Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over het charter tussen VDAB en de Franse arbeidsbemiddelingsdienst Pôle emploi
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de raad van bestuur van VDAB wil het charter tussen VDAB en Pôle emploi niet langer vernieuwen. Op dit moment is het zo dat vooral drie bedrijven gebruikmaken van het charter, waarvan een grote, belangrijke speler die vooral veel laaggeschoolden tewerkstelt.
De reden van het stopzetten is dat er aan Franse kant geen gebruik van wordt gemaakt. In het charter wordt gesproken van wederkerigheid inzake gebruik van elkaars toepassingen, zoals de individuele beroepsopleiding (IBO). Maar daar deze wederkerigheid door Pôle emploi niet gerealiseerd kan worden, ik meen wegens niet wettelijk in Frankrijk, stelde VDAB voor om het charter dat afloopt op 31 december 2015, niet te verlengen. De bestaande projecten en samenwerking, dus ook voor IBO, zou kunnen worden bestendigd in het licht van het nog goed te keuren Interreg V-project. Dat moet, als ik me niet vergis, nog worden goedgekeurd.
Minister, heeft de raad van bestuur van VDAB het charter daadwerkelijk stopgezet? Wat zijn de gevolgen daarvan?
Wanneer kan de samenwerking in het licht van Interreg V ondertekend worden? Welke stappen zijn nog nodig in dit dossier?
Hoe zult u de situatie tussentijds oplossen?
Ik las in de tekst van de vraag die de heer Ronse straks stelt, dat er een nieuw akkoord zou worden getekend of al getekend zou zijn. Ik heb gisteren nog opzoekwerk verricht, maar ik heb er niets over teruggevonden. Als ik me niet vergis, is ook EURES Channel stopgezet. Ik ben dus heel benieuwd naar de uitleg van mijn collega over het akkoord dat ondertekend zou zijn.
De heer Ronse heeft het woord.
We nemen soms onze dromen voor werkelijkheid, mevrouw Fournier, en we proberen om de surprises altijd voor de commissie te houden.
Ik volg uw redenering. Er moet zo snel mogelijk een dergelijk akkoord komen. Ik heb zelf ervaring uit een vorig leven met EURES Channel en met een Interreg-project dat onder meer door Vlaanderen werd gesteund aangaande grensoverschrijdende tewerkstelling. In dat project stond dat er een tripartite akkoord zou moeten komen tussen Le Forem, Pôle emploi en VDAB. Ik heb die gesprekken meegemaakt. Ik kan u zeggen dat Le Forem – het heeft zijn naam niet gestolen – keihard op de rem is gaan staan waardoor een tripartite akkoord onmogelijk werd gemaakt – Fo-rem dus.
In elk geval is een akkoord ook voor West-Vlaanderen van cruciaal belang. Het zou toelaten om vacatures heel kort op de bal uit te wisselen. Er zijn gigantisch grote arbeidsrechtelijke verschillen over hoe een vacature in Noord-Frankrijk mag worden gepubliceerd en bij ons, het betreft vooral de privacy. Er werd aan gedacht om een gezamenlijke databank te maken, maar dat kon niet. Vandaar het idee om via een akkoord te werken en om informatie met elkaar uit te wisselen.
Wij hebben toen in het Interreg-project gezegd dat als Le Forem niet meewil en de boel blokkeert, het beter is om naar bipartite akkoorden te gaan. Er bestaat al een hele tijd een bipartite akkoord tussen VDAB en Le Forem. Ze werken samen in Doornik en ik heb de indruk dat daar redelijk goede resultaten worden geboekt.
Ik sluit me in dezen aan bij de vraag van mevrouw Fournier naar de stand van zaken inzake de onderhandelingen met Pôle emploi.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, de situatie werd vrij goed geschetst. Het is zeker juist dat de raad van bestuur op 2 december 2015 het advies van VDAB heeft gevolgd om het huidig charter niet te vernieuwen. De wederkerigheid die erin stond als een verplichting kon immers niet gerealiseerd worden: Vlaamse werkzoekenden hebben geen toegang tot het Franse IBO-systeem. Maar de lopende samenwerking rond onder meer het gebruik van IBO voor Noord-Fransen blijft wel van kracht zonder het charter. Dat is het belangrijkste, de gevolgen zijn dus minimaal.
De verdere samenwerking tussen beide diensten wordt verder bekrachtigd. En als we het Interreg V-project goedgekeurd krijgen, dan wordt het zelfs uitgebreid. Dat Interreg V-project ‘Emploi sans frontières /Grenzeloos tewerkstellen’ is ingediend binnen het programma France-Wallonie-Vlaanderen samen met Le Forem en Pôle emploi. Het ingediende projectvoorstel – dit keer hebben ze het dus samen kunnen indienen – zal lopen van 2016 tot december 2019. Pôle emploi is projectleider. Er is in dat project in acties voorzien rond de ontwikkeling van een webportaal waar alle info over grensoverschrijdend werken zal worden gebundeld: dienstverlening aan werkzoekenden, werknemers en werkgevers met onder meer sectorale jobbeurzen en begeleiding van werkzoekenden uit de drie regio’s, grensoverschrijdende opleidingen waarbij op basis van de behoeftes van bedrijven langs de grens zal worden nagegaan hoe werkzoekenden uit de drie regio’s een opleiding kunnen volgen die leidt naar een certificaat of attest dat ook in de andere regio marktwaarde heeft. Daarnaast zal samengewerkt worden om de opleidingen in gedeeld beheer te geven. Franstaligen zullen in dezen ook een opleiding Nederlands krijgen, nadien stage en eventueel Nederlands op de werkvloer.
Waar staan we nu met het Interreg V-project? Midden vorig jaar moesten de dossiers worden ingediend door wie interesse had. Ongeveer tweehonderd dossiers werden ingediend. Een deel ervan heeft groen licht gekregen, gelukkig ook het Interreg V-project. Dan moest het technisch worden uitgewerkt en opnieuw worden ingediend. Dat is nu gebeurd, het technisch uitgewerkt geheel is ingediend. Eind februari, begin maart komt de jury bijeen om in consensus beslissingen te nemen. Op dat moment zou het Interreg V-project kunnen worden goedgekeurd. Ik heb er ook goede hoop op dat het zal gebeuren, maar we moeten dit even afwachten. We kunnen dan nog zien of er nog een bilateraal akkoord nodig is. We moeten natuurlijk geen akkoord in stand houden als de bepalingen eruit niet kunnen worden uitgevoerd en het voor de rest toch mogelijk blijft dat bedrijven een blijvend beroep kunnen doen op een IBO voor Noord-Fransen. Op die manier kunnen we ook de continuïteit garanderen.
Het is al van 2010 dat er tussen VDAB en Pôle emploi een afspraak bestaat om wekelijks vacatures door te sturen waarop ook de Franse kandidaat-werkzoekenden kunnen worden doorverwezen. Deze vorm van samenwerking is tussen 2010 en 2015 verbeterd door de samenwerking binnen het Interreg IV-project. Het accent is verschoven van het uitwisselen van vacatures tot het effectief bemiddelen van Franse werkzoekenden. Deze vorm van samenwerking is intussen verder uitgebreid en zal in Interreg V nog versterkt worden.
De acties die in 2015 werden opgezet ter promotie van IBO heb ik daarnet al aangehaald. Ook de taalondersteuning met IBO is een element dat ik al heb aangehaald. Ik denk dat we vandaag in een systeem zitten waar we zonder charter verder werken en waar we met Interreg V een versterking kunnen krijgen in de samenwerking tussen de drie. Ik meen dat we sterk staan.
Mijnheer Ronse, u had eerder ook gevraagd of we dat ook niet kunnen doen met Nederland of Duitsland. Daarvoor hebben we andere projecten zoals de EURES grensoverschrijdende samenwerking.
Competent is gebaseerd op ROME, een project vanuit Frankrijk. Pôle emploi gebruikt ROME. Er zijn wel wat verschillen omdat Competent verder is gegaan. We zullen nagaan hoe Competent meer gezamenlijk kan worden uitgerold en gebruikt tussen Pôle emploi en VDAB.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw positief antwoord dat u ook werk maakt van de grensoverschrijdende mobiliteit – hoe kan het ook anders met zowel mijn collega Ronse als ikzelf in de commissie die al jaren op dezelfde nagel kloppen. Bedankt voor het belang dat u hecht aan deze problematiek.
Wat nog niet werd vermeld, zijn de gemengde teams die ook heel goed werk leveren. Ik heb geen cijfers opgevraagd, maar de laatste cijfers die mijn collega had vermeld, waren zeer positief. Er zijn redelijk wat openstaande vacatures. Die grensoverschrijdende mobiliteit is echt wel belangrijk in onze regio.
Ik ben ook blij dat er geen effectief charter nodig is om de IBO verder te zetten. Er zijn niet zoveel bedrijven die er gebruik van maken. Een groot bedrijf uit onze streek doet het wel en voor hen is het wel belangrijk. Nogmaals mijn dank voor uw inzet voor die grensoverschrijdende mobiliteit.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik heb nog een aantal bemerkingen.
Het antwoord op mijn laatste schriftelijke vraag over IBO’s was dat er 33 zijn uitgereikt. Dat is echt bijzonder, bijzonder pover en dat ligt niet aan de acties van VDAB. Ik heb even de communicatie van Pôle emploi nagekeken en ik zie nergens iets over de mogelijkheid van IBO. Ik weet niet waarom, want bij Pôle emploi is er wel een zeer grote bereidheid om samen te werken met VDAB. Ik denk dat het eerder te maken heeft met de efficiëntie van de Franse overheid en de manier van werken dan het te maken heeft met goede wil. VDAB zou een krachtig signaal aan Pôle emploi moeten geven dat de cijfers moeten worden verbeterd en dat het beter bekend moet worden gemaakt. Ik ga ervan uit dat heel veel werkgevers uit Vlaanderen en West-Vlaanderen in het bijzonder staan te springen om Franse IBO’ers aan te nemen.
Het is goed dat het Interreg V-project er komt, want het zorgt voor de continuïteit van een aantal goede zaken die in de EURES Channel-structuur vervat zaten. Het betreft de financiering van de jaarlijkse ‘Besoins en Main-d’Oeuvre’ (BMO), een onderzoek van Pôle emploi bij werkgevers in Henegouwen, West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk over het aanbod enerzijds – het aantal werkkrachten – en anderzijds de knelpuntberoepen in de drie regio’s. Voor West-Vlaanderen was dat vrij grappig: alles was een knelpuntberoep. Er waren een aantal leuke conclusies. In Noord-Frankrijk was er een overschot aan clarkchauffeurs en in West-Vlaanderen was er een enorme schaarste. Dat liet via gerichte acties een beleid op maat toe. Vandaar mijn oproep om zoiets als BMO te behouden in die nieuwe projecten of in die spin-offs van die projecten.
De gemengde teams zijn een goede zaak. Het zou goed zijn dat er ook een Frans-Vlaamse équipe mixte zou komen. Net zoiets laat toe dat IBO-maatregelen die openstaan voor Fransen beter zouden worden gecommuniceerd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.