Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Sedert 30 juni zijn alle hulp- en dienstverleningsactiviteiten in het kader van het Strategisch Plan in de gevangenis van Sint-Gillis stopgezet. Deze situatie duurt al maanden en dreigt nog langer aan te slepen. Dat heeft heel wat gevolgen voor de gedetineerden en kan bovendien gevolgen hebben voor hun re-integratie, aangezien rechters vaak vormingen of cursussen opleggen in functie van een vervroegde vrijlating. Zonder vorming, opleiding of onderwijs tijdens de detentie worden de kansen op re-integratie na de vrijlating gehypothekeerd.
Sedert 2006 vormt het Strategisch Plan Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden het kader waarbinnen partners van zes beleidsdomeinen van de Vlaamse Gemeenschap het beleid betreffende de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden kunnen uittekenen en verfijnen. Hierdoor wordt het recht van gedetineerden op hulp- en dienstverlening, met het oog op een volwaardig en menswaardig leven tijdens de detentie en vooral volwaardige kansen op re-integratie in de samenleving, gewaarborgd.
Het is dus belangrijk dat de gedetineerden tijdens hun periode van opsluiting voldoende perspectieven krijgen op re-integratie in de samenleving. Na de opsluiting keren ze immers terug in de samenleving. Meestal is dit een moeilijke stap, die de nodige voorbereiding vraagt. Om een volwaardig en goed uitgebouwd hulp- en dienstverleningsaanbod aan te bieden voor gedetineerden, is er dus op het niveau van de gevangenissen een structurele samenwerking nodig tussen alle betrokken partners. Net daarom is het onverantwoord dat deze activiteiten sinds 30 juni 2015 zijn afgeschaft in de gevangenis van Sint-Gillis.
Minister, hebt u reeds een antwoord ontvangen op de brief die u aan uw federale collega van Justitie schreef om de zaak aan te kaarten? Zo ja, welke argumenten en mogelijke oplossingen bevatten dit antwoord? Hebt u er zicht op of deze situatie ook dreigt in andere Vlaamse gevangenissen? Op welke manier kan dit voorkomen worden? Op welke manier kunnen de activiteiten zo snel mogelijk terug opgestart worden in de gevangenis van Sint-Gillis? Gelet op de bevoegdheidsverdeling, welke eisen kan de Vlaamse Gemeenschap stellen aan de federale overheid om haar bevoegdheden in het kader van het Strategisch Plan Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden te kunnen uitoefenen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Sinds de zomervakantie werden de regimeactiviteiten in de gevangenis van Sint-Gillis inderdaad aangepast, waardoor de collectieve activiteiten niet meer kunnen plaatsvinden. Deze maatregel werd na sociaal overleg noodgedwongen ingevoerd omdat door het personeelstekort in deze inrichting naar aanleiding van de lopende besparingsronde op personeelsniveau de penitentiaire veiligheid niet kan worden verzekerd. Er werden een aantal maatregelen uitgewerkt zoals de transfers van gedetineerden en gevangenispersoneel vanuit de gevangenis van Vorst en bijkomende aanwervingen van penitentiair personeel. Deze maatregelen moeten ertoe leiden dat de collectieve activiteiten kunnen heropstarten. De beleidscel van de minister van Justitie heeft ons bevestigd dat het antwoordschrijven onderweg is, nu de bijkomende aanwervingen hun formele goedkeuring hebben gekregen.
Momenteel is er bij het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen, zoals in alle federale overheidsdiensten, een besparingsoefening bezig. Er dient 10 procent bespaard te worden op het personeelsbudget en 20 procent op de werkingsmiddelen. Per gevangenis wordt gekeken op welke wijze deze budgettaire inspanningen kunnen worden geleverd. Dit leidt tot een krappe personeelsbezetting in een aantal inrichtingen, zeker waar er een groot ziekteverzuim is.
In enkele inrichtingen heeft dit de voorbije maanden tot tijdelijke vakbondsacties en soms tot aanpassingen aan het werkregime geleid. Enkel in Sint-Gillis heeft dit gevolg gehad dat het volledige groepsaanbod werd geschrapt en dat dit voor lange tijd wordt bestendigd. Nu de besparingsoefeningen concreter worden, stijgt de sociale onrust, waarvoor we begrip hebben. De minister van Justitie en zijn diensten doen al het mogelijke om het overleg met de vakbonden te bestendigen.
De Vlaamse beleidscoördinatoren hulp- en dienstverlening worden op de hoogte gehouden van het overleg met het gevangenispersoneel en hebben op de meeste plaatsen ook een goede samenwerking met de gevangenisdirectie. Men staat voor de uitdaging om de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening te bestendigen en verder uit te bouwen in een gevangenisregime dat ten gevolge van de besparingen bij Justitie dient te worden aangepast. We delen met u de overtuiging dat een kwalitatieve hulp- en dienstverlening een recht is van elke gedetineerde en zijn kansen op re-integratie verhoogt. Het leidt bovendien tot een beter leefklimaat in de gevangenis, wat ook de werkomstandigheden ten goede komt. Een goed overleg tussen mijn administratie en het directoraat-generaal is dan ook cruciaal.
We zijn afhankelijk van het overleg tussen directie en personeel van het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen. De organisaties zijn bereid hun aanbod zo vlug mogelijk terug op te starten. De Vlaamse beleidscoördinator van de Brusselse gevangenissen stelt zich ook constructief op in de gesprekken om creatieve oplossingen te vinden en – in de mate van het mogelijke en wenselijke – tegemoet te komen aan de vragen van het gevangenispersoneel.
Door de huidige situatie hebben de centra voor volwassenonderwijs wel beslist dat ze dit schooljaar geen onderwijsaanbod meer kunnen inplannen in Sint-Gillis. Een deel van het aanbod werd wel verplaatst naar de gevangenissen van Vorst en Berkendael.
De principes van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden vinden hun grond in de basiswet van 2005, het decreet betreffende de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden van 2013 en in het samenwerkingsakkoord van 1 oktober 2014. De huidige situatie is het gevolg van vakbondsacties in het kader van de besparingsoefening die ook aan het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen werden opgelegd. Dit belet niet dat ik in het overleg met mijn federale collega, de minister van Justitie, steeds de aandacht vestig op de mogelijke consequenties van de besparingsoefening. Ik kan zeggen dat zowel op politiek niveau als op niveau van de centrale administratie van het gevangeniswezen steeds het belang van hulp- en dienstverlening wordt onderschreven en dat ik geen intenties hoor om het aanbod af te bouwen.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, het is goed te vernemen dat er een gedeeltelijke oplossing is voor de gevangenis van Sint-Gillis. Ik heb overigens net als u alle begrip voor de moeilijke situaties in de penitentiaire instellingen. Het is ook goed dat u niet alleen telkens het belang van de hulp- en dienstverlening benadrukt. Dat werpt ook vruchten af. Ik vind het ook positief te vernemen dat de Vlaamse beleidscoördinatoren worden betrokken bij alles wat daar gebeurt. Het is iets dat blijvend in de gaten moet worden gehouden, vooral nu de besparingen heel concreet worden. Ik zie hier een taak voor de Vlaamse Gemeenschap om dit beleid te verdedigen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.