Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ook mensen die minder mobiel zijn vanwege een beperking, een ziekte of ouderdom, hebben recht om deel te nemen aan het maatschappelijk leven en op vervoer naar familie, vrienden, de dokter enzovoort. Dit past in de visie dat ieder beleidsdomein de nodige initiatieven moet nemen voor het waarborgen van de rechten van personen met een handicap.
Minister, u hebt al drastisch bespaard in het aanbod aan openbaar vervoer van De Lijn. Vooral, maar niet alleen, de belbus werd hier geviseerd – de provincie Antwerpen weet er alles van – ondanks het gegeven dat het absoluut toegankelijk karakter van de belbus een belangrijke troef is en was. U hebt zelf gezegd dat een significant aantal personen met een handicap vertrouwde op de belbus om zich van punt A naar B te verplaatsen tegen een betaalbare prijs. In 2014 werden 220.000 ritten met een belbus gemaakt ten behoeve van personen met een handicap.
Minister, u hebt vroeger gezegd dat u deze doelgroep zogezegd niet disproportioneel wou treffen en u wees hiervoor naar de alternatieven zoals de Mobiliteitscentrales Aangepast Vervoer (MAV’s), die de beste oplossing voor een traject konden zoeken, en naar de Diensten Aangepast Vervoer (DAV’s) van de desbetreffende zones.
Ik wil het even concreet hebben over deze DAV’s. Het decreet tot compensatie van de openbaredienstverplichting betreffende het vervoer van personen met een handicap of een ernstig beperkte mobiliteit, dat in 2012 unaniem door het Vlaams Parlement werd aangenomen, voorzag in Vlaanderen in 27 zones waarbinnen aangepast vervoer voor personen met een handicap zou worden georganiseerd. Het decreet had ook uitdrukkelijk de bedoeling om een structurele regeling voor de financiering van het vervoer van personen met een beperkte mobiliteit te regelen.
Dit gebeurde vaak in samenwerking met de lokale overheden, bijvoorbeeld via het inzetten van Handicars. In de vier zones van de provincie Antwerpen werken daar 63 van de 70 gemeenten aan mee. Er is in een zogenaamde klaverbladfinanciering voorzien waarbij de financiering komt uit de bijdrage van de gebruikers, een solidariteitsbijdrage van de lokale besturen, en een Vlaamse financiering zoals in het decreet staat. Die financiering bedraagt ongeveer 35 procent. Soms is er ook nog een impulssubsidie van de provincie Antwerpen.
Minister, in 2015 bleek al dat deze diensten in de financiële problemen kwamen. In 2016 zal het niet beteren. Uit contacten met uw administratie en uw medewerkers hebben de DAV’s informatie ontvangen waaruit zou blijken dat men voor 2016 ongeveer dezelfde middelen als voor 2015 zou ontvangen. En dat terwijl de afschaffing van de belbussen in grote delen van Vlaanderen tot een toename van de vraag bij de DAV’s zal leiden. U weet ook dat de vraag al groter was dan het aanbod. Vzw Enter heeft daar in het verleden goede cijfers over gepubliceerd.
De vraag neemt dus toe, maar de slagkracht van de DAV’s blijft gelijk, de financiering van Vlaanderen volgt niet en brengt een aantal samenwerkingsinitiatieven in de financiële problemen. Nochtans voorziet de Vlaamse regelgeving in principe in een vergoeding per gereden kilometer.
De DAV’s ervaren met andere woorden dat het mes hun op de keel wordt gezet: of ze kunnen niet voldoen aan de vraag, of de prijzen moeten naar omhoog om in de extra mankracht en middelen te voorzien zodat elkeen vervoerd kan worden. En dat dus terwijl het decreet oplegt dat het vervoer moet gebeuren aan een sociaal tarief. U zorgt er dus voor dat de DAV’s in een patstelling terechtkomen.
U weet waarschijnlijk dat één DAV zich al heeft teruggetrokken als aanbieder, omdat de activiteiten niet langer rendabel aangeboden kunnen worden en ook nooit rendabel zullen zijn, tenzij een tariefmodel wordt gehanteerd dat de middelen van de doorsnee persoon met een handicap ver overstijgt.
Minister, de overheid heeft hier mijns inziens duidelijk een ondersteunende rol in te spelen, zeker in landelijk gebied waar de personen met een handicap van hun transportmiddel werden beroofd. U herinnert zich de discussie over de belbussen.
Ook juridisch stelt zich een mogelijk probleem, daar Vlaanderen de VN-Conventie inzake de rechten van Personen met een Handicap ratificeerde. Artikel 19 en 20 zijn heel duidelijk. Ik zal ze niet citeren, ze komen erop neer dat personen met een handicap recht hebben op een betaalbare mobiliteit en dat er geen sprake kan zijn van een ongelijke behandeling in dit aanbod naar woonplaats.
Minister, vandaar mijn vragen. Kloppen de berichten uit het werkveld dat de DAV’s voor 2016 hetzelfde werkingsbudget hebben als in 2015? Zo ja, hoe verwacht u dan dat ze de stijgende vraag die er op het terrein is, kunnen opvangen? En hoe zullen ze in het aanbod moeten voorzien bij die gestegen vraag? Welke financiële maatregelen stelt u voor? Hoe kunt u bewerkstelligen dat de DAV’s hun engagementen kunnen nakomen?
Bent u zich er, met betrekking tot het juridische aspect, van bewust dat er door het snoeien in het vervoersaanbod een mogelijke ongelijke behandeling bestaat tussen personen met een handicap die in stedelijk gebied en in plattelandsgebied wonen? Zo ja, welke maatregelen neemt u dan om deze ongelijke behandeling weg te werken en om een gelijke toegang tot het openbaar vervoer te waarborgen?
Hoe zult u waarborgen dat de DAV’s over heel Vlaanderen, en niet alleen in de provincie Antwerpen, beschikbaar zijn voor personen met een handicap tegen een billijk tarief?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Bertels, staat u me toe dat ik een korte historiek schets van de opstart van de Diensten Aangepast Vervoer/Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer en van de financiering ervan.
In 2012 werd een decreet goedgekeurd en op het einde van de vorige legislatuur, in 2014, is de effectieve uitvoering van een en ander er gekomen. Naast het aangepast vervoer zelf, staan Mobiliteitscentrales Aangepast Vervoer in voor de screening, doorverwijzing of planning van dit aangepast vervoer. Momenteel zijn er vijf MAV’s actief in Vlaanderen, dus één per provincie.
Bij het opstellen van deze regelgeving werd de financiële weerslag van de initiatieven begroot op meerdere miljoenen euro’s per jaar. Enigszins problematisch was dat bij de overheveling van de bevoegdheid rond het vervoer van mindervaliden, van Gelijke Kansen naar het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), maar een budget van 1 miljoen euro werd overgedragen. De destijds bevoegde minister van Gelijke Kansen, ene Pascal Smet, gaf dus zijn verantwoordelijkheden af, maar niet zijn centen. De door u geopperde bekommernissen, die mij terecht lijken, werden alleszins niet door hem gedeeld.
De ontbrekende kredieten voor de uitrol van de regelgeving werden dan maar node opgevangen met enkele eenmalige kredieten en meevallers binnen MOW. Dat neemt gelukkig niet weg dat ik dit aangepast vervoer, dat door de bevoegdheidswissel bij MOW is terechtgekomen, serieus neem en op zoek ben gegaan naar structurele financiering. Zo kan het manco dat is ontstaan bij de overdracht in het verleden van Gelijke Kansen naar MOW, weggewerkt worden.
Ik wil ook even vragen wat u tot de vaststelling brengt dat de minister of deze Vlaamse Regering drastisch zou hebben bespaard in het aanbod van het openbaar vervoer bij De Lijn. We hebben een drastische besparing doorgevoerd, maar vooral op de eigen werking. We doen dat op grond van de ratio die we altijd hanteren in deze Vlaamse Regering: we willen vooral besparen op de eigen werking. De ingrepen op het vlak van het aanbod zijn uitermate beperkt gebleven.
Het gaat om vijftien belbussen. Vijftien belbuslijnen zijn inderdaad afgeschaft. Waarom? Omdat ze 30 tot 40 euro per rit per reiziger kostten. Als u zulke zotternij in stand wilt houden, dan stel ik voor dat u dat doet met middelen uit uw partijkas, maar niet met middelen van de belastingbetaler. Het is een zotternij. We moeten die lijnen afschaffen, ongeacht kleur of ideologie.
Daarnaast werden ook een aantal zondagochtendlijnen geschrapt. Het gaat om de lijnen die vijf reizigers of minder hadden per kilometerslange rit. Ook als u die lijnen wenst te handhaven, stel ik voor dat u dit op eigen kosten doet, niet met de middelen van de belastingbetaler.
Het aantal reizigers is in 2015 trouwens zo goed als gelijk gebleven. Het is dus niet zozeer zo dat de beperkte wijziging van het aanbod ertoe leidt dat er bijkomende vraag is naar de diensten van de DAV’s. Wel het gegeven dat deze diensten aan bekendheid winnen – wat heel goed is – leidt ertoe dat ze meer bevraagd worden.
Dat gezegd zijnde kan ik u meedelen dat we ondertussen het budget voor de DAV’s en MAV’s hebben opgetrokken tot zo’n 3 miljoen euro structurele kredieten in 2015. Dus, de huidige Vlaamse Regering versus Pascal Smet: 3-1. Bij de begrotingsopmaak 2016 hebben we hier nog eens 500.000 euro bijgedaan uit mijn middelen. De correcte score is dus eigenlijk: 3,5-1. Het betreft een stijging van nog eens 17 procent tegenover 2015, die wij hebben doorgevoerd.
Ik zal bij de begrotingsaanpassing 2016 ook een evaluatie maken van de beschikbare kredieten en indien nodig ook daar een herschikking doorvoeren. Het is immers een soort open end-financiering. Daarbij moeten we soms ‘en cours de route’ beslissen om er nog wat middelen bij te steken. Op basis van de eerste maanden kunnen we het succes een beetje afmeten en bekijken of we er al dan niet nog middelen moeten bijsteken. Maar dan moet ik ook opnieuw beginnen te schuiven. Het is dus een openendfinanciering, weze dat in het decreet staat dat het binnen de beschikbare middelen moet gebeuren. We trachten er wel aan tegemoet te komen.
De bijkomende kredieten voor 2016, de 500.000 euro, zal ik gebruiken in de laatste overgebleven vervoergebieden waar nog geen dergelijk aangepast vervoer wordt aangeboden. Dan kunnen we dat daar ook doen. Concreet gaat het over Aalst, Brugge, Oudenaarde en Wetteren. Ik gaf aan de administratie de opdracht om de procedures hiervoor op te starten.
Op de iets langere termijn willen we, aangezien het eigenlijk gaat over vervoer op maat, de DAV’s en MAV’s onderbrengen in de vervoersregio’s in het licht van de overgang van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid. Op het terrein zelf en met betrokkenheid van de lokale besturen, kan daar, met betrokkenheid van de MAV’s, het beste gestalte worden gegeven aan de organisatie van het collectief en aangepast transport voor personen met een beperking.
De heer Bertels heeft het woord.
De discussie over de MAV’s hebben we gevoerd voor de begrotingscontrole 2015. Ik ben blij dat u toen hebt ingezien dat we daar een versterking moesten doorvoeren. Ik wil u oproepen om een gelijkaardige inspanning te doen voor de DAV’s. U kunt nu wel zeggen dat er al een inspanning is gebeurd van 559.000 euro, maar de DAV’s krijgen van uw diensten de boodschap dat hun werkingsmiddelen dezelfde blijven, dat ze dus niet meer ritten kunnen rijden tenzij ze een andere financiering zoeken.
Voor de provincie Antwerpen gaat dat inderdaad niet over vele duizenden euro’s maar voor een aantal DAV’s gaat het wel over de leefbaarheid van die organisaties. Wat u nu doet, is die factuur nogmaals doorschuiven naar de andere financiers, hetzij de gebruiker, hetzij de gemeenten in dit geval, die er in die samenwerkingsverbanden mee voor zorgen dat de DAV’s kunnen functioneren.
U hebt het ook gehad over de besparingen voor de eigen werking. Dat zegt u voortdurend maar u zegt terecht ook dat er vijftien belbussen zijn afgeschaft. U moet in de regio waar ik vandaan kom, de Noorderkempen, maar eens gaan kijken wat dat betekent voor het vervoer van mensen met een handicap. Zij hebben nu geen vervoer meer, u hebt dat afgeschaft zonder te voorzien in een alternatief. De gemeenten daar zijn nu zelf op zoek naar een oplossing terwijl dat eigenlijk zou moeten gebeuren door De Lijn.
Ik blijf met een dubbele paradox zitten. U legt decretaal meer opdrachten op inzake openbaredienstverlening met minder middelen. U laat de DAV’s in de steek. In het kader van de klaverbladfinanciering is het de Vlaamse Regering die haar aandeel niet kan of wil verhogen ook al gaat het om slechts een aantal tienduizenden euro’s voor de provincie Antwerpen.
Van het krediet van 559.000 euro waarnaar u hebt verwezen, wilt u geen geld vrijmaken voor de DAV’s, terwijl u dat wel doet voor consultancyopdrachten. Dat lijkt me een beetje bizar.
Minister, zult u effectief uw engagement nakomen om bij de begrotingscontrole 2016 in meer middelen te voorzien? U hebt niet geantwoord op mijn vraag over de juridische ongelijkheid. Kunt u die alsnog beantwoorden?
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik onthoud vooral dat u ook in de komende periode wilt nagaan welke ruimte kan worden gecreëerd. U hebt aangegeven dat u al perspectief hebt gecreëerd en dat wilt blijven doen. U hebt dat gedaan voor de MAV’s, waar we eerder al vragen over hebben gesteld. We moeten echter ook nagaan welk perspectief voor de DAV’s kan worden gecreëerd. U hebt gezegd dat te zullen nagaan bij de begrotingscontrole. Ik ben dan ook hoopvol gestemd.
U zegt verder dat er nog vier regio’s zijn waar er geen MAV actief is. U hebt uw administratie opgedragen daar werk van te maken. Ik wil u vragen daarbij prioriteit te geven aan een MAV voor de regio Aalst. Het gaat over een proefproject in het kader van de basisbereikbaarheid. Wanneer we dat proefproject willen laten slagen, dan moeten de MAV’s daarin een rol kunnen spelen. We moeten alle mogelijke partners aan boord krijgen om het project te doen slagen. Ik wil u vragen om daar prioriteit aan te geven zodat we snel aan de slag kunnen gaan met dat proefproject.
Mijnheer Bertels, ik weet niet welk antwoord u van de minister hebt gehoord. U zegt dat we meer moeten doen met minder. Ik heb de bedragen hier opgeschreven: onder minister Smet ging het over 1 miljoen euro, en in 2016, onder minister Weyts, is het 3,5 miljoen euro. Ik weet niet hoe u daar minder in ziet. Ik weet niet hoe u die optelsom maakt, maar als je van 1 miljoen euro naar 3,5 miljoen euro gaat, is dat dus 3,5 keer meer dan wat oorspronkelijk onder minister Smet werd uitgetrokken.
Minister, ere wie ere toekomt. Het was minister Crevits die tijdens de vorige legislatuur gelukkig dat decretaal initiatief heeft genomen om een goede decretale basis uit te bouwen voor het aangepaste personenvervoer.
Ik moet zeggen dat ik, op basis van uw antwoord, heel tevreden ben dat u die stappen voortzet. We kunnen nu uiteindelijk de stap zetten naar een bijna volledig gebiedsdekkend systeem. Ik vind het dan ook zeer goed dat u die 500.000 euro daar expliciet voor hebt gereserveerd in het budget van 2016 om zo ook die blinde vlekken ingevuld te krijgen. U krijgt daarvoor van mij zeker een pluim.
Ik kom even terug op de opmerking van de heer Bertels over de ongelijke behandeling en het feit dat we geen inclusief beleid voeren. Dat snap ik helemaal niet, zeker niet als u ziet waar de minister mee bezig is. Samen met de meerderheid hebben we inderdaad de filosofie rond basisbereikbaarheid uitgewerkt. Daarin is expliciet opgenomen dat ook het aangepast vervoer deel moet uitmaken van het vervoer op maat. Ik denk dat we zeker gaan naar een gelijke behandeling van iedereen en gelijke mobiliteitsmogelijkheden voor iedereen. Ik snap niet waar u nog een ongelijke behandeling ziet. Misschien kunt u in uw laatste betoog verduidelijken waar u dat verschil in behandeling op dit moment ziet.
Minister, ik wil u ertoe oproepen om het gevoerde beleid zeker voort te zetten. Indien er mogelijkheden zijn om extra middelen uit te trekken, dan staat de N-VA-fractie daarachter.
Minister Weyts heeft het woord.
U hebt dat goed gezegd. (Gelach)
Ik noteer dat de afschaffing van vijftien belbussen die 30 tot 40 euro per rit per reiziger kosten, volgens de heer Bertels en de sp.a een drastische besparing is in het aanbod van het openbaar vervoer. Tja, elke discussie daarover is totaal zinloos. U mag dat vinden, maar ik vind dat niet. Ik vind dat een verstandige beslissing die elke goede huisvader zou moeten nemen.
U zegt dat ik de DAV’s in de steek laat, terwijl ik net een evolutie schets van het budget dat gaat van 1 miljoen euro onder beheer van een socialistisch minister naar 3,5 miljoen euro. Ik heb absoluut uw adviezen niet nodig om te zorgen voor aangepast vervoer voor personen met een beperking. We hebben het budget meer dan verdrievoudigd. Ik heb ook aangegeven dat ik bij de begrotingsaanpassing 2016 een evaluatie maak van de beschikbare kredieten en indien nodig een herschikking van de middelen zal doorvoeren. Zoals u zegt, maakt het gegeven dat het een openendfinanciering is, dat je dat en cours de route moet doen. Dan zie je namelijk pas of er extra middelen nodig zijn. Het alternatief zou natuurlijk zijn dat men plots moet stoppen met het verzorgen van dat vervoer. Het maakt wel dat het praktisch moeilijk is om ervoor te zorgen dat die budgetten uiteindelijk toch toekomen waar ze nodig zijn.
Tot slot: er is vanzelfsprekend geen discriminatie tussen de inwoners van de stad en die van het platteland. Net door die extra middelen die worden uitgetrokken, zorgen we voor een gebiedsdekkend systeem en zullen we zorgen voor een gelijke behandeling in alle betrokken regio’s van het land.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, mevrouw Jans, het probleem is net dat u de belbussen, die een inclusief beleid mogelijk maken, hebt afgeschaft zonder alternatief. U bent daarnet ingegaan op het voorstel van de heer Peumans om naar Maastricht te gaan. Ik nodig u uit om in de Noorderkempen te komen kijken welk alternatief de personen met een handicap nog hebben na de afschaffing van de belbussen. U hebt daar een achteruitgang gecreëerd in het inclusief beleid. U schaft het af en zegt dat het alternatief later volgt. U zei namelijk: “We zullen ervoor zorgen.” Ik ben in blijde verwachting van het alternatief.
Ik wil me verder een beetje aansluiten bij mevrouw Bastiaens. Met uw proefprojecten vraagt u de medewerking van lokale besturen, van vele gemeenten. Maar het voorbeeld dat u hier geeft aan vele gemeenten, namelijk aan 63 op de 70 in de provincie Antwerpen, wanneer u zegt 'doe alstublieft met mij mee en betaal achteraf een groter deel van de factuur' is natuurlijk geen goed voorbeeld om nadien bereidwillige medewerking te krijgen bij het ontwikkelen van die proefprojecten.
Ik hoop – en ik begrijp dat de leden van de meerderheid dat ook hopen – dat we hier dankzij deze vraag hetzelfde zullen kunnen beleven als bij de MAV’s. De MAV’s en de DAV’s zijn effectief van elkaar gescheiden. Voor de MAV’s hebben we het in 2015 kunnen rechtzetten bij de begrotingscontrole. Ik neem aan dat u het ook zult doen voor de DAV’s, dankzij de vragen van mezelf en de meerderheid om de DAV’s meer middelen te geven bij de begrotingscontrole 2016. Laat die DAV’s en die personen met een handicap niet in de steek. Als u daarvoor meer middelen – het gaat over kleine bedragen – uittrekt, zult u daarin onze steun kunnen genieten, of u dat graag hebt of niet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.