Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord
December was een bijzonder belangrijke maand om verschillende redenen, onder andere omdat er zowel op Belgisch als op wereldwijd niveau klimaatakkoorden zijn gesloten. Het Belgisch klimaatakkoord verdeelt de ambities en doelstellingen over het te voeren klimaatbeleid in België tussen de gewesten en de federale overheid tot 2020. Er zullen nog heel wat gezamenlijke inspanningen en concrete maatregelen nodig zijn om die doelstellingen waar te maken.
In Parijs is het Paris Agreement, het wereldwijde klimaatakkoord, gesloten met het streefdoel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad Celsius. De bedoeling is dat dit een juridisch bindend akkoord is met een concrete opvolging om de vijf jaar van het gevoerde beleid van de individuele lidstaten.
Uiteraard schakelt Vlaanderen zich in in het Europese beleid met de ambitie om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen met 40 procent tegen 2030 in vergelijking met het niveau van 1990. Dat alles zal moeten resulteren in een heel concreet en sterk Vlaams en Belgisch klimaatbeleid. De regering heeft al aangekondigd opnieuw aan te knopen met de traditie om een klimaattop te organiseren. In het verleden zijn ook al klimaatconferenties georganiseerd om ervoor te zorgen dat er een breed draagvlak is in onze samenleving voor het te voeren beleid. Het is belangrijk dat we dat ook nu opnieuw doen. Tegelijk is het nodig dat er een brede aanpak, een brede agenda is van het te voeren klimaatbeleid. Uiteraard gaat het niet alleen over energie en klimaat, maar ook over huisvesting, mobiliteit en economie die eveneens belangrijke hefbomen hebben om de doelstellingen mee waar te maken.
Minister, op welke manier en met welke maatregelen zal Vlaanderen de doelstellingen van Parijs en van het Belgische klimaatbeleid omzetten in concreet beleid? Die klimaattop moet daar een momentum voor worden. Hoe zal die worden georganiseerd?
Hoe plant u in functie van het verdere beleid 2021-2030 de opmaak van het Vlaams energie- en klimaatbeleidsplan dat u in uw beleidsbrief hebt aangekondigd? Welke concrete topics plant u en hoe zult u uw collega’s uit de Vlaamse Regering daarbij betrekken?
Het intra-Belgische klimaatakkoord dat nu is gesloten, heeft jarenlange onderhandelingen gevergd. Het zou de bedoeling moeten zijn om hier efficiënter mee om te gaan in de toekomst. Zijn er al gesprekken gepland met de andere deelstaten en met de federale overheid over het te voeren beleid na 2020?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, uiteraard zullen wij onze engagementen volledig inschakelen in wat er op Europees vlak is afgesproken. Het is trouwens zo dat Europa voor de klimaattop in Parijs ook zelf duidelijk had gemaakt wat de bijdrage van Europa zal zijn, met name een reductie tegen 2030 van de broeikasgasuitstoot met minstens 40 procent ten opzichte van 1990. Dat zal worden bereiken door een reductie van 44 procent in de ETS-sectoren (emissions trading scheme) en een reductie van 30 procent in de niet-ETS-sectoren.
De niet-ETS-doelstelling moet nog worden vertaald in bindende doelstellingen voor de Europese lidstaten.
De transitie naar een koolstofarme economie is een van de vijf doelstellingen van de Europese energie-unie, naast energie-efficiëntie, een geïntegreerde energiemarkt, bevoorradingszekerheid en -onderzoek, innovatie en competitiviteit. Men kiest dus resoluut voor een geïntegreerde aanpak van klimaat- en energiebeleid. De lidstaten moeten daarom ook geïntegreerde energie- en klimaatbeleidsplannen opstellen voor de periode 2021-2030. Een eerste ontwerp moet in de loop van 2017 worden overgemaakt.
We stemmen goed af tussen de gewesten en de federale overheid om een dergelijk plan op te maken. Daartoe zullen de gebruikelijke fora worden aangewend: het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM), het Energieoverleg tussen de gewesten en de staat (ENOVER) en de Nationale Klimaatcommissie.
Een verdeling van de doelstellingen over de periode 2021-2030 tussen de verschillende overheden kan pas gebeuren wanneer de Belgische doelstellingen in het kader van de Europese besluitvorming bekend zijn. Zodra wij over die informatie beschikken, kunnen wij daaraan ook concreet invulling geven.
Momenteel wordt die Vlaamse klimaattop voorbereid. De extra maatregelen moeten bijdragen aan een aangescherpte Vlaamse broeikasgasreductie, die we willen realiseren tegen 2020, met een doorkijk naar 2030.
In december is er aan alle collega’s binnen de Vlaamse Regering gevraagd om binnen hun eigen bevoegdheden een lijst te maken van de extra maatregelen die kunnen worden genomen. Op korte termijn zullen zij daarvan een overzicht bezorgen. Dan zullen wij samen met alle collega’s afspreken hoe wij alle verschillende stakeholders zullen betrekken. Het samenbrengen van al die contributies, ‘pledges’ of bijkomende maatregelen moet uitmonden in de Vlaamse klimaattop. Uiteraard moeten we daarvoor verschillende innovatieve en creatieve Vlaamse initiatieven in een positief daglicht kunnen stellen. Op die manier willen we het Vlaams Klimaatbeleidsplan bijkomend versterken en een voorbereiding starten voor de periode 2020-2030.
Het wordt dus met overtuiging een voorjaar vol klimaat, mijnheer Bothuyne, samen met de voltallige Vlaamse Regering, maar ook met alle stakeholders en het ruime middenveld.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, een voorjaar vol klimaat kondigt heel wat jaren vol klimaat aan. Ik denk dat de regering de juiste klemtoon legt met het geïntegreerd beleid, een Vlaams klimaat- en energiebeleidsplan. Ik kijk dan ook uit naar de ‘pledges’ van uw collega’s, van de verantwoordelijken voor huisvesting, mobiliteit, economie, landbouw en andere belangrijke sectoren die een bijdrage kunnen leveren voor het te voeren Vlaams klimaatbeleid.
U hebt het over “heel binnenkort”. Wat moeten we verstaan onder de timing die u wilt volgen? Op welk moment kan dit in het parlement aan bod komen?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, het is mij niet helemaal duidelijk hoe die Vlaamse klimaattop zal functioneren. Misschien is het ook gewoon helemaal nog niet duidelijk. Maar wat is eigenlijk de bedoeling? Zal men per sector actoren verzamelen en bekijken hoe men bijkomende reducties kan genereren en gaan die dan naar de regering? Is dat het mechanisme dat men voor ogen heeft of is er een andere werkwijze? Ik zou daarover graag meer klaarheid hebben. Ik neem aan dat het een kwestie is van weken of maximum maanden vooraleer die klimaattop van start gaat. Het werd alleszins aangekondigd als een initiatief op korte termijn.
Wat de periode 2020-2030 betreft, is het nu uitkijken naar de Europese verdeling. Ik had begrepen dat die ongeveer halverwege 2016 wordt verwacht, zodat de Belgische entiteit weet waar die aan toe is. Klopt dat? Kunt u iets meer zeggen over de timing? Is er daarover al een Europese Raad vastgelegd? Kunt u daarover iets meer vertellen?
De heer Vandaele heeft het woord.
Net zoals de heer Bothuyne waren wij zeer tevreden dat er uiteindelijk een zo betaalbaar en haalbaar mogelijk intra-Belgisch akkoord is gekomen over de verdeling van de lasten en lusten. Dat is een belangrijke stap. De klimaattop die u aankondigt, minister, sluit daar zeker bij aan en kan nuttig zijn.
Mijnheer Bothuyne, ik vond u in uw jeugdige overmoed zeer ongeduldig, want u wilt nu al weten wat we zullen doen tussen 2020 en 2030. We wachten inderdaad op wat Europa van ons verwacht. Op het ogenblik dat we dat weten, moeten we daarvan met bekwame spoed werk maken en bekijken hoe we dat implementeren.
Minister, betrokkenheid van de verschillende sectoren en de verschillende bevoegdheden waarnaar de heer Bothuyne verwees, is een belangrijk element, ook voor de realisatie en het draagvlak van het hele klimaatplan. In het verleden is die tred ook ingezet met een klimaattop. Dat heeft toen zijn vruchten afgeworpen. Ik wil mijn waardering uitspreken omdat u de piste van de klimaattop waarvoor u in het verleden hebt gekozen, voortzet in de toekomst. Dat kan namelijk voor het nodige draagvlak en extra daadkracht zorgen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, de vorige klimaatbeleidsplannen zijn allemaal tot stand gekomen na klimaatconferenties die heel uitvoerig en breed een consultatie inhielden met alle betrokken actoren: van de Bond Beter Leefmilieu (BBL), Natuurpunt tot de gemeenten, provincies, verschillende bevoegdheidssectoren en het buitenland. Er zijn dus verschillende grote conferenties voorafgegaan aan het huidige klimaatbeleidsplan. We hernemen dat nu.
Wat is anders aan de huidige aanpak? In de loop van januari verwachten we de ‘pledges’ van alle verschillende beleidsdomeinen. We hebben op Vlaams niveau de Europese aanpak gehanteerd. De VN zei toen tegen de verschillende actoren: vertel wat je wilt doen en leg de ‘pledges’ op tafel. Dat hebben we nu ook gehanteerd op Vlaams niveau. In de loop van januari verwacht ik van de verschillende bevoegde ministers wat ze concreet willen doen aan maatregelen om de uitstoot nog te verminderen: van energie tot landbouw, economie, innovatie, mobiliteit, wonen enzovoort. Al die verschillende bevoegdheden zullen in de loop van januari met heel concrete voorstellen moeten komen. We zullen die samenleggen en zien wat daarvan het resultaat is. Mijnheer Sanctorum, dan zullen wij ook in januari afspreken hoe wij die inspraak van dat ruime middenveld, van al die verschillende actoren, zullen regelen.
We kunnen dat op twee manieren doen: we kunnen het globaal doen, voor het geheel, of we kunnen het op basis van bevoegdheden doen. Maar die concrete uitwerking moeten we in de loop van januari nog verder bekijken binnen de Vlaamse Regering. We zullen dat doen op het moment dat die ‘pledges’ ook op tafel liggen.
De Europese Commissie heeft aangekondigd dat ze in maart met een voorstel zou komen over de verdeling tussen de verschillende lidstaten. Dat is een moment om naar uit te kijken. We zullen zien wat er dan op tafel wordt gelegd. Daarna moeten we dan inderdaad verder aan de slag gaan.
Ik blijf erbij dat we er eens over moeten nadenken of we niet naar een vaste verdeelsleutel moeten gaan voor dergelijke afspraken. Dat zou ons veel ellende besparen. Ik blijf daar voorstander van. Misschien moeten wij dat debat eens opstarten binnen België, om te kijken of we daar geen vaste verdeelsleutel op kunnen kleven, zodat we in de toekomst niet telkens helemaal opnieuw moeten beginnen en niet telkens weer die moeizame onderhandelingen moeten doorlopen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
We kijken uiteraard uit naar de ‘pledges’ van uw collega’s, die dan deze maand geformuleerd zullen moeten worden. Ik hoop dat die voldoende ambitieus zijn om onze engagementen waar te kunnen maken. Iedereen is blij met het Belgische klimaatakkoord. Iedereen juicht het akkoord van Parijs toe. Het is belangrijk dat we hier als Vlaanderen het goede voorbeeld geven en dat alle verantwoordelijke Vlaamse ministers ook een ambitieus beleid uittekenen in dezen.
Wat het intra-Belgische verhaal betreft, denk ik dat een vaste verdeelsleutel, waar dan uiteraard ook nog over onderhandeld zal moeten worden, inderdaad een goed idee is, want inzake klimaatbeleid zijn we zeker nog niet aan het einde van het verhaal, maar veeleer aan het begin van een klimaatbeleid dat nodig is voor ons land, voor onze regio en voor Europa.
De vraag om uitleg is afgehandeld.