Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Celis heeft het woord.
Voorzitter, minister, het volwassenenonderwijs is een cruciale partner in onze strategie om levenslang leren bij volwassenen te promoten. Dit is geen onbelangrijke opdracht. We blijven namelijk steeds verder evolueren naar een kenniseconomie en een kennismaatschappij. Uit onderzoek is immers gebleken dat het aantal jobs waarin een hogere geletterdheid en gecijferdheid wordt gevraagd, blijft toenemen. Ook de snelle technologische veranderingen die een grote impact hebben op onze manier van samenleven, bevestigen dat studeren en bijleren niet mag stoppen op het einde van het secundair of hoger onderwijs.
Het regeerakkoord formuleert dan ook de concrete ambitie om het volwassenenonderwijs verder te wapenen en te versterken voor deze taak. Zo heeft deze Vlaamse Regering de ambitie om de financiering, organisatie, omkadering en het personeelsbeleid van ons volwassenenonderwijs te hertekenen. Hierbij houden we rekening met de tussentijdse evaluatie van het decreet Volwassenenonderwijs dat enkele jaren geleden is voorgesteld. Dit opvallende rapport stelde enkele knelpunten vast op het vlak van de organisatie, de oprichting van opleidingen en de financiering.
De vraag om de omkadering en financiering van het volwassenenonderwijs te herbekijken, is niet nieuw. Ook het Rekenhof vroeg in zijn rapport om de regeling van de personeelsomkadering aangaande cursistenparticipatie, referteperiode, delers, coördinatie-uren en omkadering voor ondersteunend personeel grondig te herzien. Vooral het systeem rond de coördinatie-uren is een zorgenkind dat we dringend moeten aanpakken. De cijfers die collega’s en mezelf in de laatste jaren hebben opgevraagd, bevestigen dit.
Tijdens de bespreking van de beleidsbrief herhaalde u uw ambitie om werk te maken van een vernieuwingsoperatie in het volwassenenonderwijs. Kunt u een stand van zaken geven omtrent deze werkzaamheden? Zult u stappen zetten om de huidige problemen en de samenhang met het decreet Rechtspositie op te vangen? Hoe ziet u de optimalisering van het financieringssysteem in het volwassenenonderwijs? Welke nieuwe accenten wenst u te leggen? Het Rekenhof formuleerde enkele jaren geleden bezorgdheden rond de aanwending van coördinatie-uren. Hoe ziet u het gebruik van deze uren in het geoptimaliseerde financieringssysteem? Wat is uw visie op de toekomstige organisatiestructuur? Wat zou u graag zien veranderen? In het regeerakkoord en in uw beleidsbrief hebt u aangegeven dat u verder wilt inzetten op een schaalvergroting. Wat zal uw plan van aanpak zijn?
Minister Crevits heeft het woord.
Dames en heren, ik wil eerst verwijzen naar een antwoord op een vraag om uitleg van mevrouw Brusseel in verband met de visitaties lager onderwijs van 14 januari 2016. Ik heb toen gezegd dat ik met vier conceptnota’s bezig ben: een over de toekomstige lerarenopleiding, een over hoger beroepsonderwijs hbo5, een over Nederlands als tweede taal (NT2) en een over het volwassenenonderwijs. Ik wil een gezamenlijke cadans tussen deze vier nota’s aanhouden omdat de lerarenopleiding op dit ogenblik onderdeel uitmaakt van het volwassenenonderwijs. Als we de toekomstige krijtlijnen uittekenen, dan moet er rekening worden gehouden met keuzes die worden gemaakt inzake de specifieke lerarenopleiding, NT2 en HBO5. Dat is de reden waarom ik er nu niet één element kan uithalen, maar dat we moeten proberen om in cadans tot concepten te komen voor de vier werven.
Het volwassenenonderwijs is een breed divers veld dat aan belang toeneemt. Het wordt steeds duidelijker dat we in Vlaanderen allemaal samen doorheen onze hele levensloop moeten of minstens moeten kunnen blijven leren en samenwerken. Vorige week vrijdag nog heb ik een bezoek gebracht aan het centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) in Gent waar ik in gesprek ben gegaan met cursisten, leerkrachten en directies. Het is de moeite om zo’n CVO te bezoeken en met de leerlingen in debat te gaan. Dat is een totaal andere cultuur. Jonge mensen die in het voltijds secundair onderwijs om een of andere reden hun draai niet vonden, halen dan jaren later via het volwassenonderwijs een diploma secundair onderwijs. Het volwassenenonderwijs moet in de toekomst zeker een sterke rol blijven spelen.
Momenteel finaliseren we een conceptnota om de sector te hervormen en voor te bereiden op de uitdagingen voor de toekomst. Dat is de reden, mevrouw Celis, waarom ik op uw vragen nog niet duidelijk kan antwoorden. Voor de keuzes die we maken, zijn we ook afhankelijk van de keuzes die we in de andere dossiers aan het maken zijn.
U weet dat we het volwassenenonderwijs in drie luiken willen aanpakken: een versterking van het landschap van het volwassenenonderwijs, het werken aan een efficiënt financieringssysteem dat de centra in staat stelt hun maatschappelijke opdracht ten volle op te nemen en als derde luik willen we het personeelsstatuut verder aanpassen aan de modulaire structuur van het volwassenenonderwijs. In de conceptnota’s die nu nog in opbouw zijn, gaan we dieper in op elk van deze thema’s. De bedoeling is om deze nota’s af te hebben voor het paasreces. Ik zal nu mijn intenties niet bekendmaken omdat dit niet wijs is. Het gaat om een conceptnota die hier ruim aan bod kan komen.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Minister, dank u voor uw toelichting. Mijn vragen komen terug in de drie thema’s die in de conceptnota aan bod zullen komen.
Ik begrijp uit uw antwoord dat mijn vraag te vroeg komt. Wanneer we zicht krijgen op de conceptnota en op de andere drie werven zullen de antwoorden automatisch volgen. We zullen dan het debat aangaan. Ik zal hier dus binnen enkele weken op terugkomen.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Voor mijn fractie is levenslang leren uiteraard ook een zeer belangrijke doelstelling, zoals u wel weet, minister. (Opmerkingen)
Ik moet misschien wat luider praten. Ik ben misschien nog altijd onder de indruk van het debat van gisteren. Een mens wordt daar al eens stil van.
Het is zeer belangrijk om dat landschap te versterken en om een zicht te hebben op wat we in Vlaanderen allemaal aanbieden in alle opleidingen die mikken op heroriëntering in de arbeidsmarkt: levenslang leren, individuen versterken… We moeten daar een lijn in trekken. We moeten daarin consequent zijn. Wat steunen we? Wat subsidiëren we? Wat willen we heel hard steunen? We moeten daarin een aantal pijlers onderscheiden.
Ik maak deze opmerking omdat ik vorige week in de commissie Werk aan minister Muyters vroeg hoe hij stond tegenover een instelling als De Levensschool. Er worden opleidingen gegeven in Vlaanderen waarvoor je opleidingscheques kunt gebruiken of de kmo-portefeuille, of waarvoor je educatief verlof kunt krijgen, maar die opleidingen verschillen onderling aanzienlijk in kwaliteit. De instelling die ze verstrekt, krijgt een kwaliteitslabel. Maar dat zegt niet altijd veel over de opleiding zelf. Daarom denk ik dat we in de commissie Onderwijs waakzaam moeten zijn.
Vorige week zei ik in mijn repliek ten aanzien van minister Muyters dat we strenge standaarden moeten hanteren als het over gezondheid gaat, en als het over andere zaken gaat ook. Maar als wij vanuit Onderwijs de opleidingen bekijken, werken wij met visitaties en strenge kwaliteitscriteria. Dat is in het kader van levenslang leren zeer belangrijk. We moeten alle opleidingen zo bekijken, deze binnen CVO’s en deze daarbuiten, in afstandsonderwijs en dergelijke. We moeten dat goed overdenken. We moeten het geheel overschouwen en dan bekijken waar we maximale steun aan geven en waarom. We moeten daar een lijn in steken.
Minister, het is belangrijk dat we heel snel duidelijkheid bieden met betrekking tot de leraren in het volwassenenonderwijs. Vorig jaar werd ik aangesproken door mensen die bang waren dat de noemers zouden veranderen. Zij legden mij uit dat dat in hun systeem heel moeilijk lag. Zij vroegen zich af hoeveel uren per week zij moesten doen om een fulltime tewerkstelling te hebben en of dat nu ter discussie stond of niet. Daarover was onzekerheid ontstaan. We moeten daarbij rekening houden met de specificiteit van het volwassenenonderwijs. Ik kijk uit naar de conceptnota.
De heer De Meyer heeft het woord.
Ik wil stilstaan bij het punt coördinatie-uren omdat ik daar, minister, aan uw voorganger in het verleden meermaals met grote belangstelling vragen over heb gesteld, zowel schriftelijke als mondelinge. Ik constateerde dat een aantal instellingen veel meer dan de toch redelijk gangbare norm van 3 procent van de lesuren omzetten in coördinatie-uren. Als men boven de 3 procent gaat, moet men een akkoord hebben met de personeelsafgevaardigden. Ik stelde vast dat sommige instellingen 20 tot 30 procent van de lestijden omzetten in coördinatie-uren. Er waren er zelfs een paar die daar nog ver boven gingen.
Hoe is die evolutie? Minister, ik heb er alle begrip voor indien u mij niet de volledige uitleg zou kunnen geven. In dat geval zou ik graag hebben dat dat via de diensten van het secretariaat gebeurt. Of hebt u liever dat ik daar een nieuwe schriftelijke vraag over stel? In dat geval ben ik uiteraard graag bereid om dat te doen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer De Meyer, dank u voor uw opmerking. Als het voor u om het even is, zou ik liever hebben dat u een nieuwe schriftelijke vraag indient. Dan is er ook een officieel stuk van. Ik heb het antwoord niet bij me. Ik wist niet dat u nu die vraag zou stellen.
Ik zal dat zeker en vast doen, minister. Geen probleem. Oké, dank u.
Mevrouw Celis, ik zei het al bij de vraag van mevrouw Brusseel dat die vier nota’s gelijk komen. Het is het beste om dat allemaal samen te doen.
Mevrouw Brusseel, de kwaliteitscontrole is een specifieke situatie. De specifieke lerarenopleidingen (SLO’s) worden gevisiteerd, de rest is gewone onderwijsinspectie. Dat is een vreemde situatie, maar toch een beetje logisch.
De hervorming van de lerarenopleiding is heel cruciaal. De vraag is natuurlijk wat we gaan doen met de SLO’s. Dat is nu niets: geen bachelor en geen master. Hoe delen we dat in? Ik weet dat timings heel gevaarlijk zijn, je hoort achteraf altijd dat je ze niet haalt. Maar het is wel de bedoeling om tegen het paasreces met die conceptnota te landen. Zeker omdat hbo5 nu ook is ingekanteld in het volwassenenonderwijs. De keuze die je maakt, heeft daar natuurlijk invloed op. Voor mij is het cruciaal dat ze meer kansen krijgen om op grotere schaal te werken. Maar daarvoor is nog een decreetsaanpassing nodig, die misschien nog als amendement op Onderwijsdecreet XXVI kan komen. Dat kunnen we de komende weken bekijken. Bedankt voor jullie opmerkingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.