Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, op het einde van vorig jaar is een historisch klimaatakkoord gesloten in Parijs. Er is veel over te doen geweest of het nu zou lukken of niet, maar het is uiteindelijk dus toch gelukt. Wij juichen het klimaatakkoord absoluut toe. Als we onze planeet nog decennia willen meedragen, kunnen we niet anders dan die richting uitgaan.
Als je het klimaatakkoord bekijkt, zie je dat het vaak gaat over de manier waarop wij ons voeden. En wie voeding zegt, zegt landbouw. Het zal dus ook zijn implicaties en impact hebben op hoe ons land- en tuinbouwmodel eruit zal zien. Ik heb tijdens de bespreking van de beleidsbrief ook al gezegd dat we moeten kijken naar een nieuw model.
Vlaanderen is natuurlijk een sterk verstedelijkt en dichtbevolkt gebied met een zeer versnipperde ruimtelijke ordening, met een belangrijk aandeel van intensieve land- en tuinbouw. De land- en tuinbouw zit al gedurende een drietal decennia in een transformatieproces, waarbij vergroening en duurzaamheid systematisch aan belang hebben gewonnen en nog steeds winnen. Ook het recent hervormde gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) trekt kordaat de kaart van de verduurzaming en legt de contouren van het landbouwbeleid vast tot 2020.
Daarnaast staat de Vlaamse land- en tuinbouw voor aantal andere uitdagingen inzake vergroening en verduurzaming, waaraan gewerkt wordt. Zo zoekt men actief naar een opvolger voor het actieplan met betrekking tot alternatieve eiwitten, om de afhankelijkheid van onze dierenhouderij van soja te verkleinen. Via een Actieplan Biologische Landbouw, dat in 2017 aan vervanging toe is, proberen we ook in Vlaanderen het belang van bioboeren te laten toenemen, iets waar collega Caron zeker tevreden mee zal zijn.
Daarnaast wordt de korte keten verder uitgebouwd, bekommeren we ons om de bijen, exploreren we mogelijkheden voor insectenkweek en aquacultuur en wordt er gezocht naar betere technieken om aan precisielandbouw te doen. Ook via biotechnologie wordt gezocht naar milieuvriendelijke toepassingen van intensieve landbouw. Helaas wordt die technologie door een aantal mensen sterk gecontesteerd en niet altijd met even correcte en eerlijke argumenten bestreden.
Minister, welke gevolgen van het klimaatakkoord ziet u voor onze Vlaamse land- en tuinbouw, en ook voor de visserij en aquacultuur, op korte en middellange termijn? Denkt u aan een vervroegde bijsturing van het GLB, dat in principe tot 2020 loopt? Welke principes en pistes zult u prioriteit geven om onze landbouw te verduurzamen? Denkt u ook dat het akkoord invloed zal hebben op het nieuwe actieplan voor biolandbouw en de verdere ontwikkelingen voor onze korte keten? Welke impact zal het klimaatakkoord hebben op de ontwikkeling van alternatieve eiwitbronnen? Zult u ook werk maken van een volwaardig concept rond stadslandbouw en een snelle en goede implementatie ervan?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Vanderjeugd, bedankt voor uw boeiende en interessante vraag, maar het is nog een beetje vroeg om al heel specifiek de impact van het klimaatakkoord in Parijs op de landbouw te kunnen inschatten. Europa heeft daar een ‘pledge’ gedaan, een engagement om de uitstoot met minstens 40 procent te verminderen tegen 2030 ten opzichte van het referentiejaar 1990. Dat Europese engagement moet nog worden verdeeld onder de verschillende lidstaten en moet dan ook intra-Belgisch verdeeld worden.
We hebben met de Vlaamse Regering afgesproken om nog eens een Vlaamse Klimaatconferentie te organiseren. Dat zal al de derde zijn. We verwachten op korte termijn heel concrete voorstellen van alle betrokken beleidsdomeinen die klimaat moeten realiseren: Wonen, Mobiliteit, Energie, Landbouw, Economie, Innovatie, Wetenschapsbeleid. Al die verschillende sectoren moeten met hun aanbod van extra maatregelen komen om die extra doelstellingen ook te halen. Dat zal dus ook vanuit Landbouw gebeuren. We zijn daar op dit moment ook volop mee bezig, net als alle andere collega’s.
Uiteraard zijn er ook al heel wat maatregelen genomen in het lopende Vlaamse Klimaatbeleidsplan. Zo is in de visserijsector heel sterk ingezet op het verminderen van het brandstofverbruik. Dat geeft heel mooie resultaten. Dat is goed voor de sector zelf, want hun kosten gaan naar beneden, en het is goed voor het klimaat. We hebben ook de warmterecuperatie gefinancierd vanuit het Klimaatfonds. We hebben projecten rond minder energieverbruik, we hebben energieconsulenten voor de landbouw, allemaal gefinancierd vanuit het klimaatbeleid.
U vraagt ook of dit klimaatakkoord zal leiden tot een vervroegde bijstelling van het GLB. De Europese landbouwsector heeft in de periode 1990-2013 een daling gerealiseerd van de broeikasgassenuitstoot met 22 procent. De vooropgestelde doelstelling was een daling met 20 procent. Het huidige GLB is bovendien al heel scherp verduurzaamd en trekt dus al heel sterk de kaart van het klimaat.
Binnen de eerste pijler van het GLB, de directe steun, wordt 30 procent van de middelen al ingezet voor duurzaamheid. Het gaat dan over klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken. Ik denk aan graslanden, ecologische aandachtsgebieden, diversificatie van teelten enzovoort.
Bij de tweede pijler, het plattelandsbeleid, gaat het zelfs over 50 procent van de middelen die bijvoorbeeld aan energiebesparing worden gespendeerd. Europa zal dat goed opvolgen en monitoren. Ik sluit ook niet uit dat er bijsturingen komen.
We zetten ook verder in op innovatie via het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO). We zitten in een ruimer Europees kader. Wanneer men bepaalde landbouwmodellen wil herbekijken, zal dat binnen dat ruimer kader moeten gebeuren. Wij leven immers niet op een eiland, het is niet omdat wij opteren voor een ander model dat dit door de rest van Europa wordt gevolgd.
Aan de ene kant wordt landbouw sterk gesubsidieerd binnen Europa, aan de andere kant zetten we steeds meer in op de vrije markt, op de liberalisering van de markt. Men loopt dus op twee sporen. Het gaat om een dubbel verhaal, dat zeker ook op Europees niveau moet worden bekeken.
Ik sta niet huiverachtig tegenover biotechnologie en de ggo’s wanneer die ertoe kunnen leiden dat er sneller en doelgerichter kan worden geteeld. Dat dit duurzamer kan gebeuren, hebben we hier al een aantal keren besproken, maar het moet natuurlijk ook veilig zijn voor mens, dier en milieu.
Wat de biologische landbouw en de korte keten betreft, hebben wij een strategisch plan Biologische Landbouw dat loopt tot 2017. We zijn nu al bezig met de voorbereiding van het nieuwe strategische plan waarin het nieuwe klimaatplan een rol zal spelen. We zullen daar ook rekening mee houden bij de aanpassing daarvan.
In 2016 wordt ook de korte keten gewijzigd. Het strategisch plan korte keten wordt een nieuw ruimer plan, dat zal gaan over globale lokale voedselstrategieën. Ik geloof daar heel sterk in. Verduurzaming zal daarbij een van de acties zijn. Ook de stadslandbouw zal daar aan bod komen.
Het klimaatakkoord op zich zal niet echt een rechtstreekse impact hebben op de ontwikkeling van een nieuw actieplan alternatieve eiwitbronnen. De mate waarin we zullen slagen om de import van soja te verminderen, zal ook een impact hebben op de uitstoot van broeikasgassen door de landbouwsector in Vlaanderen.
Binnen het klimaatakkoord is landbouw een belangrijk beleidsdomein dat zijn bijdrage zal leveren. Daarom werken we ook aan concrete voorstellen van maatregelen.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik besef dat het nog vroeg is om die impact in te schatten, maar u stelt me gerust. U blijft niet bij de pakken zitten en u volgt de zaak verder op.
Ik ben ook tevreden dat er opnieuw een Vlaamse milieuconferentie komt waarbij niet alleen de landbouw wordt geviseerd maar waarbij alle actoren zullen worden betrokken.
Het stelt me volledig gerust dat u niet bij de pakken blijft zitten en dit zult opvolgen. Ik hoop dat we dat samen in de commissie kunnen doen. Ik ben ook tevreden dat er opnieuw een Vlaamse milieuconferentie komt, waar niet alleen de landbouw wordt geviseerd, maar waarin alle actoren worden betrokken. Dat is heel belangrijk.
Ik roep op om dit jaar in de commissie zonder taboes en met een open blik naar eventuele nieuwe modellen te kijken. Ik kreeg veel bijval voor dit voorstel bij de collega’s. Als het gaat over subsidies: dat is veranderd in de tijd. Het is nog altijd een groot deel van de begroting in Europa, maar vroeger was dat aandeel nog veel groter. Toen waren er subsidies voor boterbergen en melkplassen, terwijl het nu beheersvergoedingen zijn. Inzake duurzaamheid is dat positief. We kunnen daar in deze commissie verder over nadenken.
De heer Dochy heeft het woord.
Dit is inderdaad een heel interessant en belangrijk thema. We zullen daar omzichtig mee moeten omgaan, want op een bepaald moment zullen we stoten op de grens van de paradox. We moeten weten dat de meest efficiënte manier om voedsel te produceren ook de meest milieuvriendelijke wordt. Runderen die per jaar 15.000 liter melk geven, zijn voor het klimaat veel beter dan runderen die 10.000 liter melk geven. Hoe je daartoe komt, is een andere vraag. Waarom is dat interessanter? Omdat het onderhoudsrantsoen hetzelfde blijft en omdat je een heel efficiënte omzet krijgt als je een dier een bijkomende hoeveelheid voeder laat verwerken.
Er zijn drie parameters voor de landbouw. De eerste is CO2. Daar scoren we vrij goed, omdat de landbouw een energieproducerende sector is, door zonnepanelen en biogasinstallaties enzovoort. Dan is er het verhaal van het lachgas, dat gekoppeld is aan opslag en productie van mest, wat nog beheersbaar is. De derde is de moeilijke, en dat is de methaanproductie. Die problematiek zit vooral bij herkauwers. Je zou kunnen zeggen dat je dan maar geen herkauwers meer moet houden, maar herkauwers zijn wel de enige dieren op de wereld die in staat zijn om gras om te zetten in voor niet-herkauwers eetbare producten. De eenvoudigste oplossing om de methaanproductie door herkauwers te onderdrukken, is het toepassen van antibiotica. Zorg dat die pensflora wordt gestuurd door antibiotica.
Ik wil maar wijzen op een zekere paradox waarmee we zullen worden geconfronteerd, waarbij we de keuze moeten maken tussen het nog meer klimaatefficiënt zijn en wat ook maatschappelijk aanvaardbaar is door al dan niet toepassing van antibiotica. Ik pleit daar niet voor, ik wil er alleen op wijzen dat we de zaak goed moeten sturen – een taak van de overheid – om te voorkomen dat we maatschappelijk irrelevant worden door efficiëntieverhoging en toepassing van technieken die al dan niet aanvaardbaar zijn.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Die verdeling moet inderdaad nog gebeuren. Met deze vraag om uitleg lopen we wat vooruit op de zaken. Onze fractie is wel tevreden met de organisatie van een Vlaamse klimaatconferentie en dat de voorbereiding voor een nieuw strategisch plan bio al is gestart.
Ik blijf wel op mijn honger zitten voor een nieuw actieplan voor alternatieve eiwitten als reactie op de afhankelijkheid van de import van soja.
De heer Caron heeft het woord.
Ik wil de discussie in deze korte tijdspanne niet uitputten, maar ze is belangrijk. Misschien is het wel nuttig dat veel mensen hun bekommernissen met elkaar delen. Dat toont de noodzaak om te beginnen aan de denkoefeningen die voorafgaan aan de vele stappen die moeten worden gezet. De minister heeft na de klimaatconferentie verklaard dat er ook in de landbouwsector belangrijke inspanningen moeten gebeuren, meer dan vandaag. Het is juist wat de heer Dochy zegt: dan bots je op een paradox die je niet zomaar kunt oplossen en die heel veel afwegingen vergt. Dat brengt de thema’s die we kennen over volumes, producties, import en export opnieuw op de tafel, maar ik zal daar niet op vooruitlopen.
Ik wil uitdrukkelijk mijn steun aan de Vlaamse klimaatconferentie geven. Ik vind het fijn dat vele commissieleden het milieutechnische en de milieuzorg in de landbouw op een goede en interessante manier verwoorden. Er kunnen vormen van stadslandbouw en alternatieve voedingsmodellen in beeld komen. Ik sta te popelen om dieper in te gaan op de materie. Ik wil mee aan deze kar trekken. Ik ben blij dat de Vlaamse Regering zich engageert om stappen vooruit te zetten.
Ik noteer dat er over alle fracties heen een vraag is om in de loop van dit werkjaar met u de dialoog over dit thema voort te zetten.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Er is wat teleurstelling te horen over de alternatieve eiwitten. Ik heb me misschien niet goed uitgedrukt, maar ook daar komt een herziening. Het is niet omdat er een klimaatakkoord in Parijs is, dat dit er een directe impact op heeft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.