Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, bij wijze van kerstboodschap deelde u mee dat een G30 zal worden georganiseerd die zou moeten uitmonden in een toekomststrategie voor de Vlaamse varkenssector.
Op zich is het opzetten van een participatietraject een goede zaak, maar dan wel op voorwaarde dat de oefening evenwichtig is en niet vrijblijvend, en dat ze het niveau van een praatbarak of een grieven- en klachtenbank kan overstijgen. Belangrijk hierbij zijn ook de representativiteit, de procesuittekening en -begeleiding, de rapportering en de opvolging.
Minister, ik heb een aantal vragen om informatie, die gelet op het tijdstip ook een politieke dimensie hebben. Wat zullen de verschillende stappen in het proces van de G30 zijn? Wat is het uiteindelijke, beleidsmatige doel van de G30? Waar wilt u naartoe? Welke instanties worden uitgenodigd en hoe werd de selectie gemaakt? Wie is de trekker van het initiatief? Hoe verhoudt de G30 zich tot de gevestigde overlegplatformen zoals de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV)? Ik heb trouwens echt zitten snuffelen naar meer informatie hierover, maar ik heb die niet gevonden. Wat zal er gedaan worden met de input van de deelnemers? Hoe verloopt de rapportering? Hoe ziet de algemene timing eruit?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Caron, het is niet de bedoeling om een zoveelste praatbarak op te zetten, want daar is niemand mee gediend, ook wij niet. Dat zal het zeker niet worden.
Het is een participatief project dat we G30 hebben genoemd. We willen immers de dertig belangrijkste spelers uit de varkenssector of stakeholders – zoals men ze tegenwoordig noemt – samenbrengen. We willen ook echt tot conclusies komen.
We hebben dat ook gedaan met de zuiveldagen. We hanteren dezelfde aanpak. We hebben dus al ervaring. Voor de zuivelsector hebben de visiedagen toch 22 concrete actiepunten opgeleverd.
We willen nu hetzelfde doen met de partners die samen de toekomst uittekenen van de Vlaamse varkenshouderij. Het gaat over alle ketenspelers die van nabij betrokken zijn, maar ook over de varkenshouders zelf. Ook zij zullen actief deelnemen.
Over wie gaat het allemaal? De varkenshouders vormen uiteraard de kern van dit project. Andere spelers zijn de mengvoederbedrijven, de slachthuizen, de vleesverwerkende bedrijven, de distributie, het onderzoek, de Vlaamse Piétrain Fokkerij (VPF), de banken, de adviesbureaus, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), Boeren op een Kruispunt en natuurlijk ook het beleidsdomein Landbouw en Visserij.
We gaan één dag samenzitten, volgende maandag. De besprekingen zullen tot acties leiden die we zullen uitwerken. Het is de bedoeling dat we samenwerken, dat we duidelijke analyses maken, dat we vrijuit alles eens op een rijtje kunnen zetten. Uiteraard zal er ook een rapport worden gemaakt. De timing is dus duidelijk: één dag discussie en daarna zo snel mogelijk de acties eruit distilleren.
De SALV is een adviesorgaan van de Vlaamse overheid. De SALV adviseert ons dus, maar in dezen is ze niet actief betrokken. Het is immers de bedoeling om met de ketenspelers zelf aan tafel te zitten. Uiteraard wordt de SALV er nadien bij betrokken.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de informatie. Ik heb nog één bijkomende vraag. U hebt een pak spelers opgenoemd, maar worden ook de distributiesector en de consumenten op de een of andere manier betrokken?
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Voorzitter, we hebben het al een paar keer gehad over warme sanering op Europees niveau. Concreet lijkt er weinig interesse bij de lidstaten te zijn. Weinig lidstaten hebben trouwens een belangrijke varkenshouderij. Bij de lidstaten die die wel hebben, is er weinig eenduidigheid. Het is belangrijk dat we tot het moment dat dit debat aan de orde is, bekijken wat we alvast hier kunnen doen.
Differentiëren zal volgens mij een van de kernwoorden zijn. Hoe ziet u die in de varkenshouderij? Gaat het over het blijven inzetten op de Piétrains of op alternatieve vetmestmethodes zoals Duroc d’Olives gebruikt?
Is het volgens u nodig om de varkenshouders aan te porren om zich te heroriënteren op bepaalde subsectoren?
De heer Engelbosch heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik had ‘praatbarak?’ genoteerd en ik was heel blij met uw antwoord waarin u al aangaf dat het absoluut niet de bedoeling is om de zoveelste praatbarak te organiseren, maar dat het een participatief project is.
Zijn er indicaties dat er nieuwe denksporen zullen worden gevolgd? Er zijn natuurlijk al heel veel gesprekken gevoerd met heel veel mensen. Ik denk dat we stilaan wel weten wat de eventuele mogelijkheden zijn, dat we weten waar we op moeten inzetten om de varkenssector nieuw leven in te blazen.
Het is me niet heel duidelijk of het om nieuwe actiepunten zal gaan. U zegt dat u maandag zult samenzitten: daar zal wel iets uit komen. Ik hoop echt wel dat het na het gesprek tijd is voor actie, dat er iets mee gedaan wordt. Het kan niet zijn dat de conclusies, die volgens mij al heel vaak getrokken zijn, worden opgelijst waarna het weer stopt. We moeten daarna echt meteen aan de slag. We moeten inzetten op de actiepunten die worden voorgesteld.
Minister, het is een goed initiatief, maar we weten allemaal dat we in Vlaanderen de problematiek niet alleen te gronde kunnen oplossen, wel in Europees verband.
Ik heb een bijkomende vraag. Ik word regelmatig geconfronteerd – en collega’s hier misschien ook – met het hardnekkige gerucht, of is het realiteit, dat in landen als Spanje en Oost-Europese landen, men noemt dan Polen en Roemenië, nog altijd zware subsidies worden gegeven om bijkomende varkensplaatsen te creëren. Klopt dat of is het alleen maar een gerucht?
Als u deze vraag nu niet volledig kunt beantwoorden, kunt u uw antwoord gerust later aan ons overmaken.
Minister Schauvliege heeft het woord.
De distributiesector zit mee aan de tafel omdat we de volledige keten willen betrekken. We gaan niet vooruitlopen op de conclusies, dat is niet de bedoeling. We hebben geen conclusies voorbereid die er maandag moeten uitkomen. Het moet echt een vrije en vranke babbel worden. Dat is cruciaal.
Er is al veel overleg, er zijn al veel analyses gemaakt, soms worden de zaken niet gezegd zoals ze zijn, en dat is nu juist de bedoeling van die G30. We maken er dus geen open discussie van waar iedereen kan komen luisteren. De ketenspelers moeten onder elkaar eens hun gedacht kunnen zeggen. De terechte frustraties die er vaak zijn op het terrein, moeten eens benoemd kunnen worden.
Zodra we daar conclusies getrokken hebben, zal het wel een open proces zijn. We gaan de discussie niet uit de weg.
Mijnheer Vanderjeugd, u hebt het gehoord, ik geloof heel sterk in de differentiatie, ik heb het al een paar gezegd, ook zaterdag. Dat heeft op alle vlakken effecten natuurlijk. Dat gaat inderdaad over de manier van kweken. Dat gaat over het verschil maken. Dat gaat ook over zich toeleggen op andere nicheproducten. En masse allemaal hetzelfde product produceren in heel Europa, daar geloof ik niet meer in. Daarmee kunnen we het verschil niet meer maken. Dat houdt dus in dat een aantal bedrijven andere wegen zullen moeten inslaan. Ik geloof dat dat op die manier zou moeten gebeuren. We zullen zien wat er maandag uit de bus komt.
Mijnheer De Meyer, ik zal verder laten onderzoeken hoe het zit met die subsidies. Europa heeft natuurlijk dat algemeen kader voor het globaal landbouwbeleid (GLB), de lidstaten kunnen dat zelf invullen. Het zou me niet verwonderen dat enkele lidstaten beslissen om dat geld te spenderen aan het opstarten – ik zeg maar iets, ik weet het niet – van varkenshouderijen. Als Europa dat goedkeurt, kan een lidstaat dat doen. We zullen dat nader bekijken. Misschien kan dit hier bij de rapportering van Europa aan bod komen.
Dat zijn verhalen die ik ook hoor. Ik laat onderzoeken hoe het nu exact geregeld is in die lidstaten.
De heer Caron heeft het woord.
Ik zal aan de verleiding weerstaan om de discussie hier te openen. Ik wil de resultaten van de G30 afwachten. Ik ben benieuwd naar de conclusies ervan en naar de stappen die zullen worden gezet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.