Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Huisartsen worden regelmatig het slachtoffer van geweld. Zij zijn niet de enige zorgverleners. Ook apothekers en artsen in spoedgevallendiensten zijn regelmatig slachtoffer. Uit cijfers van de minister van Binnenlandse Zaken bleek dat er tussen 2009 en 2011 21.151 gevallen waren van agressie tegen zorgverleners. De meeste agressie tegen huisartsen treedt op tijdens de klassieke uren van consultatie of huisbezoeken, dikwijls in de eigen patiëntenpopulatie.
Naar aanleiding van de moord op een huisarts in Ingelmunster vraagt de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS) en Domus Medica een alarmsysteem, waarbij artsen door een druk op een knop de lokale politie kunnen verwittigen dat zij hulp nodig hebben. In het verleden werden blijkbaar al meerdere lokale initiatieven opgestart om artsen tijdens hun dagelijkse praktijkuitoefening de mogelijkheid van een alarmsignaal aan te bieden, maar die initiatieven bleven blijkbaar niet operationeel omdat er te weinig steun werd gevonden vanuit de overheid, hetzij vanuit de politie, hetzij vanuit de gemeenschappen. Minister Jambon heeft verklaard te werken aan een regeling.
Naast een veiligheidssysteem waarbij de politie gemakkelijk kan worden opgeroepen en waarvoor de federale overheid bevoegd is, is het ook belangrijk dat de overheid artsen instrumenten aanreikt om met geweld om te gaan. Eerst en vooral lijken opleidingen rond conflictbeheersing een eerste goede stap. Hoe ga ik als arts om met verbaal geweld in mijn praktijk? Ook op het vlak van de inrichting van de praktijk zijn er mogelijkheden. Er zijn heel wat voorbeelden: geen voorwerpen plaatsen in de praktijk die breekbaar zijn en op die wijze een wapen kunnen vormen voor de potentieel gewelddadige patiënt, de praktijkruimte zo inrichten dat er een vluchtroute is in geval van geweld, het voorzien van een camera zodat de arts kan zien wie binnenkomt en wat zich afspeelt in de wachtkamer enzovoort.
Minister, bent u in samenwerking met de federale overheid bereid om werk te maken van een pakket van maatregelen, zowel preventief als curatief, voor vormen van geweld ten aanzien van artsen, zoals opleidingen inzake conflictbeheersing, tips voor de inrichting van een praktijk en het tot stand komen van een stil alarm?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Zoals u zelf aangeeft, ligt een groot deel van de bevoegdheid bij de minister van Binnenlandse Zaken, wat betreft het element veiligheid, maar ook bij de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, die verantwoordelijk is voor alle aspecten die te maken hebben met de uitoefening van het gezondheidszorgberoep. De verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid is in dezen beperkt tot de bevoegdheid over de huisartsenkringen. Vanzelfsprekend willen wij met de federale overheid samenwerken, binnen het kader van onze bevoegdheid, om een pakket van maatregelen uit te werken.
De huisartsenkringen kunnen wel degelijk een rol opnemen op het vlak van veiligheid en preventie van geweld. Een aantal is op dat vlak trouwens al actief. Alle huisartsenkringen ontvangen een werkingssubsidie van 0,2260 euro per inwoner van de huisartsenzone. Daarnaast kunnen de huisartsenkringen, in het kader van de organisatie van de wachtdienst, voor het operationeel maken van een systeem van centraal oproepnummer een aanvullende financiering krijgen van 0,1977 euro per inwoner van de huisartsenzone.
De voorwaarden voor de financiering van zo’n systeem van centraal oproepnummer zijn onder andere: de centrale moet bemand zijn en moet de hele huisartsenzone omvatten, er wordt een billijke financiële bijdrage in de exploitatiekosten geleverd door de betrokken beroepsbeoefenaars of door andere bronnen, er is een samenwerking met andere beroepsdisciplines op de eerste lijn en er worden initiatieven omtrent de veiligheid van de verstrekker geïmplementeerd. De invulling van deze laatste subsidievoorwaarde gebeurt op een zeer verschillende manier, gaande van een overeenkomst met de politie, tot begeleiding bij bezoeken aan patiënten tijdens de wachtdienst.
De huisartsenkringen beslissen autonoom op welke manier ze deze voorwaarde invullen en hoeveel middelen ze daaraan kunnen of willen besteden. Deze reglementering is al in voege sinds 2003. Nu de Vlaamse overheid door de zesde staatshervorming bevoegd geworden is voor de huisartsenkringen, werd geopteerd voor continuïteit van beleid op de korte termijn. Deze subsidievoorwaarden gelden dus ook vandaag. In 2015 hebben 37 huisartsenkringen, op een totaal van 85, een aanvullende financiering ontvangen voor een operationeel centraal oproepnummer. In 2014 hebben 31 huisartsenkringen zo’n aanvullende financiering ontvangen. De huisartsenkringen die nog geen dergelijke aanvullende financiering ontvangen, kunnen een aanvraag hiervoor doen in 2016.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik heb een vraag in verband met die aanvullende financiering. Kiest die huisartsenkring dan zelf welk systeem hij hanteert? Worden er ook al apps ontwikkeld in dit verband?
Ja, dat kiezen ze zelf. Ik heb er geen kennis van dat kringen met apps werken, maar ik sluit niet uit dat ze dat kunnen. Ik ken er wel die, in combinatie met wat het RIZIV aan mogelijkheden biedt, een chauffeur in de wachtdienst inschakelt.
Mevrouw Croo heeft het woord.
Volgens de Artsenkrant is de app die voor de veiligheid moet zorgen nu in een testfase. Minister Jambon is daarmee bezig, en dat systeem wordt over een paar weken op het federale niveau uitgerold.
De vraag om uitleg is afgehandeld.