Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, ik heb mijn vraag ingediend op 28 januari en sindsdien is er opnieuw heel wat verschenen over de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen (Gimv).
Het is goed om dit belangrijk vehikel dat nogal eens wordt vergeten, hier ter sprake te brengen. Los van de persoon, is het op zich een goede zaak dat er klaarheid wordt gecreëerd over het voorzitterschap en de rol die de voorzitter in de toekomst al dan niet wenst op te nemen. We hebben daar in het kader van een actuele vraag van gedachten over gewisseld. Het is goed dat het initiatief van de voorzitter is genomen om die kritiek over een mogelijk dubbele rol bij de Vlaamse Participatiemaatschappij (VPM) en Gimv uit de wereld te helpen.
Voor alle duidelijkheid, het gaat hier niet over minister Vandeurzen. Op het moment dat we het in de actuele vragen hadden over Gimv, werd de heer Jo Vandeurzen door zijn kabinet opgebeld met de mededeling dat de heer Van Malderen vanop het spreekgestoelte het ontslag van Vandeurzen vroeg waarop de minister zich spoorslags naar het parlement begaf. Dat is echt gebeurd.
De heer Vandeurzen maakte eerder al kenbaar dat hij interesse had om Gimv over te nemen. In de aankondiging van zijn ontslag als voorzitter voegde hij eraan toe dat de toekomstige referentieaandeelhouder een ondernemersprofiel zou moeten hebben, wat eigenlijk ongeveer neerkomt op een kandidatuurstelling om die aandelen in te kopen.
Ondertussen heeft de Vlaamse Participatiemaatschappij mevrouw Laga aangeduid als vervanger. Ik denk dat dat iemand is met een heel sterk profiel. Het is ook de eerste vrouw die daar aan het hoofd komt, denk ik. Dat is ook opmerkelijk te noemen. De vraag is welke missie mevrouw Laga zal meekrijgen om op korte en middellange termijn met de Gimv aan de slag te gaan.
Minister, hoe reageert u op de uitspraken van de voorzitter van de Gimv? Bent u het ermee eens dat het vandaag noodzakelijk is om een referentieaandeelhouder met een ondernemingsprofiel te hebben, wetend dat dat uiteraard ook betekent dat de Vlaamse overheid op dat moment geen referentieaandeelhouder meer kan zijn? Met andere woorden, wordt een aandelenverkoop voorbereid? Zo ja, hoe zal die dan worden georganiseerd? Was die voorbereiding op het moment van de uitspraak door de voorzitter reeds bezig? Dan zou mijn positieve evaluatie van dit ontslag immers natuurlijk deels worden gehypothekeerd. Als het veld wordt klaargelegd door diegene die zich bij monde van zichzelf naar voren schuift als kandidaat-overnemer, dan bevinden we ons opnieuw in het moeilijke scenario dat we hadden op het moment van de vraagstelling in de plenaire vergadering. Als u me echter het tegendeel bevestigt, dan kan ik mijn positieve evaluatie handhaven. Ten slotte, hoe garandeert u dat de belangen van de Vlaamse overheid optimaal worden gediend?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, ik kan eigenlijk vrij kort zijn. U weet dat we de decretale bepaling van de 25 procent hebben geschrapt. We hebben toen gezegd dat er eigenlijk twee mogelijke redenen waren: ofwel een verkoop, ofwel een kapitaalsverhoging. Bij een kapitaalsverhoging zijn we niet verplicht om opnieuw mee te doen. Mijnheer Van Malderen, ik kan u echter zeggen dat er tot op heden geen enkel verkoopproces is opgestart. Er is ook geen enkele vraag naar een kapitaalsverhoging gekomen. Gelet op de gevoeligheden met betrekking tot de positie van de huidige Gimv-voorzitter lijkt het me raadzaam dat er een cooldownperiode komt als hij eenmaal wordt vervangen als Gimv-voorzitter. Met cooldown bedoel ik dat er gedurende een bepaalde periode geen stappen zullen worden gezet met betrekking tot de verkoop van de participatie. Op die manier kunnen we alle geïnteresseerde kopers weer op voet van gelijkheid zetten, zodat de opbrengst voor Vlaanderen de facto zo goed mogelijk is. Vandaag is er echter geen enkele intentie om te starten met een verkoopproces, en ik wil zeker eerst een cooldownperiode hebben.
Als dat verkoopproces er zou komen, dan moet dat voor mij open en transparant zijn. Of er een grote nieuwe referentieaandeelhouder uit de bus komt, zal blijken als we met dat verkoopproces zijn gestart. Dat is niet mijn intentie. Ik kan daar nu niets over zeggen, aangezien ik niet bezig ben met een verkoopproces.
Zoals u wel weet, is er vandaag wat het operationele betreft een grote autonomie van het Gimv-management. Er zal dus naar mijn mening niet echt sprake zijn van een aanzienlijk verlies qua continuïteit inzake governance van de Gimv als die participatie mogelijkerwijze zou worden gespreid over meerdere kleine aandeelhouders. Ik ga vandaag dus echter niet zeggen dat het zo of zo zal zijn. Er wordt geen verkoopproces gestart, dus ik moet daar nu nog geen uitspraken over doen.
Dan was er uw vraag over de behartiging van de belangen van de Vlaamse overheid. Ik denk dat de aankondiging van de huidige voorzitter wegens zijn interesse als kandidaat-koper een positieve zaak is. Ik denk dat dat de openheid van het proces en de gelijke behandeling van alle geïnteresseerden ten goede kan komen. Daarnaast lijkt het voor mij ook duidelijk dat door een cooldown iedereen opnieuw op gelijke voet zal worden behandeld. Gelijke behandeling, transparantie en open competitie zijn volgens mij de beste garantie voor het behartigen van de belangen van de Vlaamse overheid.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, ik ben er zeker van dat uw woorden zeer nauwkeurig zijn genoteerd in het verslag. Er zit immers veel in, zelfs al is het een kort antwoord.
Puur praktisch, ik begrijp dat de jaarvergadering in juni gepland is. Is dat dan het moment waarop er desgevallend een cooldownperiode ingaat, en hoe lang ziet u die?
Misschien moet u gewoon a of b antwoorden op de volgende vraag. Dat is handig. In geval a zegt u: als en wanneer we beslissen om tot een verkoop over te gaan, dan komt er een cooldownperiode. In geval b zegt u: er komt vanaf juni een cooldownperiode. Is het a of b? Dat heeft immers repercussies voor de oriëntatie die u neemt ten aanzien van een beslissing over het al dan niet verkopen. U hebt ongetwijfeld al geantwoord op mijn vraag hoe lang die cooldownperiode volgens u moet zijn.
Ik wil nog iets inbrengen. Dat zat niet in de schriftelijke voorbereiding, maar gezien de actualiteit zult u me dat vergeven. Ik had de vraag gesteld naar de missie van mevrouw Laga. U zou die zeer minimaal kunnen zien, namelijk het onderzoeken van de verkoop. Haar grootste opdracht wordt dan het organiseren van de al dan niet gedeeltelijke verkoop van de Vlaamse inbreng. Men zou daar ook iets ambitieuzer in kunnen zijn. Ik leg dan de link met de discussie die we hebben gevoerd naar aanleiding van de vraag van mevrouw Remen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we de middelen die bij de Gimv zitten, meer sturend kunnen gaan inzetten? Ik ga graag even in op uw antwoord van daarnet. De enige manier om dat te doen bij een verkoop, bestaat erin dat men die middelen inzet voor schuldverlichting, zo werd gesteld. Ik ben het daar niet volledig mee eens. Op die manier – zij het dat het een beetje driebanden is – kan men immers wel de budgettaire marge creëren om bijkomend middelen in te zetten die meer sturend zijn en die bijvoorbeeld ingaan op zaken zoals het versterken en verbreden van kmo’s in Vlaanderen, bijvoorbeeld door internationalisering. Uit analyses blijkt heel vaak dat er vandaag heel veel voorhanden is, maar dat men nog hiaten ziet als het gaat om het versterken en verbreden van onze kmo’s. U kijkt verbaasd, maar ik zal het u bezorgen. Als we vinden dat dit alles vandaag weinig aan te sturen is, dan vraag ik me af of dit geen opportuniteit is om te bekijken of we de middelen die bij de Gimv zitten, niet meer gericht, gekaderd in beleid kunnen inzetten.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, we hebben die discussie al eens gevoerd voor de kerstvakantie. Ik denk dat het zelfs rond de zomerperiode was. De vraagstelling van de heer Van Malderen is zelfs letterlijk dezelfde. Toen is duidelijk gezegd dat we moesten oppassen in dit dossier. Het gaat over een beursgenoteerd bedrijf waarin de Vlaamse overheid via de Vlaamse Participatiemaatschappij een aandeel heeft. Het is de Vlaamse Participatiemaatschappij die het sturend element is, en niet meer de Gimv. Als rechtstreeks sturend element hebben we PMV, dacht ik. Die tendens is dus al lang geleden ingezet. Collega Van Malderen, als u nu vraagt hoe we de Gimv meer sturend kunnen inzetten, dan denk ik dat dat een achterhaalde discussie is. We hebben ons net vrijgemaakt, door het decreet waarnaar de minister heeft verwezen. Mocht dat geval zich voordoen, dan hoeven we niet altijd meerderheidsaandeelhouder blijven. Voor mij moet er nu vooral voor worden gezorgd dat de Vlaamse Participatiemaatschappij haar controle op de Gimv uitoefent, zoals elke normale, voorzichtige aandeelhouder, en op die manier de belangen van de Vlaamse overheid vrijwaart.
Mijnheer Van Malderen, wat de toekomst zal zijn, dat zal de toekomst zijn. U zit hier elke keer te vlassen op 'misschien een intentie' en 'misschien heeft de minister bij dat woord een trek aan zijn oog gehad waaruit zou kunnen blijken dat we goesting hebben om die boel te verkopen, en als dat het geval zou zijn, dan kunnen we het al eens hebben over wat we met dat geld zullen doen'! Ik vind dat u daarmee de kar voor het paard spant. Uiteraard moet u als oppositie en moeten wij als parlement de regering controleren. In dergelijke dossiers moeten wij kort op de bal spelen, maar gelet op de berichten, zeker die die vandaag in de pers zijn verschenen, denk ik dat het heikelste element in dit dossier, de positie van de heer Vandeurzen, die in verschillende hoedanigheden zat, nu opgelost is. Dat gebeurde heel logisch, zoals het in de ‘corporate governance’ een beetje de praktijk is, met een nieuwe voorzitter. Nu moet er even een ‘cool down’ zijn. Geef de nieuwe voorzitter de tijd om de zaak in handen te nemen en om de evenwichten aan te voelen en om de respectieve bedrijven op koers te zetten. Wat er dan zal gebeuren, zullen we wel zien. U hebt het de vorige keer en ook vandaag duidelijk gehoord: de regering heeft op dit moment geen intentie om een verkoopstrategie na te jagen. Wanneer dat aan de orde is, dan neem ik aan dat dat hier zal besproken worden. Maar zoals we dat ook de vorige keer hebben besproken, zal dat op een heel diligente manier moeten gebeuren, om zeker en vast de impact op de beurswaarde niet te hypothekeren.
Minister, in die zin is mijn enige bijkomende vraag: zult u erover waken dat, wanneer het geval zich zou voordoen of hoe dan ook, het belang van de Vlaamse overheid hierin te allen tijde wordt gevrijwaard? Kunt u die primaire doelstelling verzoenen met een adequate rapportering aan het parlement?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het is een goede zaak dat het ‘corporate governance’-probleem met betrekking tot de vorige voorzitter nu is uitgeklaard.
Mijnheer Van Malderen, u probeert op alle mogelijke manieren het vel van de beer te verkopen vooraleer de beer geschoten is. U twijfelt nog over welke beer u wilt schieten. U gaf daarnet de minister de keuze tussen a en b. Wel, ik voeg er een c aan toe: de vraag aan de minister of het niet nuttiger is, aangezien het gaat over een beursgenoteerd bedrijf, dat de Vlaamse Regering dit in alle discretie zou doen.
Mijnheer Schiltz, ik kan uiteraard onderschrijven wat u naar voren hebt gebracht. Het antwoord op uw vragen is ja. De rapportering kan alleen gebeuren binnen wat publieke informatie is want dit is effectief een beursgenoteerd bedrijf. De rapportering in het parlement is ook deze die er in het verleden was. Voor mij verandert er daaromtrent niets.
Wat mij betreft start de ‘cool down’ op het moment dat voorzitter Urbain Vandeurzen ontslag neemt. Die moet zo lang duren als het nodig is om de spelers opnieuw op gelijke voet te krijgen. Ik kan nu niet zeggen hoeveel maanden en dagen die periode duurt. Als we al ooit tot verkoop overgaan, zal ik bekijken op het moment dat we daaraan denken of iedereen op gelijke voet kan worden beschouwd. Ik ga nu geen precieze indicatie geven. Stel dat ik u nu zeg dat we dat in het najaar van het jaar erop kunnen bekijken, dan is dat voor sommigen misschien een signaal om te denken dat we het volgend najaar gaan verkopen. Neen, op het moment dat we het doen, zullen we zien of de ‘cool down’ lang genoeg heeft geduurd om te verkopen. Dan staat iedereen op gelijke voet. Dat is mijn uitgangspunt.
De missie van mevrouw Laga is wat een goede voorzitter moet doen: zij moet ervoor zorgen dat de raad van bestuur en de algemene vergadering van Gimv op een degelijke wijze gebeuren. Zij moet daar de rol van elke voorzitter spelen: de CEO bijstaan of als klankbord dienen enzovoort. U kent de regels wel. Zij moet er ook voor zorgen dat zij als voorzitter van de VPM de belangen van de VPM, en zo van de Vlaamse overheid, vrijwaart. Dat is een duidelijke missie.
Wat nu het gerichte inzetten van middelen betreft: door de verkoop van Gimv, mocht die al ooit gebeuren, komen er middelen binnen, maar niet in de begroting aangezien dit een ESR 8-participatie (Europees Systeem van Nationale en Regionale Rekeningen) is, als ik mij niet vergis. Ze komen niet in de begroting, dus kunnen ze ook niet worden uitgegeven. Want als we ze wel uitgeven en dus gericht inzetten, dan komen ze wel op de begroting want dan is dat een uitgave. Tenzij we ze opnieuw ESR 8 zouden inzetten. Ik vind dat deze discussie te vroeg wordt gevoerd, want we hebben geen intentie om te verkopen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik ben begonnen met te zeggen dat ik de evolutie positief evalueer. Ik wil dat nog eens herhalen. Ik ben ook blij dat we dit hebben aangekaart en ook blijven aankaarten. Als het over de inzet van publieke middelen gaat, moeten we daarin duidelijkheid creëren. Je kunt daar geen problematiek van dubbele petjes hebben.
Minister, ik noteer dat u herhaaldelijk hebt gezegd dat er vandaag geen intentie is om te verkopen. Maar ik wil u wel oproepen om de oefening die u daarnet enigszins improviserend en brainstormend maakte met betrekking tot de inzet van middelen, toch in het achterhoofd te blijven houden, zodat u een scenario hebt om, als u ooit beslist – ja, als u beslist, ik heb genoteerd “geen intentie” – die middelen in te zetten. Ik denk dat er een breed draagvlak is om te zeggen dat wat vandaag gebeurt niet volledig in lijn ligt met de uitgezette strategie. Ik wik mijn woorden. Ik wil geen afbreuk doen aan de verdiensten van diegenen die ermee bezig zijn, maar er zijn vandaag noden in ons economisch landschap die ook om broodnodige middelen vragen. Minister, ik roep u op om proactief na te denken over een strategie die daaraan tegemoetkomt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.