Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, het is vooral de bedoeling van mijn vraag om uitleg om duidelijkheid te scheppen en een beetje rust te creëren.
In de lokale pers van de mooiste stad van Vlaanderen ontstond nogal wat deining toen een lokale jachtvereniging opmerkte dat het bestaande beleid – ik kom daar straks op terug – een inbreuk inhield op het Jachtdecreet. Zij stelden voor om als jagers zelf zwerfkatten te gaan vangen. Dat leidde tot een behoorlijk levendige discussie, die mij geprikkeld heeft om aan u, minister bevoegd voor minstens een deel van het debat, de kans te geven om rust en duidelijkheid te creëren.
Vandaag maken al heel wat steden en gemeenten werk van een beleid rond zwerfkatten, vaak op bovenlokaal of zelfs provinciaal niveau. Sinds een aantal jaren hanteert men daarbij een methode die in het Engels TNR of Trap-Neuter-Return heet en in het Nederlands VST of Vangen-Steriel maken-Terugzetten.
Katten worden gevangen in een kooi, steriel gemaakt en gemarkeerd met een knipje in het oor zodat men de hele operatie geen twee keer hoeft te doen. Verwilderde zwerfkatten worden teruggeplaatst. Tamme zwerfkatten gaan naar het dierenasiel. Zowel uit onderzoek als uit praktijkervaringen blijkt dat een effectieve methode te zijn, die een evenwicht inhoudt tussen het bestrijden van overlast en het vermijden van dierenleed.
In Oost-Vlaanderen zijn heel wat steden en gemeenten in zee gegaan met vzw Rato om hen te helpen met de organisatie van vangacties van die zwerfkatten.
Zoals in mijn inleiding gesteld, doken er in de pers berichten op naar aanleiding van een communicatie waarbij vertegenwoordigers van de Hubertus Vereniging Vlaanderen en de wildbeheerseenheden (WBE’s) ronduit stelden dat deze werkwijze in strijd zou zijn met het Jachtdecreet. Verder stelden zij dat zij uw kabinet en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) hiervan bij middel van een brief op de hoogte zouden hebben gebracht. Hun stelling is dat het vangen van verwilderde katten een jachtdaad zou zijn waarvoor men toestemming moet hebben van de respectievelijke jachtrechthouder. Verwilderde katten zouden volgens de vertegenwoordigers ook niet opnieuw in de natuur mogen worden gebracht, maar verplicht moeten worden geëuthanaseerd.
Het spreekt voor zich dat dit haaks staat op het beleid zoals ik in het begin van mijn betoog heb geschetst. Dat betekent dat dit beleid op losse schroeven zou komen te staan. Waar er langs de ene kant een conflict zou bestaan met het Jachtdecreet, kun je langs de andere kant aanhalen dat er een conflict zou kunnen ontstaan met de wet op het Dierenwelzijn.
Zoals dat gaat bij woord en tegenwoord, kregen we van GAIA (Global Action in the Interest of Animals) de reactie dat de huidige aanpak van de steden en gemeenten absoluut te verdedigen is. Minister, ik wil niet in karikaturen vervallen, maar we hebben ook mails ontvangen van mensen die ons de vraag stelden of we binnenkort jagers zullen zien die jacht maken op zwerfkatten. Daarom lijkt het mij belangrijk dat we duidelijkheid en rust creëren, zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is, steden en gemeenten weten of ze al dan niet op een legale basis verder werk kunnen maken van een humaan en ook duurzaam zwerfkattenbeleid, jagers weten welke taken hen zijn toebedeeld en de mensen die bezig zijn met dierenrechten – GAIA in het bijzonder – ook weten dat er een humane aanpak wordt voorgestaan.
Minister, kunt u bevestigen dat u melding kreeg van deze problematiek door vertegenwoordigers van Hubertus Vereniging Vlaanderen en de WBE’s? Hoe reageert u op dat schrijven? Kunt u bevestigen dat de huidige aanpak van de zwerfkattenproblematiek volgens de TNR/VST-methode niet in strijd is met het Jachtdecreet?
– Tinne Rombouts treedt als voorzitter op.
Ziet u hiaten tussen het Jachtdecreet en het decreet Dierenwelzijn? Zo ja, welke?
Welke maatregelen en/of bijsturing acht u desgevallend nodig? Acht u overleg met uw collega bevoegd voor het dierenwelzijn noodzakelijk?
Welke initiatieven zult u nemen enerzijds naar steden en gemeenten, anderzijds naar de jagersverenigingen en dierenwelzijnsverenigingen om hierover duidelijkheid te scheppen, te communiceren en mogelijke misverstanden die uit eerdere persberichten bleken, uit de wereld te helpen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, ik neem aan dat u met de mooiste stad van Vlaanderen op Dendermonde doelt. (Opmerkingen van Bart Van Malderen)
We hebben op 20 januari een brief ontvangen van de wildbeheereenheid Goudbloem-Denderland. We hebben die brief overgemaakt aan het Agentschap voor Natuur en Bos om daarop een antwoord te formuleren.
Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt in deze problematiek tussen zwerfkatten en verwilderde katten. Alles wat zwerfkatten en de zwerfkattenproblematiek betreft, behoort tot de bevoegdheid Dierenwelzijn. Wanneer het gaat over verwilderde katten, kijken we naar de jachtregelgeving. Ik verwijs naar artikel 3 van het Jachtdecreet, onder de categorie ‘overig wild’. Het Jachtvoorwaardenbesluit is gewijzigd in april 2014. Daarin staat hoe de kast- en kooivallen bij gewone jacht en bestrijding op een diervriendelijke manier kunnen worden gebruikt. Artikel 26 en artikel 52 stellen dat verwilderde katten die gevangen worden, moeten worden overgebracht naar het asiel, en dat katten die geen verwilderde indruk maken en een merkteken hebben, onmiddellijk moeten worden vrijgelaten. Dat is een heel gemakkelijk onderscheid waarover weinig verwarring kan bestaan.
Daar is een communicatieplan over opgemaakt met de administratie Dierenwelzijn en met het Agentschap voor Natuur en Bos. Daar wordt gefocust op sensibilisering waarbij de problematiek wordt behandeld en de verschillende actoren op hun tol en verantwoordelijkheid wordt gewezen.
De communicatie richt zich op verschillende doelgroepen met duidelijke boodschappen via verschillende kanalen. Voor de steden en gemeenten is er ook nog voorzien in een extra communicatie via de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, u bevestigt eigenlijk dat er op het terrein een conflict mogelijk is. Hoe kan men immers los van een aantal uiterlijke kenmerken het onderscheid maken tussen een verwilderde kat en een zwerfkat? Ik zie geen afchecklijst die dat mogelijk maakt. Wanneer steden en gemeenten of een vzw een praktijk opzetten waarmee zij met vangkasten katten vangen en steriliseren of behandelen in geval van bepaalde ziektes, kunnen zij dan daar binnen het huidige wettelijke kader verder mee gaan? Het punt van de vertegenwoordigers van de jachtvereniging was immers dat dit in feite een onwettige praktijk is.
Ik vind het wel positief dat u zegt dat van het veronderstelde euthanaseren eigenlijk geen sprake kan zijn. Ik zou graag hebben dat u daar in detail op ingaat.
Minister, kunnen steden en gemeenten voortgaan met hun beleid binnen het huidige kader? Als er echt een probleem is, bent u dan bereid om dat kader aan te passen en verder overleg te voeren met de minister van Dierenwelzijn?
Bevestigt u nadrukkelijk dat hier geen sprake kan zijn van euthanaseren van – laat staan van een jacht op – verwilderde katten?
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Onze fractie vraagt ook duidelijkheid in dit dossier. Volgens artikel 9 van de Dierenwelzijnswet zijn steden en gemeenten verantwoordelijk voor die zwerfkattenproblematiek. De dienst Dierenwelzijn van het departement Leefmilieu heeft in het najaar een enquête gedaan bij steden en gemeenten met de vraag hoe zij hun zwerfkattenproblematiek aanpakken. Heel wat gemeenten hebben die vraag al beantwoord, maar de cijfers zijn niet volledig. Daaruit blijkt alvast dat heel wat steden en gemeenten het belang daarvan inzien. Dat bewijst dat er steeds meer schepenen voor Dierenwelzijn zijn binnen de schepencolleges. Ik ben ook van mening dat die lokale besturen het best geplaatst zijn voor de aanpak van deze problematiek.
Minister Weyts heeft al aangegeven dat het zwerfkattenbeleid eind dit jaar zal worden geëvalueerd en indien nodig zal worden aangepast. We volgen dit van zeer nabij op. Wij vragen wel een uitklaring van deze situatie.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, voor alle duidelijkheid: voor mij is er niet echt een conflict. De afdelingen Dierenwelzijn en Leefmilieu komen zeer goed overeen. We zullen daarover dus zeker verder van gedachten wisselen.
Er is lokaal inderdaad een zeer goede aanpak van de zwerfkatten. Dat begint meer en meer te leven. Wat specifiek de jacht betreft, is die regelgeving in 2014 heel nauwgezet uitgewerkt. Er is daarover heel veel advies ingewonnen. Er is een heel duidelijke dubbelcheck: eerst in de kastval en dan in het asiel. Daar zie je of het al dan niet om een echte verwilderde kat gaat. Je ziet dat aan de oren, de staart, de manier waarop die naar mensen kijkt en ermee omgaat. Daarover kan weinig discussie bestaan.
Er zijn in de praktijk weinig conflicten op dat vlak. Het loopt goed. Er zijn geen problemen. Het gaat zeker niet over verplichte euthanasie. Die verwilderde katten worden naar het asiel gebracht, omdat dat zo in de jachtregelgeving staat.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, ik ben heel blij dat u goed overeenkomt met uw collega-minister van Dierenwelzijn. Ik kan alleen vaststellen dat dit conflict op zijn minst in één regio wel degelijk op scherp is gesteld. Een deel van een jachtvereniging – ik wil niet spreken over het geheel – zegt dat er een hiaat is in de wetgeving. Twee regelgevingen zijn conflictueus op het terrein. Ik betreur dat u zegt dat er voor u geen probleem is. U mist hier een beetje de kans om een mogelijk conflict te beslechten vooraleer het zich echt op scherp stelt. Ik betreur dat echt heel erg.
Uiteraard is er een verschil tussen verwilderde katten en zwerfkatten. Alleen gaat het erover wie hier mag optreden. De rol van lokale besturen werd aangevochten in een persbericht. Ik betreur nogmaals dat u de kans laat liggen om te zeggen dat de aanpak zoals die werd gevoerd, al dan niet correct is. Zo weet men waar men aan toe is. Een ja-neeantwoord zou ongelooflijk veel geschil op het terrein kunnen voorkomen.
Ik ben wel blij dat u bevestigt dat asielen een cruciale rol spelen en dat het niet kan dat iemand eigenmachtig beslist om een dier al dan niet te euthanaseren.
Collega, ik ga niet ingaan op de specifieke vraag van de wildbeheereenheid Goudbloem-Denderland omdat ik daarnet in het antwoord heb gezegd dat we die brief goed hebben ontvangen en hebben overgemaakt aan de diensten om die specifieke vraag te behandelen. Ik ga me dus niet laten verleiden om op die specifieke vraag in te gaan, wat niet wil zeggen dat er geen probleem is. Ik zeg alleen dat er een duidelijk onderscheid is tussen de aanpak van zwerfkatten en verwilderde katten. De specifieke brief zal van onze diensten een specifiek antwoord krijgen.
Minister, mag ik bij wijze van orde vragen om dan ook het antwoord op die brief aan de commissie te bezorgen?
Ik zal het nagaan, maar als het kan en als het mag, is het voor mij geen probleem.
De vraag om uitleg is afgehandeld.