Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, u zult zeggen: 'Is hij daar weer?' Inderdaad, ongeveer een jaar geleden heb ik u tijdens een plenaire vergadering kort ondervraagd over de herramingen inzake de ontvangst van de gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting en de problemen die dit kan opleveren voor de Vlaamse gemeenten voor het afleveren van efficiënt begrotingswerk. U erkende toen het probleem, zei dat dit te wijten was aan een latere inkohiering en zou dit verder bespreken met federaal minister Van Overtveldt. Om een probleem op te lossen, moet men op dezelfde nagel blijven kloppen en dat doe ik dan bij deze.
Ik wil het belang onderstrepen van juiste ramingen voor de langetermijnvisie van de gemeenten. Met de beleids- en beheerscyclus (BBC) is het begrotingsverhaal voor de gemeenten een pak strikter en ook meer toekomstgericht geworden. Ik juich toe dat we verder kijken dan onze neus lang is, maar we moeten dan wel over de juiste bedragen beschikken.
Op 5 november kreeg mijn eigen gemeente de mededeling dat de inkomsten voor 2015 150.000 euro lager liggen en dat er voor 2016 een stijging is van 12 procent. Op die dag valt die brief in de bus op het gemeentehuis. Voor een gemeente die behoorlijk werk probeert te doen, is dat erg laat. Gisterenavond is op de gemeenteraad de begroting goedgekeurd. Op 9 november is binnen het schepencollege de begroting, waar we al twee maanden aan bezig waren, afgesloten. De herraming die dan binnenkomt, kan in het budget voor 2016 niet meer worden opgenomen. Het startbudget vertrekt van het eindresultaat van 2015. Hadden we dus van een juiste positie willen vertrekken, dan hadden we op 5 november nog een budgetwijziging voor 2015 moeten doen. Qua planlast kan dat tellen! We hebben dat dan ook niet gedaan, goed wetende dat we dan met een startbudget voor 2016 zitten dat eigenlijk 150.000 euro lager is.
Een rondvraag bij enkele andere Limburgse gemeenten leert mij dat dit ook zo was voor Hasselt, Ham, Dilsen-Stokkem, Neerpelt, Hechtel-Eksel, Lummen, Riemst, Peer en Beringen. Om er geen Limburgse klaagzang van te maken, heb ik dat ook genoteerd voor Izegem, Mesen, Poperinge, Ronse, Tielt en Wervik. Ik stel dit probleem dan ook opnieuw aan de kaak en vraag om een structurele oplossing.
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) berichtte recent nog dat de Federale Overheidsdienst Financiën eind oktober nog maar voor 529 miljoen euro aan ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting had ingekohierd ten behoeve van de Vlaamse gemeenten. Dat is weinig, zeker in vergelijking met de voorgaande jaren. Pas in oktober zou de inkohiering goed op gang zijn gekomen. Er zouden weliswaar ook voorschotten worden toegekend.
Minister, zijn er naast het inkohieringsritme nog andere factoren die bijdragen aan deze problematiek? Welke afspraken zijn hieromtrent juist gemaakt met de federale diensten? Verwacht u dat snel vooruitgang geboekt kan worden in deze problematiek? Wat zijn de vooruitzichten voor de komende jaren? Werkt u aan een structurele oplossing voor dit probleem?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, dank u om deze problematiek opnieuw onder de aandacht te brengen. U verwijst naar de plenaire vergadering van een jaar geleden, maar ook in oktober 2015 is dit onderwerp hier nog aan bod gekomen.
Ik erken dus absoluut het probleem. Mijn antwoord kan echter ook wel kort zijn omdat het niet in dit parlement is dat dit probleem kan worden opgelost. Ik heb heel veel begrip voor wat u zegt. Minister Turtelboom en ikzelf zijn daarover al in de verschillende commissies ondervraagd. We beseffen dat dit een probleem is voor de gemeenten en dat het niet simpel is om in dat kader te werken met een meerjarenplanning. Zowel minister Turtelboom als ikzelf hebben al meerdere keren contact gehad met het kabinet van minister Van Overtveldt. In de Kamer zijn er ook al verschillende vragen over gesteld.
Uw vragen zijn dus zeker niet onterecht, maar het probleem kan niet hier worden opgelost. Ik kan dat niet structureel oplossen omdat het niet tot mijn bevoegdheid behoort. Het is een federale bevoegdheid. Wil dat zeggen dat ik mijn verantwoordelijkheid ontloop, want ik ben verantwoordelijk voor de Vlaamse lokale besturen? Neen. Ik zal op dezelfde nagel blijven kloppen bij minister Van Overtveldt. We hebben hem gevraagd of er echt geen mogelijkheid is om dit binnen zijn bevoegdheidspakket op te lossen. Hij heeft gezegd dat de FOD Financiën in 2015 – dus dit jaar nog – een voorschot zal uitbetalen aan de steden en gemeenten. Hij heeft me ook op het hart gedrukt dat hij aan de FOD Financiën heeft gevraagd om een structurele voorschottenregeling uit te werken vanaf het aanslagjaar 2016. Deze opdracht werd deze zomer ook al door de FOD Financiën rechtstreeks gecommuniceerd aan de lokale besturen.
Erken ik het probleem? Ja. Wil ik meehelpen om het op te lossen? Ja, maar het ligt niet in mijn bevoegdheid om die verantwoordelijkheid volledig op mij te nemen. Zowel ikzelf als minister Turtelboom zijn ons bewust van het probleem en zijn de ‘lastige mensen’ voor minister Van Overtveldt omdat we telkens op dezelfde nagel blijven kloppen. Hij heeft beloofd dat er vanaf het aanslagjaar 2016 een structurele oplossing komt.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik erken dat de verantwoordelijkheid bij het federale niveau ligt. Ik ben blij dat minister Van Overtveldt u en minister Turtelboom als lastige mensen beschouwt. Dat is een teken dat u het probleem aankaart.
Het blijft een feit dat als gemeenten efficiënt willen begroten, ze de ontvangsten en uitgaven zo accuraat mogelijk moeten kennen. Voor een doorsneegemeente maakt de post van de personenbelasting ongeveer 25 procent van de inkomsten uit, en die is heel onzeker. Op dit moment kunnen ze daarop ook niet meer reageren binnen de BBC de instrumenten er niet op zijn afgestemd. Zelfs al willen we op 5 november een correct budget neerleggen, dan kunnen we dat niet meer, tenzij we eerst een budgetwijziging doorvoeren en het budget voor 2016 pas goedkeuren in januari. Een goed bestuur moet zijn budget tijdig indienen.
Misschien kan er worden nagegaan of het technisch mogelijk is om daarop te anticiperen binnen BBC zodat er kan worden vertrokken van een juiste startpositie voor de opmaak van de nieuwe budgetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.