Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, voorzitter, collega’s, het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) heeft op basis van internationale studies berekend dat in België jaarlijks 140 mensen om het leven komen door vermoeidheid achter het stuur. Dat fenomeen wordt bevestigd door Werner De Dobbeleer van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV): “Alcohol achter het stuur en overdreven snelheid zijn grote boosdoeners, maar vermoeidheid moet niet veel onderdoen als oorzaak van dodelijke ongevallen.”
Veel vermoeide chauffeurs worden getroffen door een niet te onderdrukken microslaapje van enkele seconden. Daardoor raken ze van de weg, vaak met een frontale botsing als gevolg. Uit internationaal onderzoek blijkt dat de uren tussen middernacht en 6 uur ’s ochtends de gevaarlijkste uren zijn. Het merendeel van de slachtoffers zijn jonge mannen die alleen in de auto zijn. Volgens het BIVV worden een op twintig autoritten zelfs uitgevoerd door mannen die slaperig achter het stuur zitten. “Een enorme risicofactor”, volgens Karin Genoe van het BIVV.
Algemeen wordt dan ook aangenomen dat tussen 10 en 20 procent van de ernstige verkeersongevallen te maken heeft met vermoeidheid. Slaaptekort zou daarvan de meest directe oorzaak zijn. 25 procent van de bestuurders geeft ook toe er ooit al mee te maken hebben gehad. Het enige dat echt zou helpen, is even stoppen en even rusten of slapen. Via het Vlaams bestuursniveau kan er op een efficiënte manier aan preventie worden gedaan. Vlaanderen doet dat ook, maar volgens mij kan en moet er nog een tandje worden bijgestoken, zeker nu er een aantal nieuwe bevoegdheden zijn zoals de rijopleiding en de mogelijkheid om als gewest verkeerscampagnes te doen.
Minister, hoe reageert u op de cijfers die het BIVV naar voren schuift? In welke mate doet de Vlaamse overheid vandaag reeds inspanningen rond dit fenomeen? Welke preventieve maatregelen denkt u te nemen? Denkt u bijvoorbeeld aan een verkeerscampagne, een specifieke verwijzing hiernaar bij de rijopleiding of een integratie via de bestaande bobcampagnes, zeker gezien het hoog aantal jonge slachtoffers?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, de cijfers openen inderdaad de ogen, met enige nuance omdat het gaat over onderzoeken die worden gevoerd op basis van een post-factuminschatting. Moet men in het geval van effectieve ongevallen voortgaan op getuigenissen van de betrokkenen in kwestie, meestal de chauffeur of een passagier? Vandaar enige nuance. Maar cijfers uit internationaal onderzoek gaan in de richting van 10 procent van de ongevallen die veroorzaakt zijn door vermoeidheid. Bij de letselongevallen stijgt dat en spreekt men over 15 tot 20 procent. Bij vermoeidheid en in slaap vallen achter het stuur, zijn de consequenties vaak ook erger dan bij een ander ongeval omdat men in zijn slaap de verkeerde handeling niet meer kan corrigeren. Dat hogere percentage geldt ook voor ongevallen op autosnelwegen.
De BIVV-cijfers bevestigen dat vermoeidheid een problematiek is die zeker de nodige aandacht dient te krijgen in het verkeersveiligheidsbeleid. We doen dat in twee pijlers. Enerzijds zijn er sensibiliseringscampagnes. Vorig jaar was er nog een campagne.
In februari zullen we alleszins opnieuw een gelijkaardige campagne voeren. In het kader van de hervormde rijopleiding zullen we daarnaast meer de focus leggen op de hogere ordevaardigheden, zoals risicoperceptie. Daarbij is niet alleen verkeersinzicht belangrijk, maar ook zelfinzicht. Daarom komen ook zaken als vermoeid rijden aan bod, hopelijk ook in het kader van een andere hervorming, namelijk de terugkomdag. Daarbij hebben we ons geïnspireerd op buitenlandse voorbeelden, bijvoorbeeld Oostenrijk. In Oostenrijk is er een daling van 30 procent. Maar daar is de terugkomdag veelomvattender dan wij die momenteel voor ogen hebben. Wat wel belangrijk is, is dat in die terugkomdag in Oostenrijk ook een sessie zit met een verkeerspsycholoog die via interactie en een goede betrokkenheid zorgt voor een cursus voor kandidaat-bestuurders, die op enkele killers in het verkeer wijst, zoals vermoeidheid en hoe daarmee om te gaan, en die, via het creëren van situaties, tracht het inlevingsvermogen van de kandidaat-bestuurders gestalte te geven.
De werkkamer Educatie en Sensibilisering binnen het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid geeft die terugkomdag momenteel een concrete invulling. Dat zou daarvan alleszins een element kunnen zijn. In het geval van Oostenrijk heeft het in ieder geval zijn deugdelijkheid bewezen.
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw afdoend en zeer terecht antwoord. Het is inderdaad een en-enverhaal: sensibiliseren en structureel meegeven in de rijopleiding. Zoals ik in mijn inleiding citeerde, zijn dat volgens mij de juiste ingrediënten om het tragische fenomeen hopelijk verder tot het verleden te kunnen laten behoren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.