Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het Pulse Transitienetwerk Cultuur is een netwerk van actoren uit de kunsten, erfgoed en sociaal-culturele sectoren, aangevuld met experten en deskundigen op het vlak van duurzame ontwikkeling. Het netwerk werd opgericht in mei 2012 op initiatief van de toenmalige steunpunten Instituut voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst (BAM), het Muziekcentrum Vlaanderen, het Vlaams Theater Instituut (VTi), Lokaal, Cultuur en Steunpunt (LOCUS), het Steunpunt voor Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk (SoCius), het Vlaams Architectuurinstituut (VAI) en het Forum voor Amateurkunsten.
Het transitienetwerk werd opgestart op vraag van de sector om het atelier Ecocultuur te continueren. Het atelier Ecocultuur was een van de zeven ateliers van het Cultuurforum 2020 dat werd opgericht in januari 2010 door minister Schauvliege om het debat aan te zwengelen over hoe het cultuurbeleid er in 2020 zou moeten uitzien in Vlaanderen.
Het Pulse Transitienetwerk Cultuur ging in februari 2013 – voor maximum drie jaar – van start en kreeg tot op heden een jaarlijkse ondersteuning van 100.000 euro. De huidige overeenkomst liep af op 15 december 2015. Minister, u besliste eind 2014 om het Pulse Transitienetwerk Cultuur een laatste keer te ondersteunen voor het werkjaar 2014-2015. Hierdoor kon het netwerk zijn expertise borgen en op zoek gaan naar alternatieven om zijn werking na 15 december 2015 te continueren. Niettegenstaande de goede samenwerking van de steunpunten uit de sectoren kunsten, erfgoed, amateurkunsten en sociaal-cultureel werk is het bereik naar de cultuuractoren op het veld nog een werkpunt.
Minister, werd het Pulse Transitienetwerk Cultuur stopgezet? Zijn er nog middelen gepland voor een dergelijk netwerk? Het Pulse Transitienetwerk Cultuur heeft instrumenten ontwikkeld die het duurzaamheidsdenken en -handelen in de cultuursector op lange termijn kunnen vooruithelpen en verzekeren. De initiatieven en processen die in 2014 en 2015 opgestart werden, zijn eind 2015 nog jong maar interessant. Zijn er initiatieven genomen om de expertise te borgen en verder uit te dragen naar de sector?
Minister Gatz heeft het woord.
Collega’s, in december 2015 heb ik op de valreep nog 75.000 euro vrijgemaakt om de overeenkomst met het netwerk te verlengen tot eind 2016. Ik ondersteun het Pulse Transitienetwerk Cultuur verder om de essentiële rol van cultuur in de noodzakelijke systemische transitie naar een meer duurzame samenleving verder vorm te geven. Pulse verbindt vandaag een duizendtal organisaties en individuen uit het culturele veld. Het netwerk bouwt daarnaast bruggen naar andere sectoren en maatschappelijke domeinen.
In 2016 moet het transitienetwerk verder inzetten op het ondersteunen van de cultuursector, het verder ontwikkelen van transitie-initiatieven en het zichtbaar maken van goede voorbeelden in de sector. Concreet heb ik met het netwerk afgesproken om volgende initiatieven uit te rollen. Pulse zal een trefdag organiseren in nauwe samenwerking met de steunpunten cultuur. Op deze ontmoetingsdag voor de ruime cultuursector zullen interessante topics over duurzaamheid worden uitgewerkt. Naast het delen van deze goede voorbeelden wil Pulse tijdens deze studiedag inzetten op verdere verdieping van deze items rond duurzaamheid. De trefdag zal in 2016 plaatsvinden tijdens de Week van de transitie, met als thema ‘de circulaire economie’.
Een tweede initiatief is het initiëren en voort opvolgen van ‘praktijkimPULSEn’, als uitloper van de lerende praktijkgemeenschappen. De cultuursector ziet de evolutie naar een duurzame samenleving als een belangrijke en blijvende uitdaging en wil er met Pulse aan tegemoetkomen door in te zetten op de volgende drie zaken: het publiek maken van de socio-ecologische uitdaging; het procesmatige en ‘lerende karakter’ van de noodzakelijke verandering implementeren; de noodzakelijke verbeelding en creativiteit inbrengen in alle lagen van het veranderingsproces.
Om deze drie functies waar te maken, zal Pulse in het werkjaar 2016 blijven inzetten op transitie-impulsen voor de cultuursector. Zo is er bijvoorbeeld het traject rond een ‘complementaire munt’. Het is een traject dat past in de zoektocht naar alternatieve en duurzame financieringsmodellen. Er zal gewerkt worden aan een cultureel model voor maatschappelijk verantwoorde ‘good governance’.
Pulse wil deze praktijkimPULSEn initiëren en opvolgen en gaat hiervoor verscheidene partnerschappen aan. Op basis van de verzamelde input uit deze praktijkimPULSEn zal Pulse de praktijken, de kennis en de reflecties delen met de sector.
Een derde initiatief betreft de verdere uitbouw van het digitale platform. Op het digitale platform www.pulsenetwerk.be zijn voorbeelden te vinden van inspirerende praktijken, interessante evenementen en conferenties, leestips, een CO2-calculator, checklists voor het verduurzamen van een cultureel gebouw, organisatie of (kunsten)praktijk en ander duurzaam cultureel nieuws. Pulse zal het bereik van het digitaal platform vergroten, zodat ideeën, praktijken en informaties in een ruimere kring gaan circuleren.
Een vierde en laatste initiatief betreft werken aan concrete aanbevelingen. Op mijn vraag zal Pulse namelijk in het eindverslag concrete aanbevelingen formuleren: niet alleen voor de culturele sector, maar bij uitbreiding ook voor de jeugdsector. Dit zal gebeuren op basis van de opgebouwde kennis en ervaring.
Ik denk dus mijnheer De Gucht, dat de – in principe – eenmalige voortzetting van het initiatief dan voldoende ingebed moet zijn in de sector om uit te waaieren in de dagelijkse praktijken van alle organisaties en kunstenaars. Pulse zal de voortrekkersrol dan misschien niet helemaal beëindigd hebben, maar zal die toch in grote mate gespeeld hebben.
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik dank u voor het antwoord. Uw samenvatting lijkt me correct, ik zal die dus niet herhalen.
Ik heb toch nog een kleine bijkomende vraag. U had het over het een digitaal platform en de inspiratie, en toen kwam er een stukje over de verduurzaming van de gebouwen binnen de culturele sector. Als daar tips voor worden gegeven, zijn er dan ook gesprekken tussen u en uw collega’s om te bekijken waar het mogelijk is om extra op in te zetten? Het betreft immers een voorbeeldfunctie voor de maatschappij. De verduurzaamheid van gebouwen betekent in het begin natuurlijk een meerkost, maar kan op termijn een serieuze winst betekenen voor de organisaties in die gebouwen.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik ben eigenlijk heel blij met het antwoord dat u gaf op de vraag van de heer De Gucht. Op die manier zetten we inderdaad een mooi initiatief uit de vorige legislatuur voort. Dat kunnen we alleen maar toejuichen.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik toch ook een beetje verbaasd ben. De heer Caron en ik hebben hier vorig jaar een aantal vragen over gesteld, onder meer naar aanleiding van de beleidsbrief. Toen maakte u op geen enkele manier aanstalten om dit te continueren. Ik ben hier dus heel tevreden mee, maar ik heb toch een beetje de indruk dat dit een zogenaamde ‘getelefoneerde vraag’ is. Zo kunt u erover vertellen. Maar ik herhaal dat ik heel tevreden ben dat het gebeurt.
Ik heb nog één opmerking. Ik hoop dat de inspiratie op het einde van vorig jaar om dit eenmalig te verlengen, op het einde van dit jaar nogmaals komt. Het is immers ongelofelijk belangrijk om telkens weer nieuwe initiatieven in dezen te nemen. De toekomst zal dit uitwijzen.
Minister, collega’s, ik vind het fijn dat de heer De Gucht de ecologische kaart trekt, dan hoef ik dat niet te doen. Ik vind dit echt tof. (Opmerkingen van Jean-Jacques De Gucht)
Het effect is sterker dan wanneer ik het zou doen.
Minister, ook ik ben een beetje verbaasd. De manier waarop het georganiseerd is, is niet echt mijn bekommernis. Of de middelen nu uit de reguliere budgetten van de steunpunten komen die samenwerken, dan wel uit een extra budget, daar gaat het nu niet over. Ik vind wel dat onmogelijk kan worden gesteld dat we over een of drie jaar al zo ver gevorderd zouden zijn dat extra aandacht voor dit thema niet meer nodig is. We kennen de praktijk voldoende om te weten dat wat nu gebeurt, de eerste stapjes zijn in de peutertijd van een soort ecologisch bewustzijn in de cultuursector. Er is nog een heel lange weg af te leggen, dat komt onder meer doordat de investeringen en dergelijke de sector veel geld kosten.
Wilt u dat het initiatief in 2017 of 2018 voortloopt, gefinancierd door de partners met eigen middelen? Wilt u dat? U zegt immers dat u eenmalig nog 75.000 euro wilt vrijmaken? Maar wat daarna? Wat is de bedoeling?
Om op de eerste vrij praktische vraag van mevrouw Bastiaens en de heer Caron te antwoorden: het is inderdaad zo dat het er lang naar uitgezien heeft dat wij niet de middelen hadden om het te kunnen voortzetten. Soms gebeuren op het einde van een jaar wonderlijke dingen in begrotingen. Het is dus wel gelukt. Zo simpel is het. Ik maak daar geen geheim van. En ik ben blij dat het kon.
Wat betreft de voortzetting van het initiatief, sluit ik niets uit voor de toekomst. Maar ik ga ervan uit dat dit het laatste jaar zal zijn, we zullen na de zomer wel zien waar we staan. Ik geloof, dat is wat het transitienetwerk Pulse zelf als doel bepaald heeft, zonder dat ik dit heb moeten vragen, dat Pulse die bewustwording en kennis ook zal laten neerdalen en zal verspreiden in de brede sector.
En dan komen we bij de vraag van de heer De Gucht of het dan stopt. Neen, want dan komen we uit bij uw resolutie, mijnheer Caron, en bij de engagementen die deze Vlaamse Regering heeft genomen inzake het klimaat. Minister Schauvliege is hard aan het werken om samen met de andere collega’s te bekijken wat wij bijkomend kunnen doen.
Die gesprekken zijn dus gelukkig al begonnen en het spreekt voor zich dat we vanuit de culturele sector, op uw voorzet, met z’n allen de bal willen binnenkoppen. We staan in onze sector voor een reeks belangrijke renovatie-uitdagingen en we willen die zo duurzaam en ecologisch mogelijk aanpakken. De gesprekken met minister Schauvliege geven ons daarbij het juiste perspectief. Dit krijgt dus zeker een boeiend vervolg en er wordt daarbij in grote mate rekening gehouden met de gevoeligheden van de sprekers van daarnet.
De heer De Gucht heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoorden, minister. We kunnen inderdaad in de toekomst kijken of er verdere mogelijkheden zijn, maar het woord zegt het al: het is een transitie naar een implementatie in de sector. Het startpunt is alvast positief en we zetten dit jaar door. De initiatieven die daarrond worden genomen, zijn volgens mij goed. Verder denk ik dat ook alle collega’s benieuwd uitkijken naar de manier waarop de organisaties dit alles implementeren. We zullen dat met veel genoegen volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.