Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Verstreken heeft het woord.
De recente aanslagen in Parijs en de terreurdreiging in ons land hebben gevolgen gehad voor de toeristische sector in Vlaanderen en ook in Brussel. De heer Poschet heeft daar al een actuele vraag over gesteld.
In verschillende landen werd een negatief reisadvies uitgevaardigd voor ons land. Voor een algemene inschatting van de schade is het nog te vroeg, maar het is nu al duidelijk dat de Belgische economische en toeristische sectoren een zware klap hebben gekregen.
De luchtvaartmaatschappij Brussels Airlines deelde in de klappen en verloor duizenden inkomende passagiers in de dagen die volgden op de aanslagen in Parijs. Het aantal overnachtingen in Brussel daalde met zowat 20 procent in vergelijking met vorig jaar. De Brusselse horecafederatie schat dat de hotels, restaurants en cafés minstens 60 procent minder omzet hebben gemaakt.
De impact van de terreurdreiging beperkt zich niet tot Brussel. In Brugge bleven de Britse en Amerikaanse toeristen massaal weg. Voor de laatste twee weken van november en de eerste week van december werden 3000 overnachtingen geannuleerd, ongeveer 30 procent van het totaal.
Ook in de Westhoek werden massaal annuleringen genoteerd met groot omzetverlies tot gevolg terwijl de vaste kosten wel betaald moeten worden en het personeel technisch werkloos was, wat een grote impact heeft op hun loon. Onder meer in de jeugdherbergsector hebben heel veel Britse toeristen meteen alles afgezegd. De bedden bleven leeg. Dat was onder meer in Mesen en omgeving het geval – wat dan weer een voordeel is voor een andere groep: er worden nu politieke vluchtelingen en oorlogsvluchtelingen geherbergd.
Ook in andere steden, zoals Gent en Antwerpen, voelen de horeca- en winkeluitbaters een daling van hun omzet omdat er door de antiterreurmaatregelen en de negatieve perceptie minder mensen de stad bezoeken.
De toeristische sector in Brussel en Vlaanderen herstelt zich langzaam van de klap. De reservaties in de hotelsector nemen opnieuw toe, hoewel het cijfer nog steeds 15 procent lager ligt dan dat van vorig jaar. VisitBrussels heeft een actieplan klaar om nog meer toeristen naar Brussel te halen: via een kattencampagne, maar ook via wedstrijden in de buurlanden en in de Verenigde Staten. Er volgt ook nog een grote internationale campagne om het imago van Brussel op te blinken.
Bij de bespreking van de beleidsbrief Toerisme sprak u over een strategische cel met alle betrokken partners om gezamenlijk bepaalde campagnes te kunnen opzetten indien dat nodig zou zijn. Ik herinner me dat u toen zei dat u even de kat uit de boom zou kijken, dat het zonde zou zijn om meteen een campagne op te starten als er dan plotseling weer een terreurdreiging zou zijn. Het zou dan weggegooid geld zijn.
U zei ook dat de toeristische sector na een ramp snel herstelt. Dat klopt in het geval van natuurrampen. Ik denk aan de tsunami in Thailand. Kort daarna is het toerisme weer op gang gekomen, sneller dan voorzien. Waar er terreuraanslagen zijn geweest of waar er terreurdreiging is, blijft het natuurlijk moeilijk. In het verleden werden campagnes gevoerd in wereldsteden – zoals Brussel er ook een is – waarin meteen werd gereageerd. Zo werden positieve campagnes gevoerd na de aanslagen in de Londense metro of die in het Atocha-treinstation in Madrid. De bevoegde ministers en de steden hebben er meteen op gereageerd. Ze hebben een goede campagne gevoerd waardoor de sector zich sneller heeft kunnen herstellen dan hier het geval blijkt.
Ik ben zelf twee keer naar de kerstmarkt in Brussel geweest. Het was zalig om er rond te wandelen, iedereen had plaats, iedereen had ruimte. De voorbije jaren kon je amper stapvoets vooruitgaan en moest je oppassen om niet tegen iemand te duwen. Nu was het voor de bezoeker zalig, maar het was vooral een financiële aderlating voor de marktkramers. Dit alles geldt niet alleen voor Brussel, maar ook onze Vlaamse kunststeden.
Minister, we zijn nu al ietsje later, vandaag mijn vragen. In welke mate werd er samengewerkt met Toerisme Vlaanderen om het imago van Brussel en Vlaanderen op te blinken om meer toeristen aan te trekken na de terreurdreiging? Is daarvoor in een budget voorzien? Wat werd ervoor vrijgemaakt?
In welke mate is de imagoschade voor de toeristische sector in Vlaanderen opgemeten? Plant u acties?
Bent u van mening dat er werk moet worden gemaakt van een gecoördineerde imagoversterkende campagne voor Vlaanderen en Brussel in het buitenland? Indien niet, waarom niet?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Verstreken, u vraagt naar de imagocampagnes en de initiatieven die ter zake genomen zijn. Vrijwel onmiddellijk na de terreurdreiging werd het bekende kattenfilmpje uitgewerkt door Toerisme Vlaanderen, VisitBrussels en Wallonie-Bruxelles Tourisme. Ze hebben de video samen verspreid. Het was een betrekkelijk succes, ondertussen zitten we al op zo’n 700.000 views. Het filmpje werd ook opgepikt door buitenlandse nieuwsmedia: onder andere door The Guardian, ABC, Der Spiegel, The Independent, The Daily Mirror en The Huffington Post.
De lancering van het filmpje op initiatief van Toerisme Vlaanderen viel nagenoeg samen met de daling van het dreigingsniveau van 4 naar 3. We konden goed de boodschap meegeven dat alles terug naar de normale toestand ging, dat we terugkeerden naar het normale leven.
Toerisme Vlaanderen en VisitBrussels hebben het filmpje nog verder verspreid via de sociale media. Ze tonen dat het gezellig en veilig toeven is in Brussel. De campagne bereikte alleen al via Facebook nog eens ongeveer 500.000 personen. Toerisme Vlaanderen ondersteunde de positieve boodschap over Brussel via zijn algemene onlinekanalen en via de sociale mediakanalen van zijn buitenlandkantoren. Zij deelden de beelden van VisitBrussels en voegden er eigen beeldmateriaal aan toe.
De hele maand december heeft men, zowel in het binnen- als in het buitenland, de strategie aangehouden om consequent de positieve boodschap te verspreiden en te illustreren dat Brussel veilig en gezellig is, dat de stad teruggekeerd is naar de situatie van voor de terreurdreiging.
Wel is het zo dat tussentijds, begin december, Toerisme Vlaanderen is gaan samenzitten met de diverse spelers in de toeristische sector: de grote hotelketens, de luchthaven en VisitBrussels. VisitBrussels lanceerde er de idee om toch een aparte campagne te doen. VisitBrussels zal die trekken en wij zullen er verder op inspelen.
De stand van zaken daarvan is mij niet bekend. Ik geloof dat men daar nog aan het monitoren is. Ondertussen had men ook wel nog de CallBrussels-campagne gelanceerd, waarbij buitenlandse toeristen naar drie telefooncellen in Brussel konden bellen en toevallige passanten die de telefoon oppikten, konden laten weten hoe het er in Brussel aan toegaat. Die actie is ook onder de aandacht gebracht van buitenlandse perscontacten en heeft vervolgens ook weerklank gevonden in de internationale media.
Wij meten de impact van de terreurdreiging grosso modo op twee manieren. Om te beginnen is er de monitoring van enerzijds de sociale media en anderzijds de boekingen en annulaties. De monitoring online van ons imago als bestemming gebeurt met het systeem Synthesio, dat alle vermeldingen over de veiligheid van de bestemming opvolgt. Men gebruikt een soort woordenwolk en alle associaties tussen de bestemming en begrippen die te maken hebben met onveiligheid, worden geregistreerd. Het gaat dan om woorden als ‘onveilig’, ‘gevaarlijk’, ‘angstig’. Dat wordt dan ook cijfermatig in kaart gebracht. Je stelt vast dat internationaal de commotie rond de veiligheidssituatie wat gaan liggen is. Sinds 28 november schommelt de ‘buzz’ rond veiligheid en onze bestemming ongeveer op het niveau van voor de crisis. Enkel rond de eindejaarsperiode was er opnieuw een opstoot, maar daarna volgde onmiddellijk weer een daling. Als dat in een grafiek wordt gegoten, zie je een piek rond de terreurdreiging, om daarna terug te keren naar het niveau van voor de dreiging.
We bekijken de situatie ook land per land en markt per markt. Daaruit blijkt dat de impact op de ene markt iets groter is dan op de andere. De landen waar het meest over de situatie gesproken werd, zijn de VS, Frankrijk, Spanje, Italië en Brazilië. Je ziet wel dat de meest negatieve berichtgeving vooral vanuit Frankrijk kwam, terwijl de houding in Spanje en de Verenigde Staten neutraler was ten aanzien van onze bestemming.
Daarnaast zijn er dus de boekingen en annulaties. Er was vooral een daling van het aantal boekingen te zien vlak na de crisis, met annulaties van Europese vluchten naar België. Het aantal annulaties van vluchten van buiten Europa naar Brussel is gestegen in de periode na de terreur in vergelijking met dezelfde periode een jaar voordien, maar dat heeft vooral te maken met de pakketreizen, de verre bestemmingen waarbij Vlaanderen, al dan niet inclusief Brussel, deel uitmaakt van een soort Europese tour die wordt gemaakt. Het is dan de bestemming Europa in haar totaliteit die wordt geannuleerd.
Als we de periode van 13 tot 30 november in 2014 en 2015 met elkaar vergelijken, zien we in het totale aantal boekingen voor België in 2015 een daling van 25 procent. Bij de annulaties voor België is er een stijging met 16 procent. Maar dat zijn natuurlijk de cijfers voor heel België. In Vlaanderen is de impact op de hotelbezettingsgraad in november beperkt. We zien grosso modo, op basis van onze hotelbarometer, een daling van 2 procent, wat beperkt is. In de kunststeden Brugge, Leuven en Antwerpen was er een daling van 7 procent, maar anderzijds was er een stijging in de groene regio’s en de Groene Gordel met 6 procent. In de Westhoek was het min 9 procent, maar dat moet je nuanceren, omdat er vergeleken wordt met hét Wereldoorlog I-herdenkingsjaar, 2014.
In Brussel is de impact natuurlijk veel groter. VisitBrussels spreekt zelf over een verlies aan hotelinkomsten van 25 procent in de voorbije maanden, tot zelfs 55 procent vlak na de gebeurtenissen. Daar is de impact er vanzelfsprekend wel, maar je ziet ook wel het herstel van het sentiment. Op de grafiek zien we dat de slinger terugkeert, gelukkig.
We bekijken het intentionele reisgedrag in vijf verre markten, samen met de European Travel Commission (ETC). Van de Verenigde Staten, China, Brazilië, Japan en Rusland verwachten we nog nieuwe cijfers. Maar ook daar geldt het beginsel dat Europa als bestemming enigszins schade heeft geleden, maar dat er ook een herstel is. Meer recente gegevens daarover verwachten we nog.
Het is nog te vroeg om echt beslissingen te nemen over extra acties en imagoversterkende campagnes voor Vlaanderen. Om te beginnen blijkt uit de voorlopige cijfers dat het merk Vlaanderen niet zwaar geïmpacteerd is. Bovendien moeten we nog een aantal cijfers binnenkrijgen. Het is belangrijk om eerst te kijken of er langetermijnschade geleden is. We zitten nu nog met de verwerking van de gegevens van de impact op korte termijn, en dan vooral op het vlak van boekingen en annulaties. We hebben er geen onmiddellijke indicatie voor, maar de vraag is dus of er op lange termijn een impact is met betrekking tot imago. Is er enige imagoschade die structureel van aard is? In welke mate hebben we zulke schade geleden?
Paniekvoetbal zou contraproductief werken. Men zegt in het Frans: “Qui se défend s’accuse”. Je moet in bepaalde situaties niet een en ander meer in de verf zetten. Anders plaats je misschien nog meer je probleem voor het voetlicht. Indien op termijn toch zou blijken dat in bepaalde markten extra inspanningen moeten worden geleverd, dan spreekt het vanzelf dat Toerisme Vlaanderen, dat dit trouwens steeds monitort, desgevallend zal optreden.
De heer Verstreken heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik verneem dat er ook goed wordt samengewerkt tussen de diverse actoren, dus niet alleen met Toerisme Vlaanderen, maar ook met VisitBrussels. Ik wil een suggestie doen. Creatieve oplossingen, die daarom niet altijd veel geld kosten, zijn ook de moeite waard. Tijdens de kerstvakantie heb ik toevallig een aantal zaken van bloggers via Twitter zien passeren die echt wel de moeite waard waren. Studenten uit de VS bevalen een bezoek aan Brussel, aan Vlaanderen aan. Als men zoiets kan meekrijgen, dan is dat natuurlijk wel fantastisch.
Ik verneem dat er met betrekking tot de kuststeden sprake is van min 7 procent. Als het gaat om de herdenking van de Eerste Wereldoorlog, om de Westhoek is er sprake van min 9 procent. U zei echter dat we dat moeten nuanceren. Ik zou daar toch niet te licht overheen durven te gaan. Vorig jaar waren er inderdaad heel veel activiteiten, maar nu nog altijd. Van mensen die ter plaatse werkzaam zijn in de toeristische sector, verneem ik echter dat er ontzettend veel annulaties zijn geweest. Mensen hebben echt geannuleerd voor de komende twee, drie maanden omdat ze het risico niet nemen. Het gaat dan vooral om studenten die niet naar jeugdherbergen komen, omdat het veel te gevaarlijk zou zijn. België is voor hen een speldenknop op de wereldkaart. Ze horen iets over Brussel en denken dat daar ook gigantische aanslagen zouden kunnen gebeuren, terwijl we daar in feite de vredesgedachte naar voren willen brengen.
U zei ook dat het merk Vlaanderen er niet onder lijdt. Je hebt natuurlijk verschillende kapstokken om promotie te maken in het buitenland, maar ik denk dat het merk Brussel, de poort vanuit de hoofdstad internationaal zeker even belangrijk is. Hier landen de internationale reizigers immers meestal, om dan van hieruit onze overige kunststeden te bezoeken.
Minister, ik had nog een bijkomende vraag over een eventueel extra promotiebudget. Dat is hier tijdens de bespreking van de beleidsbrief ook aan bod gekomen. Je hebt natuurlijk de generieke besparingsmaatregelen voor de diverse sectoren van de Vlaamse overheid, waaronder het toerisme. Moet ik begrijpen dat er ter zake dan in een budgettaire uitzonderingsmaatregel is voorzien, om onze regio te promoten en toekomstige toeristen hierheen te lokken?
De heer De Croo heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, destijds zei men: als het in Parijs regent, druppelt het in Brussel. Ik hoor nu echter terecht zeggen dat, als het in Brussel regent, het ook nog in onze eigen gebieden druppelt. Het is evident dat Brussel, de tweede diplomatieke hoofdstad van de wereld, met meer ambassades dan Washington, een merk is. Als de media wereldwijd dan tonen dat er op de Grote Markt van Brussel, door Cocteau de mooiste parking ter wereld genoemd, een tank staat, met nogal stoer uitgeruste militairen, dan is dat natuurlijk geen invitatie om zich in ijltempo naar Brussel te begeven. Dat is het probleem dat we hebben. Dat zijn communicerende vaten. Als Brussel wordt beschouwd als een belegerde stad, dan gaat men niet verder, dan komt men er niet, dan vreest men dat de rest in dezelfde toestand verkeert. Mocht ik trouwens niet gespeend zijn van enig cynisme, dan zou ik zeggen dat men een kattencampagne heeft aangehaald, maar dat toeristen ervandoor muizen. Dat is echter wat stout van mij.
In elk geval is het zo dat men ter zake gemeenschappelijk moet kunnen werken. Ik wil dat aan de minister zeggen, en hij zal dat blijkbaar zonder problemen doen. De eerste minister doet binnenkort een soort roadshow, in Europa en misschien wereldwijd, ik weet het niet zo goed. Dat zijn allemaal zaken die helpen. Alle beetjes helpen, en in dit geval gaat het over meer dan een beetje dat die man kan doen.
Het is goed dat wordt gezegd dat Brussel veilig is. Het blijft de tweede hoofdstad van de wereld. Het heeft 69 musea. Een van die musea, Autoworld, heb ik trouwens zelf gesticht. Ik ben er nog altijd voorzitter van. Er is daar een hele aantrekkingskracht. Mijnheer Verstreken, er is nog een gevaar, dat u niet hebt onderstreept, namelijk dat men Brussel niet meer zou kiezen als plaats voor een aantal internationale instellingen en internationale vergaderingen. Er zijn per werkdag 129 vergaderingen van internationale instellingen in de Brusselse agglomeratie, waarop minstens 10 landen aanwezig zijn. We moeten dat kunnen gebruiken in plaats van dat in te dijken. Op dat gebied zou Brussel enigszins moeten overkoken, om toeristisch ook Brugge, de Westhoek en – waarom niet? – ook de Vlaamse Ardennen, om al die mooie plaatsen van ons Vlaanderen te kunnen bekendmaken. Alle inspanningen die kunnen worden samengebundeld met innovatieve ideeën, lijken me gunstig. Nu is het zo dat, als gewag wordt gemaakt van België, heel dikwijls wordt gezegd: dat is dat landje net naast Brussel. Vermoedelijk is dat ook zo wat Vlaanderen betreft.
De heer Van Esbroeck heeft het woord.
We kunnen uiteraard niet ontkennen wat er gaande is of gaande is geweest. We moeten daar inderdaad aandacht voor hebben. We kunnen dat allemaal becijferen en noteren. Het lijkt me belangrijk dat we dat weten, maar het lijkt me vooral belangrijk dat we ons ervoor hoeden om die perceptie zelf te voeden. Dat is ook een deel van de taak van de minister, maar het is ook zeker een deel van onze taak, van de taak van dit parlement.
We hebben veel campagnes in Vlaanderen en Brussel. Er zijn heel veel belangrijke positieve dingen. Er is een werking van de ministerraad over hoe goed Vlaanderen wel is, over onze troeven. We hebben alles in handen om de angst die er zou zijn – en die er hier en daar misschien wel terecht is – niet te benadrukken.
We moeten uitgaan van de eigen sterktes, ook in Brussel. Voor de rest gaat het om goed meten, onthouden en erop letten. Laat ons vertrekken vanuit onze sterktes en troeven, dan ben ik er echt van overtuigd dat het allemaal terug in orde komt.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Ik wil hier nog aan toevoegen dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest inderdaad reeds een budget heeft vrijgemaakt van ongeveer 500.000 euro voor de promotie van de hoofdstad zelf. Minister, ik wil u ertoe oproepen om in overleg te treden met minister-president Vervoort van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, die ook bevoegd is voor het toerisme, zodat de campagnes van Toerisme Vlaanderen en VisitBrussels complementair zijn, er niet te veel overlappingen gebeuren en er geen dubbel geld wordt uitgegeven. Dat is belangrijk.
Het is evenzeer duidelijk dat in een klein land als België het buitenlands toerisme over de drie gewesten wordt gespreid. Toeristen die Brussels bezoeken, combineren dat immers vaak met andere trekpleisters in Vlaanderen en Wallonië. Een complementaire campagne kan dus zeker wonderen verrichten. We zijn verder natuurlijk zeer benieuwd naar de evaluatie van de minister na de hele terreurhetze en de daarmee verbonden imagoschade van België en Brussel in het bijzonder. Nu vragen naar uitzonderingsmaatregelen met bijhorende extra promotiebudgetten lijkt mij in de huidige besparingstijden eigenlijk niet opportuun. Het lijkt mij beter eerst de evaluatie af te wachten vooraleer we eventueel kunnen overgaan tot bijkomende acties en promoties.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil het nog even hebben over de nuancering die ik wilde aanbrengen met betrekking tot de daling van de cijfers rond de hotelbezettingsgraad in de Westhoek. De daling van 9 procent is te verklaren omdat het een vergelijking betrof met 2014. 2014 was hét Wereldoorlog I-herdenkingsjaar. De veel grotere daling ten opzichte van het jaar voordien betreft trouwens het hele jaar. 2014 was hét topjaar.
Anderzijds was er een daling met 7 procent van de hotelbezettingsgraad in de kunststeden in die specifieke periode. Dat was natuurlijk ook de uitloper van de schrapping van heel wat pakketreizen naar Europa in zijn totaliteit als bestemming. Vaak maken onze kunststeden, zoals Brugge, deel uit van zo’n pakket en delen die dan ook in de klappen.
Ik wil u nog cijfers meegeven over de ‘social reputation score’ van Brussel. Twee weken voor de aanslag bedroeg de ‘social reputation score’ 79 op een maximum van 100. Vlak na de aanslagen en vóór de lockdown is dat cijfer gedaald tot 34. Tussen de lockdown en vóór de publicatie van de video was de score 48. Na de videorelease eind november – maar misschien heeft dat niet meteen een oorzakelijk verband – bedroeg de score 59. Ik heb geen recentere gegevens, maar je ziet dat we op een heel korte periode van 34 naar 59 gaan. Het fluctueert zeer snel. De slinger slaat snel door, maar komt volgens deze cijfers gelukkig ook nagenoeg even snel terug.
De heer Verstreken heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We blijven het verder opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.