Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Bij de vraag van mevrouw Taeldeman kwam het woordje ‘knelpunten’ het meest naar voren en ik vrees dat het ook bij het onderwerp dat ik hier wil aansnijden, aan de orde is.
Knelpunten bij de uitbouw van windenergie in Vlaanderen komen met de regelmaat van de klok in deze commissie aan bod. Er is eigenlijk ook wel goed nieuws geweest. Vorig jaar werden 85 nieuwe windmolens gebouwd. Echter, de vergunningen hiervoor werden tot drie jaar daarvoor reeds aangevraagd. De doorlooptijd om effectief een turbine te realiseren, is erg lang. Dit zorgt voor onzekerheid bij investeerders en zorgt ervoor dat we het schema inzake de klimaat- en energiedoelstellingen niet kunnen volgen. De sectorfederatie, de Vlaamse WindEnergie Associatie (VWEA), zegt dat we ambitieuzer moeten en kunnen zijn.
Ze werden bijgetreden door u en door de minister-president. U hebt elk ambitieuze uitspraken over windenergie gedaan, ondersteund door wat er is afgesproken in de Vlaamse Regering, namelijk de ontwikkeling van een Fast Lane voor windturbineprojecten, waarbij het uiteraard de bedoeling is om meer windturbines te bouwen in Vlaanderen.
Een van de knelpunten is de Raad voor Vergunningsbetwistingen en de termijnen daar. Minister, ik weet dat u daar niet rechtstreeks voor bevoegd bent, maar als minister van Begroting hebt u wel een belangrijke sleutel in handen om de nodige middelen vrij te maken voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Dit kwam allemaal samen in de conceptnota Fast Lane. Er werden werkgroepen opgericht. U gaf aan dat het de bedoeling was om in deze periode een aantal concrete resultaten voor te stellen in deze commissie. Op 1 april hebt u gezegd dat u eind 2015 verwachtte dat het participatiehandboek klaar zou zijn. Het is volgens mij een goed moment om een stand van zaken te vragen over die conceptnota Fast Lane.
In die conceptnota was ook sprake van een tenderingstudie, waarvan volgens u ook eind 2015 de eerste resultaten zouden kunnen worden bekendgemaakt. Ik heb er nog niets van gehoord. Hoever staat het daarmee? Wat is de focus van die tendering? Men kan tenderen met terreinen die de Vlaamse overheid zelf in beheer heeft. Men kan tenderen met private terreinen. Er zijn al heel veel onderzoeken rond gebeurd maar er zijn ook heel veel potentiële juridische hindernissen. Hoever staat het daarmee en wat is de concrete bedoeling?
Hoever staat het met de ontwikkeling van de andere tools binnen de Fast Lane zoals het participatiehandboek dat eind 2015 klaar zou zijn?
Een terechte aanklacht vanuit de sector is dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen nog altijd een bottleneck is voor heel veel dossiers. Er zijn al een aantal verbeteringen gebeurd. Zijn er nog initiatieven die kunnen worden genomen? Voorziet u in meer middelen en mensen om de doorlooptijd te verkorten?
Windturbines zijn hot. De minister-president heeft het over zeshonderd turbines tegen 2020. U hebt het altijd over vijfhonderd turbines tegen 2020. In de commissie Energie hebt u ooit gezegd dat u er eigenlijk wel duizend wilt tegen 2020. We ondersteunen u in alle ambitieuze doelstellingen, maar het is belangrijk om duidelijkheid te scheppen over die doelstellingen die we in Vlaanderen willen realiseren in functie van het behalen van de klimaatdoelstellingen die in het ‘burden sharing’-akkoord zijn gesloten, maar ook in functie van de sector, die vraagt naar zekerheid. Wat is uw doelstelling voor windturbines?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Collega’s, de cijfers bewijzen dat we goed bezig zijn voor windenergie. Eind 2014 zijn er ongeveer 290 turbines, eind 2015 zijn er dat 380. Dat is een stijging met 31 procent. In 2015 is er ook opnieuw een grote stijging van het aantal zonnepanelen. Dat zijn de twee technologieën waar ik heel sterk op inzet omdat het mature technologieën zijn die fel vooruitgaan en die ofwel zonder subsidies, ofwel met minimale subsidies kunnen worden gerealiseerd.
Voor de concrete uitwerking van de conceptnota is een operationeel kernteam opgericht bestaande uit het Vlaams Energieagentschap, het departement Leefmilieu, Natuur en Energie en Ruimte Vlaanderen. Ze stelden een startnota op met de verschillende geplande stappen en timing. Er werden verschillende werkgroepen opgestart: een planningswerkgroep en een juridische werkgroep. Tevens werd een specifieke studieopdracht rond tendering van windenergie in Vlaanderen aanbesteed.
Binnen de planningswerkgroep is intussen een eerste screening en analyse op basis van de bouwvergunningen uitgevoerd en een eerste reeks quick wins geïdentificeerd. De volledige analyse zal in het eerste semester beschikbaar zijn. Het werk is verder hoofdzakelijk gegaan naar het opstarten van de diverse opdrachten tot de ontwikkeling van de noodzakelijk tools – er is vaak een gebrek aan basisinformatie om de doelstellingen te bepalen – om dit jaar de analyse van zowel de as-is-situatie als het mogelijk potentieel en de consequenties daarvan ten gronde uit te voeren.
De juridische werkgroep stelt momenteel haar werkprogramma samen, waarin de prioritaire externe onderzoekspunten worden gedefinieerd. Dit moet ons zowel inzicht geven in de pijnpunten als in de mogelijke juridische acties om tot werkbare instrumenten te komen.
De externe opdracht ‘Opportuniteiten van en mogelijkheden tot tendering van windenergie voor bepaalde zones’ wordt deze maand gefinaliseerd en opgeleverd. Er zijn momenteel ook vier tools in ontwikkeling voor de uitwerking van het concept Fast Lane.
In eerste instantie verwijs ik naar een informatiebeheerssysteem voor windturbines op land, wat ons in staat moet stellen om accuraat en volledig de status van windturbines in Vlaanderen te kennen. Dit is eigenlijk de koppeling van alle vergunningsdata – bouw- en milieuvergunning – en de operationele data. Dit systeem wordt gebouwd op de bestaande digitale databank van de bouwvergunningen voor windenergie en zou in het eerste kwartaal van 2016 klaar moeten zijn. Zo kunnen we veel sneller weten voor hoeveel windturbines een bouwaanvraag is gebeurd en hoeveel er zijn gerealiseerd. Vandaag gebeurt dat via rondbellen. Nochtans is dit essentieel. Je moet weten als er vandaag 100 mensen een windturbine willen bouwen, wat de doorlooptijd is en waar het stropt in het proces. Nu hebben we daar geen zicht op. We weten dat er een heel aantal geblokkeerd zijn bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, maar niet exact hoeveel. Ik ben het met u eens dat dit het eerste potentieel is dat gedeblokkeerd moet worden.
U zegt dat ik het als minister van Begroting in handen heb, en dat klopt ook. We hebben twee nieuwe rechters voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen aangeworven en ze zijn op 1 januari gestart. Ik heb ook aan de minister-president de suggestie gedaan dat ze prioritair deze dossiers zouden behandelen. Er zijn zoals gezegd heel wat turbines geblokkeerd. Op basis van informele informatie uit het verleden weten we dat 80 tot 85 procent van die turbines positief in beroep worden vergund.
Om de centrale vraag welke de consequenties zijn verbonden aan steeds toenemende ambitieniveaus voor windenergie op land, te beantwoorden, zijn twee gekoppelde tools in ontwikkeling: een webgebaseerde toepassing voor impactanalyse en een plaatsingsalgoritme voor windturbines. De eerste tool wordt verwacht operationeel inzetbaar te zijn in het eerste semester om dit verder te testen. De uitwerking van de tweede tool start begin 2016 en zal ten vroegste na vier maanden operationeel uitgetest kunnen worden.
Het eindrapport inzake de modellering van complexere effectengroepen zoals landschappelijke inpasbaarheid en intermittentie, zal in het tweede semester van dit jaar worden opgeleverd.
De omgevingsvergunning die dit jaar verder uitrolt en waar minister Schauvliege zeer hard aan werkt, zal het vergunningsproces drastisch vereenvoudigen en verkorten. De aangekaarte problematiek van dossiers geblokkeerd bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen vormt een van de quick wins voor windenergie op land. Onlangs werden dus nog twee extra rechters benoemd om de werking verder te ondersteunen.
We houden minstens vast aan de vastgelegde subdoelstelling voor windenergie tegen 2020 van 500 windturbines. Op basis van de informatie dat ik er nu al ongeveer 390 heb, zeg ik dat ik er meer dan 500 kan halen. Ik heb ooit gezegd dat we zeker naar 600 kunnen gaan. Misschien kunnen we nog meer halen, maar dat is net wat het plaatsingsalgoritme in kaart moet brengen. We gaan na wat de mogelijkheden zijn voor een hogere ambitie. We zullen hoger uitkomen en ik denk dat we er makkelijk 600 moeten kunnen halen. Om exact te zeggen wat een nieuwe subdoelstelling kan zijn, moet ik over meer data beschikken. Doordat we zo duidelijk kiezen voor windenergie, zien we in de cijfers met 31 procent meer, dat dit effectief werkt.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, er staat blijkbaar van alles te gebeuren en er zitten zeker nuttige zaken bij. Als ik met de sector spreek, heeft men het vooral over snellere en eenvoudigere procedures. Minister Schauvliege zet met de omgevingsvergunning een heel belangrijke stap. De twee bijkomende rechters voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen kunnen ook een en ander betekenen. Misschien is er zelfs nog iets meer nodig dan enkel die bijkomende rechters, maar dat debat moeten we misschien met de minister-president voeren.
Een heel belangrijk knelpunt om het potentieel van windturbines effectief te verhogen, is het debat met de autoriteiten inzake defensie en luchtvaart. Zij zorgen voor heel wat restricties zoals interferentie met radarinstallaties. Ik laat me vertellen dat daar zowel technologisch als politiek nieuwe mogelijkheden zijn. Wordt er momenteel vanuit uw beleid overlegd met die autoriteiten inzake defensie en luchtvaart? Kunnen de regels worden aangepast zodat er minder negatieve adviezen komen en het potentieel effectief wordt uitgebreid?
Ik heb u niets horen vertellen over het participatiehandboek dat eind 2015 klaar zou zijn. Hoe zit het daarmee en wat zal de bedoeling daarvan zijn?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Over het aantal windmolens in 2020 kunnen we inderdaad discussiëren. In elk geval heeft sp.a vanmorgen een duidelijk statement gemaakt: voor hen zullen het er 760 worden.
Nog enkele bijkomende bemerkingen. In de juridische werkgroep zou er ook worden gesproken over het tenderingproces, over de juridische aspecten die dit proces zouden bemoeilijken. Is daarover al meer nieuws?
De technologie staat niet stil. Tegenwoordig werkt men met hogere windturbines, die een groter vermogen hebben. Zal dat worden opgenomen in de conceptnota Fast Lane?
De luchtvaart is soms zeer restrictief. Zelf heb ik al initiatieven genomen om met die mensen, bijvoorbeeld van de provincie Oost-Vlaanderen, samen te zitten. Momenteel bestaat er goodwill in functie van de technologie om een aantal zaken erdoor te krijgen. Het is inderdaad wat gek dat men door de gehanteerde afstand van vijftien tot dertig kilometer, afhankelijk van de wind, geen enkele windmolen zou kunnen plaatsen binnen die radius. Dat kan ook bottom-up gebeuren, wat soms een betere weg is dan top-down.
De heer Danen heeft het woord.
De Fast Lane voor windenergie zal verder worden uitgewerkt om een aantal knelpunten weg te werken en om windenergie te promoten. Wat me wel wat verontrust, is dat er over tal van zaken weinig of geen gegevens zijn. Het is bijzonder interessant om te weten hoeveel percelen windmolenbouwers hebben gecontacteerd, vaak voor lange termijn. Dat gaat over bijna alle windgunstige gebieden. Het maakt dat er op dat gebied op andere plekken belemmeringen zijn om nieuwe initiatieven te nemen.
Minister, ik neem aan dat u nu op mijn vraag niet kunt antwoorden. Ik vind het toch heel interessant om de windgunstige gebieden te kennen. U kunt zelf interpreteren wat een windgunstig gebied is. Daarover bestaat heel wat kaartmateriaal. Hoeveel procent daarvan is gecontacteerd door een of andere windmolenbouwer? Wellicht is dat de moeilijkste vraag. Hoeveel vergunningen zijn er afgeleverd? Hoeveel vergunningen zijn er afgeleverd die onbetwist zijn en die toch niet zijn gevolgd door een echte investering? Dat lijkt me zeer interessant. En dat lijkt me de gemakkelijkste manier om nieuwe windmolens te creëren.
Het is heel vreemd dat er vergunningen zijn afgeleverd die onbetwist zijn, waarop toch geen investering volgt. Op die plek hou je natuurlijk toekomstige ontwikkelingen tegen, want hoelang is zo’n vergunning geldig? Er zou een regelgeving moeten zijn dat als er binnen zoveel jaar niets gebeurt, iemand anders de kans moet krijgen om daar alsnog te investeren.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik wil me bij die laatste vraag aansluiten, niet zonder eerst de heer Gryffroy te bedanken voor zijn helder inzicht en zijn bereidheid om de voorstellen niet alleen te onderschrijven, maar ook te berekenen. Eindelijk iemand die ons begrijpt. Als ik me in het vervolg op de berekening van de heer Gryffroy mag beroepen, dan zal het niet meer de fout van de sossen zijn: hij heeft geteld. (Gelach)
Alle gekheid op een stokje, die laatste vraag is heel pertinent, want het gaat over meer dan alleen maar vergunningenbeleid. Wat er vandaag staat, dat zijn windmolens die er gekomen zijn op basis van oudere vergunningen. Als we in de toekomst naar 500, 600 of 760 willen gaan, is de vraag of we daarvoor een maatschappelijk en economisch draagvlak kunnen creëren. We moeten toch iets meer doen dan alleen de data opvragen en nagaan hoe we de vergunningenprocedure kunnen versnellen.
Ik verwijs naar de recente heisa, waarbij nogal wat economische initiatiefnemers hebben gezegd dat naar aanleiding van de beslissing over de verlenging van de nucleaire centrales, het investeringsklimaat voor hernieuwbare energie drastisch is aangetast. Het heeft geen zin om 700 vergunningen af te leveren als vervolgens niemand zijn geld erin wil riskeren omdat de markt niet rendabel is omdat anderen er al te dominant op actief zijn.
Dat is een discussie die we in de klimaatcommissie – als ze ooit een voorzitter vindt – in dit parlement grondiger kunnen bespreken. Minister, als u echt wilt dat dat gebeurt bij zowel gemeentebesturen als bij investeerders die er hun geld willen instoppen, zult u moeten werken aan een draagvlak en zult u hen moeten overtuigen dat ze niet alleen een vergunning kunnen krijgen, maar dat ze ook hun investering kunnen halen uit het bouwen van zo’n windmolen. In het andere geval is het een ijdele ambitie, wat heel jammer zou zijn als je weet voor welke uitdagingen we staan en vooral welk potentieel er in Vlaanderen is om dat te doen.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Mijnheer Danen, het klopt, ik hoor dat ook soms, maar het zijn natuurlijk contracten. We bekijken dit met een juridische werkgroep, maar als iemand een contract heeft om op een bepaalde plaats te bouwen en hij bouwt niet, dan moeten we nagaan hoe we in die contracten kunnen inbreken. Inbreken in bestaande contracten is altijd iets dat je met heel veel politieke wil en voluntarisme wilt doen, maar waar je jezelf heel vlug tegenkomt voor een rechtbank.
Dat is een terecht punt waarvan we allemaal vinden dat het niet kan. Als je een aanvraag hebt gedaan en je hebt een vergunning gekregen en de middelen zijn er… Er zijn vandaag nog altijd genoeg investeerders. Ik heb – echt waar – geen signalen gekregen. Uiteraard heeft de elektriciteitsprijs een effect op het rendement, maar wij proberen in deze legislatuur duidelijk lessen uit het verleden te trekken en uit te zoeken op welke manier we hernieuwbare energie kunnen uitbouwen aan een aanvaardbare prijs. Je kunt bij wijze van spreken morgen nog veel meer investeringen krijgen als je het rendement optrekt, maar wij kiezen daar niet voor.
In verband met het participatiemodel, een vraag van collega Bothuyne, is er een openbare aanbesteding geweest van het Vlaams Energieagentschap (VEA). Dat document moeten worden opgeleverd tijdens het eerste kwartaal. Het is een van de taken van de Fast Lane om te kijken op welke manier de bufferzones of de zones waar niet mag worden gebouwd kunnen worden ingekort. In eerste instantie moeten we ervoor zorgen dat het maatschappelijk draagvlak voor windmolens blijft bestaan. Daarom ben ik heel blij dat de havens van Gent en Antwerpen daar een duidelijk offensief beleid rond voeren. Dat zijn in eerste instantie plaatsen waar het maatschappelijk draagvlak wel bijzonder groot is.
In verband met de tendering is men inderdaad gaan kijken naar de juridische obstakels. Die zijn er. We vonden het wel de moeite om te kijken of het mogelijk is om bepaalde plaatsen te tenderen om op die manier de prijzen nog te doen dalen. Het is juridisch complexer dan het principe zelf. Dat wordt op dit moment nog volledig uitgewerkt.
We investeren heel sterk in de informaticabeheerssystemen. Vandaag wordt er nog veel informatie ad hoc verzameld. Er zijn geen systemen ontwikkeld in het verleden die bij wijze van spreken een databank maken waarin staat dat bijvoorbeeld op een bepaalde dag tien vergunningen zijn afgeleverd, zoveel windmolens werden geplaatst die vijf jaar geleden zijn aangevraagd, of dat er drie aanvragen in beroep zijn op de ene plaats en twee op een andere. Dat hebben we niet. Dat is eigenlijk wel essentieel als we een doelstelling bepalen. We kunnen altijd freewheelen. We kunnen zeggen dat we denken dat we de 500 gaan halen, of 700 of 1000. Eerlijk gezegd…
760!
Of 760, bij jullie, berekend door de N-VA.
Op basis van gegevens van socialisten.
Dan ben ik toch niet meer helemaal zeker of de berekening helemaal juist is. Alle gekheid op een stokje, voor je een nieuwe doelstelling pint, is meer basisinformatie nodig, anders zegt men zomaar een getal. De ene kan zeggen dat hij denkt dat we meer kunnen doen dan 500, maar hoeveel meer is dat dan? Zoveel mogelijk, maar wat is zoveel mogelijk? Dat is geen juiste manier van werken.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik dank de minister voor haar antwoord en de collega’s voor de bijkomende vragen en berekeningen. Het is duidelijk dat de Fast Lane heel wat ambities heeft, maar de Fast Lane zelf niet altijd zo ‘fast’ gaat. Ik begrijp dat er heel wat zaken pas in de eerste helft van 2016 zullen worden opgeleverd. We moeten vooral eenvoud nastreven. Ik hoor een aantal tools aangekondigd worden: algoritmen, modellen, handboeken en dergelijke meer. We moeten het voor exploitanten van windmolenenergiebedrijven eenvoudig maken om effectief een vergunning te kunnen aanvragen op de juiste locatie en daarvoor een draagvlak te gaan creëren. Het overleg met Defensie en de luchtvaart is een van de meest cruciale zaken die u kunt realiseren in het kader van die Fast Lane. Ik hoop dus dat u vooral daarop inzet. Ik ga ervan uit dat we u over enkele maanden opnieuw kunnen ondervragen om een nieuwe stand van zaken te krijgen, hopelijk met heel veel concrete resultaten om onze ambities waar te maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.