Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Mijn vraag valt uiteen in drie stukken.
Iedereen weet dat de melkprijzen opnieuw aan het zakken zijn en opnieuw het peil van 2010 hebben bereikt.
Verder wil de Waalse minister van Landbouw Collin opnieuw reguleringsmechanismen invoeren in de sector van de melkproductie. Volgens minister Collin was de opheffing van de melkquota vorig jaar een slechte zaak. Hij stelt dat er niets in de plaats is gekomen. Vorige week vrijdag zat hij samen met landbouworganisaties. Eergisteren was er dan de Europese Landbouwraad, waar hij hoopte dat er concrete beslissingen uit de bus zouden komen voor een ‘verzadigde’ melkmarkt. Wallonië heeft al maatregelen genomen om de sector financieel te steunen en te promoten. Maar dat blijkt niet voldoende. Het is vooral de vraag naar rendabiliteit van de melkveehouderij in het ‘post melkquotum’-tijdperk die meer dan ooit aan de orde is.
In 2015 debatteerde de zuivelsector tijdens drie visiedagen over de toekomst van de sector in Vlaanderen. In november 2015 stelde u: “Op basis van die gesprekken zijn een aantal concrete actiepunten en een aantal strategisch te nemen keuzes blootgelegd.” U wilde via deze visiedagen komen tot een langetermijnvisie op de zuivelsector in Vlaanderen en tot duurzame relaties binnen de keten. U kondigde enkele specifieke acties aan. Het departement Landbouw en Visserij zou vanaf het voorjaar 2016 de belanghebbenden actief en gericht informeren, naast de bestaande communicatie op de website. Er zou een subsidie voor een demoproject ‘routeplanner melkveehouder’. Er zou een vervroegde evaluatie door de commissie van het zuivelpakket komen. Er zou ruim 1 miljoen euro worden vrijgemaakt om de gevolgen van de kilometertaks op de zuivelindustrie te compenseren en om de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland te helpen vrijwaren. Er zou ook een plan komen tegen onderbenutting van de Europese subsidies door middel van een aantal specifieke actiepunten.
Minister, wat is uw reactie op het initiatief van uw Waalse collega? Werd dit besproken op de Europese Landbouwraad? Wordt dit besproken op de volgende Landbouwraad in maart? Zult u daar zelf initiatieven toe nemen?
Zijn de acties die u vorig jaar aankondigde na de visiedagen allemaal uitgevoerd en geïmplementeerd?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, dit is inderdaad besproken op de vergadering van afgelopen maandag. Wij hebben kortetermijnacties gevraagd: een tijdelijke verhoging van de interventieprijs voor een vast volume van melkpoeder met een vooropgestelde verdeling over de verschillende lidstaten; een versterking van de promotiecampagnes om de export en consumptie van EU-landbouwproducten te bevorderen. Hierbij zouden de lidstaten van de mededingingsautoriteiten meer vrijheid moeten krijgen om hun producten te promoten. De consument moet de juiste informatie krijgen via etikettering. Oorsprongsetikettering moet vrijwillig blijven en geen verplicht item worden. Frankrijk stelde dat voor en wij hebben dat gesteund.
Er zijn ook acties op middellange termijn. Het marktobservatorium moet verder worden uitgebreid zodat er meer zicht is op de productiekosten in de verschillende lidstaten. Op basis van die informatie zou er een variërende interventieprijs moeten zijn. Die zou dus verschillen tussen de verschillende lidstaten. Het potentieel van de ondersteuning van exportverzekeringen en exportkredieten moet worden onderzocht. Ten slotte moet de plaats van de primaire producent in de keten verder worden versterkt.
Die acties moeten concreet worden vóór eind 2016: ten eerste, een mogelijke productiebeperking in de schoot van de werking van de producentenorganisaties en ten tweede, een verbetering van de onderhandelingsmacht van de primaire producent in de keten.
Hiervoor moeten producentenorganisaties in alle sectoren over de nodige middelen beschikken om hun strategieën te kunnen uitwerken. We hebben erop aangedrongen dat dit snel moet gaan omdat het echt heel dringend is.
Ik ben er zelf voorstander van om een aantal concrete voorstellen die lidstaten op tafel leggen, technisch uit te werken zodat er niet langer in theorie over iets gepraat wordt, maar dat het effectief wordt. We moeten een aantal ideologische discussies achter ons laten. Het moet concreter worden.
Ik ben niet zo’n voorstander van het standpunt van mijn collega, Waals minister Collin. Ik vind aanbodbeheersing aanvaardbaar in de werking van producentenorganisaties en hun operationele programma’s, maar ik geloof er niet in dat het vanuit de overheid wordt opgelegd.
Op een van de visiedagen van de zuivel hebben we European Milk Board uitgenodigd om een toelichting te geven. Er zitten positieve elementen in hun gedachtegoed, maar er zijn ook een aantal bottlenecks in hun redenering. Hoe krijg je dit georganiseerd? Wat met de concurrentiepositie van de EU als die zijn productie mindert en de andere grote spelers niet? Wat met de geliberaliseerde wereldmarkt?
Daarenboven vindt dit systeem geen steun bij de grote meerderheid van de stakeholders die aanwezig waren op de visiedag. Ik ben uiteraard steeds bereid om te luisteren naar argumenten.
Het actieprogramma werd gefinaliseerd. We zijn het volop aan het uitvoeren. De acties vullen twee bladzijden. Ik wil ze wel overlopen, maar misschien kan ik ze schriftelijk bezorgen aan het secretariaat?
Goed, het zal ook aan alle leden van de commissie worden overgemaakt.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik ben uiteraard tevreden met de acties op korte en middellange termijn die werden besproken op de Europese Landbouwraad. Ik hoop dat ze tot een goed gevolg kunnen leiden.
Wat uw verschil van mening met de Waalse minister Collin betreft, veronderstel ik dat u in overleg bent? Het is namelijk de bedoeling dat u met een gemeenschappelijk standpunt naar de Europese Landbouwraad trekt. (Minister Joke Schauvliege knikt bevestigend)
Er zal daar misschien wat diplomatiek werk aan te pas moeten komen.
Ik heb nog een algemene beschouwing. Onze partij was indertijd de enige partij in het Vlaams Parlement die tegen de afschaffing van de melkquota was. De gevolgen van de afschaffing van de melkquota werden door een aantal mensen verkeerd ingeschat. We dachten dat de melksector zou exploderen. Iedereen heeft ingezet op schaalvergroting- en verbreding. Iedereen heeft geïnvesteerd in nieuwe technologieën en dergelijke. Dat heeft als gevolg dat de prijzen alsmaar dalen en dat de sector in een crisis zit. Daarom pleit Waals minister Collin ervoor om bepaalde mechanismen in het leven te roepen.
Misschien kunnen we een handje toesteken en kan ik een initiatief starten ‘Veertig Dagen Met Melkproducten’. Ik zal ongetwijfeld aan 83.500 volgers geraken. (Gelach. Opmerkingen)
De heer De Croo heeft het woord.
Voorzitter, ik had bij de vorige vraag om uitleg aan Piet De Bruyn willen zeggen dat ook de groenbemesting een effect heeft op erosie in sommige gebieden van Vlaanderen. Dat mogen we niet vergeten.
De afschaffing van de melkquota was de logische gang van zaken. We moeten bekijken vanwaar we komen. Er waren perioden waarin 40 procent en zelfs meer van de communautaire middelen landbouwgeaffecteerd waren. Men wist dat die toestand niet houdbaar was op de internationale markt. Dat overproductie en prijsdalingen daarvan het gevolg waren, is begrijpelijk.
Ik ben niet zo pessimistisch, mijnheer Sintobin. De wereldbevolking explodeert. Als men markten ontdekt en ontgint, kan dat tot meer uitvoer leiden dan er vandaag is, zij het onder diverse vormen van het basisproduct melk.
Ik woon op een paar honderden meters van Wallonië. De landbouw is daar een beetje verschillend, meer extensief. Ze zijn misschien wat meer gewoon gemaakt aan de ‘betoelagingsbevoorrading’, als ik het zo mag zeggen. We mogen niet vergeten dat twee op drie landbouwers in Wallonië van Vlaamse oorsprong zijn, rechtstreeks of van de eerste of tweede generatie.
Minister, ik herinner mij een periode tijdens de zomer van verleden jaar toen er een prangend probleem was en federaal minister Borsus maatregelen aankondigde, die hij wellicht met u bespreekt. Naast Waals minister Collin moet u dus ook overleg plegen met federaal minister Borsus.
Ik ga elk jaar naar de beurs van Libramont. Het is er heel boeiend. Er zijn in de diverse regio’s van het landbouwgebied in België – Vlaanderen, Wallonië en enkele schaarse boeren in Brussel – verschillen op het vlak van mentaliteit, uitbatingsaccenten enzovoort, ook ten opzichte van Europa.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
We kunnen inderdaad helaas nog niet meteen heil verwachten van de grote economieën die niet zelfvoorzienend kunnen zijn. Ik denk vooral aan China, dat op dit moment nog teert op de grote voorraden die het heeft aangelegd, en aan Rusland. Ik hoop dat we dat pessimisme kunnen omkeren. Na regen komt hopelijk ooit zonneschijn, ook voor de melksector.
Ik ben daarom zeer tevreden dat het actieplan zuivel, dat al sinds vorige keer in het register van toezeggingen zit, is opgemaakt door Vlaanderen.
We mogen echter niet op onze lauweren rusten. Er staan in het actieplan een paar acties die op het einde van het jaar of pas in 2017 in actie zullen komen. Wat bijvoorbeeld snel zou moeten gebeuren, is in Europa onze stem laten horen in verband met de vermindering van de subsidies voor de melkveehouderij, en ook de evaluatie van het Europese zuivelpakket. We zien nu dat de Europese taskforce landbouwmarkten is opgestart. Daar zit geen Belgische vertegenwoordiging in. Onze bezorgdheden moeten toch zeker op de tafel van die Europese taskforce landbouwmarkten terechtkomen.
De heer Caron heeft het woord.
Ik worstel ook met die spanning: moet je als overheid regulerend optreden in die markt, als je ziet dat toch veel betrokken bedrijfsleiders zelf in die markt ten onder dreigen te gaan? De sociale bekommernis domineert bijna de marktbekommernis.
Minister, denkt u dat we in Europees verband uit die crisis kunnen komen? En zou dat dan gebeuren door een klassiek marktverhaal, van de zwakken in de markt die er het bijltje bij neerleggen en de facto zullen moeten stoppen, failliet gaan of wat dan ook? Of is er toch een andere optie mogelijk? Met respect, maar wat de Europese Unie nu bedenkt, zijn kleine, zijdelingse maatregelen die geen groot effect hebben, die er eigenlijk van uitgaan dat de markt zichzelf zal reinigen, met alle slachtoffers van dien. Deelt u die optie, dat er geen marktregulering nodig is om de markt zuiver te krijgen? (Opmerkingen)
Terwijl ik het zeg, voel ik het ook wel aan, maar u begrijpt wat ik bedoel: om de markt weer gezond te krijgen, moeten er slachtoffers vallen. Ik zeg niet dat ik daarvoor pleit. Ik weet het niet.
Minister, collega’s, ik denk dat de zorg voor de melkveesector algemeen gedeeld wordt, over alle fracties heen.
Minister, de afschaffing van de melkquota kent al een vrij lange geschiedenis, maar ik meen mij toch te herinneren dat de voormalige federale minister voor Landbouw, mevrouw Laruelle, die toch wat meer bevoegdheden had, aangezien toen nog meer materies federaal waren, destijds ook gepleit heeft voor de afschaffing van de melkquota. Zij vertegenwoordigde ons land op Europees vlak.
Ik lees ook dat sommige lidstaten opnieuw denken aan een soort van exportkredieten. Is dat juist? Kan dat? Wat is onze houding daartegenover? Is dat eventueel ook bij ons een opportuniteit?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, wij hebben een goed overleg met Borsus en Collin. Dat is geen probleem. We hebben ook de gezamenlijke standpunten die we formuleren. Het klopt wel dat mijn collega ook een aantal uitspraken kan doen, los van de officiële inbreng die gebeurt op de Landbouwraad. Ik bedoel dan uitspraken in de marge van de raad. Uiteraard waken we erover dat wij Europees blijven meepraten.
Het klopt dat collega Laruelle gepleit heeft voor het opheffen van de melkquota. Er wordt inderdaad ook gevraagd naar die exportkredieten. Wij hebben dat ook mee ondersteund in ons standpunt.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, we hebben de afgelopen dagen kunnen lezen en in diverse Europese lidstaten kunnen vaststellen dat de crisis niet alleen in de melkveesector en de melkveehouderij, maar ook in andere sectoren van de landbouw blijft voortduren. Er zijn protesten in Griekenland, er zijn protesten in Frankrijk. Er wordt overal opnieuw gemobiliseerd. Als het zo verder blijft gaan, vrees ik dat we ook in Brussel opnieuw met een aantal betogingen zullen zitten.
Eigenlijk is de situatie niet zoveel veranderd in vergelijking met een aantal maanden geleden, toen hier in Brussel de grote boerenbetoging werd gehouden. Toen was het idee dat het GLB toch niet zo goed was en dat het eens herbekeken moest worden. Ik weet dat de tijd nu te kort is om daarover te debatteren, maar misschien moeten we daar toch eens over nadenken. Een bijkomende vraag zou dan kunnen zijn of afgelopen maandag ook de rest werd besproken, of dat het alleen over de melkveehouderij ging. Ik meen ook gelezen te hebben dat op de agenda van maandag een discussie over de opheffing van de Russische boycot stond. Is dat effectief gebeurd of is dat voor de volgende Europese Landbouwraad?
De vraag om uitleg is afgehandeld.