Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Scholen sluiten heel wat verzekeringen af: voor gebouwen, ICT-infrastructuur, personeel, burgerlijke aansprakelijkheid enzovoort. Sommige scholen sluiten aan bij verzekeringen van de gemeente, een andere vzw, of een andere structuur. Andere scholen onderhandelen zelf over hun polissen. Via openbare aanbesteding hebben verschillende lokale besturen de afgelopen jaren fors kunnen besparen op hun uitgaven voor verzekeringen. Zo ook bijvoorbeeld in de stad waar u de gemeenteraad voorzit, minister. De stad Torhout kon immers 150.000 euro besparen door een herziening van haar verzekeringsportefeuille.
Hoe ziet u de opvolging van de wetgeving op de overheidsopdrachten in het onderwijs? Welke problemen ondervinden scholen-vzw’s en hoe ziet u kansen ter ondersteuning? Hoe evalueert u het feit dat koepelorganisaties als centrale aankoopcentrale optreden in het licht van een openbare aanbesteding? Welke controle is er om de wetgeving overheidsopdrachten op te volgen en om misbruiken te vermijden?
Minister Crevits heeft het woord.
Sinds 1 juli 2013 zijn alle schoolbesturen, ook de internaatsbesturen en de centrumbesturen, van het vrij gesubsidieerd onderwijs volledig onderworpen aan de wetgeving overheidsopdrachten. Deze verplichting vloeit voort uit het feit dat een onderwijsinstelling als een overheidsinstelling moet worden gekwalificeerd. Deze besturen moeten vaak nog door een leerproces. Uit bevragingen met betrekking tot planlastreductie – ik verwijs opnieuw naar de operatie Tarra – blijkt dat scholen vooral problemen hebben met de toepassing van deze wetgeving overheidsopdrachten en met misverstanden hierover.
Voor elke beoordeling van het aanbod in het kader van de overheidsopdrachten is uiteraard een minimale technische kennis nodig van het product of de dienst en van de markt om de verhouding prijs-kwaliteit te kunnen beoordelen. Zo vergt bijvoorbeeld een besparing op verzekeringen in de eerste plaats een kritische analyse van de portefeuille ‘verzekeringen’ om eventuele overlappingen te vermijden. Het regelmatig terug in mededinging stellen van afgesloten contracten over de levering van diensten en producten kan ook een besparing opleveren.
Het grootste probleem waarmee, volgens mijn diensten, de scholen in alle onderwijsnetten in verband met de wetgeving op de overheidsopdrachten te kampen hebben, is een gebrek aan kennis over de regelgeving overheidsopdrachten of een gebrek aan kennis over het product of de dienst die men wenst aan te schaffen. Bij de Vlaamse overheid is de expertise gebundeld in het Facilitair Bedrijf. Deze instantie verstrekt veel informatie, stelt instrumenten zoals een draaiboek en modeldocumenten ter beschikking, en organiseert vorming over de wetgeving overheidsopdrachten. Het beleidsdomein Onderwijs en Vorming zal bekijken op welke wijze er samen met het Facilitair Bedrijf een betere ondersteuning aan scholen geboden kan worden.
Het is ook van belang om het instrument overheidsopdrachten effectief en efficiënt in te zetten. Eind vorige legislatuur, in februari 2014, besliste de Vlaamse Regering een virtuele opdrachtencentrale op te richten. De combinatie van de figuur van de opdrachtencentrale en van de figuur van de raamovereenkomsten biedt de mogelijkheid om in één keer raamovereenkomsten af te sluiten voor een groep onderwijsinstellingen.
Verder hechtte het voorzitterscollege van de Vlaamse overheid op 19 november 2015 zijn goedkeuring aan een Vlaams plan Overheidsopdrachten voor een strategisch en gecoördineerd beleid inzake overheidsopdrachten voor Vlaanderen. Dit plan richt zich in eerste instantie op de Vlaamse overheid maar wil ook de samenwerking met andere actoren versterken, bijvoorbeeld met koepelorganisaties zoals de Verenigde Verenigingen of de onderwijskoepels. Het plan geeft aan dat verenigingen die werken met overheidsgeld, zoals vzw’s en onderwijsinstellingen, vaak minder vertrouwd zijn met de wetgeving op de overheidsopdrachten. Het plan stelt dat er nood is aan meer kennisdeling, door middel van onder meer studiedagen en leidraden, om deze verenigingen beter te helpen.
Ook binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming werkt men soms met raamovereenkomsten. Ik geef het voorbeeld van de raamovereenkomst met Telenet. Telenet Schoolnet biedt connectiviteit aan scholen tegen gunsttarief aan. De huidige raamovereenkomst loopt af in de zomer van 2016. Daarom wordt er nu reeds via een open procedure een oproep voor een nieuwe raamovereenkomst voor breedbandinternet tegen gunsttarief voor scholen voorbereid.
De ondersteuning door de koepelorganisaties, bijvoorbeeld het Katholiek Onderwijs Vlaanderen (KOV), is vooral in het vrij gesubsidieerd onderwijs van belang. Ook andere organisaties ontwikkelen initiatieven ter ondersteuning van scholen. In de andere onderwijsnetten, het ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) en het Gemeenschapsonderwijs (GO!) wordt ook ondersteuning gegeven vanuit de eigen centrale diensten. De koepelorganisaties en de centrale diensten kunnen hier een belangrijke facilitaire rol vervullen.
Het voorzitterscollege van de Vlaamse overheid stelt daarom voor om het samenwerkingsforum Overheidsopdrachten van de overheid uit te breiden met enkele vertegenwoordigers van de betrokken verenigingen, zodat zij ook hun leden beter kunnen briefen en sensibiliseren.
Naast de eigen interne controlemechanismen van het schoolbestuur zelf of binnen de koepelorganisatie kunnen allerlei belanghebbenden binnen of buiten de school verantwoording vragen en een gerechtelijke procedure starten. De verificatiediensten van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) kunnen ter plaatse controle uitoefenen op het gebruik van de werkingsmiddelen, uiteraard zonder dat die controle betrekking mag hebben op de opportuniteit. Om in aanmerking te komen voor subsidies voor werken aan schoolgebouwen moet de opdracht worden toegewezen conform de wetgeving op de overheidsopdrachten. Het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn) kijkt nauwgezet toe op de zorgvuldige dossierbehandeling en bepaalde controlemechanismen. Er zijn ook controles ter plaatse om ervoor te zorgen dat schoolbouwsubsidieprocedures correct verlopen en juist uitgevoerd worden.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, u zegt dat het Facilitair Bedrijf onze onderwijsinstellingen kan ondersteunen om overheidsopdrachten te doen. Dat is een zeer goede zaak. Wat betreft de toepassing daarvan moeten we nog eens van nabij bekijken of de vrije aanbesteding van de overheidsopdrachten werkelijk overal op die manier gebeurt: niet zozeer vanuit een controlerende houding – dat uiteraard ook, ik denk dat we daar het goede voorbeeld moeten geven – maar we moeten de scholen ook de kans bieden om hun werkingsmiddelen maximaal in te zetten. Dat betekent dat als je ergens kunt besparen, je het ook moet doen. Ik heb er op zich geen probleem mee dat koepelorganisaties ondersteuning bieden. Maar dat er een vorm van druk zou zijn om aan te sluiten bij al dan niet zelf uitgegeven verzekeringen, staat toch een beetje haaks op een overheidsopdracht. Daar is nog werk aan de winkel.
Dat breedbandinternet is een goede zaak. De overheid probeert daar het maximale uit de brand te slepen. Wij hebben in het verleden ook dergelijke groepsaankopen gedaan in het kader van de ‘PC Kadee’-projecten. Dat is al een tijdje geleden. Daar werd grondig op ingetekend.
Misschien moet eens worden bekeken of er in het kader van multifunctionele gebouwen geen opties zijn voor collectieve polissen, die vanuit de overheid verder worden onderzocht.
De heer De Meyer heeft het woord.
De maximale inzet van de werkingsmiddelen is een bezorgdheid van ons allen, maar ik denk dat we schoolbesturen wat dit betreft een kans moeten geven. De nieuwe, complexe wetgeving is pas van toepassing sinds 1 juli 2013. Het is normaal dat er een leerproces is. Ik vind wel dat de koepels en het GO! zich maximaal inzetten om hun scholen te ondersteunen. Bij mijn weten zijn ook alle schoolbesturen te goeder trouw. Ik heb geen kennis van bewuste misbruiken. Ik vind wel dat men, als het gaat over het controleren van onderwijsexterne wetgeving door onderwijsdiensten, erover moet waken dat er geen extra planlast wordt opgelegd. Het is ons aller bezorgdheid om extra planlast te vermijden. Ik heb met mijn inleidende zinnen het geheel echter in een ruimere context willen schetsen.
De heer De Ro heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de twee collega’s. Minister, op dat vlak is uw antwoord ook een vooruitgang ten opzichte van vroeger. De Vlaamse administratie wil inderdaad veel meer gaan werken aan het openstellen van dat soort contracten. De filosofie moet de volgende zijn. Als al onze scholen die worden erkend, gesubsidieerd en gefinancierd door de overheid, een aantal nadelen daarvan ondervinden, in de vorm van meer controle en meer administratieve lasten, dan moeten ze daar ook alle voordelen van kunnen krijgen. Voor mij in ieder geval kan er geen verschil zijn tussen een gemeentebestuur laten genieten van inspanningen van de Vlaamse administratie, en een lokale inrichtende macht, van welk net of type dan ook. Dat is net hetzelfde als met de daling van de btw-kosten voor schoolinfrastructuur: elke euro die men daarmee bespaart, is een euro die de lokale inrichtende machten meer kunnen investeren in onderwijs, en misschien zelfs een euro die ze niet moeten vragen aan ouders of waarvoor ze geen schoolfeesten of zo moeten doen. De kern van het onderwijs is immers nog altijd het verstrekken van onderwijs.
Minister, ik hoop dat u ter zake de pleitbezorger blijft bij andere besturen, agentschappen en departementen, opdat het onderwijs maximaal gebruik zou kunnen maken van die diensten, van die raamcontracten, van het openstellen van bepaalde gunningen en tenders.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer De Meyer, wat u zegt, klopt: als die regelgeving louter tot extra planlast leidt, die scholen hindert, dan is dat niet de bedoeling. Ik heb gisteren of eergisteren nog in het parlement gezegd dat, als het over controleren gaat, men alles wat men niet voor zichzelf doet, eigenlijk niet zou moeten bijhouden. Dat is hier ook zo. Ik ben ervan overtuigd dat dat onderworpen zijn aan de wetgeving met betrekking tot de overheidsopdrachten natuurlijk ook zeer grote voordelen heeft. De heer Daniëls heeft verwezen naar de besparing die er is geweest in Torhout. Op heel veel vlakken kan het op gezette tijdstippen raadplegen van de markt een meerwaarde opleveren. Dat betekent dan echter wel dat we inderdaad onze deuren wijd open moeten gooien en dat we ervoor moeten zorgen dat scholen voldoende ondersteuning kunnen krijgen, dat ze ook zelf de meerwaarde zien van wat ze moeten realiseren.
Mijnheer De Meyer, ik heb dus ook geen enkele intentie om nu speciaal mijn ambtenaren op pad te sturen. Dat leek me ook enigszins de teneur van uw vraag: in plaats van in te zetten op het extra controleren van iedereen, zet in op het extra ondersteunen van iedereen, zodat ze ook het belang ervan inzien. Ik ben het daar volkomen mee eens. Laten we vooral dat doen. Dat neemt natuurlijk niet weg dat scholen verplicht zijn om de regelgeving te volgen. Ze moeten zich er echter van bewust worden dat ze met een goede productkennis en een marktbevraging echt wel winst kunnen boeken. Zeker in budgettair moeilijke tijden is elke euro die je bespaart door goed te bekijken waar je iets onderneemt of met wie je in zee gaat, een gewonnen euro. Daar zou de paperasserij die daarbij komt kijken, eigenlijk niet tegen mogen opwegen. Dat vraagt natuurlijk ook een nieuwe cultuur. Ik zie wel dat sommige scholen daar nu al zeer professioneel mee omgaan. Ook gaan scholen intenser samenwerken, zeker om alle administratie te doen. Daar zijn dus wel wat zaken positief aan het bewegen.
Mijnheer De Ro, u vraagt me een pleitbezorger te zijn. Ik zou dat heel graag zijn. Er zijn hier al genoeg discussies geweest over de middelen voor scholenbouw. Ook de heer De Meyer trekt daarover heel regelmatig aan de bel. We moeten bekijken hoe we de bestaande middelen die we hebben, zo efficiënt mogelijk kunnen inzetten. Dan kan het efficiënt aanwenden van die nieuwe regels ook helpen om scholen meer te laten doen met de middelen die ze hebben.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik dank u. Ik dring er nog eens op aan dat u vooral zou informeren. Er wordt gezegd dat de tijd kort was, maar 1 juli 2013 ligt natuurlijk wel al een dikke twee jaar achter ons. We moeten er toch voor zorgen dat we niet te lang blijven leren. We zouden beter de scholen zelf aangeven dat ze in overtreding zijn met overheidsopdrachten, eerder dan private spelers te laten vaststellen dat er overtredingen zijn gebeurd op de wet op de overheidsopdrachten. Met als gevolg vorderingen die veel tijd en geld vragen.
Ik zie het controleren eerder als adviseren omdat sommige scholen te weinig de voordelen inzien van wat mogelijk is. We moeten hen de voordelen ervan laten inzien en hen maximaal laten aansluiten bij globale contracten. Voor telefonie worden er bijvoorbeeld ook contracten gesloten en we organiseren groepsaankopen voor groene stroom. Misschien is het handig voor de scholen om daarop te kunnen intekenen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. In het kader van arbeidsongevallen komt Medex tussen. Op federaal niveau is men aan het onderzoeken om de arbeidsongevallen extern te verzekeren. Dat zou leiden tot een reductie van 3 à 4 miljoen euro bij de federale politie. Het is misschien interessant de oefening te doen voor onderwijs, uiteraard met dezelfde waarborgen die er nu zijn.
Ik zou dit moeten bekijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.