Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, collega’s, op de ministerraad van 19 juni 2015 werd de conceptnota ‘Wegwerken, ruimtelijke knelpunten, energieprestatie’ goedgekeurd. Er werd ook beslist om een transversale werkgroep op te richten die een traject zou uitwerken voor het wegwerken van de ruimtelijke knelpunten in verband met energieprestaties. De vooropgestelde timing was eind 2015.
De conceptnota handelt over de diverse ruimtelijke hindernissen die het bemoeilijken om een woning energiezuinig te maken. De conceptnota geeft een aantal voorbeelden. De rooilijn mag met 14 centimeter overschreden worden voor het plaatsen van isolatie. Dit blijkt echter onvoldoende om de huidige isolatienormen te halen. Afstanden tot perceelgrenzen kunnen niet gerespecteerd worden na het aanbrengen van isolatie. Het maximale bouwvolume zal wijzigen voor de vernieuwing van een dak met dakisolatie. Dat zijn maar enkele van die voorbeelden uit de conceptnota. Het zou de bedoeling zijn, in het kader van het verbeteren van de energieprestatie van onze woningen, om die belemmeringen weg te werken.
Het traject dat was uitgestippeld voor die transversale werkgroep hield als eerste stap een overleg in met de stakeholders om alle mogelijke knelpunten in kaart te brengen. De tweede stap was het bepalen van initiatieven om die knelpunten weg te werken. Ten derde zouden initiatieven worden omgezet naar regelgevende voorstellen.
We zijn intussen 13 januari 2016. Ik dacht dus dat het een goed moment was om eens te polsen naar de stand van zaken van de werkzaamheden van de transversale werkgroep. Minister, kunt u toelichten wat de stand van zaken is inzake de voorbereiding en de uitvoering van het uitgestippelde traject? Welke actoren werden betrokken in deze transversale werkgroep? Ik zou natuurlijk graag hebben dat u een volledig overzicht kunt geven van alle knelpunten en van alle oplossingen die worden voorgesteld om die ruimtelijke knelpunten, die energiebesparing bij renovatie bemoeilijken, voor eens en voor altijd moeten wegwerken.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Er werd voor geopteerd het traject met betrekking tot het wegwerken van ruimtelijke knelpunten te integreren in een werkgroep van het Renovatiepact, met name de werkgroep voor de werf ‘Werk maken van een geïntegreerder beleidskader’. Er werd voor deze deelopdracht van de werkgroep een beperkt ambtelijk kernteam samengesteld met vertegenwoordigers van het Vlaams Energieagentschap (VEA) en de departementen Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), Ruimtelijke Ordening, Ruimte Vlaanderen en Kanselarij en Bestuur. De werkgroep maakte reeds een lijst op van ruimtelijke knelpunten en pistes voor oplossingen.
In eerste instantie werd in oktober-november een relatief beperkte werkgroep van direct betrokken stakeholders samengesteld: het VEA, de diensten Beleid, Klimaat en CAPLO, de Afdeling Milieu-integratie en -subsidiëringen van het Departement LNE, het Agentschap Wonen-Vlaanderen, het Vlaams Transitienetwerk Duurzaam Wonen en Bouwen (DuWoBo) en het team Stedenbeleid van het departement Kanselarij en Bestuur, het departement Ruimte Vlaanderen, de architectenvereniging Nationaal Architectenverbond (NAV), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP).
Via deze stakeholders wordt in december-januari een inventarisatie doorgevoerd van gekende knelpunten en vooral ook de mogelijke oplossingen. Een fiche werd verspreid om de gezochte informatie in gestandaardiseerde vorm te kunnen ontvangen en verwerken. Zo kunnen we het knelpunt zien en onmiddellijk ook naar een oplossing uitkijken. Op basis van de verkregen informatie wordt in januari geëvalueerd of een verdere inventarisatie of enquêtering, bijvoorbeeld bij de lokale besturen, opportuun is.
Op dit moment zitten de genoemde stakeholders erbij omdat wij ervan uitgaan dat zij als eersten bij het ruimtelijk probleem terechtkomen. Als we merken dat we nog niet ver genoeg gaan, zullen we er ook de gemeentebesturen zelf bij betrekken.
De werkgroep inventariseert in januari oplossingspistes voor de knelpunten. De oplossingspistes worden in februari-maart uitgewerkt door de betrokken beleidsdepartementen. Als we alle knelpunten hebben, en als we merken dat we ver genoeg staan, stel ik voor dat ik dan een rapportering geef aan het parlement. Weet echter dat wij al in februari-maart willen werken aan de oplossingen.
Het geheel van de overlegactiviteiten in het kader van het Renovatiepact wordt van nabij gevolgd door alle partners uit de bouwsector, het middenveld, steden en gemeenten en relevante betrokken administraties. Dat loopt goed. Er zijn 34 stakeholders bij betrokken.
Welke knelpunten concreet zullen worden aangepakt en de manier waarop dit zal gebeuren, zal worden vastgelegd na het overleg met de stakeholders.
Ik vat samen. December-januari: inventarisatie en de oplossingen, met de bedoeling om in februari-maart al te beginnen aan het concretiseren van de oplossingen. We zijn nu half januari. Ik bekijk nu samen met u of ik, zodra de eerste inventarisatie er is, ermee terugkom naar het parlement. Als het parlement daar input voor heeft, is het de bedoeling om daarin zo volledig mogelijk te zijn. Op dit moment is het nog een paar weken te vroeg. Laat ons afspreken dat we dit na de krokusvakantie agenderen.
Eventueel kan dat ook worden besproken met wat mensen die daarbij betrokken waren. Dan zal dat ook meer inhoudelijk kunnen gebeuren. Er is immers sprake van een vrij strak tijdspad, ook voor onszelf.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor uw overzicht van de timing. Ik had enigszins verwacht dat het vandaag waarschijnlijk nog iets te vroeg zou zijn om al een volledig overzicht van de werkzaamheden binnen die transversale werkgroep te hebben. Het is echter goed dat dit alles wordt geïntegreerd binnen het kader van het Renovatiepact, waar het ook thuishoort. Ik ben ook blij met de suggestie die u doet om hier op een bepaald moment terug te koppelen naar de leden van de commissie Energie, zodat wij ook een overzicht krijgen van de inventarisatiefase van de mogelijke oplossingen die worden voorgesteld, in de hoop dat wij ook nog bijkomende suggesties of voorstellen kunnen overmaken. We kijken alvast uit naar het moment waarop dit punt op de agenda van deze commissie zal staan.
Voorzitter, hoe pakken we dat praktisch aan? Nemen wij contact op met jullie? We kunnen meteen die afspraak maken.
Ik stel voor dat we dat doen tijdens de regeling van de werkzaamheden.
Ook de hervorming van de energiepremies is een onderdeel van het Renovatiepact. Misschien is het goed om een gedachtewisseling te hebben met het VEA over de stand van zaken met betrekking tot de totaliteit van het energiepact. Dan kunnen we meteen een aantal zaken clusteren, in plaats van alles te gaan opdelen.
Dat lijkt me een goede bepaling wat de opdracht betreft. Voor een sluitende timing kijken we echter naar u.
Ik vind het een heel goede suggestie om opnieuw eens een volledige stand van zaken te geven met betrekking tot het Renovatiepact, waarbij dan deze knelpunten ook inbegrepen zijn. Sta me even toe om samen met mijn kabinet te bekijken hoe we dat doen. Over drie weken is er de krokusvakantie. Laten we dus mikken op de eerste, de tweede of ten laatste de derde week na de krokusvakantie om opnieuw een stand van zaken te geven. Over de energiepremies is het politieke overleg volop bezig. Het energiearmoedeplan bevindt zich ook in een laatste fase. We vragen daar dan ook Luc Peeters van het VEA bij, om daar dan een stand van zaken te geven. Voorzitter, wij nemen dan met u contact op met betrekking tot de timing.
De heer Danen heeft het woord.
De problematiek is inderdaad al langer bekend. Daar wordt aan gewerkt in het kader van het Energierenovatieplan, zoals de minister net komt toe te lichten. Ik wilde echter eens weten of men er een zicht op heeft hoe lokale besturen in de praktijk omgaan met beperkte vragen tot overschrijding van rooilijnen, van nokhoogte. Of is daar helemaal geen zicht op? Ik had dat graag eens willen weten. Dat er problemen zijn, is alleszins bekend. Die halen ook regelmatig de pers. Misschien gaan bepaalde gemeenten daar op een heel pragmatische manier mee om, wat ik in dit geval wel zou toejuichen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Misschien zou het ook nuttig zijn om in de discussie die we zullen voeren na de krokusvakantie, dan ook het nieuwe premiestelsel voor onroerend erfgoed erbij te nemen. Een geklasseerd gebouw kan onmogelijk voldoen aan een aantal isolatienormen om bijvoorbeeld een REG-premie te krijgen. Daarom zijn de diensten voor Onroerend Erfgoed net voor de kerstvakantie met een conceptnota gekomen met een nieuw premiestelsel, zodat bepaalde premies eventueel kunnen worden toegekend. Zo mag er in bepaalde gebouwen geen driedubbel glas komen. Onroerend Erfgoed zegt niet dat het specifiek enkel glas moet zijn. Dat is dus echt maatwerk. Indien het niet mogelijk is om de norm voor het premiestelsel te halen, zou men bij Onroerend Erfgoed in premies voorzien. Op die manier hoeft men het premiestelsel van de REG-premies niet onderuit te halen, waardoor het minder streng zou worden. Ik zou het nuttig vinden dat ook dit debat mee wordt opgenomen in de algemene discussie over de REG-premies en de vraag van mevrouw Taeldeman.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Wat de knelpunten van de steden en gemeenten betreft, dat is de reden waarom we ook de VVSG in de werkgroep hebben genomen. Ik heb echter net gezegd dat op basis van de verkregen informatie in januari wordt geëvalueerd of een verdere inventarisatie en enquêtering, bijvoorbeeld bij lokale besturen, opportuun is. De VVSG is immers een koepelorganisatie, terwijl u eigenlijk verwijst naar de ruimtelijke dienst in een gemeente die een probleem pragmatisch oplost, wat echter niet altijd doorstroomt tot bij de VVSG. We zullen dat dus desgevallend uitvoeren, als we merken dat we toch nog niet diep genoeg gaan.
Wat Onroerend Erfgoed betreft, weet ik dat de minister-president een ontwerp aan het maken is om op dat vlak zeker ook een aantal openingen te maken. We hebben daar ook een paar keer een goed debat over gehad in de commissie. Als het gaat over zonnepanelen op een dak bij onroerend erfgoed zijn er wel wat mogelijkheden, maar dat kan niet altijd. Zelfs gewoon isoleren stelt mensen vaak voor grote problemen, terwijl ik heel veel mensen tegenkom die daar vragende partij voor zijn. Binnen de regering werkt men dus aan een ontwerp om openingen ter zake te maken.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik kijk uit naar de algemene presentatie en de stand van zaken van het Renovatiepact.
De vraag om uitleg is afgehandeld.