Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Remen heeft het woord.
E-commerce is een alternatief verkoopkanaal voor fysieke winkelpunten en wordt als concurrentie beschouwd voor detailhandelaars met enkel een fysiek winkelpunt. Algemeen aangenomen wordt de toename van verkoop via internet gekoppeld aan dalende verkoopcijfers in fysieke winkels, met bijgevolg een stijgende leegstand in winkelkernen. De impact van e-commerce op het aantal handelszaken is bestudeerd door Kennisnetwerk Detailhandel. Daaruit blijkt dat wanneer de omzet uit online verkopen gerealiseerd wordt door ‘pure internetwinkels’ of via buitenlandse webshops, en niet door Belgische winkeliers, er een daling van het aantal handelszaken te verwachten valt.
Vooral de zelfstandige handelaars zijn steeds minder vertegenwoordigd. Concreet betekent dit dat bij elke stijging van online verkoop met 1 miljoen euro, er in Vlaanderen 2,6 handelszaken in elektro verdwijnen. Dat is per miljoen 2,7 kleine handelspanden in Vlaanderen of 3,7 zelfstandige uitbaters. Een stijging van online verkoop met 1 miljoen euro doet in Vlaanderen ook 20,5 handelszaken in entertainment verdwijnen. Dat is per miljoen 22,5 kleine handelspanden of 21,6 zelfstandige uitbaters. Ten slotte doet een stijging van de online verkoop met 1 miljoen euro in Vlaanderen 1,6 handelszaken in mode verdwijnen. Dat is per miljoen 2,3 kleine handelspanden of 3,3 zelfstandige uitbaters.
Rekening houdend met het feit dat de omzet van de Nederlandse webshop Bol.com vorig jaar de grens van 900 miljoen euro overschreed, een stijging van 25 procent in een jaar tijd, heeft de detailhandel in Vlaanderen het zeer hard te verduren. De campagne ‘Het internet. Ook uw zaak’ wil alle handelaars stimuleren om werk te maken van hun online activiteiten. Het is een noodzaak om concurrentieel te blijven. In dat opzicht vind ik de campagne een zeer goed initiatief.
Hoe kunnen kleine lokale handelaars concurrentieel zijn tegen bijvoorbeeld Bol.com en Zalando, die een beurswaarde hebben van respectievelijk 350 miljoen euro en 7,5 miljard euro? We moeten in Vlaanderen innovatief durven te zijn. Zo is er zeer recent een centrale webshop opgestart waarin lokale handelaars zich kunnen verenigen: Storesquare. Alle producten worden aangeboden door lokale handelaars. Maar terwijl buitenlandse ketens massaal persaandacht krijgen, en zo cliënteel opbouwen, ontbreekt het lokale initiatieven vaak aan media-aandacht. Deze handelaars en initiatieven kunnen echter alle publiciteit en ondersteuning gebruiken.
Minister, wat vindt u van het West-Vlaamse initiatief om lokale handelaars te clusteren in een webshop, om zo het concurrentievermogen op te krikken? Ziet u een opportuniteit in het clusteren van lokale handelaars in een eengemaakte webshop? Ziet de Vlaamse overheid het als haar taak dit soort initiatieven te ondersteunen en te promoten? Wat is uw reactie op de recentste studie van Kennisnetwerk Detailhandel over de impact van e-commerce op het aantal handelszaken? Op welke manieren kan de campagne ‘Het internet. Ook uw zaak’ de online winkels van Vlaamse fysieke handelaars voldoende concurrentieel maken tegenover de buitenlandse en online spelers? Kan er al een stand van zaken betreffende de campagne ‘Het internet. Ook uw zaak’ gemaakt worden? Zo ja, wilt u die even toelichten?
Minister Muyters heeft het woord.
Het initiatief van Roularta, KBC en UNIZO om met Storesquare, startend in West-Vlaanderen maar tegen eind 2016 heel Vlaanderen bestrijkend, een marktplatform op te starten dat lokale handelaars de kans biedt hun producten online te verkopen, is bemoedigend, ook vanwege de complementariteit van de initiatiefnemers. Marktplatformen vormen voor detailhandelaars een laagdrempelige opportuniteit om een veel ruimer publiek te bereiken zonder direct te zwaar te moeten investeren in knowhow, logistiek, informatica en marketing. De concurrentie met bestaande webshops en marktplatformen zal zwaar zijn en zal vooral op marketingvlak gevoerd worden. Als ik de namen zie van de initiatiefnemers, dan lijkt me dit initiatief op dat vlak voldoende gewapend.
De Vlaamse overheid heeft in het verleden het uittesten van binnenlandse marktplatformen ondersteund. Zo werd Winkelweb West-Vlaanderen opgestart met steun in het kader van het project Ondernemingsvriendelijke Gemeente. We hebben ook het marktplatform Shopister.com, gericht op kledingdetailhandel, een startfinanciering gegeven via het Business Angels Netwerk.
We moeten nu eerlijk zijn en zeggen dat de fase van experimenteren gedaan is. U noemde zelf een initiatief, mevrouw Remen, maar ik kan er nog andere geven: Youtic, CityFashion, Shopister, bakkersonline.be enzovoort. We zien dat binnenlandse Vlaamse spelers klaar zijn om de handschoen op te nemen, vandaar dat we dat ook niet meer moeten gaan ondersteunen als filosofie van platform.
De studie van het Kennisnetwerk Detailhandel is mij natuurlijk bekend. Ze werd door het Agentschap Innoveren en Ondernemen uitgevoerd en vormde mee de basis van de campagne. U was zelf aanwezig bij de start daarvan, in Wilrijk. Ik vind het ook een goede campagne. Ze zegt niet dat elke shop moet beginnen met e-commerce. Ze is er vooral op gericht om creatief te doen nadenken en in te pikken op die disruptie, die je ook in de sector van de kleinhandel moet krijgen.
Het zou dom zijn om te doen alsof e-commerce niet bestaat. We zijn inderdaad laat, als we zien wat er elders gebeurt. Dat zonlicht is er, we kunnen dat niet ontkennen. Het komt erop aan om, zoals elke ondernemer, elke dag dat kleine verschil te maken met de anderen. Daar komt het ook hier op aan. Er zijn twee concrete tools: de tool van de e-scan van het bedrijf en het financiële model. Ik denk dat wij daarmee ons deel van wat we kunnen bijdragen vanuit de overheid, al doen.
Via het portaal krijgt men informatie, praktische tips, voorbeelden van hoe andere handelaars het doen. Er is een hele mediacampagne geweest. Er is een roadshow geweest, waarbij er een expert van Google, een e-consultant en een handelaar voor een inspirerende avond zorgden. Parallel wordt door SYNTRA nog maar eens een opleiding e-commerce georganiseerd. De campagne is niet alleen sensibiliserend, ze oriënteert de handelaars ook met betrekking tot de mogelijkheden. Als overheid doen we daar wat we moeten doen. Ondernemen en keuzes maken moet door de ondernemers zelf blijven gebeuren.
Tot slot nog iets over de campagne en de resultaten. De campagne werd georganiseerd in twee fases. De eerste fase liep van begin november tot begin december en leverde 12.500 bezoekers op de portaalsite op, met 650 e-scans. Dat is al mooi op een maand tijd. In december en januari werd de campagne gepauzeerd, om de handelaars toe te laten te focussen op het eindejaarsshoppen en de soldenperiode. De tweede fase van de campagne is begin deze maand van start gegaan. Het bezoekersaantal op de portaalsite is inmiddels de 16.500 gepasseerd. Er zijn al meer dan 700 e-scans uitgevoerd. Daaraan kun je zien dat er nood was bij de bedrijven en dat we op die nood hebben ingespeeld.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Ik heb daar niet veel meer aan toe te voegen, minister. We beseffen vanuit Vlaanderen allemaal dat we op korte termijn de Bol.coms en de Zalando’s niet meer kunnen bijbenen en dat we echt moeten uitgaan van onze eigen kracht.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen organiseert op 3 maart ook een studiedag, gericht op de steden en gemeenten. Dan kunnen de lokale mandatarissen hun handelaars sensibiliseren en hen ook ondersteunen in e-commerce. Er zijn initiatieven als een gemeentelijk online handelsplatform, de impact op mobiliteit, gebruikmaken van technologie, een doordachte communicatieaanpak. Ik vind dat een zeer goed initiatief van het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Ze hebben mij er gisteren nog even over aangesproken dat die studiedag plaatsvindt op 3 maart in Antwerpen.
Ik dank u voor uw antwoord, minister.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik vind het een beetje jammer dat wij – als winkelier, als politici, als maatschappij in België en Vlaanderen – e-commerce te lang als concurrent van fysieke winkels gezien hebben. We moeten dat veeleer zien als een combinatie, als complementair met fysieke winkels. Ik vrees dat er al heel veel tijd verloren is gegaan. U zei net dat het zonlicht er is. Laten we naar dat zonlicht toegaan en met man en macht proberen om de schade die we in Vlaanderen geleden hebben, in te halen.
‘Het internet. Ook uw zaak’ is een goed initiatief. U hebt heel goede cijfers aangehaald. In oktober hebt u in een commissievergadering verklaard dat u niet veel blabla meer wilde, maar wel boemboem. Met de cijfers die u nu aangehaald hebt, denk ik wel dat het boemboem is en dat de blabla achterwege gebleven is, waarvoor u ook vanuit onze fractie complimenten krijgt.
Het probleem van e-commerce is dat er heel veel maatregelen op federaal niveau zitten, maar ik denk dat er toch nog bepaalde stappen gezet kunnen worden op Vlaams niveau. Ik denk daarbij aan opleiding, mobiliteit en sensibiliseren. Sensibiliseren zit voor een groot stuk in uw initiatief ‘Het internet. Ook uw zaak’. Op het vlak van mobiliteit kunnen er nog grote stappen gezet worden. Ik denk daarbij aan de samenwerking met het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL). Als ik me niet vergis, is het VIL bezig een beleid te ontwikkelen rond e-commerce. Bent u daarvan op de hoogte? Zijn er ook al contacten geweest tussen u en de bevoegde minister of tussen het beleidsdomein Innovatie en Economie en het beleidsdomein Mobiliteit?
Een volgend punt dat we kunnen aanpakken, is de opleiding in scholen. In Vlaanderen bestaan er opleidingen rond e-commerce, maar meestal zit dat bij SYNTRA. In Wallonië en Brussel en vooral in het buitenland bestaan er heel veel opleidingen e-commerce op bachelor- en masterniveau, onder meer in Apeldoorn, Parijs en Louvain-la-Neuve. Er is zelfs een opleiding e-commerce van vijf jaar, dus op universitair niveau. En dat missen we hier in Vlaanderen wel een beetje. Hebt u er al aan gedacht om met de bevoegde minister af te toetsen of er eventueel nog mogelijkheden zijn op het vlak van opleidingen, en dan niet alleen bij SYNTRA? SYNTRA is ook heel belangrijk, maar ik heb het over hogescholen en universiteiten, om zich daar specifiek toe te leggen op die bepaalde opleidingen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik wil collega Remen absoluut bijtreden in haar analyse van het probleem. We moeten inderdaad uitgaan van onze eigen sterkte en vooral de handelaars en kmo’s die we hebben, er zo veel mogelijk toe aanzetten om die nieuwe trein die voorbijraast, niet te missen en zeer dringend aan boord te springen. Er lopen blijkbaar goede projecten. Er zijn er enkele opgesomd. Het project in West-Vlaanderen is niet eens het eerste. Er zijn heel wat zaken die al langer lopen. Laat ons die vooral alle kansen bieden om verder uit te groeien.
Ik wil nog op één punt wijzen, namelijk dat wij als Vlaanderen op het gebied van e-commerce in het algemeen – dus niet alleen bij de kleinhandel, maar ook bij de grotere e-commercebedrijven – heel wat missen. Het is eigenlijk heel erg dat we op federaal gebied nog niet de juiste maatregelen genomen hebben en op dit moment heel wat van die werkgelegenheid en die welvaart de grens zien oversteken. Het is wraakroepend dat men op federaal niveau met betrekking tot e-commerce – het gaat dan over flexi-arbeid, nachtarbeid en dergelijke meer – blijft talmen, want we zien daardoor werkgelegenheid, en daarmee ook welvaart, de grens oversteken. Het wordt hoog tijd dat we daar eens effectief werk van maken. Maar dat is inderdaad, zoals mevrouw Fournier aangeeft, de verantwoordelijkheid van de federale minister van Werkgelegenheid.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ben heel blij met de positieve reacties die ik krijg. Ik heb gedaan wat ik denk te kunnen doen. De opleiding van SYNTRA is er inderdaad ook bij, wat de opleiding betreft. Ik zal de aspecten die u aanbracht, mevrouw Fournier, zeker aanhalen bij de collega’s van Mobiliteit en Onderwijs. Ik weet eerlijk gezegd niet of we daar in het VIL al mee bezig zijn. Ik ben daar niet meteen van op de hoogte, maar ik zal het even navragen. Ik zal bekijken wat we daar nog kunnen doen, samen met collega Weyts en collega Crevits.
Ik ben in elk geval blij met de positieve appreciatie. Ik heb inderdaad gezegd dat ik niet iemand ben die hier grote theorieën verkoopt. Ik ga ineens voor niet alleen sensibiliseren, maar nog veel meer dan dat. Met de e-scan en met de financiële analyse die we leveren, denk ik dat we de stap al veel verder zetten dan gewoon sensibiliseren. Het is de kleinhandelaar helpen in de richting van de e-commerce. Dat is de boemboem die ik wou.
Voorzitter, ik wil nog even een complimentje geven aan onze eigen provincie, West-Vlaanderen. We waren als eerste met de innoverende straat en commerciële innovatie. U hebt er zelf aan meegewerkt. Nu hebben we ook een stapje vooruit gezet. We mogen trots zijn op onze provincie. Dat wou ik er nog aan toevoegen. (Opmerkingen. Gelach)
Ik wil nog meegeven dat Storesquare een mooi initiatief is. Het is van Roularta, UNIZO en KBC. Tweehonderd handelaren hebben zich al ingeschreven. Het zou leuk zijn als we het snel kunnen uitrollen over heel Vlaanderen, als tegengewicht tegen die giganten, omdat we dan onze eigen handelaars goed kunnen steunen en kapitaal hier houden.
Het hele e-commerceverhaal in kleinhandel heeft ook nog een impact op de niet-leegstand in onze kernen, wat ook een heel belangrijk maatschappelijk item is. We mogen dat zeker ook niet uit het oog verliezen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.