Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over ondertiteling van Vlaamse bioscoopfilms
Verslag
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, het is, vandaag letterlijk, een heel mooie herfst voor de Vlaamse film. Twee weken geleden hadden we het er al even over in de plenaire vergadering. Ik wil vandaag een ander element aansnijden: de ondertiteling van de Vlaamse films.
Het aanbod is heel groot, maar helaas zijn er heel veel mensen die van dat aanbod niet kunnen genieten omdat zij doof zijn of een auditieve beperking hebben, en heel veel van die films worden niet ondertiteld in de bioscoop. Naar aanleiding daarvan heeft de Federatie van Vlaamse DovenOrganisaties (Fevlado) een petitie gestart, die onmiddellijk veel succes oogstte bij doven en slechthorenden. Dat kan ik begrijpen. Zij kunnen helaas niet genieten van de meeste Vlaamse films die in de bioscoop komen. Op die petitie heeft ook een productiehuis gereageerd. Het stelde de reactie te begrijpen maar toch niet van plan te zijn om films onmiddellijk te ondertitelen omdat dit storend zou kunnen zijn voor andere kijkers.
Dat is op zich een gekende problematiek. Minister, hoe kijkt u aan tegen deze problematiek? We willen met zijn allen toch proberen om op heel veel vlakken te komen tot een inclusievere samenleving? In het verleden heeft de heer Caron hierover al een vraag gesteld. Hebt u al actie ondernomen? Welke oplossing is er hiervoor überhaupt mogelijk? Hoe bekijkt u zelf de reactie die stelt dat het ondertitelen van films hinderlijk zou zijn voor andere kijkers? Ik vind dat zelf, eerlijk gezegd, een vrij vreemde reactie.
Voor de kijkers van ‘Bevergem’ is dat zeker het geval.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Mevrouw Bastiaens heeft al een groot deel van de vraag toegelicht. Ik kan hieraan toevoegen dat de Vlaming gewend is aan de ondertiteling van buitenlandse films in de bioscoop en op de televisie. Ook sporadisch van dialogen in de spreektaal, zoals in ‘Bevergem’. Toch heeft de initiatiefnemer van de petitie voor ondertiteling gemerkt dat zijn verzoek niet positief onthaald wordt in de sector.
Minister, in uw Visienota Kunsten lees ik dat u zich in uw beleid bekommert om filmcultuur en filmeducatie. Ik denk dat u daarbij geen doelgroepen over het hoofd mag zien. U stelt dat u de producenten van audiovisuele producties die medegefinancierd worden door het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) of het Mediafonds ertoe wil aanzetten om audiodescriptie aan te bieden. U kondigde hierover een gesprek aan met het VAF en de audiovisuele producentenverenigingen.
In 2016 vieren we tien jaar erkenning van de Vlaamse Gebarentaal (VGT). Er is heel wat onderzoek gebeurd, en er werden flink wat projecten gerealiseerd. De adviescommissie VGT verstrekte ook heel wat beleidsadvies. De petitie van de doven en slechthorenden in verband met ondertiteling van de Vlaamse bioscoopfilm wijst misschien wel op een lacune.
Minister, in een antwoord op een vraag om uitleg van de heer Caron stelde u dat u met het VAF het gesprek zou aangaan over het voorzien van ondertiteling bij Nederlands gesproken producties. Volgens u zou dit geen noemenswaardige extra kosten met zich meebrengen omdat de langspeelversie op dvd toch al moet worden ondertiteld. In hoeverre werd het voorzien van ondertiteling bij Nederlands gesproken producties door u aangekaart bij het VAF? Wat zullen hiervan de gevolgen zijn? Zullen er gevolgen aan gegeven worden? Hebt u intussen al een gesprek gehad met het VAF en de audiovisuele producentenverenigingen om audiodescriptie aan te bieden bij producties die deels gefinancierd worden met middelen van het VAF of het Mediafonds? Zo ja, wat was het resultaat van dit overleg? Is de sector bereid hier op korte termijn werk van te maken? Indien niet, staat een dergelijk overleg gepland? Hebt u er een zicht op wat de gemiddelde meerkost is voor het aanbieden van audiodescriptie op een audiovisuele filmproductie?
Minister Gatz heeft het woord.
Zoals u weet, streef ik met mijn beleid naar een brede cultuurparticipatie. In dit kader vormt toegankelijkheid uiteraard een van de belangrijke principes. Hoewel een cinema-ervaring – waarbij men de productie op het grote scherm ziet – absoluut een meerwaarde vormt, besef ik dat Vlaamse films in bioscopen momenteel moeilijk en meestal zelfs niet toegankelijk zijn voor doven en slechthorenden. Bovendien is ook het sociale element belangrijk: de cinema-ervaring is iets wat men deelt met vrienden of familie. Fevlado geeft aan dat er minstens 800.000 slechthorenden en doven in Vlaanderen zijn. Hieronder bevinden zich ongetwijfeld heel wat potentiële bioscooptoeschouwers voor Vlaamse films, die nu uitgesloten worden.
De petitie van de 650 handtekeningen bevestigt de belangstelling bij doven en slechthorenden. Vanuit het belang dat ik hecht aan een brede cultuurparticipatie, wil ik minstens bekijken wat al dan niet mogelijk is. In wat nu volgt, zal ik proberen dat verder te beschrijven.
Uiteraard zijn er hierover in het verleden al verscheidene gesprekken gevoerd met het Vlaams Gebarentaal Centrum en met vzw Vlaamse Ouders van Kinderen met Cochleaire Inplant (VLOK-CI).
In mijn beleidsbrief Media 2015-2016 kondigde ik al aan dat ik zal onderzoeken in welke mate Nederlandstalige ondertitels bij Vlaams gesproken producties in de bioscoop kunnen worden aangeboden. In de eerste helft van 2016 zijn gesprekken gepland met het VAF. Het VAF weet natuurlijk ook wel dat dit onderwerp op hem afkomt, maar formeel zal het overleg daarover begin 2016 starten.
In een tweede stadium zal ik met de audiovisuele sector in zijn geheel een overleg hebben, om te bekijken in welke mate we dat parallel kunnen doen – ik kom daar nog op terug.
Zoals ik in deze commissie al heb gezegd – als antwoord op de vraag om uitleg van de heer Bart Caron op 2 april 2015 – denk ik dat het voor bioscoopversies die mede gefinancierd worden door het VAF, het Filmfonds met andere woorden, mogelijk moet zijn om ook voor Nederlands gesproken producties ondertiteling als voorwaarde voor steun op te leggen. Uiteraard zal ik ook bekijken wat de technische en financiële implicaties hiervan zijn. Daarop hebben we nog niet helemaal zicht. Ik moet hierbij benadrukken dat ik enkel een rechtstreekse impact kan hebben op producties die ondersteund worden door het Filmfonds.
We moeten ons realiseren dat we de materie niet enkel mogen bekijken vanuit de invalshoek van de producenten, wat ik tot nu toe in mijn antwoord heb gedaan. Het zijn de distributeurs die de films verspreiden en de exploitanten die deze films vertonen, al gaf ik in het begin van mijn antwoord aan dat de exploitanten er op zichzelf wel baat bij hebben dat er zoveel mogelijk mensen naar hun bioscoopzalen komen en dat ze nu uitgenodigd worden om een aantal drempels mee weg te werken.
Als minister van Cultuur in de strikte zin van het woord kan ik slechts rechtstreeks vat hebben op de non-profitspelers die op deze terreinen actief zijn. Het feit dat de ondertitels al beschikbaar zouden zijn, is natuurlijk wel een eerste stap, ook voor de commerciële exploitanten. Hen betrekken bij de gesprekken lijkt dan ook wenselijk en zelfs noodzakelijk. Dat zal dan ook gebeuren.
Exploitanten hebben in het verleden overigens zelf al initiatieven genomen. U verwees naar de negatieve reactie van een productiehuis, mevrouw Bastiaens. Dat verwonderde ook mij, en valt niet in goede aarde. Op het terrein is niet iedereen het met die houding eens. Men beseft dat er meer moet gebeuren. U kent het voorbeeld van Kinepolis en producent Eyeworks die vertoningen van ‘Het Vonnis’ en ‘Marina’ voor doven en slechthorenden hebben georganiseerd. Hun ervaringen kunnen we meenemen.
Wat betreft de vraag van mevrouw Van Werde over de gesprekken met het VAF kan ik meedelen dat er al contacten zijn geweest. Ik probeer toch een en ander te groeperen, in het kader van de beheersovereenkomst. Die gesprekken beginnen na nieuwjaar.
Er is voorts ook goed nieuws. Recent zijn de kosten voor audiodescriptie sterk gedrukt, dankzij de WATSON-app, ontwikkeld door Soundfocus. Dit maakt audiodescriptie van filmproducties haalbaarder. Het kan en mag dus allemaal sneller gaan. Ik begrijp uw ongeduld, en ook die van een aantal doven en slechthorenden. Een aantal randvoorwaarden om technologisch en economisch zonder problemen de volgende stap te zetten, worden stilaan gerealiseerd.
Onlangs vernam ik dat een commerciële audiodescriptie van start to finish – van het schrijven van het script tot een gemixte opname – tussen 50 en 75 euro per minuut kost, afhankelijk van het filmgenre of de film. Op het eerste gezicht gaat het dus niet om onoverkomelijke bedragen die nodig zijn om de volgende stap te zetten. De puzzelstukken worden dus samengelegd. We zullen onze invloed bij het VAF laten gelden. Ik bedoel dat positief, want ik begrijp dat de bereidheid om iets te ondernemen ook bij het VAF bestaat. Nadien moeten we dan onderzoeken hoe we met de distributeurs en exploitanten de volgende stappen kunnen zetten. Wat die laatste betreft, zijn er een aantal spelers die daartoe een grote bereidheid tonen. Ze vatten dat niet enkel als een ethische kwestie op, maar zien het ook als een economische opportuniteit, want een heel grote groep mensen wordt vandaag niet bediend. Eenieder die daar economisch belang bij heeft, zou zich daar bewust van moeten zijn.
Ik dank u voor het antwoord. Ik denk dat u inmiddels al heel wat gespreksonderwerpen hebt voor uw onderhoud met het VAF enerzijds en met de distributiesector en de exploitanten anderzijds. Ik ben erg blij dat u in de gesprekken met het VAF wilt nagaan of het VAF aan zijn steun voor films de voorwaarde kan verbinden dat ze worden ondertiteld. Iedereen voelt toch wel aan dat dit zo hoort. Ik hoop dat uw gesprekken, die u in 2016 zal voeren, vroeg op het jaar zullen plaatsvinden en snel tot resultaten zullen leiden. Ik ben ook blij dat u ook naar de distributiesector en de exploitanten kijkt. Het is belangrijk dat ze meewerken.
Tot besluit wil ik benadrukken dat het allemaal toch logisch is dat dit gebeurt. Er worden al heel wat initiatieven genomen, maar het zou een automatisme moeten zijn dat het gebeurt. Helaas moeten we hier dit gesprek over wat toch een evidentie is, voeren. Ik zal de zaak blijven aankaarten. Het is prima dat u zegt dat u dit een belangrijke aangelegenheid vindt. Ik hoop dus dat we stappen vooruit kunnen zetten, zodat ondertiteling een evidente zaak wordt.
Ik dank u voor het antwoord, minister. Toegankelijkheid is een van de stokpaardjes van de N-VA. Ik vind het logisch dat films die met overheidsgeld worden ondersteund op dat punt inspanningen leveren. Ik ben erg blij dat er al veel werk is verricht. Ik bedacht net dat er 800.000 doven en slechthorenden zijn. Als die allemaal naar de bioscoop zouden gaan, dan schrijven we een succesverhaal.
Ik heb in het verleden over dit onderwerp al meermaals een vraag gesteld. Ik vind dat het echt niet kan dat films die met overheidsgeld worden gemaakt niet worden ondertiteld. Dvd’s worden ondertiteld, dan is het toch logisch dat dit ook voor vertoningen in de bioscoop gebeurt.
Mevrouw Bastiaens, nog dit: de film waarover u het had, is gisteren in de kranten besproken. De commentaar is eerder vernietigend. Al wil ik hier mijn smaak niet opdringen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.