Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Transport en mobiliteit staan niet los van gezondheid. Naar aanleiding van het Dieselgateschandaal wil de Hoge Gezondheidsraad het rapport dat zij enige tijd geleden hebben gemaakt over de milieueffecten van het verkeer op de gezondheid, nogmaals onder de aandacht brengen.
De emissie- en immissiewaarden overschrijden al jaren de limietwaarden in België. De combinatie hiervan met de hoge bevolkingsdichtheid en polluenten die een belangrijke invloed hebben op de gezondheid, toont aan dat men door het terugdringen van verontreiniging en het bevorderen van positieve maatregelen zoals bewegen, in Vlaanderen tienduizenden jaren van goede levenskwaliteit per jaar kan winnen.
Niet enkel de impact van mobiliteit op het milieu beïnvloedt de gezondheid, ook het geluid dat mobiliteit veroorzaakt, de verkeersongevallen die al dan niet resulteren in fysieke en/of psychische problemen en de fysieke activiteit van de bestuurders zijn allemaal facetten die zowel het domein Mobiliteit als het domein Gezondheid aangaan.
De Hoge Gezondheidsraad pleit voor een betere integratie van de twee beleidsdomeinen aangezien het verband tussen transport en gezondheid wetenschappelijk vaststaat. Deze integratie steunt op twee pijlers: enerzijds zijn beleidsbeslissingen over mobiliteit nodig waarbij men ervan uitgaat dat transport een wezenlijke invloed heeft op de gezondheid en anderzijds moet een beleidsafweging gemaakt worden die de positieve en de negatieve effecten van mobiliteit onder de aandacht brengt.
In het kader van ‘Health is in all policies’ werden al beleidsdomeinoverschrijdende initiatieven mee ondersteund door Welzijn, Volksgezondheid en Gezin inzake preventie, vroegdetectie en interventie bij milieugezondheidsschade.
Minister, hebt u destijds kennisgenomen van dit rapport? Hoe vertaalt dit zich in het huidige beleid, specifiek voor de verschillende gezondheidsaandoeningen ten gevolge van transport en mobiliteit?
In welke mate wordt het mobiliteitsbeleid mee beïnvloed door het beleidsdomein Volksgezondheid in het kader van het voorzorgsbeginsel? Met andere woorden, welke samenwerking is er tussen beide departementen?
Hoe stimuleert uw beleidsdomein het mobiliteitsbeleid? Is er een proactieve input vanuit uw beleidsdomein naar Mobiliteit wanneer er keuzes worden gemaakt?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Het agentschap Zorg en Gezondheid kent het rapport. Het verwijst er ook geregeld naar in zijn communicatie over de gezondheidsimpact ten gevolge van verkeer.
In de advisering van milieuvergunningsaanvragen heeft het agentschap Zorg en Gezondheid niet louter aandacht voor de productiespecifieke elementen uit het dossier maar legt het steeds vaker de nadruk op de gezondheidsimpact van mobiliteit. Ook in de advisering van milieueffectrapporten (MER’s) over projecten of plannen die verkeer dragen of genereren, wordt dat opgenomen.
Recent is een studie in opdracht van het agentschap Zorg en Gezondheid uitgevoerd voor het ontwikkelen van een standaardmethodiek om de gezondheidsimpact van wegverkeer in kaart te brengen in MER’s voor infrastructuurprojecten die wegverkeer dragen of genereren. De implementatie van de bevindingen van deze studie wordt in de loop van 2016 verder uitgewerkt in overleg met dienst MER van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE). Dit sluit aan bij het nieuwe richtlijnenboek milieueffectrapportage voor de discipline ‘mens-gezondheid’.
Het agentschap steunt in 2016 ook een opleiding en een informatieportaal voor de deskundigen die deze richtlijnen in de praktijk moeten brengen. Zo brengen de Logo’s (loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie) de boodschap over gezonde mobiliteit naar de gemeentelijke en provinciale overheden, onder meer in het project ‘Gezond Onderweg’.
Een mooi voorbeeld is het recente initiatief van Ruimte Vlaanderen waarbij in lokaal georganiseerde atria aspecten rond omgeving ter sprake komen. Binnen de initiatieven die hier ter sprake komen, heeft het agentschap Zorg en Gezondheid aandacht voor de koppeling lokale ruimtelijke ontwikkeling – mobiliteit – verkeer en gezondheid aanbevolen.
Ons doel is de overige beleidsdomeinen, de lokale intermediairs en de planners ook deskundig maken om met de gezondheidsrisico’s ten gevolge van wegverkeer rekening te houden in plannen of beleid.
Recent nog is een subsidie toegekend aan VIGeZ om een gezondheidsmethodiek voor lokale besturen te ontwikkelen die helpt en ondersteunt bij het ontwikkelen van hun publieke ruimte in functie van een meer gezonde en gezondheidsstimulerende leefomgeving.
In de oproep voor een partnerorganisatie ‘Milieugezondheidszorg’, die ik eind 2015 lanceerde in het kader van het Preventiedecreet, staat het thema ‘Gezondheidsimpact mobiliteit’ ook ingeschreven. Prioritair is een kennis- en ervaringsnetwerk uit te bouwen met onder meer de andere relevante beleidsdomeinen.
Methodiekontwikkeling en het operationaliseren van de ontwikkelde methodieken in Vlaanderen staan centraal in deze partnerorganisatie.
Het facettenbeleid, de Vlaamse vertaling van het ‘Health in All Policies’-principe, waarbij maatregelen in andere beleidsdomeinen dan gezondheid een positieve invloed kunnen hebben op gezondheid, staat ingeschreven in het Preventiedecreet. Het operationaliseren van dat facettenbeleid is een grote uitdaging. Dat is niet alleen zo in Vlaanderen, maar ook in andere regio’s en landen.
Er wordt nagedacht over een meer structurele samenwerking tussen het agentschap Zorg en Gezondheid en de beleidsdomeinen Mobiliteit en Ruimtelijke Ordening. Een aantal van de voorbeelden in het antwoord op vraag 1, getuigen van de aangehouden inzet om het principe van ‘Health in All Policies’ te blijven uitdragen en steeds meer vorm te geven.
We grijpen dan ook alle gelegenheden aan om gezondheid als belangrijke topic te doen meenemen in deze maatschappelijke vraagstukken.
Naast de bovenstaand opgenomen initiatieven wordt er specifiek ingezet op het bevorderen van een gezonde levensstijl. Een van de determinanten van gezondheid is een actieve en niet-sedentaire leefstijl. Voldoende gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging draagt met andere woorden bij tot een goede gezondheid. Wetenschappelijk is dat zeer duidelijk aangetoond. Het heeft een positieve invloed op de fysieke gezondheid, zoals een kleinere kans op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten, diabetes type 2, osteoporose en diverse types kanker. Er is ook een positieve invloed op de mentale gezondheid aangetoond.
Het Vlaams preventief voedings- en bewegingsbeleid zet daarom in op het bevorderen van voldoende fysieke activiteit bij de Vlaamse bevolking. Dit gebeurt via verschillende methodieken die de bevolking meer aan het bewegen moet krijgen. Een van de contexten waarbinnen dit gekaderd wordt, is ‘actieve verplaatsingen’. Met verschillende methodieken, zoals ‘10.000 stappen’, ‘Bike to Work’ en binnenkort ‘Bewegen op verwijzing’ zetten we hierop in. Onrechtstreeks draagt dit bij tot een shift in de mentaliteit en een meer duurzame mobiliteit.
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Minister, blijkbaar zitten er nieuwe initiatieven in de pijplijn. De vraag is of mobiliteit wordt opgenomen in de geplande Gezondheidsconferentie.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Hier moet ik toch wat terughoudend zijn, want we moeten opletten dat de conferentie niet zo ruim wordt dat er een nieuw interfederaal akkoord moet worden onderhandeld.
Alles is relevant, maar als we effectief willen zijn, dan moeten we ons focussen op een aantal zaken die tot onze bevoegdheid behoren. De besprekingen over de methodologie zijn volop aan de gang. Er is binnenkort een bespreking met de administratie en het begeleidend bureau.
De vraag om uitleg is afgehandeld.