niet leggen. Pak het verstandig aan. De bal ligt in het kamp van de Nederlanders. Ik denk dat we in de volgende weken deze discussie nog zullen voeren. Ik roep dus alle Limburgers op om binnen enkele weken hier in de commissie de discussie voort te zetten.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.