Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
1 november nadert, en dan stellen mensen zich al sneller de vraag wat er in het kader van begraven kan en niet kan. Er wordt in een aantal fora aandacht aan besteed. We zien een evolutie naar altijd maar meer persoonlijke en eigen invullingen van een afscheidsritueel en de bestemming van assen na crematie.
Ook de uitvaartsector zelf is voortdurend op zoek naar alternatieven die ecologisch en economisch interessanter zijn dan het traditionele begraven en cremeren. Onze noorderburen hebben bijvoorbeeld op verschillende plaatsen in het land natuurbegraafplaatsen. Op zulke begraafplaatsen liggen de graven niet in rechte rijen langs verharde paden, maar schijnbaar willekeurig verspreid op mooie plaatsen in een natuurrijk gebied. Tussen de graven is ruimte, er zijn geen afrasteringen en ook geen speciaal vervaardigde grafstenen. Graven worden gemarkeerd met bloemen, zwerfkeien of houten bordjes. Er zijn zelfs natuurbegraafplaatsen waar de graven helemaal niet gemarkeerd zijn. Sommige natuurbegraafplaatsen liggen in een park, andere willen opgaan in een natuurlijk bio divers landschap.
Naast begraven, kunnen stoffelijke overschotten ook worden gecremeerd. Vorig jaar kwam het onderwerp van biocrematie al aan bod in de commissie Binnenlands Bestuur. Toen werden echter een aantal kantlijnen geplaatst bij de ecologische impact ervan. Wat ook gebeurt, is assen in een composteerbare urne te begraven, samen met het zaad van een boom of struik. Op die manier groeit er een stukje natuur als het ware uit de assen van de overledene.
Minister, toen dit thema vorig jaar aan bod kwam, hebt u laten verstaan dat u de mogelijkheden tot het creëren van natuurbegraafplaatsen aan het onderzoeken was. In uw antwoord op een aantal schriftelijke vragen gaf u aan dat er een aantal overlegmomenten zouden worden georganiseerd met de betrokken partners, onder meer het Agentschap Binnenlands Bestuur en het Agentschap voor Natuur en Bos, maar ook de uitvaartsector. Het spreekt immers voor zich dat er ook voor natuurbegraafplaatsen, net zoals dat het geval is voor de begraafplaatsen zoals we ze vandaag in Vlaanderen kennen, een aantal voorwaarden moeten worden opgesteld met betrekking tot locatie, bereikbaarheid, milieueffecten en dergelijke meer.
Minister, kunt u een stand van zaken geven met betrekking tot de opmaak van een regelgevend kader voor het oprichten van natuurbegraafplaatsen in Vlaanderen? Zou het mogelijk kunnen worden om in parken of bossen een stuk te reserveren voor het creëren van een natuurbegraafplaats?
In het verleden hield ik in de commissie Binnenlands Bestuur al eens een pleidooi om gemeenten zelf te laten afbakenen op welke andere plaatsen dan de begraafplaats er assen zouden kunnen worden uitgestrooid. Momenteel maakt het decreet dit absoluut onmogelijk. Het zegt dat de as kan worden uitgestrooid in de privétuin of, met schriftelijke toestemming, in de tuin van iemand anders, maar het kan niet op een andere publieke plaats dan de officiële begraafplaats. Ik denk dat in elke gemeente een aantal mooie plekken zouden kunnen worden aangeduid waar dat eventueel wel zou kunnen: in bos- of natuurgebied, of in de duinen, waar de mensen op een heel waardige manier op een eigen wijze afscheid kunnen nemen. Dit zou kunnen bijdragen tot de heling binnen het rouwproces.
Minister, hoe staat u tegenover het creëren van de mogelijkheid om assen op een andere plaats uit te strooien? Op welke plaatsen buiten de gewone begraafplaats kunnen eventueel composteerbare urnen worden begraven? Ik kan mij inbeelden dat hier vragen rijzen naar de eventuele milieu-impact. Kunt u daarover duidelijkheid geven?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, deze problematiek interesseert mij ook bijzonder. Ik vind dat we goed moeten bekijken of de overheid daarvoor een kader moet creëren. Het is mijn overtuiging dat we dat moeten doen omdat er op het terrein vraag naar is.
Er is overleg geweest met de verschillende betrokken diensten. Daaruit blijkt dat er geen onoverkomelijke problemen zijn om binnen de gemeentelijke bevoegdheden pilootprojecten te starten die gebaseerd zijn op het begraven van urnen. Voor een bredere toepassing van begraven en cremeren lijkt ons een verduidelijking van de wetgeving op de begraafplaatsen wel wenselijk, want er zouden interpretatieverschillen kunnen zijn.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur gaf aan dat indien er een natuurbegraafplaats wordt ingericht op een plaats die geografisch gescheiden is van een reguliere begraafplaats, hiervoor een wijziging nodig is van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Het Agentschap Binnenlands Bestuur wil wel de verschillende mogelijkheden en problemen verder juridisch onderzoeken. Volgens de interpretatie van het Agentschap voor Natuur en Bos is er op basis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging wel een mogelijkheid binnen het privaatdomein van de overheid voor het uitstrooien of begraven van as, maar niet voor stoffelijke overschotten. De natuur- en bosregelgevingen leveren geen bezwaren op. Indien nodig kan van verbodsbepalingen in het Bos- of Natuurdecreet worden afgeweken. Er is dus een mogelijkheid om dat toe te laten. Het kan ook worden opgenomen in het beheersplan. Door middel van een desaffectatiebeslissing kan elke zone of kan elk deel van een bosdomein van openbaar naar privaatdomein van de overheid worden gedesaffecteerd.
Mijn diensten zijn op zoek gegaan naar geschikt terrein om als testcase en pilootproject te dienen. Zo kan er rond dit concept niet alleen theoretisch maar ook heel praktijkgericht worden nagedacht. Eerstdaags zal dit eerste pilootproject worden voorgesteld. Momenteel wordt nog overlegd met het gemeentebestuur over de modaliteiten van de exploitatie van het terrein.
De milieu-impact van de afbreekbare urnen blijkt minimaal te zijn. Wat mij betreft, kan het begraven van composteerbare urnen op goed gekozen locaties, voor zover er een goede afweging is gemaakt ten opzichte van andere functies en rekening houdend met ecologische randvoorwaarden en kwetsbaarheden van het gebied.
Het ligt niet in mijn bedoeling om kriskras in Vlaanderen in natuurgebieden te voorzien waar het kan. Laat ons starten met een beperkt aantal pilootacties, daaruit leren en dan bekijken hoe we het concept kunnen voortzetten. Zoals gezegd, zullen we binnenkort met zo’n pilootproject starten.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U verwijst naar de vragen die daarover in de praktijk bestaan. Ik denk dat ook. Ik krijg daar in ieder geval melding van. Het is goed dat u bezig bent met de thematiek. Ik ben alleszins tevreden dat u zegt dat er met betrekking tot bepalingen rond bos en natuur eigenlijk geen beletsel is voor het uitstrooien van as of eventueel begraven van composteerbare urnen.
Wat betreft het uitstrooien van assen zegt het huidige decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging uitdrukkelijk dat het niet kan op openbaar domein. Je kunt dan natuurlijk de scheiding maken tussen publiek en privaat karakter. Het lijkt mij veel gemakkelijker als we gewoon decretaal zouden opnemen dat de gemeente zelf binnen het publieke domein kan bepalen waar het zou kunnen. Dan hebben we alle omwegen waarnaar jullie verwijzen misschien niet nodig.
Ik denk dat de vraag bestaat. Ik zal er verder voor blijven ijveren om die mogelijkheid te creëren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.