Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik woon in het mooie Waasland, dat grote delen van Vlaanderen voorziet van elektriciteit. Mijn vraag is ingegeven door de conclusies van een recent onderzoek van wetenschappers van het Federaal Agentschap voor de Nucleaire Controle (FANC). Zij raden aan om de veiligheidsmaatregelen na een nucleair ongeval te verscherpen. Ons nucleaire noodplan moet worden herzien, na de kernramp in Fukushima. Ook zouden jodiumtabletten, die beschermen tegen schildklierkanker, in het hele land beschikbaar moeten zijn. Nu is dat beperkt tot een zone van 20 kilometer rond een centrale. Als er zich een nucleaire ramp zou voordoen, dan is men veilig na de inname van jodiumtabletten, zo wordt gezegd. Dat is natuurlijk niet waar. De berichtgeving is ook niet altijd correct. In Frankrijk is een deel van een uitgegraven grot ingestort. Ooit moet daarin een nucleair laboratorium worden ondergebracht. Maar in de kranten was al sprake van een nucleair incident!
Uit een rondvraag van de journalisten van De Redactie blijkt dat inwoners die in een straal van 20 kilometer rond een kerncentrale wonen, te weinig op de hoogte zijn van het gebruik van jodiumtabletten. 3 op 25 gecontacteerde scholen – het gaat dus over veel leerlingen en leerkrachten – hebben geen jodiumtabletten in voorraad en blijken ook niet goed te zijn geïnformeerd over de inname van jodiumtabletten of over wat er moet gebeuren wanneer zich een nucleair incident voordoet. Jodiumtabletten kunnen zeker voor kinderen nuttig zijn bij een kernincident. Bij inname kunnen ze hen immers beschermen tegen schildklierkanker. Informatiecampagnes over jodiumtabletten worden om de vijf jaar georganiseerd, onder de verantwoordelijkheid van het departement Binnenlandse Zaken. Het FANC werkt wel mee aan de campagnes en formuleert hierover aanbevelingen.
Hoe reageert u als minister van Onderwijs op de alarmerende cijfers die bij de rondvraag bij scholen naar voor kwamen? Zult u de scholen die in een straal van 20 kilometer rond een kerncentrale gelegen zijn, met een algemene mededeling informeren? Of zult u dat Vlaanderenbreed aanpakken, gezien het advies om in een straal van 100 kilometer op te treden? Is hierover voorzien in overleg met Binnenlandse Zaken? Zo ja, zult u dat binnenkort inplannen?
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, collega's, de resultaten van de bevraging door journalisten van De Redactie staan haaks op de ervaringen met oefeningen inzake nucleaire rampen zoals die al plaatsvonden rond de kernreactor van Doel in april 2010. Deze oefeningen wekten de indruk dat scholen heel goed weten wat er moet gebeuren en met wie ze daarvoor moeten samenwerken. De cijfers van De Redactie tonen volgens mij toch wel aan dat regelmatig herhalen van wat er in het kader van nucleaire rampen moet gebeuren nodig is. Het is zoals EHBO-cursussen: die moet men geregeld herhalen, zo niet vergeet men de lessen. Ik heb mijn administratie dan ook verzocht om dit in hun overleg met de collega’s van Binnenlandse Zaken ter sprake te brengen.
Ik beantwoord uw tweede en derde vraag samen. Op 3 november 2015 is nog overlegd tussen mijn administratie en het crisiscentrum van de federale overheid. Tijdens dit overleg werd nagegaan welke bijkomende maatregelen – voortbouwend op de al bestaande stappen inzake noodplanning van de federale overheid – door Onderwijs nog kunnen worden versterkt. Er is afgesproken om extra informatie ten behoeve van alle scholen uit te werken. Concreet is reeds bepaald dat het intern noodplan scholen en internaten – zie daarvoor de website www.ond.vlaanderen.be/welzijn/veiligheid - aangevuld wordt met concrete informatie over nucleaire noodplanning. Voorts zullen we nagaan hoe Onderwijs de contactgegevens van scholen sneller ter beschikking kan stellen wanneer een ramp zich voordoet en scholen ook na de schooluren op de hoogte moeten worden gebracht.
We worden overigens ervaringsdeskundigen inzake het na de schooluren op de hoogte brengen van scholen, denk maar aan wat er enkele weken geleden gebeurde met het optrekken van de dreigingsniveaus. Hiertoe plannen we op korte termijn overleg met de vertegenwoordigers van scholen en personeelsleden. Het doel is het gebruik van de databank die bij de uitbraak van de grieppandemie werd aangelegd te mogen uitbreiden naar noodsituaties die worden gecoördineerd door het Federaal Crisiscentrum. Ik denk dan aan nucleaire rampen en terreurdreigingen. Deze databank mag enkel aan Volksgezondheid worden bezorgd wanneer er zich een pandemie voordoet en directies snel verwittigd moeten worden van genomen maatregelen. We onderzoeken nu dus of we die ook niet in andere gevallen kunnen aanwenden.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik dank u voor het antwoord, minister. Ik hoor u twee belangrijke zaken zeggen. Een: u zult dat toevoegen aan de noodplanning ten behoeve van het welzijn van scholen. Twee: u wilt die databank ook gebruiken bij andere situaties. Ik heb in dat verband enkele suggesties. U hebt het over nucleaire incidenten enerzijds en terrorisme anderzijds. In Vlaanderen zijn ook heel wat Sevesobedrijven gevestigd. Elk incident vereist wel een specifieke aanpak. We moeten dus ook bekijken hoe het zit met mogelijke problemen met de Sevesobedrijven, of met kettingreacties waar die bij betrokken zouden kunnen worden.
Herhaling is inderdaad nodig. In China en Japan wordt bijna continu geoefend voor mogelijke rampen, men zit daar met een groot aardbevingsgevaar. Scholen die geen branduitgangen hebben maar om de drie maanden een evacuatieoefening doen, slagen daardoor in een snelle evacuatie.
Nog een technisch punt. In veel scholen wordt voorzien in ventilatiesystemen. Als men ramen en deuren sluit om de kinderen te beschermen in geval van een incident, hetzij nucleair hetzij Seveso, en binnen te houden, maar het ventilatiesysteem blijft vrolijk draaien, dan is het effect wel weg. Dat moet in de richtlijnen staan.
We willen de schoolgebouwen multifunctioneel inzetten. Dan zijn er voor en na de reguliere lestijden ook mensen aanwezig. Dan zouden die jodiumtabletten ook voor hen ter beschikking moeten zijn, en dan zouden ze de ventilatie moeten kunnen uitschakelen. We moeten die procedure herbekijken in het licht van deze evolutie naar de multifunctionele school.
We moeten de ouders beter informeren. In de richtlijnen rond een nucleair incident staat voor de ouders heel duidelijk: haal uw kinderen niet af van school. De bedoeling is te weten waar de kinderen zijn en chaos te vermijden. We moeten dus niet alleen de scholen maar ook de ouders betrekken bij de informatie rond incidenten.
Ik neem aan dat u dat allemaal meeneemt in uw overleg met de betrokken diensten.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Ik zal ook met een gedicht beginnen.
Slaap maar, zeg ik
tegen een dochter die allang slaapt
en daar wakker van wordt.
Het onweert. Misschien wil ik wel
dat zij bang is, dan kan ik vader zijn.
Maar ik kan niets anders dan samen met haar
niets kunnen.
Zoals woorden. De dingen gebeuren.
Zonder woorden zouden ze ook gebeuren.
Maar dan zonder woorden.
Dit is een gedicht van Herman de Coninck.
De vraag van de heer Daniëls is terecht. Men zou de jodiumtabletten ‘landsbreed’ gaan verspreiden. Ik geef u een getuigenis van een plaats waar men allang ervaring heeft met de tabletten. Binnen een bepaalde straal van een nucleaire activiteit moeten mensen jodiumtabletten in huis hebben, maar ook op werkplekken en in de scholen. Dit is geen nieuw thema. Het wordt nu uitgebreid.
De mensen moeten wel weten waarvoor de tabletten dienen. Ze moeten ook beseffen waarvoor ze niet dienen. Jodium moet men innemen als er besmet jodium is vrijgekomen. Het verzadigt de schildklier zodat die geen besmet jodium kan opnemen, maar het is geen bescherming tegen nucleaire straling of besmetting.
We hebben pas nog een serieuze oefening gehad op het terrein rond een nucleair incident. Alle aandacht gaat dan naar de plekken waar mensen aanwezig zijn, actief zijn of werken, maar ook naar de scholen. Het is een probleem, bij zulke oefeningen zijn de mensen onvoldoende geïnformeerd. Ouders willen hun kinderen afhalen. Wat moeten ze doen als ze moeten binnenblijven? De kinderen moeten dan in de school blijven en dergelijke. Laat ons vooral hopen dat het nooit realiteit wordt, en dat is altijd mijn discours, maar we moeten voorbereid zijn. In de rampenplannen, ook van de federale en lokale overheden en van de provincies, moet men ervoor zorgen dat de nodige informatie naar de scholen gaat.
In de onmiddellijke omgeving van nucleaire en Sevesobedrijven heeft men toch wel enige expertise ter zake opgebouwd. Veel scholen kennen de nodige richtlijnen. Ik wil daarmee niets afdoen aan de vraagstelling.
De heer De Meyer heeft het woord.
Toen ik de vraag om uitleg las, dacht ik dat de N-VA ging pleiten om Binnenlandse Zaken en Veiligheid over te hevelen naar Vlaanderen. (Opmerkingen van Kris Van Dijck)
Minister, uw antwoord heeft mij gerustgesteld. Gelukkig hebben we veel directies met gezond verstand en verantwoordelijkheidsbesef. Zij weten welke richtlijnen ze moeten volgen. In de regio organiseren heel wat gemeenten – in overleg – heel wat oefeningen en wordt er gelukkig gecommuniceerd met de scholen.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Mijn gedichtje komt uit een gedichtenbundel van Bart Moeyaert, 'Gedichten voor gelukkige mensen'.
Nu
Ik adem niet, ik zing.
zelfs als ik zucht, klinkt het
per ongeluk alsof ik
een paar noten neurie
die me vannacht, terwijl
ik sliep, zijn voorgezongen.
Het is alsof de lucht
mijn deken is en ik
mijn hoofd het liefst
te rusten leg op het kussen
van mijn longen, de plek
waar ik mijn hartslag hoor
in vierkwartsmaat:
dat ik besta, dat ik besta.
Voorzitter, minister, geachte leden, veel hangt inderdaad ook af van de lokale besturen. Beveren heeft zowel de kerncentrale als de Sevesobedrijven. Ik kan wel spreken voor de gemeente: wij leggen heel nauwe contacten met de scholen, met de bedrijven. Wat de jodiumtabletten betreft, we hebben die vraag deze week van de oppositie gekregen tijdens onze gemeenteraadszitting. De heer Daniëls was toen aanwezig. Er is inderdaad de hiaat dat dit niet genoeg op onze website stond, dus we gaan dat zeker aanpassen, want dat lijkt me belangrijk. Ouders moeten weten wat ze moeten doen in verband met die jodiumtabletten. Het lijkt me dus belangrijk dat die combinatie met de lokale besturen, de scholen, de bedrijven goed loopt. We hebben in Beveren een systeem waarbij iedereen via sms op de hoogte wordt gebracht. Ik kan u verzekeren dat ook wij in Beveren heel alert zijn en die problematiek zo veel mogelijk opvolgen.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik heb eigenlijk niet zo veel toe te voegen aan al die reacties. Ik wil er alleen op wijzen dat we het goede dat er is, ook niet mogen weggeven. Ik hoor hier heel veel geëngageerde antwoorden. Ik hoor leden zeggen dat hier al goed en hard aan wordt gewerkt. Ik vind dus niet dat we nu het warm water opnieuw moeten uitvinden.
Wat Sevesobedrijven betreft, wil ik nog meegeven dat dit ook vrij goed is geregeld in de rampenplannen van de provincies. Er is sprake van een hele cascade, met de gouverneur en de burgemeesters. Ook scholen worden daar op een bepaalde manier verwittigd. Ik ga daar dus ook niet op ingrijpen. Wel willen we bekijken hoe we de databanken die we toch al hebben, als dat nodig is beter kunnen inzetten.
De heer Daniëls heeft het woord.
Mij gaat het vooral over de stroomlijning van de informatie. Die planning met betrekking tot bepaalde zaken moet eigenlijk overal dezelfde zijn, ongeacht of leerkrachten nu in school A of in school B staan, onafhankelijk van het gemeentebestuur. Er liggen immers natuurlijk wel meer gemeenten binnen die 20 kilometer, en als er sprake is van 100 kilometer, dan liggen daar nog wel veel meer andere bedrijven binnen. Mijn opmerking in verband met Seveso gaat ook over het feit dat het duidelijk moet zijn wat men moet doen en in welke situatie men dat moet doen. Elkeen heeft een andere procedure. We moeten ter zake zorgen voor een betere stroomlijning van de informatie, zodat mensen bij het afgaan van een sirene voor een incident in een Sevesobedrijf geen jodiumtabletten beginnen te geven aan de kinderen. Zoals collega Van Dijck zei, als er geen radioactief jodium vrijkomt, heeft het geen nut om jodiumtabletten te geven.
Daarnet had ik het al over de multifunctionele inzet van gebouwen. We moeten er ook eens over nadenken hoe we die mensen daarbij kunnen betrekken. Wat de verdeling van de jodiumtabletten betreft, zijn ook de leerlingenfluctuaties niet onbelangrijk. Zo zijn er in de regio waar ik woon, het Waasland, heel wat OKAN-kinderen (onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers) bijgekomen. Dat fluctueert in die scholen. Er is een groei in het lager onderwijs en een daling in het secundair onderwijs. Worden die tabletten aangevuld? Wordt er rekening gehouden met leerlingenfluctuaties? Stel dat het nodig is om jodiumtabellen te geven, dan zou het wel goed zijn dat we er voor iedereen hebben, dat we er niet te weinig hebben. Ook dat moet dus nog eens expliciet worden meegenomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.