Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Verstreken heeft het woord.
Minister-president, de Verenigde Naties hebben in oktober gewaarschuwd dat in grote delen van zuidelijk Afrika voedselonzekerheid dreigt, veroorzaakt door een aanhoudende periode van droogte. De oogsten vielen tegen, waardoor de prijzen stegen en voedsel onbetaalbaar werd.
Volgens de VN worden op zijn minst 13,5 miljoen mensen met de hongerdood bedreigd. Vooral in Malawi, Zimbabwe en Madagascar dreigt acuut voedselonzekerheid, maar ook in Lesotho, Mozambique en Angola heerst bezorgdheid over voedseltekort.
Bij de partnerlanden Mozambique en vooral Malawi ligt de nadruk van het engagement van de Vlaamse Regering op voedselzekerheid. In de beleidsnota Buitenlands Beleid 2014-2019 benadrukt u dat Vlaanderen in Malawi het recht op voedselzekerheid wil helpen realiseren door zich als betrouwbare donor in te zetten op de ontwikkeling van de landbouwsector.
Daarnaast pleit u in de beleidsnota ook voor een integrale noodhulpbenadering om snel in te spelen op een noodsituatie door gebruik te maken van vooraf door de donor toegekende middelen. Het VN-noodhulpmechanisme in Malawi is hier een voorbeeld van.
U pleit voor een geïntegreerde benadering bij het lenigen van dringende humanitaire noden. Hiervoor wilt u zowel voorafgaand, tijdens als na de noodsituatie investeren in doeltreffende programma’s. Het voorbereiden van rampspoed is immers kostenefficiënter dan het ingrijpen tijdens de noodsituatie.
De nood was groot. Ik had mijn vraag onmiddellijk daarna ingediend, maar ze komt nu pas aan bod. Dat vormt voor mij evenwel geen probleem.
Ik hoop dat de Vlaamse Regering maatregelen heeft genomen inzake het voedseltekort. Ik had graag vernomen welke. In welke mate kan de Vlaamse Regering bij de VN pleiten om extra middelen in te zetten om de hongersnood in Malawi een halt toe te roepen?
In mijn inleiding vermeldde ik dat wij als betrouwbare donor ook willen inzetten op de ontwikkeling van de landbouwsector. In welke mate hebben we dat reeds gedaan en werden ter zake al resultaten geboekt? Ik begrijp dat u niet meteen kunt antwoorden op deze bijkomende vraag, maar ik zou er wel graag meer over vernemen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Verstreken, de vraag handelt inderdaad over een schrijnende situatie in zuidelijk Afrika. Voor ik inga op uw vraag over bijkomende maatregelen, wil ik aangeven dat de voedselzekerheid in Malawi voor de Vlaamse overheid een focus vormt in onze bilaterale samenwerking. Vlaanderen verstrekt gemiddeld 5 miljoen euro per jaar aan het versterken van de landbouwproductie en de voedselzekerheid in Malawi. We zetten bijvoorbeeld heel sterk in op landbouwopleiding en op voorlichting, een thema waarvoor we de coördinerende ‘leaddonor’ zijn in Malawi.
Dit jaar heb ik in de enveloppe bilaterale samenwerking nieuwe projecten vastgelegd met de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) en International Council for Research in Agroforestry (ICRAF), goed voor 5,5 miljoen euro voor het versterken van voedselzekerheid en landbouwproductie in Malawi als hoofddoelstelling.
Bijkomend worden twee sporen gevolgd: enerzijds humanitaire hulp en anderzijds structurele samenwerking met betrekking tot het versterken van de klimaatweerbaarheid van de landbouw.
Mijn diensten hadden me al een tijd vooraf ingelicht over de noodsituatie op het vlak van voedselonzekerheid. Zodoende heb ik tijdig de gelegenheid gekregen om een adequaat noodhulpproject te identificeren.
U weet dat de middelen van mijn noodhulpbudget dit jaar uitgeput zijn, maar ik heb het variabele krediet waarover ik nog beschikte, zijnde 208.149 euro, voorbehouden voor een project van het Wereldvoedselprogramma dat mijn diensten hebben geïdentificeerd. Dit project heeft een belangrijk multiplicatoreffect tot doel en zal de sleutel zijn tot een efficiënte internationale noodhulprespons in Malawi.
Het World Food Programme (WFP) volgt met gebruikmaking van nieuwe technologie wekelijks de evolutie van de voedselzekerheid van gezinnen en de prijs van het voedsel om zodoende de humanitaire hulp snel bij te sturen. Het is een monitoringsysteem. Het WFP is nu al in vijftien districten aanwezig en met de steun van Vlaanderen zouden 28 districten kunnen worden opgevolgd met die nieuwe applicatie. Vlaanderen is een pionier bij de ondersteuning van het Malawi Emergency Humanitarian Response Fund, en sinds 2009 wil men via dit fonds het Country Team in Malawi, dat humanitair klaarstaat, versterken. De doelstelling van dat fonds is om via ngo’s en VN-instellingen te voorzien in een gecoördineerd, snel en flexibel binnenlands financieringsmechanisme waarmee snel gereageerd kan worden op rampen en tegemoet kan worden gekomen aan de dringende kortetermijnnoden van kwetsbare gemeenschappen. Door dit fonds vooraf ter beschikking te hebben, kan er onmiddellijk, zonder vertraging, gereageerd worden door de humanitaire actoren. Het UNDP neemt daarvan het algemeen beheer waar.
Zoals ik zei, is het noodhulpbudget voor 2015 uitgeput, maar ik neem me voor, gelet op de ernst van de voedselsituatie in Malawi, begin 2016 een nieuwe bijdrage te plannen voor de humanitaire situatie daar.
Op structureel vlak stellen we vast dat de klimaatverandering de landbouwproductie en de voedselzekerheid aantast en op die manier de ontwikkeling in zuidelijk Afrika acuut bedreigt. Ik heb dit jaar besloten onze bijdrage voor klimaatfinanciering helemaal te richten op het versterken van klimaatweerbaarheid van de voedselproductie. De samenwerking verloopt via de FAO, voor een budget van 3,5 miljoen euro. We richten onze inspanningen op drie aangrenzende landen in de regio: Malawi, Mozambique en Zambia. De algemene doelstellingen zijn het versterken van de capaciteit om klimaatrisico’s in te schatten en te beheersen, het verlagen van de kwetsbaarheid van de boeren voor klimaatveranderingen en het verbeteren van de klimaatweerbaarheid van het landbouwsysteem in de drie betrokken landen.
We verwachten daar een multiplicatoreffect, de FAO zal namelijk de capaciteit van de landen versterken om investeringsstrategieën te ontwikkelen. Op die manier kunnen ze ook meer aanspraak maken op klimaatfinanciering, bijvoorbeeld het Green Climate Fund, en ook private financiering in de landbouwsector stimuleren. Het project zal het beleid van die ontvangende landen voeden. De ministeries van Landbouw, Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen zijn rechtstreeks betrokken bij de uitvoering ervan. Met zulke projecten steunen we de FAO om wereldwijd en regionaal leiderschap te nemen op het vlak van klimaatslimme landbouw. De resultaten en goede praktijken hiervan worden meegenomen op regionale en mondiale conferenties over de aanpak van die problemen. De FAO is ook de trekkende organisatie voor de Global Alliance on Climate-Smart Agriculture en een mondiaal partnerschap dat tot doel heeft de landbouw wereldwijd weerbaarder te maken voor de grote uitdagingen van het klimaat.
Wat de vraag betreft over ons pleidooi voor de extra middelen, weet u dat de begroting van de VN-instellingen bestaat bij gratie van de bijdragen van haar donoren. Het is dus de VN die tot taak heeft de donoren permanent te alerteren, te vragen om structureel acuut te financieren op vlak van voedselzekerheid. De VN doet dat naar mijn aanvoelen heel goed. Zowel het kantoor voor de coördinatie van humanitaire hulp als de FAO en het WFP komen met duidelijke rapporten voor de dag waaruit de ernst van de toestand blijkt. Op 19 oktober van dit jaar reeds verspreidden WFP en FAO een gezamenlijk persbericht waarin ze hun verhoogde samenwerking in zuidelijk Afrika hebben toegelicht. De FAO werkt samen met de Malawiaanse overheid aan een nationaal noodhulpresponsplan. Zoals al toegelicht, werkt ook het WFP hieraan mee, onder andere met dank aan de Vlaamse bijdrage voor de verzameling van zeer gedetailleerde actuele informatie van de noden.
Zoals u weet, is er binnen de VN – en ik ben daar heel blij om – een omvattend financieringsmechanisme voor acute noden, het CERF. Dat zorgt ervoor dat heel snel kan worden opgetreden bij acute noden, dat er daarvoor financiering is. In 2015 heeft CERF in totaal al 76 miljoen dollar – of is het euro – gegeven om de noden als gevolg van El Niño te helpen lenigen, wat CERF dus maakt tot één van de allersnelste en ook allergrootste financieringsmechanismen bij deze crisis. Malawi is de derde grootste ontvanger van deze fondsen, goed voor ongeveer 9,7 miljoen euro. Omdat CERF werkt uit vooraf toegekende middelen kan het ook veel sneller, veel acuter optreden. Ik heb dat hier ook al herhaaldelijk aan bod gebracht, ook bij de begrotingsbesprekingen. Ik heb ook gezegd dat ik beslist heb de jaarlijkse bijdrage aan CERF te verdubbelen tot 600.000 euro, omdat ik overtuigd ben dat we op die manier op een zeer adequate, snelle manier in een internationale gespecialiseerde context kunnen bijdragen aan hulpverlening op het terrein.
Wat uw vraag betreft over de resultaten, collega, stel ik voor – en u suggereert het eigenlijk enigszins zelf – dat u die vraag schriftelijk stelt. Ik kan daar nu geen antwoord op geven, ik stel dus voor dat de diensten de kans krijgen om die cijfers bijeen te brengen.
De heer Verstreken heeft het woord.
Minister-president, uw uitgebreid antwoord stemt mij tevreden. Het is duidelijk dat u en de diensten niet bij de pakken zijn blijven zitten en meteen ad rem hebben gereageerd. Dat is een goede zaak. Het is ook goed te horen dat wij bij de pioniers zijn. Ook het Rescue Fonds, het CERF, waarover u het had, garandeert een zeer goede samenwerking. In het kader van de klimaattop die lopende is in Parijs is het misschien een druppel op een hete plaat, maar het zijn mooie initiatieven die genomen worden. Ook de nieuwe applicatie bijvoorbeeld en het feit dat er begin 2016 nieuwe bijdragen zouden kunnen komen, zijn een goede zaak.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Ik dank collega Versterken voor zijn vraag. Minister, u zegt dat u begin 2016 nieuwe bijdragen zult leveren voor de noodsituatie in Malawi.
Welk budget trekt u daarvoor uit? We vinden dat positief. Bent u van plan om het budget noodhulp, naast de verhoogde bijdrage aan de SERV, op te trekken? In februari 2015 zei u dat het budget was uitgeput. Misschien moeten we eens nagaan of daar niet wat bij moet komen.
Ik vraag altijd aan de diensten om een voorstel uit te werken. Ik kan daar nu nog niet op ingaan. Het budget is wat het is. U kent de begroting. Dat budget zal nu niet meer veranderen. Ik heb er wel voor gezorgd dat er heel creatief mee wordt omgesprongen, door de SERV op een verdubbelde manier te financieren, wat leidt tot veel efficiëntie. Op het einde van het jaar heb ik het variabel krediet, dat bestaat uit restkredieten, samengebracht om een bijkomende donatie te kunnen doen van meer dan 200.000 euro.
De vraag om uitleg is afgehandeld.