Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, bij de ministeriële besluiten van 30 september 2013 en 25 oktober 2013 werden de voorlopige bandingfactoren voor de biomassa-installaties van respectievelijk Bee Power Gent en E.ON Langerlo vastgelegd. Op 14 juli 2015 volgde dan de definitieve vaststelling voor – toen nog – E.ON Langerlo.
Deze ministeriële besluiten garanderen een minimaal rendement voor de biomassa-installaties gedurende een periode van tien jaar. De hoogte van deze steun wordt bepaald aan de hand van de bandingfactoren. Deze bandingfactor bepaalt hoeveel groenestroomcertificaten een elektriciteitsproducent ontvangt per opgewekte megawattuur (MWh) elektriciteit, opdat de elektriciteitscentrale nog een gegarandeerd rendement zou halen.
Minister, wat is de huidige status van de bandingfactor die werd toegekend aan de biomassa-installatie van Bee Power Gent? Is de toegekende bandingfactor nog steeds voorlopig? Ik vind nergens terug dat die al definitief zou zijn.
Wanneer plant u de definitieve bandingfactor toe te kennen? Wat is bij de toekenning van de bandingfactor het gegarandeerde rendement waarvan uitgegaan wordt? Gezien het nominaal gigantische steunniveau en gezien uw eerdere uitspraken die aangeven dat u niet noodzakelijk gewonnen bent voor grootschalige biomassa, verwondert het mij dat u eerder dit jaar op 14 juli aan E.ON Langerlo een definitieve bandingfactor toekende. Hebt u voor de vaststelling van de definitieve bandingfactor juridisch advies ingewonnen in functie van de mogelijkheid de voorlopige bandingfactor aan te passen? Zo ja, wat was dan het juridisch advies en is dit beschikbaar? Hebt u na de vaststelling van de definitieve bandingfactor juridisch advies ingewonnen over de mogelijkheden om ‘de overeenkomst’ te heronderhandelen? Zo ja, wat was dan het juridisch advies en is dit beschikbaar? Indien ‘de overeenkomst’ geheel of gedeeltelijk voorwerp is van nieuwe onderhandelingen, hebt u dan de intentie om bijkomende duurzaamheidscriteria en efficiëntievoorwaarden op te leggen? Momenteel is dat in een aantal gevallen niet zo.
Beleid voeren is vooruitzien. Indien één of meerdere grote biomassacentrales niet zullen opstarten of vroegtijdig uitstappen, zal het te halen aandeel hernieuwbare energie voor Vlaanderen onder druk komen te staan. Hoe plant u in dat geval toch de doelstelling hernieuwbare energie 2020 te halen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Collega’s, net zoals bij Langerlo en Max Green is er ook voor Bee Gent in de vorige legislatuur een besluit genomen door de Vlaamse minister waarbij er een principiële steuntoekenning is gegeven aan het opstarten van die drie biomassacentrales.
Het project Bee Gent zit nog in een opstartfase. Bee Power Gent zal dus ook nog een dossier moeten indienen bij het Vlaams Energieagentschap (VEA). Op basis daarvan zal het Vlaams Energieagentschap de steunberekening, op basis van deze actuele gegevens, actualiseren zoals gepland is in het Energiebesluit en in de voorlopige bandingfactoren. Ik kan er geen timing voor geven omdat dit uiteraard van het bedrijf afhangt.
Er is bij de hervorming van 2012 in de wetgeving geen opportuniteitsbeoordeling voor dergelijke projecten ingebouwd. Dit werd juridisch door het Vlaams Energieagentschap reeds onderzocht bij de goedkeuring van de voorlopige bandingfactor, maar belangrijker nog expliciet bevestigd door de Raad van State in zijn advies 55563/3van 31 maart 2014. Hierin stelde de Raad van State, afdeling Wetgevingsadvies, onomwonden dat uit artikel 7.1.4/1 alinea 1 van het Energiedecreet blijkt dat in elk geval een bandingfactor moet worden berekend door het VEA. Niets doet vermoeden dat het VEA de bevoegdheid zou hebben om voor bepaalde categorieën te weigeren om een bandingfactor voor te stellen. De Raad van State geeft in dit advies ook duidelijk aan dat het de Vlaamse Regering niet toekomt om steun te weigeren aan nieuwe projectaanvragen. Deze zienswijze van de Raad van State laat, toegepast op het dossier Langerlo, geen ruimte toe. Het is duidelijk zo dat een weigering om groenestroomcertificaten toe te kennen aan dit project, bij de Raad van State juridisch geen genade zou hebben gevonden. Ook professor Steven Van Garsse van de Universiteit Antwerpen heeft in de media verkondigd dat deze stelling klopt en dat een weigering van steuntoekenning bij een definitieve bandingfactor juridisch niet meer deugdelijk kan gebeuren. Dat is ook de reden waarom de vorige Vlaamse Regering het Energiebesluit na de toekenning van Langerlo, Max Green en Bee heeft aangepast en de grote biomassacentrales heeft geschrapt uit het Energiebesluit als mogelijke steunmaatregel.
Men wist dat er op basis van die categorieën nieuwe projecten zouden kunnen worden ingediend. Als er een ministerieel besluit is en een voorlopige bandingfactor, begint er een trein te rollen die je niet meer kunt stoppen. De fundamentele goedkeuring voor Bee in Gent is gegeven op 30 september 2013.
Als de biomassacentrales niet opengaan, heeft dat uiteraard een impact op de hernieuwbare-energiedoelstellingen. Ik geloof in zon- en windenergie omdat we de subsidies voor kleine installaties op de daken hebben kunnen stopzetten, of omdat we elk jaar de steun kunnen afbouwen, zoals we nu hebben gedaan met de steun voor windenergie. Dat zijn technologieën waarin nog heel wat marge is inzake rendement en waarin de prijzen nog altijd worden gedrukt. Het is dus vrij zeker dat de steunmaatregelen de komende jaren systematisch zullen dalen, zo niet al op nul zitten, zoals zon- en windenergie.
Dan is het onze verantwoordelijkheid om na te gaan hoe we onze doelstellingen kunnen halen, gegeven het feit dat biomassacentrales niet opengaan, of open zijn en misschien zullen sluiten, of opengaan en misschien niet sluiten, of misschien helemaal niet meer opengaan. In elk geval geeft de schrapping van die projectcategorie door de vorige Vlaamse Regering na de goedkeuring van drie biomassacentrales duidelijk weer dat een eerste beslissing heel dominant is, zo niet allesbepalend.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik wil het nog even hebben over E.ON Langerlo, waar de laatste weken heel wat over te doen was. De subsidie hangt vast aan de centrale, onafhankelijk van wie die uitbaat. Als er een overnemer wordt gevonden die de centrale op een andere manier wil ombouwen en met een andere grondstof aan de slag wil gaan, betekent dat dan dat alles van voren af aan moet beginnen, of kan die gewoon in het bestaande contract stappen?
Minister, klopt het dat de milieuvergunning niet meer van toepassing is aangezien de installatie in gebruik moest worden genomen binnen drie jaar na de beslissing van de bestendige deputatie van eind november 2012? Kan het zijn dat de milieuvergunning ondertussen is vervallen?
Er zijn plannen om Langerlo om te bouwen binnen de context van de bestaande centrale, maar als een overnemer grotere ingrepen doet aan de centrale, dan is een bouwvergunning mogelijk. Die zou dan gekoppeld zijn aan een milieuvergunning. Als er nog geen milieuvergunning is, dan is er ook geen bouwvergunning, en dat heeft toch heel wat juridische complicaties. Misschien kunt u nu geen antwoord geven op mijn punctuele vragen, maar later wel.
Specifieke vergunningsdossiers en vergunningen van specifieke bedrijven zijn niet het onderwerp van een commissie.
Het is wel een nationaal dossier.
Het maakt niet uit of elke provincie een bedrijf heeft, het gaat over de vergunning en de specifieke vergunningstoestand van een bedrijf. Dat is geen onderwerp van een commissie. U weet wat de algemene regel is voor een milieuvergunning, hoe snel u moet starten. Dat is algemene wetgeving, dat is voor elk bedrijf hetzelfde, maar de specifieke vergunningstoestand van een specifiek bedrijf is geen onderwerp van discussie in de commissie.
Hier is al weken een maatschappelijk debat over, en dit aspect is volledig achterwege gelaten in de discussie. Ik vind het toch zinvol om dit mee te nemen in de discussie. Mijn initiële vraag ging over de vergunning, maar dat hangt samen met het dossier.
Mijnheer Danen, u weet dat een specifieke vergunningstoestand geen onderwerp is voor de commissie.
Ik sluit me aan bij de voorzitter inzake individuele dossiers. Ik heb die informatie nu niet bij, en ik ga er alleen maar op antwoorden als het helemaal juist is. Bovendien zit dat ook deels bij mijn collega die hiervoor bevoegd is. Ik ga de informatie niet zomaar uit de losse pols geven.
Ik ben niet officieel op de hoogte gebracht van een faillissementsaanvraag van German Pellets. Vergeet niet, dit dossier loopt via de media en vaak ook via buitenlandse kranten. Er is geen officiële bevestiging. Ik heb die faillissementsaanvraag vernomen via de media. De bevoegde rechtbank heeft nu een curator aangesteld. De betrokken onderneming heeft me niet geïnformeerd. Het is niet de normale gang van zaken dat ministers door individuele bedrijven worden gecontacteerd.
Het is belangrijk te weten dat de steunmaatregel door de vorige Vlaamse Regering is toegekend aan het reconversieproject Langerlo. Er is het project en er zijn de aandeelhouders van het project. De absolute definitie van een naamloze vennootschap is dat het naamloos is. Vandaar dat ik ook zelf in de voorwaardelijke wijs communiceer over de toekomst van het project. Strikt genomen hangt het verdere verloop af van een bedrijfsbeslissing, en niet van de minister of de Vlaamse Regering.
De heer Danen heeft het woord.
Ik dank u voor het antwoord. Ik had niet verwacht dat u erg concreet zou antwoorden op de vraag over de vergunningen. Ik heb daar alle begrip voor. Ik zal die vraag schriftelijk stellen, gericht aan minister Schauvliege en uzelf. Op mijn vraag hoe u de hernieuwbare-energiedoelstellingen wilt halen als dit soort van projecten niet wordt gerealiseerd, zegt u dat u zult blijven inzetten op zon en wind. Kunt u daarover iets meer zeggen? Geloven in hernieuwbare energie is goed. Maar de vraag is wel hoe u ervoor zult zorgen dat tegen 2020 schot in de zaak komt en er meer wordt geïnvesteerd in hernieuwbare energiebronnen. Als de centrale met andere brandstof zou gaan werken, moet dan een nieuw dossier worden opgemaakt?
Er verandert niks aan het dossier als er aan het dossier niks verandert. Op het ogenblik dat aan het dossier iets verandert, wijzigt de juridische toestand totaal. Dat is ook de reden waarom het vorige dossier, toen er een overname door een ander bedrijf gebeurde, niet is veranderd. Want de manier van werken, de methodologie, de pellets die worden gebruikt en ook de rest blijven dezelfde. Zodra er evenwel iets verandert, belanden we in een andere situatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.